Delvende bergopwaarts, de ondernemer

 


Dezer Dagen

 

 

Bedrijfsbezoeken

 

Lieven Bauwens, zo werd ons voorgehouden,
was het voorbeeld van de ondernemer,
maar door de moeilijke omstandigheden,
de Continentale blokkade ging 
zijn zakenimperium ten onder. 
Vasthoudend was hij genoeg,
maar hij kon niet tegen de omstandigheden
rond 1800 op. Toch werd Gent
in de 19de eeuw een cruciale
schakel in de industrialisering. 
En neen, wat was geen onverkort
succesverhaal, wel een van
nuances. 

Afgelopen weken was er veel te doen om de voorstelling van het leven voor (gewone) mensen in andere tijden. Dezer dagen zien we mensen nogal oppervlakkig ingedeeld worden in klassen en groepen, zonder dat hun eigen inbreng naar waarde geschat wordt. Alleenstaande moeders/vaders zijn zo te zien een bron van ellende, terwijl die mensen evengoed zien dat hun kinderen het goed doen op school en later, met veel zweet en inzet en soms tranen. Brengt de avond ongemak, het leven zelf kan ondanks ongemak best boeiend blijken. We moeten de miserie niet ontkennen, want er is (veel) miserie, maar er is nog veel meer welbevinden, misschien zelfs geluk. Hoe dat kan?

 

Men ziet het graag, dat er veel starters zijn, dat jonge mensen of iets oudere mensen hun eigen zaak opzetten en als ondernemer door het leven willen gaan. Verdienstelijk is het wel, als jongelui zich wagen aan een uitdaging, maar vaak horen we niet wat er dan gestart wordt. Ik volg al jaren een aantal jonge mensen en hoe hun zaak evolueert, al is de ene een echte starter en de ander kwam in de zaak van zijn schoonvader, maar eens zelf – door droevige omstandigheden – mee aan het roer gekomen, gaat het evengoed om een starter, in een andere context, maar men moet vooruit en zien wat er mogelijk is. Vergeten we niet dat het hele gezin en al zeker de echtgenote hier stille en andere, meer zichtbare bijdragen levert.

 

Bedrijfsinformatie zal u hier niet vinden, om redenen van privacy, wel enkele bedenkingen en een uiting van verwondering, bewondering ook, want het is niet evident in een van regels vergeven land nog bedrijfsinitiatieven te starten. De aanleiding zijn de bezoeken die ik bracht, de aandrang om hierover te schrijven komt voort uit de vaststelling dat we onze samenleving graag ordenen, daarbij niet altijd geleid door kennis of inzicht, maar door een voorstelling van zaken die ons vaak wordt ingelepeld. Kijken we naar soaps en andere reeksen, dan zien we wel eens zakenmensen opduiken met snode plannen of onderbroken worden in hun uiteraard drukke werkzaamheden, terwijl maar niet duidelijk wordt welk werk ze verzetten. Een taxicentrale kan wel resultaten boeken of een horecabedrijf, maar een advocatenkantoor? Dossiers die al dan niet goed aflopen, zeker als het over mensen gaat in de kring rond de advocaten. Zelfs artsen kan men nog nuttig bezig zien, want ze genezen mensen, of net niet. Maar zakenmensen, het wordt gauw genoeg schimmig, of dat denken we dan toch.

 

Meerwaarde, daar gaat het om en toch zien we dat bij grote bedrijven wel eens een korte weg gezocht wordt, door overnames, waarbij dan kleine of middelgrote bedrijven de prooi zijn. De aandeelhouders weigeren overigens ook wel eens zo een aanbod, al kunnen ze het rationeel niet weigeren, maar net omdat het hen persoonlijk raakt, ook het personeel, kan men niet anders dan de overname afwijzen. De eigen groei bewerken, door zich te verzekeren van een regelmatige omzet en cash flow, de zogenaamde 20 – 80 regel zoeken te bereiken, waarbij met 20 % van de inzet, 80 % van het resultaat bereikt, kan men niet van begin af aan hanteren, maar die vooronderstelling biedt wel ruimte voor interne creativiteit, zoals ik bij het bedrijfsbezoek ook wel zag. Nu ken ik de boekhouding van het bedrijf niet, maar dat is niet het punt, wel de vaststelling dat een bedrijf ook bezig is, intern, met eigen laboratoriumonderzoek, het verbeteren van machines en opnieuw opbouwen, met nieuwe inzichten van oudere, afgeschreven machines.

 

Het andere bedrijf betreft eerder ons bezig zijn met een gezonde geest in een gezond lichaam, coaching om niet zomaar wat bezig te zijn in de sportzaal. Het leven biedt niet enkel zomaar perspectieven, maar sommige mensen slagen erin de rugzak af te werpen en met de hulp van vrienden en geliefden een eigen weg te volgen. Wielrenner worden was voor veel jongeren in een andere tijd, net als voetballer, beide wegen boden een uitweg, maar de eisen zijn hoog en al wil het kopje mee, de rug niet. Maar hoewel de jongeman in kwestie wel even de last en het verdriet van het verlies voelde, begon hij monter met een opleiding leraar L.O. en bleef hij intussen zoeken naar mogelijkheden om zelf sportief iets te bereiken. Het valt op dat we dergelijke levensverhalen wat onwezenlijk en zelfs banaal vinden, omdat we het niet over een Van Aert of Evenepoel hebben. Voor een goed begrip, hun resultaten zijn indrukwekkend, maar andere mensen kunnen ook best interessante levens achter de rug blijken te hebben en nog veel jaren voor de boeg, interessante jaren.

 

Velen onder ons gaan graag mee in de idee dat een bedrijf starten een eigen risico impliceert, maar begrijpen dan ook niet dat zo een (jonge) ondernemer met meerdere randvoorwaarden rekening moet houden en voor alles de continuïteit verzekeren, wat soms lastig kan uitpakken als de orderboekjes niet meer vanzelf gevuld raken. De afgelopen drie jaar waren dan ook een periode van voorzichtig rijdend goed om zich heen kijken. Macro-economische data in nieuwsuitzendingen geven een algemene indruk, van de inflatiecijfers tot de hoogte van de rentevoeten, maar blijken niet altijd bij te dragen aan een inzicht in hoe bedrijven functioneren, al helemaal niet over hoe business-to-business draait. De netwerken die zich zo vormen, met leveranciers die de nodige materialen aanleveren en de afnemers, die de gerealiseerde meerwaarde verzilveren, zijn wellicht het vaak onzichtbare motorblok van de economie. Maar ook de consument kan mee bijdragen aan de ontwikkeling van bedrijven, al zeker in retail – de winkels en warenhuizen – en andere vrijetijdsbesteding, zoals fitnesscentra.

 

Ondernemen vergt moed en volharding en dat zag ik gisteren bij bedrijfsbezoeken en ik vond die moed, maar ook het plezier in de mogelijkheid te zijn te tonen hoe bedrijven werken. Niet zo lang geleden was ik bij een houtzagerij en merkte daar dezelfde animo. Nu zal ik niet beweren dat ons welzijn afhangt van die ondernemers, maar zonder hen zal het ook niet gaan. In de media zien we vaak grote aandacht voor de snelle groeier en de opvallende onderneming, die naderhand, helaas, gebakken lucht blijkt. Uiteraard is de balans aan het einde van het werkjaar de beste graadmeter voor succes, moed en volharding, maar het is evengoed zo dat we toch eens mogen begrijpen, ook politici, journalisten en andere opiniemakers, dat onze samenleving behoorlijk fijnmazig is. Wie regelmatig de trein neemt, ook op kleinere lijnen, ziet al eens hoe loodsen vooraan mooie logo’s en kleuren dragen, best nodig overigens, achteraan laten zien, zeker op een sombere dag, hoe men zorgvuldig wil omspringen met het beschikbare materiaal, want de tijd dat we toen om de haverklap een (illegaal) stort zagen, is nu wel voorbij. Toch zien we enkel de buitenkant, blijkt maar weer eens, maar als we aan onze tafel zitten, als we het avondmaal opscheppen, dan komt de gedachte al eens bij me op, dat we niet zonder al die bijdragen kunnen en dan blijkt, zoals we toch ook hadden moeten leren uit de ervaringen met de lockdowns, dat onze welvaart in handen van velen ligt. Ook ambtenaren, treinpersoneel en anderen hebben hun belang. Maar laten we de ondernemende mensen toch ook niet vergeten.

 

Bart Haers

Reacties

Populaire posts