I spy strangers
Recensie
WO II als het uur van de man:
Wat er
nog over Winston Spencer
Churchill
te melden valt
Harry van Wijnen, Blood, sweat and tears. Churchills onwrikbare geloof in de
overwinning. Uitgeverij Balans 2013. 351 pp. Prijs: 29.50 €
Nog een boek over WO II en de
geschiedenis die geen keer meer neemt, wat moeten we daarmee? Na enige tijd
aandacht te hebben besteed aan de gebeurtenissen in verschillende landen op het
Europese continent, leek het boek van Harry Wijnen me wel een mooie aanleiding
om nog eens de Britse beleving onder ogen te zien. We weten hoe Margaret
Allbright tegen het debacle van Praag aankeek. Het ging dus ook over München en
vrede in onze tijd, over Neville Chamberlain, maar vaak kwamen ook de specifieke
aspecten van de Engelse politiek aan de orde.
De vraag die we ons vooraf
stelden, maar nadat we de auteur op de Nederlandse televisie hadden gehoord en
gezien, was of het boek voor ons van enige betekenis mocht heten, want, laten
we eerlijk zijn: over die periode weten we veel, neen, niet alles, maar toch
veel. De betekenis van het optreden van Paul Reynaud? Charles de Gaulle,
Leopold III? Het passeert de revue, maar de klemtoon ligt deze keer op Whitehall
en de ervaring van de regeringsleden, maar ook de gevolgen van de besluitvorming
voor militairen en burgers.
We kunnen melden dat het boek
een portret schetst van een figuur in een uiterst ontmoedigende situatie. De
regering had, bij het bestrijden van de crisis, de opvang van vluchtelingen uit
Europa en de pogingen de vrede te bewaren domweg vergeten de legermachten op sterkte te houden. Althans, dat was wat
Churchill sinds de machtsgreep van Adolf Hitler de Britten en
buitenlanders in artikels, reflecties en zoveel meer had voorgehouden. Ervan uitgaande dat beslissingen over de
uitrusting van het leger doorgaans enige tijd in beslag nemen voor ze op het
terrein zichtbaar zijn, kan men het groeiende ongeduld van de tegenstanders van
de appeasement politiek, de Minister-President Neville Chamberlain op kop, wel
begrijpen. Toch moet ik er steeds weer van slikken als ik zie hoe voor ons
München ’38 als een flater beschouwd wordt, want dan houden we geen rekening
met het lot van de Tsjecho-Slovaken, die tussen 1938 en 1948, zeg dus maar 1989
geen zelfstandige staat meer zouden vormen noch een democratisch bestel kennen. Daarom
komt het onderzoek van Harry van Wijnen over de specifieke aspecten van de
democratie in die moeilijke tijd voor de Britten – en uiteraard al die anderen
– wel belangwekkend voor.
Men weet dat Göring en Hitler
vonden dat eenmaal het volk hen de macht in handen gespeeld had geen nood meer
hadden aan verkiezingen. In het UK ontstond tussen 8 en 10 mei 1940, met
presentatie voor het parlement op 13 mei 1940 een regering van nationale
eenheid, waaraan de communisten noch de aanhangers van Mosley deel hadden.
Maar conservatieven, Labour en Liberalen steunden de regering. De omslag kon,
zo lezen we, moeilijk dramatischer zijn omdat de appeasement alle
geloofwaardigheid had verloren; oorlog voorkomen als hoogste doel, maar zonder
de voorbereiding als noodzakelijke voorwaarde, het lijkt het zwakke punt
geweest te zijn van Neville Chamberlaine. Noorwegen verliezen was voor
Chamberlain de druppel teveel. Maar Churchill zou tot het kelderen van het pantserschip Bismarck alleen maar nederlagen krijgen en toch het vertrouwen behouden van de
burgers, van East End tot de Strand en zelfs George Orwell zou op dat vlak
opvallend loyaal zijn.
Harry van Wijnen stelt dan ons
dan ook niet voor de zoveelste hagiografische wandeling te volgen, al is men
het erover eens dat de man van de Boerenoorlog, de bravourestukken als
journalist en ook wel de mislukte landing tijdens WO I (1915) op de
Dardanellen, de slag bij Gallipoli, Turkije. Van 25 april 1915 tot 19 januari
1916 maar op het oog zonder resultaat bleef en veel soldaten en officieren van
de ANZAC, troepen uit het imperium, Australië en Nieuw-Zeeland, er het leven
bij in schoten. De (mislukte) poging het derde front te openen en zo zowel de
Russische troepen als de troepen in het westen te ontlasten werd Churchill in
de schoenen geschoven. Goed, de operatie werd geen succes, maar niet geschoten, altijd mis was in die omstandigheden ook een probleem.
Men kan het verlies aan mensenlevens nooit goedpraten, maar men kan evenmin
doen alsof de regering van een land dat in een onmogelijk zware oorlog is verwikkeld, het niet ontzeggen de middelen en mensen in te zetten om resultaten
te boeten.
Men moet dan ook deze passage
in de regering van Winston Churchill niet uit het oog verliezen als hij later
opnieuw in positie komt om het beleid (mee) aan te sturen. Harry van Wijnen
laat zien hoe complex de problemen op 13 mei 1940 wel niet zijn, hoe Nederland
als vanzelf wankelt en binnen de veertien dagen geeft ook Leopold III het op.
Als ook Frankrijk wankelt en vervolgens instort, staat Londen, staat Churchill
er alleen voor. Uit ander werk weet men dat de oorlogsvoering in de eerste
jaren van WO II een ramp was, maar hoe Engeland de storm kon doorstaan laat de
auteur hier wel zeer scherp zien. De evacuatie van Duinkerken, een militaire
nederlaag zonder voorgaande wordt uiteindelijk een opsteker, omdat het niet
evident is 300.000 mensen zomaar even veertig km verder over zee thuis weer af
te zetten. Maar van Wijnen geeft ook aan dat de militairen die het overleven
vaak niet goed weten of ze zich aan de oude klassenscheiding moeten behouden of
met hun mannen de zaken aan te pakken. De psychologie van de militairen na
Duinkerken blijkt een belangrijk instrument voor Churchill.
Evengoed weet Churchill in het
parlement de werking van de democratie veilig te stellen als een bijkomende
troef om de Britten en de bezette landen een hart onder de riem te steken. In
het parlement houdt hij eraan op gestelde tijden redevoeringen te houden,
waarmee hij zijn gehoor, de natie, ervan overtuigen dat de zaken slecht gaan,
maar dat men doorgaat. Zouden onze parlementairen zo met rampspoed om kunnen?
Het is een heikele kwestie, die centraal staat in het boek: hoe kan het
imperium, hoe kunnen de Britse eilanden en de bevolking de aanval van Duitsland
overleven? Meer nog, er zijn er genoeg die ook na de val van Chamberlain
blijven mikken op een onderhandelde vrede. Voor Churchill blijkt dat
ondoenbaar: “ We”ll never surrender”. Hij beloofde geen spoedige overwinning,
dat weten we en hij zegt dat hij niets meer te bieden heeft dan bloed, zweet en
tranen.
De gedachte dat mensen die in
de Slag om Engeland have en goed verliezen, de Cockneys van East End, ook
Joodse immigranten zullen de bereidheid van Churchill om de nazi's te
bestrijden en te overwinnen zeker niet afvallen. Dood, vernieling en de
bereidheid om door te gaan. Nu moet gezegd dat Hitler in Duinkerken had kunnen
doorgaan en het volledige expeditionaire leger had kunnen oprollen. En in
augustus, september 1940 had Hitler de mogelijkheid de RAF helemaal op te
doeken, door de aanvallen op de vliegvelden te blijven bestoken. Ook daar gaf
hij plots een andere wending. De bombardementen op Londen, dat wil zeggen niet
langer op haveninstallaties en verkeersinfrastructuur maar op de bevolking
brengen Churchill ertoe onverwacht snel te beginnen met bombardementen op
Berlijn, Hamburg… De bommentapijten
zouden naarmate de oorlog duurde meer steden in Duitsland treffen, waarbij men
achteraf de vraag kan stellen of Coventry, Londen en Rotterdam dit wel
rechtvaardigen. Het expliciete doel was de moraal van de bevolking te
ondergraven, aan beide zijden. Naarmate de Luftwaffe minder vliegtuigen in kon
zetten, naarmate de grondstoffen gingen ontbreken en de brandstof schaars, waren
luchtaanvallen op het UK steeds moeilijker, tot de VI en V II in de lucht kwamen.
Maar die aanpak heeft het succes van de Britse aanpak niet kunnen stoppen en
dat was wellicht in grote mate de verdienste van Churchill.
Het grootste kunststuk heeft
de man met zijn regering verricht door zowel de administratie te dynamiseren
als de industrie volledig in dienst te stellen van de oorlogsproductie. In deze
optiek heeft het UK in die jaren veel meer een collectivistische economie en
politiek dan ooit voordien ergens het geval is geweest. In zekere zin moet de
man zijn eigen liberale geweten geweld aandoen, maar evengoed kan hij op die manier
de industrie eindelijk opnieuw aan de praat krijgen. Het is en blijft een
eigenaardige situatie, want hoewel hij dat alles realiseert, verarmt het UK
zienderogen. Ook de Lend & Lease Act, de Leen & Pacht wet van Roosevelt
hielpen de oorlog te voeren, voor de USA echt in de oorlog kwam, maar het zou
naderhand het UK veel geld kosten.
Voor het zover was, diende
Churchill nederlaag na nederlaag te slikken, tot Tobruk voor een eerste keer
opnieuw in Britse handen viel. De oorlog werd ook gevoerd in Afrika, waar ook
nog eens, in Oran, de Franse oorlogsvloot geliquideerd werd. Wat ik niet wist
en de auteur duidelijk maakt is dat Churchill echt wel een band had met
Frankrijk, de Franse cultuur en de natie. Dat uitte zich al onmiddellijk in een
onvoorwaardelijke steun aan Paul Reynaud, de laatste premier van de Derde
Republiek – al lijkt men Pétain in de politieke continuïteit te plaatsen.
Formeel klopt dat wel, maar feitelijk was het toen even over met de legitieme Franse
politieke instellingen.
De kwestie die Harry Wijnen
onder de aandacht brengt betreft de vraag of men de hele ellende had kunnen vermijden
als Churchill in 1938 betrokken was geweest bij de diplomatieke
schermutselingen om Sudetenland en de val van Praag. Dat wil zeggen, door de
daadkracht én het realisme van Winston Churchill te belichten in de duistere
maanden van mei 1940 tot december 1941, wordt wel duidelijk dat het Britse
leger niet klaar was, dat de Fransen hopeloos verdeeld waren en de burgers geen
duidelijke uitspraken kregen. Iemand toejuichen die de vrede zegt gered te
hebben, ligt voor de hand, maar een onverbeterlijke dwarsligger als Churchill
die de deal met Hitler over Sudetenland afwijst, ligt moeilijker. Ook de
Anschluss van Oostenrijk had een aanleiding kunnen wezen om Duitsland te
stoppen en af te zien van appeasement. Een van de bronnen in dit boek, die
Harry van Wijnen uitgebreid citeert is de Amerikaanse journalist Ed Morrow. De
visie van Morrow op de gebeurtenissen in Londen zijn van belang in die zin dat
zijn verhalen over de bittere weerstand, de onaangedaanheid ook van de
Londenaren op de bombardementen en de andere nederlagen onder de aandacht brachten. Die gesproken berichten zouden niet zozeer de
weerstand van het Congres tegen deelname aan de Europese oorlog breken, als wel
de geesten van de Amerikanen klaar maken. De overwinning van FDR in november 1940 was er
misschien ook wel deels mee verbonden, want die won zijn derde verkiezing tot
president met een ongekend hoge score.
Engeland, het UK had, zo lezen
we hier een aantal onopgeloste politieke, institutionele en maatschappelijke
problemen, die rechts en links verdeelden, want het werd Churchill duidelijk
dat de moeilijke omgang tussen de elite en het zogenaamde volk niet echt een
goede zaak was voor zijn doelen. Bij gelegenheid zien we een jonge officier de
revue passeren die op weg naar Port Saïd via Durban, de Kaap dus, om de Duitse
onderzeeërs op de middellandse zee te ontlopen, merkt dat hij en zijn collega’s
het er goed van afbrengen in hun kajuiten, terwijl de soldaten in het derde of
vierde dek zichzelf vervelen en zich met kaarten en drinken erdoor heen slaan.
Mag men de vraag stellen of de oorlog, de keuzes van Churchill de samenleving –
gedurende enige tijd – meer gedemocratiseerd hebben, waar Labour er maar niet in
slaagde. Misschien moet men dan toch bij Tony Judt terecht. Toch kan men niet
om de vaststelling heen dat kort voor en tijdens WO II een nieuwe
samenhorigheid tot stand kwam, die naar mijn inzicht pas in de jaren zeventig
opnieuw verbroken werd, mee door toedoen van working class heroes, die merkten
dat ze hun greep op de massa’s verloren.
Want de overtuigde liberaal
Churchill heeft de industrie volledig ten dienste gesteld van de
oorlogsinspanningen en daarmee de markt buiten werking geplaatst. Dat hij op
termijn de verarming van Engeland en het UK veroorzaakte, kan men niet beweren,
de oorlog niet winnen, had ook nare gevolgen gehad. Het ontwikkelen van een
nieuwe maatschappijvisie bleek bij Churchill niet tot de feitelijke
nationalisatie van de industrie beperkt. Ook wat woongelegenheden betreft zou
Churchill minder de markt hebben laten spelen. Maar de heropbouw is er pas
gekomen na de oorlog, al werd een begin gemaakt. En al bij al was het probleem
van de distributie van groter belang.
Harry van Wijnen citeert ook een toespraak van Churchill in zijn voormalige school Harrow, net als Eton een elitecollege. Churchill liet er weten dat hij niet gediend was alumni van deze scholen die de rest met afgrijzen zouden bejegenen. Maar Churchill vond dat men het onderwijs, goed onderwijs voor iedereen dient toegankelijk te maken. De commentaren van pacifisten, Ed Morrow en anderen op de problemen van de Klassenmaatschappij die Engeland was, laten zien dat een premier vele evoluties tegelijk ziet passeren. De heropbouw van het parlement, na de bom die het oude Lagerhuis had vernietigd, werd dan ook een poging om de oude eigenheid van het Britse parlement te behouden: de klein voor alle afgevaardigden die er een zetel hadden, zodat men zich diende te haasten om tijdig in de zittingzaal te zijn, het voorrecht van de oudgedienden en van de belangrijke leden van de eigen partij, het maakte dat het parlement altijd weer meer was dan een moment van grote woorden. Af en toe moet er geknokt worden.
Harry van Wijnen citeert ook een toespraak van Churchill in zijn voormalige school Harrow, net als Eton een elitecollege. Churchill liet er weten dat hij niet gediend was alumni van deze scholen die de rest met afgrijzen zouden bejegenen. Maar Churchill vond dat men het onderwijs, goed onderwijs voor iedereen dient toegankelijk te maken. De commentaren van pacifisten, Ed Morrow en anderen op de problemen van de Klassenmaatschappij die Engeland was, laten zien dat een premier vele evoluties tegelijk ziet passeren. De heropbouw van het parlement, na de bom die het oude Lagerhuis had vernietigd, werd dan ook een poging om de oude eigenheid van het Britse parlement te behouden: de klein voor alle afgevaardigden die er een zetel hadden, zodat men zich diende te haasten om tijdig in de zittingzaal te zijn, het voorrecht van de oudgedienden en van de belangrijke leden van de eigen partij, het maakte dat het parlement altijd weer meer was dan een moment van grote woorden. Af en toe moet er geknokt worden.
En voordat die discussie –
over een nieuw parlement op gang kwam, was er in de meidagen een nogal
onverwacht proces op gang gekomen dat in het licht van de latere geschiedenis
wel heel wonderlijk was: hoge ambtenaren van de Britse en Franse administratie
hadden met instemming van Reynaud en Churchill een voorstel op tafel gelegd
over een Frans-Britse confederatie, een burgerschapsunie was het opzet, maar de
tijd was te kort om het uit te werken.
Het boek laat ons de vele
facetten van de oorlogsvoering zien, maakt ons vertrouwd met de noodzakelijke
voorwaarde tot succes van Churchill, namelijk dat zijn nauwe kring achter hem
staat, ook waren ze vooraf niet echt geneigd geloof te hechten aan zijn kunnen.
De personen, hoofdrolspelers en
toeschouwers, maar evenzeer betrokken in het gebeuren, krijgen we te lezen in
hun context, zodat we het historische kader beter begrijpen.
In het grote oorlogsverhaal,
waarvan we het einde kennen, aandacht besteden aan de onzekerheid in die eerste
maanden van de oorlog, toen Churchill en het UK er alleen voor stonden, lijkt
een beetje overbodig. In de meeste syntheses wordt die periode behandeld,
krijgt het verblijf van zoveel duizenden burgers in de kokers van de Tube,
schuilend voor de bombardementen op Londen, tot 15 september 1940 en na enkele
dagen vooral met nachtelijke bombardementen, maar krijgt de onzekerheid niet
het belang dat die toekomt. Nog eens, wie naderhand komt kijken en zelf moet
proberen te vatten hoe het nu wel was, voor Churchill, maar ook voor een natie.
Het probleem voor Harry van
Wijnen is dat hij moet overbrengen waar het dan om te doen was. Je kan de
democratie in het hart dragen, maar als je ziet dat Churchill de democratie
respecteert, scrupuleus respecteert en toch, niet alles kan en mag zeggen.
Transparantie betrachten en toch de verkeerde oren niet wijzer maken dan nodig,
dat blijkt voor Churchill nodig.
I
spy strangers. Churchill wilde niet alles aan de publieke
tribune kond doen, niet dat alles bij Hitler uitkwam. Het begrijpen van dat
proces, gaat over spionage en over hoe vijanden elkaar bejegenen. De oorlog
werd niet gewonnen door Hitler, maar anders dan ik dertig jaar geleden dacht,
doch wel aanvoelde, was het overwinnen van de democratie niet zomaar een
toevallige winst. Daar volgt dan uit dat ik voor de gebeurtenissen in Duitsland, in de bezette
gebieden van Leningrad tot de Pyreneeën, in het UK zelf interesse hoor op te
brengen, net als voor wat er gevolgd is na de nederlaag van de NS. Daarom blijft
het de vraag hoe 32% volstond om de macht te veroveren en verder was de
democratie eerder een last en overbodig. Dat was het verschil, hoe dan ook
tussen Hitler en Churchill: beide waren leiders, maar de ene vond dat het volk
maar moest volgen, de andere, de Brit wilde het volk leiden maar hen ook
inspraak geven. En toch, zoals John Lukacs schrijft moet men de steun van de
bevolking, delen van de bevolking voor Hitler niet onderschatten.
De geschiedenis van Frankrijk
kan in dit boek niet aan bod komen en toch, de speelt de relatie vanwege
Churchill tegenover Parijs en vooral, op dat moment, Paul Reynaud, dan blijkt
dat we de Europese oorlog als een burgeroorlog kunnen zien, maar ook, niet
minder, als een oorlog over de bestuurspraktijk.
Ik ben er mij van bewust het
boek van Harry van Wijnen meer aandacht verdient, omdat hij aspecten van de
oorlogsvoering aan de orde stelt die in films niet aan de orde komen. Het
gesprek met FDR bij Groenland, onder de neus van een wolf pack, van U-boten
dus, vormde de verzekering, net als de herovering van Tobruk. En toch zou het
nog tot 1943 duren voor de Duitsers uit Noord-Afrika verdreven waren. Het
belang daarvan is niet enkel het gebied, maar, net als de hulp van Churchill
aan Stalin gelegen in de vrijwaring van a) de wereldzeeën en b) de vrijwaring
van de olievelden.
Voor ons, in gemoede, zijn
films niet echt, hoe waarachtig men het verhaal ook maken kan of wil, ze
blijven slechts de weerslag van beschrijvingen. Leggen we enkele verhalen die
we kennen over het Londen tijdens de Blitz,
over de politiek van Churchill en de bereidheid van de Londenaars en de
Britten in het algemeen zich achter de strijd te zetten, zodat de appeasers er
al snel het zwijgen toe deden, dan komt inderdaad een heroïek naar voor die
wij, later geborenen, niet kunnen vatten. En Winston Spencer Churchill? Die
blijkt een enorm dynamische en gedreven leider, die een democratie alleen in
tijden van nood lijkt te kunnen verdragen.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten