Liefdesdood en verheerlijking
Kleinbeeld
Tristan und Isolde
Grootse
muzikale overweldiging
![]() |
Tristan en Isolde dood. Rogelio de Egusquiza (1845 -1915) |
De
Munt in Brussel, het blijft een aardig oord om even te verwijlen, zeker als de
grote werken op het programma staan. Laatst zag ik Tristan und Isolde en werd
ik, zoals vele toehoorders, van de sokken geblazen. Het zou overmoed zijn
mijnerzijds om een vergelijkende studie te maken, want ik zag het werk nog maar
een keer, misschien twee, in een concertante versie, Maar daar in de Munt was
het Wagner en toch, wat de enscenering aangaat, was het superieur. Waarom?
Wie
het in de planning opneemt om zes uur in de opera door te brengen, kijkt er
doorgaans niet tegenaan als een verplicht nummer, omdat men nu eenmaal Wagner
moet gezien hebben, zeker de Tristan und Isolde. Want behalve dat het een breed
uitgesponnen partituur meekreeg, veel eist van de protagonisten en een op zich
misschien wat belegen verhaal vertelt, is vooral het hoe, de stemmen, de
orkestratie en de aankleding zo fundamenteel van belang. Toch kom ik uit een
tijd waar men van Wagner niet zo heel veel goeds zegde en hem onmiddellijk in
verband bracht met de Nazi’s. Antisemitische uitspraken deed Wagner zeker, maar
hij had onder zijn vrienden ook wel mensen die zonder meer joods waren. Meer
nog, onder zijn bewonderaars waren er ook wel wat joodse mensen, zoals Alfred Pringsheim,
de schoonvader van Thomas Mann en ook Mann zelf was zeer geporteerd door de
muziek van Wagner; later kwam hij tot het besef dat de mens Wagner en zeker de
burger Wagner niet onverkort onze achting hoeft te verdienen. Het is een meer
genuanceerde visie, wel behartigenswaardig omdat de ontwikkeling die de
componist aan de opera gaf voor een grotere waarachtigheid en zin voor de
werkelijkheid zorgde, terwijl de onderwerpen en verhalen, zoals de Ring-cyclus
en ook Tristan und Isolde net geheel aan de verbeelding en een oude
verhalenschat ontsproten zijn.
Wat
doet het bijwonen van zo een opvoering met een mens? Het geeft toch wel een
zekere gelukzaligheid mee, net omdat de enscenering en de aankleding, die op
het oog klassiek bleek, toch klassieker dan we in de opera gewoon zijn. De protagonisten,
Isolde en haar dienstmaagd Brangäne, Tristan en zijn trouwe dienaar, Kurwehal,
de vriend, Melot en uiteraard König Marke, ze hebben alle hun plaats in het verhaal,
maar is dit een drama of een tragedie? Het verschil kan men vooral afmeten aan
de onvermijdelijkheid van de handelingen van protagonisten en antagonisten,
waarbij het goede doende de held het onderspit delft. Het drama vertelt hoe
onnodig maar door menselijk handelen de verwachtingen in soep draaien, bij de
tragedie kan men aan het noodzakelijke niet ontkomen.
Het blijft merkwaardig dat in de twaalfde in verhalen
het tragische een plaats kreeg want men kan dan wel spreken van een
Renaissance, hoezeer men doende was na te denken over de betekenis van onze
handelingen, of men er een tragische visie op na hield, valt niet onmiddellijk
te achterhalen. De oude Keltische mythologie leefde blijkbaar wel door, maar
voor auteurs, zoals Gottfried van Luxemburg was het toch zaak als dichters de
verhalen ook goed te vertellen en al dan niet subtiel blijk te geven van het
eigen kunnen, te spelen met stijlfiguren en klankenspel. De hoofse liefde, die tijdens
de twaalfde eeuw met dichters als Chrétien de Troyes, Wolfram van Eschenbach en
anderen bezongen werd op een wijze die we als een hoogtepunt van cultuur kunnen
beschouwen, bleek wel vaker voor een tragische behandeling te zorgen, want of de
liefde was door goddelijke wetten verboden of door onwetendheid op de
wederzijdse identiteit onmogelijk – de kerkelijke wetten over toegelaten en
niet toegelaten verwantschapsrelaties tussen geliefden waren strenger dan de
praktijk toeliet. Nu bij Tristan speelde dat niet, daar hij handelde in
opdracht van zijn oom en heer, koning Marke van Cornwallis. Isolde liet zich
verleiden, maar toen ze vernam dat Tristan voor rekening van Marke handelde,
voelde ze zich bedrogen, wat niet geheel onbegrijpelijk is. Wagner zal de rol
van de dienstmaagd groter maken door een spel op te voeren ampullen van giftige en andere dranken, de ene die een
heftig gif bevat en de ander die de liefde moet opwekken. Voor aankomst in de
haven bij het kasteel van koning Marke drinken Tristan en Isolde de drank,
waarvan zij denkt dat het een dodelijk gif is.
Wie dat
eerste deel gevolgd heeft, merkt gewoon hoe knap het georkestreerd en hoe de
zangpartijen meerdere registers aanspreken. Woede, haat, liefde, de
gevoelswisselingen komen aan bod, want Isolde voelt zich gerold door die charmante
prins. De dood van Morolt, de voormalige verloofde van Isolde, gedood door Tristan,
zit haar hoog, de liefde die ze had gevoeld voor Tristan, toen die genezing
zocht bij haar vanwege het gif waarmee hij tijdens de strijd besmet was
geraakt, maken dat we algauw weten hoeveel gevoelens met elkaar in conflict
komen. Isolde wil de schande van een huwelijk niet, maar haar dienstmaagd bedriegt
haar door haar een liefdeselixir te laten drinken. De suggestie van een schip
op de golven en het geleidelijke naderen van een kust, wordt door mooi
lichtwerk de toeschouwer v/m aangeblazen.
Hoewel de abstractie hier de boventoon voert, kan men merken dat met het licht
en een scherm heel wat bereikt wordt.
Het
gevolg is duidelijk, Tristan en Isolde houden van elkaar maar ze mogen elkaar
niet kennen en zien, zonder argwaan te wekken, waar intriganten, die aan een
half woord genoeg hebben, hun gang mee gaan. Een heel bedrijf lang wordt de
ontmoeting in het bos uitgesponnen, terwijl koning Marke uit is gereden om op
jacht te gaan, verlangd en krijgt haar beslag, maar de koning was op de hoogte
en betrapt Tristan en Isolde op heterdaad. Enfin, ze zijn bij elkaar, maar het
is geen deurwaarder die des ochtends langs gaat om een ontrouwe echtgenote op
overspel te betrappen. Opnieuw wordt Tristan gewond, door een rivaal, want er komt
maar geen erfgenaam. Melot speelde op de emoties bij Marke en het gevaar dat
volgens sommige misogyne auteurs in de middeleeuwen steeds werd voorgehouden
dat vrouwen onbetrouwbaar zijn. We weten dat de liefde voor Tristan van Isolde
ver haar beloofde gehoorzaamheid aan Koning Marke overtreft. In de nacht hebben
de twee geliefden de liefde bezongen, zoals die dood kan benaderen en alleen
tot de dood kan leiden net omdat de liefde zelf beleven zowel het volle leven
als de diepste zelfvergetelheid met zich brengt. Heeft Richard Wagner hier zijn
relatie met Mathilde Wesendonck en de ervaring daarvan onder woorden gebracht.
Het verhaal bevat al de topos van het overspel, dan kan men ook de relatie van
Wagner tot zijn geldschieter, de puissant rijke zijdehandelaar Otto Wesendonck,
waarover Wikipedia geen pagina heeft. Ik had altijd gehoord dat de man brouwer
was, maar goed, zijdehandel was een lucratief internationaal bedrijf. Aangezien
Wagner zelf zijn libretti schreef en daarmee een grote controle had op de
inhoud en ook de keuzes maakte, kon hij dus ook zelf referenties aanbrengen, waarbij
het voor de toeschouwer niet zo van belang is die details te kennen.
Het
verraad van Melot, die bij koning Marke het gif van vermoedens en jaloersheid
had toegediend, waarna de koning een valstrik had gespannen, een nachtelijke
jacht om dan in alle stilte en heimelijkheid terug te keren. Van het luisteren
naar de jachthorens worden de vrouwen, Isolde en Brangäne niet wijzer en de
dienstmaagd spoort Isolde tot voorzichtigheid aan, maar zij smacht naar Tristan
en dan wordt je meegesleurd in een muzikale turbulentie, die ons meeneemt naar
het einde van de liefde en het eindeloze van de liefdesnacht. Het beeld op de
scene was verbluffend, want wat een boomstronk of een kruin lijkt, valt op door
takken als ledematen en aan doorheen het bedrijf blijken er elfen of andere
boswezens doorheen te wemelen. Ook Isolde en Tristan gaan erin op.
De
afloop van de opera is bekend, al heeft Richard in het derde bedrijf, na de
ophef over de lansstoot van Melot, waardoor Tristan gewond wordt, gekozen voor
een aarzelend begin waarbij Tristan vraagt of Isolde al aankomt, of men het
schip ziet dat haar ging halen. Ook hier krijgt het oog een bijzondere ervaring
voorgeschoteld, die bij momenten de aandacht lijkt af te leiden van de actie, wat
evenwel in deze productie niet stoort. Het horen en zien vergaat ons, als we de
komst van koning Marke vernemen en Isolde haar liefdesdood uitzingt. Het is
niet dat het ongeordend zou klinken, integendeel, maar toch blijkt nog maar
eens hoever Wagner de gebaande banen inzake de regels van harmonie, contrapunt
en fuga tot de toen geldende grenzen voert.
Men
kan zoiets als de Liebestod van Isolde, die lang uitgesponnen monoloog
nauwelijks natuurlijk noemen, maar is dat niet het uitgangspunt van theater en
zeker opera, dat de realiteit mag wijken voor de verbeelding en het onmogelijke
toch waar mag laten worden. Het theatrale werd lang als belachelijk en
onwezenlijk voorgesteld, het oprekken van de tijd tot een eeuwigheid, maakt het
wel mogelijk het onzegbare gezegd te krijgen. Het interessante aan het bijwonen
van zo een opera ligt niet alleen in het feit dat je de hele impact van het
Gesamtkunstwerk, zoals Wagner dat voor ogen had en in de Munt met moderne
middelen, uiteraard het subtiele lichtspel en de optische illusies wist tot stand
te brengen. Het blijft wonder dat men opera graag afdoet als elitair, vooral
een bestoft iets, terwijl er toch ook heel wat jong volk op af komt. Nu ja,
elitair? Wat is daar tegenin te brengen als het betekent dat het om een
vermogen gaat iets tot stand te brengen, dat verre de eigen persoonlijke
mogelijkheden te boven gaat? Wat wij te
zien kregen was niet het resultaat van een persoon, al is het individuele talent
en de ontwikkeling daarvan van die zangers en dansers wel onontbeerlijk, maar
toch, het is een hele machinerie van zangers, orkest en dan de techniek, de inspiciënt
en de lichtmeesters die de beleving maken tot wat ze is. En dan is er Wagner.
Het
blijft een bijzonder stuk, maar men kan niet om de componist heen of beter nog
de schepper, want Wagner zorgde als het even kon, voor alles, dus ook voor het
libretto. Geschreven in een tijdspanne van jaren, 1852 tot 1857 was het een
soort afleiding voor dat andere grotere werk, de Ring, waarin de mythologie in
alle grootsheid en bovenmenselijkheid ten top worden gedreven. Wagner hanteerde
de oude mythologie om een eigen verhaal te brengen, waarvan de toeschouwers wel
op de hoogte waren, maar de eigen persoonlijke benadering zorgde toch voor een
overweldiging van zinnen, waarbij dan weer de vraag opdoemt of we met een drama
te maken hebben dan wel een tragische gebeurtenis, een tragisch verhaal. De haat
van Isolde jegens Tristan verkeert in liefde, hartstochtelijk en gevaarlijk,
want ze moet trouwen met koning Marke, die finaal begrijpt dat hij zelf nooit
gelukkig zal zijn met haar, terwijl zij niet zonder Tristan kan. In het
middeleeuwse verhaal had de plot te maken met eer, trouw en geloofwaardigheid,
terwijl voor Wagner de liefde zelf de kern van het verhaal wordt, of beter de
trouw aan de geliefde en niet meer aan de soeverein, al kan Tristan niet vatten
dat hij zijn heer en soeverein niet meer kan dienen omwille van Isolde. Of
liever, hij vat het maar al te goed, maar hij wil beide. Dat zowel hij als
koning Marke verraden worden door het listige spel van Melot, de vriend van
Tristan, die handelt, gedreven door jaloezie, als Tristan zelf verraden worden,
ligt in de dynamiek besloten, waarbij afgunst de drijvende kracht is, die de
liefde dwarsboomt, met die bedenking in de marge dat Melot Tristan niet Isolde
benijdt als wel de vriendschap van de koning, heb ik het vermoeden.
In
vroegere jaren, rond 1980 was het alvast niet echt betamelijk om interesse voor
Wagner aan de dag te leggen en opera als zodanig was uiteraard niet hip. Gerard
Mortier heeft tijdens zijn bestuursperiode als intendant van de Munt niet op inspanningen
gekeken om de opera ook bij jongeren interessant te maken en hen enthousiast te
maken voor deze bijzondere kunstvorm. Jongeren vandaag hebben minder een
vooroordeel jegens opera en het valt ook op dat de reminiscenties die we
meekregen, dat Wagner iets met de nazi’s had, wat historisch onmogelijk was,
maar wel stak hij zijn antisemitisme niet onder stoelen of banken. Ook kan men
niet ontkennen dat zijn familie na 1889 zoete broodjes bakte met mensen als
Houston Stewart Chamberlain, die de bedreiging van de Duitse Waarden in gevaar
zag komen in een opmerkelijk, maar wellicht onleesbaar boek, Die Grundlagen des
XIX Jahrhunderts; die gedachten gaven aan de Nazi’s wel inspiratie. Hij was
getrouwd met de jongste dochter van Wagner, maar dat gebeurde pas na de dood
van de componist. Zoals Thomas besloot, kan men dan wel niet om de hatelijke
inzichten van Wagner maar kan men de muziek en werken van de componist best wel
genieten, zonder schuldgevoel. – Mann was getrouwd met Katja Pringsheim en
derhalve ook mee gevat geweest door de wetten van Nürnberg, maar als schrijver
door de nazi’s tot ballingschap gedwongen in 1933, al waren de topfiguren niet
onverdeeld verheugd om diens vertrek –.
Afgaande
op de muziek was Wagner wel modern, gegeven de standaarden die toen golden en
waar wel meer componisten de grenzen van de mogelijkheden en het oirbare
opzochten. Ook in de deze opera horen we dat de muziek niet altijd op harmonie
alleen berust, meer nog, hij zoekt meer dan het aanwenden van dissonanten,
schrille of onverwachte klanken, te brengen. Het verwijlen in de middeleeuwse mythologie,
sagen en legenden, hoeft overigens niet te betekenen dat men ook daadwerkelijk
in het verleden verstrikt zou zijn geraakt. Er zijn wel meer auteurs die het
verleden zagen als een onuitputtelijke bron van verhalen, waarmee ze de eigen
tijd spanning brachten, maar ook wel een spiegel voorhielden. Sir Walter Scott,
Jacob van Lennep deed het ook en ook later waren er auteurs die zochten het
verleden te situeren als een bron van kritiek of spiegel. Bij ons bracht Charles
de Coster met Tijl Uilenspiegel een nog steeds best leesbare roman.
Op weg
naar huis en de volgende dagen bleef de Tristan en Isolde die ik had gezien nog
hangen en er waren niet alleen de muzikale hoogtepunten, ook het scènebeeld
bleef me bezoeken en het was geen nachtmerrie. Maar goed, onze kijk op de
componist, die van dertig jaar geleden is opnieuw gemilderd, zonder daarom zijn
denkbeelden over joodse mensen te vergeten. Nog eens, de man werkte wel samen
met joodse artiesten, zodat men zich wel moet afvragen hoe een en ander met
elkaar te verzoenen valt. De esthetische ervaring die ons werd geboden, heeft
ook belang, want niet iedereen hoeft zich tot R&B te bekeren, toch?
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten