Bevrijding uit de Goelag terug mens worden

 


Recensie

 

 


Vervolgd door de

Bevrijder: Barbara Skarga in de Goelag

 



Barbara Skarga, Na de Bevrijding. Aantekeningen over Goelag 1946-1956. Ingeleid door Alicja Gescinska. Vertaald door Steven Lepez. Uitgeverij De Bezige Bij 2022. 432 pp. 34,99 €



Kunnen we ons iets voorstellen bij het verhaal dat Barbara Skarga overkwam, om zeer onduidelijke en onbegrijpelijke redenen? Zij overleefde jaren in de Goelag en ook nog eens een lastige tijd in een Kolchoz, waar zij uiteindelijk toch kon vertrekken. Waarom wilde Stalin dat wie gestreden had tegen de Duitsers of wie tot in Berlijn was mee opgetrokken niet zomaar met de Rus in de straat zou kunnen omgaan? Omdat ze er blijk van had gegeven zelf te denken, was zij voor de Russische bevrijders een gevaar. Alleen door heropvoeding zou ze in de pas lopen of niet meer lopen, natuurlijk.

 

De grondslag van een open samenleving is en blijft een politiek en justitieel systeem waarbij willekeur zoveel als mogelijk wordt uitgesloten en waar de overheid geen overhaaste pogingen ondernemen om alles en iedereen te controleren of gelijk te schakelen. Hoewel men niet altijd veel vertrouwen heeft in het volk, kan men in een democratische parlementaire republiek niet a priori uitgaan van de idee dat mensen altijd zomaar tot het verkeerde geneigd zouden zijn. In totalitaire regimes zien we dat het volk alleen het goede doet onder leiding van bekwame, zelfbenoemde leiders, gecoöpteerd uit een kring van getrouwen. Lenin had al in zijn tijd als agitator  en tijdens zijn ballingschap geleerd dat men niet zomaar iemand kan vertrouwen, wat hij koppelde aan de visie van Maximilien de Robespierre over het installeren van de ideale staat met het oog op een gouden toekomst voor de samenleving. Stalin zou die idee van zuiveringen van het bestel verderzetten. Arthur Koetsler schreef in de periode van de Moskouwse processen, waarover Skarga het ook vaak heeft, hoe mensen werden gedwongen zichzelf te beschuldigen, wat in ons bestel ook in het strafrecht geldt, de cautie, het voorlezen – in beknopte vorm – van de formule dat een verdachte het recht heeft om te zwijgen, maar als hij of zij spreekt, kan dat bij verdere vervolging tegen de verdachte gebruikt worden. Vermijden dat men ongetwijfeld in contact komt met verkeerde mensen, dat is de opdracht die Stalin voor zich zag. Daarnaast zette hij de politiek van de Tsaren verder, door mensen naar de onontgonnen gebieden in het Noorden van Rusland, naar Siberië en Kazachstan te sturen. In de kampen wordt men heropgevoed, al kan het niemand iets schelen als een zeki, een kampbewoner sterft. In “De Fluisteraars” laat Orlando Figes al die stemmen van mensen die bronnen hebben nagelaten en/of het overleefd hebben en hoe mensen met een uitstekende opleiding en kennis van zaken aan de Witte Zee of in Kolima aankomen en er na de uitgezeten diensttijd, gevangenschap, blijven wonen. Barbara Skarga behoort tot een ander type, wegens haar Poolse afkomst en haar deelname aan het verzet. Het verhaal van wreedheid moet verteld worden, maar het blijft vreemd en bevreemdend. Lagen er thuis boeken van Alexander Solzjenitsyn, de Goelagarchipel en Kankerpaviljoen, dan kende Skarga het werk ook en laat zien dat het voor Niet-Russen toch nog een ander leven moet zijn geweest. Blijkbaar is het niet mogelijk de ontberingen en de pijn van het zijn te vatten van wie in de kampen zovele jaren heeft geleefd. Vooral de gedachte dat men gestraft wordt omdat men iets van belang en goeds gedaan heeft, de Wehrmacht en andere Duitse gewapende strijdkrachten en bestuurders bestrijden, volgt niet te volgen. Maar het ging niet om de daad, maar om wie men in potentie is en wat men aan gevaar voor de goede orde kan betekenen.

 

Hoe Skarga schrijft over de eerste tijd, toen ze nog gevangen zat in Vilnius en andere plaatsen, want gevangenen werden regelmatig verplaatst, ondervraagd en uiteindelijk bedacht met 10 jaar werkkamp. Blijkbaar heeft Barbara Skarga in meerdere kampen gewerkt, maar slaagde ze erin als Zeki toch op een bepaalde manier een zekere machtspositie te verwerven, al wist ze dat goed stil te houden, want anders was het uit met de privilegies. Hoe kan iemand als verpleegster werkzaam zijn zonder een begin van een opleiding? Goed opletten, de juiste vragen stellen en vooral zorgen dat er geen reuring ontstaat. Blijkbaar voeren de zieken daar ook wel bij, omdat ze begreep dat ze elke patiënt zo goed mogelijk diende te helpen. Vooral voor venerische ziekten viel dat al eens tegen, als officieren van de NKVD, later krijgt die de naam KGB, maar de oorden van moord en vernedering, foltering blijven dezelfde, ook na de val de Sovjet-Unie. Nu Poetin heeft besloten dat de herinnering aan de Goelag niet onderhouden mag worden, is zo een boek als dit wel degelijk van belang, want het legt veel open van wat Oost-Europa nog altijd mee te dragen heeft, maar waar in Polen en Hongarije nieuwe machthebbers nogal bizar mee omgaan. Het ondergraven van de rechtsstaat, die pas na 1989 geleidelijk in de feiten vorm heeft gekregen, werden door politici als Victor Orban – begonnen als liberaal – en Jaroslaw Kaczynski die betrokken geweest was bij de oppositie in de vakbond Solidarnosc. Later werd hij een van de leiders van de christendemocratie in Polen maar neigde de afgelopen jaren, als onbetwiste chef naar een ethisch reactionaire beleving van wat een Christelijk Polen zou moeten worden naar een illiberaal bestel. Men kan en moet zich wel afvragen hoe verstandige mensen ethisch reactionaire keuzes kunnen maken. De filosofe Barbara Skarga biedt ons een uitgebreid verslag van haar Werdegang, waarbij ze aangeeft onderweg veel verloren te hebben van de kennis die ze opgebouwd had voor haar arrestatie en reis door de Goelagarchipel en tegelijk ook menselijke waarden heeft leren kennen, precies toen haar leven bijna voortdurend op het spel stond. Ziek worden was al te vaak dodelijk, bij gebrek aan zorgen en geneesmiddelen, lezen we, maar een keer komt een lichte aandoening haar goed uit, want ze wordt vrijgesteld van elke dienst en na verloop van tijd komt ze dicht bij de lui die ertoe, onder meer de oper, die de politieke commissaris was en moet toezien op het naleven van de normen der communistische partij.

 

Het boek geeft geen relaas fris van de lever, al valt dat in deze moeilijk zo te beschouwen, maar kwam er jaren later, toen Polen een onverwachte maar lang verbeide transitie doormaakte, waarbij de communistische partij van Polen haar monopolie op de macht verloren zag gaan. Barbara Skarga had de tijd genomen om te besluiten of ze haar ervaringen wel zou gaan vertellen, niet alleen was het nog altijd strafbaar om over de omstandigheden en de tijd doorgebracht in het kampen te vertellen. Als vrouw werd ze geconnfronteerd met de moeilijkheid om de persoonlijke hygiëne verzorgen, want soms zaten vrouwen kussen en ander materiaal waar katoenplukken te vinden waren, uit te peuteren, vaak met ziekte als gevolg. In het ziekenhuis vond zij wel het nodige, maar dat schrijvend, weet ze dat dit een van haar voorrechten was, waardoor ze kon overleven.

 

Ook wie in de Duitse kampen het onmogelijke had overleefd, kon na de oorlog niet zomaar vertellen wat er was gebeurt en wat er restte van die soms jarenlange strijd. Ook waren zij die er niets mee te maken hadden niet geïnteresseerd in de gebeurtenissen in de kampen. Overigens, ook in andere satellietstaten van de USSR werden mensen opgepakt om hen naar de kampen in Rusland en Siberië te sturen. Onder meer de vader van Joachim Gauck werd naar Siberië gestuurd, zonder duidelijke redenen.

 

In de jaren ’70 en ’80 had je onder studenten een aantal stromingen en een daarvan vond toen en soms ook nu nog dat Stalin toch niet zo een kwade heerser was geweest, want hij had de oorlog voor ons gewonnen. Er waren er ook andere, die niet echt konden aannemen hoe zo een dictator een goede bestuurder gevonden kon worden. Toen dan ook doordrong dat Nikita Chroesjtsjov in 1956 het beleid van Stalin in een besloten zitting van de Communistische Partij had afgekraakt op het 20ste Partijcongres, werkte dat pas langzaam door in het westen. De politiek van Chroesjtsjov leidde er steeds meer toe dat de partijcenakels zich zorgen gingen maken en wilden hem verdrijven van de macht en tegelijk besloot men dat de Partij hem weliswaar niet liet ombrengen, zoals de traditie was, maar hem verbande naar een Datsja, met huisarrest. Hélène Carrère Encaussé, dochter van vluchtelingen uit Rusland, lid van de Académie Française voorzag het einde van de USSR en van het Imperium al in 1978, maar zegt men dan, ze maakte de verkeerde redenering, want het waren niet de moslimrepublieken die in opstand kwamen, maar integendeel de Baltische staten en de Europese satellietstaten, zoals Polen brachten het Imperium in het gedrang. Meer nog, het mag met recht een “revolution from above” genoemd worden, wat Michaïl Gorbatsjov had bewerkstelligd. Dat de Carrère Encaussé de demografie in kaart bracht, komt mij belangrijker voor, want ook nu nog kampt Rusland met een demografisch deficit. Toen de USSR ophield te bestaan, werden de oude problemen niet opgelost, zoals de landbouweconomie, die nog altijd slabakte. Skarga heeft die ontwikkelingen gevolgd, tot 2009 Skarga geeft aan dat het systeem dat door Stalin was opgetuigd, met uiteraard de vierjarenplannen zorgde voor lage opbrengsten, maar ook de landbouwpolitiek van Chroesjtsjov bracht weinig soelaas. Het blijft lastig te begrijpen dat intellectuelen in het Westen zo gedreven het communisme  konden verdedigen, konden aannemen dat het regime voor de burgers heilzaam kon zijn. Het probleem is natuurlijk dat wie niet kiest voor dat communisme, zoals vele Europese Intellectuelen wel deden, waarbij een aantal van hen zich er ook weer vanaf keerden, André Gide om maar iemand te noemen, vanzelfsprekend voor het kapitalisme en dus ook voor het  industrieel-militair complex kiest.  Mocht dat zo zijn dan zouden alle discussies zonder grond zijn, want de dingen zijn zus of zo, zonder middenweg of andere benaderingen. Ten tijde van de Rakettenbetogingen, de steun aan Solidarnosc, dat zich ging roeren en veel weerklank vond in het westen en ook wel aan de bevrijdingstheologie was het niet altijd handig de zaken vanop een afstand te bekijken.

 

Op mijn kot, ofte kamers, lagen wel wat boeken, onder meer van Arthur Koetsler, Darkness at noon, over hoe iemand de Stalinistische zuivering ervaren moet hebben. Toen een vriendin het boekje zal staan in de bibliotheek, vroeg ze hoe ik dat soort onzin kon lezen, want die zuiveringen waren nodig geweest. Het was even gedaan met de vriendschap, want ik had haar uiteraard teleurgesteld, maar toen ze uiteindelijk toch opnieuw het gesprek aanging, was ik mij voor een oefening hedendaagse geschiedenis aan het inlezen over de Spaanse Burgeroorlog. Nadat een begin was gemaakt met de opbouw van de democratische instellingen, die Spanje wel had, maar niet altijd in de vorm die wij eraan meegeven, was het bizar hoe weinig er bij ons over die burgeroorlog en de eraan voorafgaande periode in de Spaanse samenleving en politiek te lezen viel, laten we zeggen de periode van 1898 tot 1934, waarin intellectuelen het terrein, ook de democratie en de open samenleving aan het verkennen waren, maar waar uiteindelijk de Reactie het pleit kon beslechten. Een aantal artikelen hielpen me op weg, ook de herinneringen van Koestler aan de burgeroorlog. Van communist naar anticommunist en uiteindelijk geboeid door de parapsychologie – maar dat deel kende ik toen niet – maakte het wel interessant dat proces van bekeringen te bekijken. Zij vond dus artikelen op mijn tafel over die processen van overtuiging, agitprop en antipropaganda. Het gesprek werd hoe dan ook boeiender dan we beide verwacht hadden, ook toen het ging over de Goelagarchipel en haar kritiek dat ik niet kon weten hoe het daar was, sneed hout, alleen kon zij om dezelfde reden niet beweren dat het allemaal niet zo erg was.

 

Bedenken we dan nog dat in die tijd de herinnering aan de Endlösung  ofwel de Holocaust te berde werd gebracht en we eindelijk vernamen hoezeer het nazisme de rassenwaan had opgepookt tot een vernietiging van miljoenen mensen. We wisten er wel iets van, maar de herinnering was nog niet veel verder dan Anne Frank en Westerbork, denk ik. Maar ook andere facetten van het nazisme waren nog niet tot het collectieve bewustzijn doorgedrongen. Daarom kon in Duitsland op dat moment de Historikerstreit losbarsten, omdat jonge historici vonden dat Duitsland zich moest kunnen losmaken van de erfenis van de Nazi-tijd, wat onder meer door Jurgen Habermas werd afgewezen. Het bleef in België redelijk stil over deze kwestie, als ik het mij goed herinner, maar bij het lezen van dit boek, merk ik dat het boek wel een verkoopsucces blijkt, maar tegelijk geen aanleiding geeft tot discussies, laat staan reflecties. Nu in Rusland zelf de ngo Memorial, dat onderzoek verrichtte over de goelag en de mensen die erheen waren gedeporteerd, als buitenlandse organisatie wordt aangemerkt en daarom elk bestaansrecht verliest, is het wel duidelijk dat de Russische overheid weinig inspanningen zal doen om zoiets als een Vergangenheitsbewältigung op gang te brengen.

 

Kan men zo een bestaan overleven? Barbara Skarga laat zien dat er wel eens geluk bij komt kijken, maar ook inventiviteit en dat men in staat moet zijn vlug situaties en veranderingen te doorzien. Iemand van de kampleiding kan via verklikkers aan de weet komen dat je iets verkeerd denkt of zegt, dat je het systeem wil saboteren om de productiecijfers niet te halen. Skarga weet dat iemand in een steenbakkerij haar verdenkt van sabotage terwijl ze juist door haar aanpak en tot tevredenheid van de trias aan het hoofd ook verhindert dat machines stuk gaan of dat men te lang zonder grondstof zit. Daarvoor moet je toch wel vertrouwd zijn met organisatie en systemen kunnen opzetten om lastig te bereiken doelen toch te realiseren. Heel het lange hoofdstuk over de organisatie van het werk en de betekenis van werken in de kampen, biedt een sociologie van het kampleven, hoe de boeven en criminelen bevoorrecht worden en hoe buitenlandse Zeki, bewoners van de goelag er toch in slagen hun leven te organiseren, tot er weer eens een transport komt. Die sociologische onderzoekingen laten ook zien hoe het systeem zelf irrationeel is, zichzelf onklaar maakt en dat dan weer ten koste van hen die het minst te vertellen hebben, tenzij men erin slaagt onder de radar te blijven. Passend kunnen veinzen is dus een groot voordeel, maar ook weten wie men kan vertrouwen en wat als men weet met sadisten en verklikkers te maken heeft.

 

De Poolse filosofe en auteur van dit memoriaal voor de bewoners van de Goelag, ook de vertegenwoordigers van het gezag, de kampbewakers en de lui van de transporten, de toezichters, zijn evengoed gevangen van het systeem en zelfs de mensen die vrij gelaten zijn, blijven er hangen, werken nog voor de organisatie. Haar humanisme, zoals Alicja Gescinska schrijft, blijkt vaker dan we zouden uit deze stroom van herinneringen. Ondanks de angst, lijkt Barbara Skarga nog altijd op dat meisje dat de bevrijding ging vieren en in de plaats daarvan in Siberia, Kazakstan en Kolima 10 jaar lang moest zien te overleven. Door zich intens met het lot van anderen in te laten, voor zover dat kon, door, wanneer ze de leiding kreeg of verantwoordelijkheid, dat ten gunste van mensen te doen, zelfs, zoals in haar rol van verpleegster ten aanzien van militairen en andere officieren, die een venerische ziekte hadden opgelopen, kon zij in het systeem overleven. In de steenbakkerij had ze meer te vertellen dan haar positie als buitenlandse kon laten vermoeden, want, zo lezen we, die Russen zijn toch zo overtuigd van hun superioriteit. Met dat alles dringen we dieper door in die Russische realiteit, maar ze stelt ook de vraag naar de nuttigheid van het kampsysteem. Worden mensen er echt heropgevoed? Of is het alleen een slavenbestaan? En kan men na zovele jaren verblijf in het systeem nog wel geloven dat de Russen ooit een beter leven zullen hebben. Barbara Skarga ging na haar echte bevrijding, na de terugkeer uit de Kolchoz studeren bij Kolakowski, Pools filosoof die aanvankelijk trouw het communisme steunde in Polen, raakte tijdens een verblijf in Moskou, uitgenodigd als veelbelovend intellectueel doordrongen van de troosteloosheid en leegheid van dat communisme en van Stalinisme. In 1966 wordt hij geroyeerd uit de Communistische Partij in Polen en daarna wordt hij ausgebürgert, of verbannen, want de leer en de partij moeten zuiver blijven, mensen moeten beschermd worden tegen foute ideeën. In Nederland zou in die  jaren Karel van het Reve definitief breken met de CPN, omdat hij de leegte van de leer en van geloofspunten niet meer kon aanvaarden. Toen ik studeerde werd er over Karel van het Reve niet vaak gesproken, want ook zijn visie over ofwel afwijzing van Literatuurwetenschap viel niet in goede aarde. Nog eens, er was voor de adepten geen tussenweg en de discussie over de kernwapens liet zien dat men de idee van vrede niet wilde verbinden met de opdracht van de staat om de burgers het behoud van de vrede en integriteit van het grondgebied te waarborgen. Bovendien was de vraag uit Duitsland gekomen, van kanselier Helmut Schmidt , die vreesde dat de plannen voor een nieuwe Russische middellange afstandsraket de veiligheid van Duitsland en Europa in het gedrang kon brengen. Omdat de NAVO het welbekende Dubbelbesluit nam, onderhandelen maar doorgaan met de plaatsing van de Kruisraketten – zoals ze genoemd werden – kon ik daarmee leven: het streven naar behoud van vrede en het in stand houden van de defensieve kracht vormden een belangrijke bron van zorg. Alleen merkte ik toen, vaak genoeg tot mijn ontsteltenis dat men de willekeur van het systeem, dat, naar het woord van Karel van het Reve, omwille van de theorie van het historisch materialisme en de noodzakelijkheid van de eindzege van het communisme alleen tot geweld kon leiden, kon verantwoorden dat mensen als Andrej Sacharov in een psychiatrische instelling terecht kwam. Via Amnesty International kon men kaarten schrijven om vrij te krijgen. Hoe men het kon rijmen: Sacharov vrij schrijven en het systeem niet kritisch bejegenen?

 

Barbara Skarga laat nog iets opmerken in haar memoires van de kamptijd, namelijk dat zij uiteraard de meerwaarde van het communisme en Marxisme-Leninisme niet kon aanvaarden, maar ook dat men daarom niet a priori het (neo-)liberalisme moet omhelzen, want ook daar blijkt dat de theorie niet altijd zoveel te vertellen heeft, nogal inhoudsloos is. Is het Rijnlandmodel dan beter? Kan men die vraag vandaag nog in ernst stellen? Uiteraard wel, als we goed begrijpen we wat de politici en het middenveld met het Rijnlandmodel of het poldermodel voor ogen hadden staan. Natuurlijk is ook niet elk inzicht even geladen van betekenis en belang, geen enkel zuiver theoretische fundering van een maatschappelijk bestel kan helemaal overtuigen en dat zou tot hetzelfde probleem leiden als Karel van het Reve had met het communisme. Het is dus van belang te zien dat iemand als Barbara Skarga ondanks alle verlies dat ze had geleden, gezondheid, talenkennis die verloren was gegaan, de verloren jaren zelf, toch blijkbaar kon nadenken over wat er met haar in de Goelag was gebeurd. Begrijp ik het goed, dan wees ze uiteraard het communisme en het systeem van de Sovjet-Unie af, maar dat betekende nog niet dat ze andere vormen van willekeur en totalitarisme zou accepteren. Maar het punt waar Barbara Skarga na haar bevrijding in 1955 toe zal komen, als filosoof, is onder meer de discussie over Verschil en Identiteit, waarbij pogingen het verschil op te heffen om een gemeenzame identiteit te vormen, mensen van hun identiteit als persoon te ontnemen en dat betekent het reduceren tot object[i]. Klinkt kort door de bocht, maar we kunnen bedenken dat voor het streven naar het wegvegen van verschillen om gelijkheid te bereiken het individuele niet enkel wegveegt, maar ook, het persoonlijke onbestaande lijkt.

 

Zelf had Skarga geleerd dat zij en de andere Zeki, levende lijken zijn, “Dochodiaga” niet de enige gevangenen waren, want ook de kampbewakers en zeker ook de kapitein-kampcommandant moest vrezen voor al die anderen die hem kunnen verklikken, omdat hij in de fout gaat. Deze bedenkingen dragen ertoe bij dat dit boek, dit verslag van een leven als “levend lijk” erin slaagde na de bevrijding en haar terugkeer naar Polen het leven weer op te nemen. Haar boeken, haar denken over Bergson en Levinas laten zien dat vrijheid overleven, het besef iemand te zijn, zelfs als alles erop toelegt mensen tot objecten te reduceren, energie vergt, maar ook kracht heeft. Het zal dus nog wel even duren voor ik het denken van Skarga kan vatten, want het vergt wel enige studie en vooral de erkenning dat die kampervaringen mij onbekend zijn, maar haar denken toch uitdagend.

 

Bart Haers  



[i][i] Małgorzata Bogaczyk-Vormayr Über die Philosophie von Barbara Skarga – eine Anregung zur Auseinandersetzung mit ihrem Leben und Werkfile:///C:/Users/Bart/OneDrive/Afbeeldingen/On_Philosophy_of_Barbara_Skarga_An_Approach_to_Get.pdf

Reacties

Populaire posts