Theo Francken en het migratiebeleid
Dezer
Dagen
Politiek in goed vertrouwen
Soedanezen als jokers op het tapijt
![]() |
Lampedusa, waar vluchtelingen, asielzoekers en gelukszoekers langs moeten om Europa te bereiken, het ligt daar aan de rand van twee continenten... |
In
principe beging Theo Francken een onvoorzichtigheid, toen hij de premier en
vooral het publiek voorloog dat er voor eind januari geen vluchten meer gepland
stonden naar Khartoem, om Soedanezen terug te brengen. Het blijft echter de
vraag of hij daarmee niet het belang van de regering en het land diende? Liegen
mag niet? Wel, er was een vlucht nog voor nieuwjaar, maar dat ging om een uitgeprocedeerde.
De negen die werden terug gevlogen hadden geweigerd hier asiel aan te vragen,
omdat ze naar het UK willen, denkende dat ze daar beter af zullen zijn. Meteen
is weer duidelijk dat onze gesprekken over migratie en het lot van (politieke)
vluchtelingen verwarrend blijven.
Het
ontslag vragen van een minister of staatssecretaris blijft altijd een heikele
kwestie, want de meerderheid wordt dan verplicht na te gaan of iemand te handhaven
blijft, terwijl de oppositie met de scalp aan de gordel vaak toch weinig
verandering brengt aan het gevoerde beleid. De zaak van de Soedanezen die
teruggevoerd werden, laat zien hoe weinig transparantie er rond het
migratiebeleid blijft hangen, ook al omdat men aannames onuitgesproken laat,
want men weet dat bijvoorbeeld open grenzen en een multiculturele samenleving
voor vele burgers niet zomaar droombeelden zijn. Het zijn wel realiteiten, die
men niet meer kan wegdenken; ideaal kan men het ook niet noemen. De wereld werd
kleiner en wie in miserie levend hoort van een paradijs dat Europa heet of het
UK, heeft ook veel over om er te geraken. Dat betekent dan ook dat er een vraag
naar transport, illegaal of niet ontstaat, met alweer morele en andere kwesties
die dat voortbrengt. En wij? De ene zegt dat er nog plaats is, de andere dat de
herberg vol is.
Sinds
vier decennia is die kwestie van immigratie, van gastarbeiders een politiek
issue en de aannames over (arbeids-)migratie als tijdelijk verblijf van mensen
die later zouden terugkeren, werden door de feiten gelogenstraft, terwijl de integratie
voor sommige groepen vlotter verliep dan voor andere. Bovendien was er
gedurende de Koude Oorlog een stroom van enkelingen op de vlucht voor de Sovjetautoriteiten
en autoriteiten van de satellietlanden. De opstanden in Hongarije, 1956 en Tsjecho-Slowakije,
de Praagse Lente in 1968 zorgden ook voor een stroom van vluchtelingen. Het mag
duidelijk zijn, de ene groep werd wat neerbuigend bejegend, de opstandelingen
of zij die vluchtten voor repressie werden als helden onthaald. Na de val van
de Muur en de instroom van arbeidskrachten uit Polen, Roemenië en andere landen
ontstond een markt voor goedkope arbeid en vrees voor het verdringingseffect
van eigen autochtone krachten.
Kortom,
wie zou wensen dat de situatie helder en scherp omlijnd kon beschreven worden,
moet vaststellen dat er nogal wat evoluties door elkaar heen lopen en dat bovendien
de wettelijke bepalingen rond asiel en economische migratie wellicht niet geschikt
waren om bij een asielcrisis werkbaar te blijven. Nu zowel in Azië als Afrika
mensen de falende staten moe zijn, veiligheid en stabiliteit zoeken, worden de
mogelijkheden uitgeput en blijkt de bevolking het lastig te hebben met die
stromen van nieuwkomers. Mocht het politiek incorrect klinken dan moet men toch
onder ogen zien dat de massaliteit van de vlucht uit Afrika, onder meer Soedan
en Eritrea, waar velen onder ons niet van zouden dromen er te wonen en burger
te wezen, echt wel meer is dan een conglomeraat van individuen. Elk van die
individuen zoekt naar een beter leven en we eisen dat ook voor onszelf op, maar
vergeten dat zij er meer voor over hebben, of beter, minder te verliezen
hebben. Men moet maar eens kijken naar het aantal Venezolanen die het land
sinds 15 jaar verlaten, om te begrijpen dat falende staten de oorzaak zijn van
veel ellende.
De
houding van de Groenen in de Soedan-zaak laat zien dat men met humanitaire
overwegingen wel gemakkelijk het vuur aan de schenen van een regeringslid kan
leggen, of men daar werkelijk publieke aanhang mee kan winnen blijft de vraag.
Zelfs in Franstalig België is Francken een populair politicus en dat is wel
heel bijzonder, in overweging nemend hoe de Franstalige partijen en middenveldorganisaties
met groot genoegen tegen N-VA en vooral Francken fulmineren. Of de bevolking
dat fulmineren accepteert valt nog te bezien. Ik wacht eerlijk gezegd nog
altijd op een partij die een aantal aannames en programmapunten van N-VA
overneemt – op het beruchte artikel 1 na uiteraard – om in Wallonië en
Franstalig België niet gekanaliseerde politieke frustratie op te pikken, de grondstroom
aan te boren zeg maar.
Het
komt inderdaad bizar voor dat politici, ook bij CD&V voortdurend inhakken
op het beleid van Francken en nu moeten vaststellen dat de regering niet erg
onder de indruk komt. Vallen van de regering is geen optie, maar ook moet men
bedenken dat wie een politicus van leugens beticht, zelf niet meer mag liegen.
Of de leugen zo flagrant was? Francken heeft die vlucht, geplant voor 13
januari algauw afgelast, zodat hij de werkelijkheid naar zijn hand heeft gezet,
ervoor gezorgd dat wat hij zegde waar werd,
zonder dit te willen communiceren. Toch beticht men hem ervan te hebben
gelogen, terwijl hij wel deed wat moest
om de bezwaren op te vangen. Voor wie al een paar decennia de politiek volgt,
begrijpt dat dit nog binnenlands noch buitenlands echt zo schrijnend zou zijn.
Er is meer en erger: men wilde de premier tegen de staatssecretaris uitspelen,
als was hij van het kaliber van een Belgische prins, broer van de koning. De
premier kan er ook niet aan doen dat de CDH haar ziel verkocht aan de PS en nog
minder is hij in staat aan de machtsverhoudingen in de regering en het
parlement iets te veranderen: twee democratieën samenhouden vergt wel kunst en vliegwerk.
Het gevolg is ook dat men hem, Charles Michel kan verwijten de knopen niet finaal
te kunnen doorhakken, want in ons bestel
heeft de premier altijd wel op eieren moeten leren lopen.
Welke
politicus zal het zich overigens veroorloven tegen het aanvoelen van de
bevolking in te gaan dat mensen die hier geen asielaanvraag willen indienen,
maar koste wat het kost het kanaal willen oversteken, niet terug te sturen? De
migratiewetgeving is op zich al vrij complex, internationale regels, zoals ook
het befaamde artikel 3 over het verbod mensen die gevaar lopen na terugsturen
naar het land van herkomst vervolgd te zullen worden en in ergere gevallen
gefolterd en dus ernstig bedreigd zijn, kon men gemakkelijk beantwoorden toen
dissidenten hun land ontkwamen tijdens de Koude Oorlog, hoe of dat moet met de
grote aantallen mensen die nu hun falende staten ontvluchten, blijft mij een
raadsel. Maar wie meent dat we de grenzen voor deze slachtoffers kunnen
openzetten, moet bedenken hoe de eigen bevolking dit zal
waarderen. Mogen zij dan niet protesteren? Ach, het moet niet zoals met de AZC’s
in Nederland, waar het conflict wel zeer hoog opliep en een vrouw een spreekkoor
over zich heen kreeg: “daar moet een … piemel in”.
De
kwestie is dus niet enkel of men humaan kan handelen jegens deze vluchtelingen,
hoe moet men de eigen burgers beschermen tegen (mogelijke) ordeverstoring, moet
men ook in kaart brengen en de vigerende polariserende discussies brengen kan
men de botsende belangen niet oplossen door de angst van de eigen bevolking te
negeren. Sommige maken er een wel heel vulgair gebruik van, sturen boodschappen
uit over hoe bedreigend de immigratie wel niet is, doch geven zelf niet echt
blijk vertrouwd te zijn met de waarden van de Verlichting – soms wijst men die
gewoon af – en vooral ruit men inderdaad mensen op tot haat en geweld en ook
dat moet men niet willen. Als organisaties mensen op de vlucht wil helpen, dan
kan men daar weinig tegenin brengen, maar die hulporganisaties moeten die
vluchtelingen dan wel gelukzoekers – wat is er mis met geluk nastreven? – wel eerlijk
voorlichten en de gevolgen meegeven van het weigeren asiel aan te vragen. Men
zal overigens ook moeten begrijpen dat de vlucht mensen niet behoedt voor
geweld en daden van agressie of politioneel geweld. Klopt het dat die mensen
vertrekken met als enige hoop op een beter leven, het traject dat ze moeten
afleggen maakt hen machteloos. Toch houdt die zekerheid hen niet tegen en dus
moet onze overheid goede oplossingen nastreven en terug brengen naar het land
van het herkomst – waar men door de praktijken van het vernietigen van identiteitspapieren
moeilijk zekerheid over kan krijgen – is er een van. Het gevaar op foltering
uitsluiten kan niet, maar aan de andere kant, een Europese eenheid van beleid
rond deze vluchtelingen, zeker uit landen als Soedan zou wellicht tot een
sterkere positie leiden.
De vraag
is niet of we het mogen aannemen dat elke vluchteling uit Afrika hier een
plaats kan krijgen, velen blijven overigens aan de andere kant van de
Middellandse Zee en hokken samen in snel groeiende steden, zonder hoop op een
beter leven, maar vaak toch zeer veerkrachtig. Ook zij die hier komen geven blijk
van grote veerkracht, maar de levenswijze die we er hier op na houden vergt
veel van mensen, zoals het verhaal van een voogd van niet begeleide
minderjarigen laat zien, die met het schoolleven geen ervaring hebben en
verloren lopen. Men moet dat soort problemen niet ontkennen.
Mensen
terugsturen en -brengen per vliegtuig is voor die mensen een grote nederlaag, maar
gezien de omstandigheden zal men moeilijk kunnen overgaan naar blinde dropping.
Is het mogelijk met de regering in Khartoem tot afspraken te komen? De vraag
blijkt al priori bijzonder naïef, maar toch, het regime is een ander paar mouwen
en wellicht zou men meer moeten doen, meewerken aan het opbouwen van de staat.
Hoe of dat kan met iemand als de huidige leider? Men kan klagen over het
regime, iets ondernemen, zonder paternalisme zou wel eens zinvol kunnen blijken.
Alleen, we kunnen er niet aan voorbij dat de staten in Afrika het moeilijk
hebben stabiliteit te verzekeren in een rechtstatelijk verband, alleen via brute
dictatuur lijkt het te lukken, met corruptie en wetteloosheid tot gevolg,
waardoor de opbouw van een reguliere staat en een bloeiende economie onmogelijk
lijkt. De demografische evolutie moet men hier ook ter sprake brengen, want een
jonge bevolking zonder toekomstperspectieven, jaagt mensen de weg op, zoek naar
een beter leven.
Daarom
denk ik dat Theo Francken deed wat moest, al weet ik niet of hij er werkelijk
genoegen in schept. Wie zou dat wel durven zeggen, in hardheid genoegen
scheppen? Dat men hem aanvalt is deel van een politiek bedrijf dat mensen op de
vingers kijkt, dat elke ‘fout’ probeert af te straffen, terwijl het voor de burgers
duidelijk is, dat er weinig valabele alternatieven zijn… Want of men het nu
kortzichtig noemt of geborneerd, het blijft een feit dat in Europa partijen
garen spinnen van de asielproblematiek. Men mag menen dat er geen redenen zijn
om die Soedanezen niet terug te brengen naar hun land van herkomst, voor de
regering valt het wel moeilijk te verkopen als er plots opnieuw meer passanten
in Brussel opduiken die geen asiel wensen aan te vragen. Het Maximiliaanparkje
behoort tot het openbaar domein waar dus niemand beslag op kan leggen. De
samenleving kan immigratie aan, maar het punt is dat we niet moeten denken aan
de kost of de baat van die immigratie, wel hoe we een samenleving kunnen blijven
vormen. Dat hangt niet enkel van de nieuwkomers af, evenmin enkel van de
autochtone burgers, die hier soms zelf zijn aangespoeld of bij hun weten van oudsher
wonen, werken, trouwen en kinderen krijgen.
Het
valt op dat extreme partijen ter rechter zijde de Verlichting zijn gaan
omarmen, maar het blijft een strategische keuze, want over de grondslagen, over
wat de Verlichting teweeg heeft gebracht, gaat het niet. Ook Links heeft met de
Verlichting een probleem omdat ze vrijheid en broederschap te vaak
ondergeschikt maakt aan gelijkheid. Het astucieuze van de Franse slogan “Liberté,
Egalité, Fraternité” behelst niet drie belangrijke termen, wel hoe men ze samen
en gelijkelijk recht doen wedervaren. Gelijkheid ten koste van vrijheid, schreef
Vasili Grosman in “Alles Stroomt”, leidt tot dictatuur en ondergraaft de
beschaving. In het debat over ordening van de samenleving moet men dus
rechtvaardigheid niet zien als het bereiken van gelijkheid alleen, maar ook van
vrijheid en van broederschap en dat samenbrengen gaat niet vanzelf. Het beleid
moet zich dan vooral bezig houden met het vergroten van kansen, maar burgers,
jongeren moeten ook hun kansen zien en grijpen. De integratie is geen verhaal
van het inplanten van een chip, van deep brain stimulation, maar van het
verkennen van de mogelijkheden van de, onze cultuur. Daar geen aandacht aan besteden
maakt het verhaal van Soedanezen er niet humaner op. Deel hebben aan onze
samenleving lukt niet iedereen even goed en al zal er wel degelijk sprake zijn
van discriminatie, toch is het duidelijk dat wie inspanningen doet en de
aangereikte kansen grijpt wel een goed leven kan uitbouwen. Verloopt alles naar
(hun) wens? Hoe zou men dat kunnen uitklaren?
De
neiging om van de zaak met de terug gestuurde Soedanezen een staatszaak te
maken en de staatssecretaris tot aftreden te dwingen, lijkt alleen maar een “zaak”
omdat er vele actoren bereid waren er een zaak van te maken. Men moet de regering
kritisch volgen en al zeker de oppositie moet dit doen, terwijl het toch maar
de vraag is of het beleid inzake migratie niet op veel goodwill bij de burgers
kan rekenen. Dan verandert een discussie over een half verzwegen geplande vlucht
om mensen terug te sturen daar niet veel aan. Men kan mensen onverschilligheid
verwijten, maar het komt mij voor dat mensen aan dat paternalisme een broertje
dood heeft.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten