Wiskunde en rekenen ondermaats

 



Dezer Dagen

 

 



Vorming van jongeren

doelstellingen van het leerplichtonderwijs

 



Hier is de Koninklijke Academie voor kunsten en Wetenschappen
gevestigd, aan de Hertogstraat. Bizar dat de leden van de 
Academie nooit het verval van het onderwijs hebben aangeklaagd
want de hervormers hebben wel erg veel vrij spel gekregen. 

Keer op keer komen er onrustwekkende data boven over de afkalvende kwaliteit van het onderwijs, zeker als het over Nederlands en wiskunde gaat, want dat zouden de speerpunten van het onderwijs zijn. Maar men kan taal aanleren door inhoudelijke kennis over te dragen, of beter, zonder verhalen, zonder “werkelijkheidsonderricht” of “Wereldoriëntatie” blijft een taal leren een ijdele en zinledige bezigheid. Anderzijds is het voor kinderen ook wel uitdagend om iets over zinsontleding en zinsbouw mee te krijgen, om het specifieke van geschreven taal en van mondeling taalgebruik onder de knie te krijgen, misschien wel zich goed te voelen in de cultuurtaal? Wat is het opzet van het leerplichtonderwijs? Kan men dat van hogerop opleggen? Plus est en vous?

 

Gisteren hoorde ik Jean-Jacques De Gucht vertellen dat men het vak levensbeschouwing beter kan schrappen uit het onderwijscurriculum, want dat moeten kinderen maar zelf opsnuiven en vorm geven. Dat ze vooral de lessen godsdienst geschrapt willen zien, De Gucht en Rutten, het zal wel, maar hoe  kan men het hebben over burgerschap, als men zich geen rekenschap geeft van het feit dat men lid is van een samenleving met gedeelde inzichten over wat juist en passend is en wat inbreuken zouden kunnen zijn. Intra familiaal geweld komt helaas voor en er zal meer over te zeggen zijn dan gewoon dat het niet mag en stout is, maar hoe dat aan te pakken in een leergang burgerschap? Het gaat over ethiek, over begrip voor verwachtingen van anderen en wat men zelf niet zou willen.

 

De discussie over de dalende resultaten voor rekenen en wiskundig denken werd gekaapt door diezelfde liberalen, die och gottekes en och here vonden dat de school de maagjes van de bloedjes van leerlingen moeten vullen voor school, over de middag en wellicht ook nog een vieruurtje? Doen we daar denigrerend over? Uiteraard wel, want het zijn de ouders die ervoor moeten zorgen dat de kinderen gezond gevoed worden, eventueel met steun van het Sociaal Huis, maar het is vooral schrijnend dat liberale politici deze uiting van armoede gaan misbruiken om het onderwijsdebat te kapen. Dat er op scholen geen keukens meer zijn waar warme maaltijden bereid worden, blijkt een gevolg van een steeds stringentere aanpak van de grootkeukens om voedselproblemen, salmonella en andere incidenten te voorkomen. De veiligheidsvoorzieningen zijn dermate dat koken op school niet meer kan. Ooit, lang geleden was het donderdag frietdag op college, wat wij konden ruiken in de klas, gelegen boven de refter en stormden de leerlingen van de hogere cyclus zo snel mogelijk daarheen, al moesten eerst die van het Klein College hun maaltijd binnen werken. En ja, vrijdag visdag was ook van tel, maar dan toog men de stad in, om een pintje te drinken, de hogerejaars.

 

De discussie over de lege brooddozen was domweg schandelijk omdat het over de dalende cijfers gaat die kinderen van 12 halen voor rekenen. Dat onderwijzers blijkbaar niet meer bij machte zijn of niet meer geacht worden om getallenleer, meetkunde en vraagstukken oplossen bij te brengen, moet toch wel een schok zijn voor de beleidmakers in het onderwijs. Zij die al decennia pleiten voor zelfsturend leren met de leraar v/m als coach, zonder specifieke autoriteit om leerlingen bij te sturen en vooral om leerlingen te inspireren en aan te moedigen, merken dat het onderwijs niet meer doet wat moet: leerlingen basisvorming meegeven omtrent taal (en talen) en rekenen, wiskunde.

 

Vandaag zijn er dus klachten over het onderwijs en vooral merkt men dat jonge kinderen van 11, 12 jaar niet meer weten hoe ze de oppervlakte van een rechthoek moeten berekenen of de inhoud van een doos. Een rekenmachine heeft men er niet bij nodig, de tafels van vermenigvuldiging zijn daarbij des te nuttiger, maar ja, die hoeft men niet meer af te dreunen. Het idee dat een oppervlaktemaat een kwadraat, c.q. het product van twee afstanden behelst, kan men ook best zo vlug mogelijk meegeven, net als de vaststelling dat de inhoud van een visbokaal een derdemacht als resultaat heeft, moet toch wel kunnen bijgebracht. Ineens kan men de verhouding tussen kg en liter bijbrengen, zodat ze leren dat de wereld waarin we leven, kenbaar is en te beschrijven valt in getallen en verhoudingen. Breuken dus, zoals Simon Stevin bedacht, kan men zowel in decimalen schrijven of als breuken 1/3 of 1//12 waarmee men ook kan rekenen. Dat leert men niet in een oogopslag, maar het vergt oefening, veel oefening.

 

De vormende waarde daarvan werd steeds weer onderschat, omdat men begreep dat men met de pc of laptop en een rekenprogramma alles kan laten doen door machines, alleen moet men weten hoe de machine werkt. Als ik me niet vergis heeft men zelfs aan de staartdeling zitten prutsen, net omdat leerlingen de tafel van vermenigvuldiging van het cijfer zeven, 7  niet meer kunnen opdreunen noch begreep, alweer die decimale getallen, een deling niet een mooi rond getal hoeft op te brengen, maar nog na de komma doorgaat, soms zelfs tot in het oneindige. men zal de kinderen zekere finesses bijbrengen, maar het grote werk komt dan in het secondair onderwijs. Daar wil men koste wat het kost ook leerlingen van het BSO en KSO meer wiskunde opleggen dan de leerlingen aankunnen, terwijl er in het ASO minder uren aan wiskunde mogelijk is dan vroeger het geval was, 6 uur in plaats van 8 uur. Hoe moeten we studenten voorbereiden op een opleiding toegepaste wetenschappen?

 

Het is duidelijk dat er veel is misgegaan in het leerplichtonderwijs omdat experten erin geslaagd zijn de goegemeente en dan vooral progressieve politici te laten geloven dat het onderwijs werkelijk verouderd was en dat alleen vernieuwing, modernisering het onderwijs kon redden. In 1972 al was er reuring over het VSO, dat het onderwijs in een moeite zou verlossen van alle euvels en tekorten, zoals het autoritaire karakter van het onderwijs. De verlenging van de leerplicht  tot 18 jaar door wijlen Daniël Coens voorgesteld en gestemd in het parlement, was slechts verdedigbaar als men het BSO anders zou inrichten en meer aandacht zou besteden aan praktijklessen. Toch ging men voor Algemene vorming, wat op zich nog wel acceptabel lijkt, als men de vereisten aanpast aan de mogelijkheden van de leerlingen, maar ook dat gebeurde te weinig. Nu de algemene vakken in een groot pakket zijn gevat, ontgaat het leerlingen al eens wat nu geschiedenis is en wat aardrijkskunde, terwijl taalvakken heel lastig te geven zijn zonder een minimum aan grammatica en syntaxis.

 

Het publieke debat werd gevoerd onder aanvoering van onderwijssociologen en pedagogen die erop gebrand waren hun theoretische modellen toegepast te zien en hoopten dat die eikels van de Grieks-Latijnse en Wiskunde-Wetenschappen niet meer boven het maaiveld zouden uitsteken. Klinkt cru, maar de kranten, onder meer de Standaard hebben de onderwijsvernieuwing kritiekloos gesteund, hebben stemmen gesmoord die pleiten voor omzichtigheid bij de vernieuwing en voor het bewaren van wat goed werkte. Opstellen schrijven, toch een uiting van taalbeheersing bij uitstek, werd stilletjes afgevoerd, het declameren van “de Spin Sebastiaan” of andere gedichten was ook al geen verplichte oefening meer. Het leerplan zou door de leerlingen uitgewerkt worden, terwijl die kindjes van de wereld niet weten en helemaal bizar is als men het onderwijs moet richten op de wereld van de kinderen. Gelukkig zijn ze gek op dino’s. Voor de zoveelste keer, Jean-Jacques Rousseau, de filosoof die ons een ideaal van een opvoedings- en vormingstraject voorschotelde, was volgens Maarten Doorman zo slim het spontane karakter van de ontdekkingen die Emile deed een handje te helpen, maar verborg wel handig zijn autoritaire ingrepen[i].

 

Men moet niet terug naar het onderwijs met de liniaal op de knokkels, uiteraard niet, maar wel is het nuttig dat kinderen kennis assimileren door het goed te memoriseren en ook te kunnen proclameren, voordragen, zowel gedichten als de tafels van vermenigvuldiging, naast vervoegingen van werkwoorden om de valkuil van de dt-fout te leren zien. Het helpt ook, dat declameren om de uitspraak te verzorgen en plezier te krijgen in de cultuurtaal, in plaats voort te ploeteren in een tussentaaltje. Men mag van kinderen wel eisen stellen over hun schoolse presteren en vooral hen de kans geven zich te ontwikkelen, geleid door bekwame gidsen, onderwijzers v/m en leraren in het secundair onderwijs, die hen tot een begin van volwassenheid vormen, opdat ze zelf leren onderzoeken en kritisch afwegen wat ze via media, de brede media en sociale media op hun bord krijgen.

 

Waarom hechten aan levensbeschouwelijk onderwijs? Men kan niet spreken over de verlichtingswaarden en de betekenis ervan niet aan de orde stellen. Natuurlijk schreven Voltaire, Rousseau, Diderot, Kant en Schelling, Locke en Adam Smith al een paar eeuwen geleden en na hen kwamen er andere boeiende denkers en schrijvers, die onze aandacht waard zijn en ook in het onderwijs een plaats hebben. Zoals Jean-Paul van Bendegem[ii] in een essay schreef hebben Hamlet en de Entropie allebei hun belang, Hamlet, de protagonist uit het stuk van Shakespeare kan ons veel leren over onze omgang met de werkelijkheid en onze naasten, de tweede wet van de Thermodynamica geldt dan weer als een pars pro toto voor het wetenschappelijke denken en de intrinsieke complexiteit ervan.

 

Bart Haers



[i] In 2012 publiceerde Maarten Doorman een mooi essay over hoe authenticiteit door Rousseau, de grote propagandist al werd verhaspeld door die authenticiteit te prepareren.

 https://kwestievanverwondering.blogspot.com/2012/04/onder-een-beuk-bij-vincennes-kwam-het.html

[ii] Het onderwijs kan maar vormend werken als leerlingen de kans krijgen toegangen te vinden tot kennis van meerdere domeinen, zowel literatuur, filosofie en wis- en natuurkunde. Het zou de gevormde mens sieren als deze zowel over de Snaartheorie iets zinnigs kan zeggen als over de politicus Onno in de Ontdekking van de Hemel.

https://kwestievanverwondering.blogspot.com/2016/05/hamlet-en-entropie-meer-dan-stem.html

Reacties

Populaire posts