Elites, het volk en de rechtsspraak
Reflectie
Brown
fields en de
Partijdige
rechtsstaat?
![]() |
Een boek over ondernemerschap, het krijgt zelden grote exposure. Ondernemers heten discreet te zijn, maar lopen soms ongewild voor het voetlicht en krijgen dan al eens ruzie. |
Gesprekken over de gang van
zaken nemen soms een bijzondere wending, zeker in tijden waar de democratie
zich geplaatst ziet voor scherpe polarisatie en oplossingen voor veelomvattende
problemen zich niet zomaar aandienen wegens teveel taboes. Er zijn filosofen die menen dat je alleen
argumenten mag inbrengen die met de zaak te maken hebben, maar wie zal dat
bepalen? Het valt intussen wel op dat de rechtsstaat niet gediend wordt als wetenschappers
zelf de expertise die ze aanleveren niet voldoende kritisch tegen het licht
houden. Men spreekt van polarisatie, maar linkse intellectuelen handelen nog
steeds in de leer van Lenin, namelijk dat men moet toeslaan voor men zelf afgetroefd
wordt voor het hogere doel, de betere samenleving. Dat zorgt voor weinig debat
en wel wat geschreeuw.
Een nationaal voetbalstadion
bouwen en voorbij gaan aan een topevenement als de Memorial Ivo Van Damme, dat
was niet erg, maar een hoop gedoe om een kerkwegel die verdwenen was onder een
parking was voor juristen, advocaten genoeg om het plan op te bergen. Zelfs de gevreesde
overlast voor de Ring rond Brussel was niet zo erg, want in het ergste geval
kan men een helihaven aanleggen, toch? Aan de andere kant was er dan weer het
project U-place, dat er zou komen nadat een bedrijf de kosten en risico’s van de
sanering van een verlaten industriegebied met historische vervuiling op zich
zou nemen in ruil voor het verwerven van de gronden en het recht er een nieuw
stedelijk project van te maken. Er een park aanleggen had ook gekund, maar veel
aandeelhoudersmeerwaarde lijkt dat niet voort te brengen. Toch kan men er niet
omheen dat meerwaardecreatie hoe dan ook het gevolg is van onze activiteiten,
zozeer zelfs dat een ongeval op de autoweg kosten met zich meebrengt, maar dat
het ook, van de afhandeling door de hulpdiensten tot de verwerking door de
verzekeringsmaatschappijen ook meerwaarde met zich meebrengt. Kan men daar de ziekenhuisbehandeling
nog bij in rekening brengen of eventuele revalidatie, dan vormt dat ook deel
van de meerwaardecreatie. Kosten? Wat zijn kosten?
Het punt is dat onze blik op
economie, ter rechter en ter linker zijde vaak nogal kortzichtig blijkt, omdat
we niet goed weten wat economische analyse nu werkelijk doet. Hoewel in het
woord economie het concept van leer, wet vervat zit, gaat men er graag vanuit
dat wie de economische wetten kent, ook perfect kan sturen waar het heen moet,
terwijl economieën wel vaker een andere weg opgaan, omdat men niet alle
parameters kent, laat staan onder controle heeft. Links zegt kritisch te staan
tegenover het kapitalisme en duidt nagenoeg alles als neoliberaal, wat niet
altijd met argumenten te staven valt. Economie gaat inderdaad over controle,
zoals Marx dacht, maar men kan de visie van Adam Smith niet over het hoofd zien
dat economisch handelen geen doel op zich heeft, tenzij dat de handelingen van
individuen en groepen op zich wel gericht zijn op het overleven en het oplossen
van de schaarste aan vooral primaire goederen die het overleven verzekeren. In
onze cultuur, sensu lato, is het schaarste probleem in hoge mate opgelost, al
blijven er altijd nog domeinen waar schaarste prijzen en productie bepalen,
maar voor het primaire overleven leven we in een overvloedsamenleving, ook voor
wie een smalle beurs moet betreuren.
Het punt is dat we de technische
en technologische vooruitgang van de afgelopen eeuw, zonder het voorafgaande te
negeren, vaak als evident vooropstellen, zodat we in feite niet (meer) weten
dat er een tijd was zonder Nokia of BlackBerry – merknamen vallen niet te
vermijden. Bovendien zien we vaak onze Iphones of Smartphones als een handige
tool, maar de bouw ervan vergt bijvoorbeeld heelt wat kostbare en zeldzame
aardmetalen. Die instrumenten werken niet als we alleen maar over hardware
beschikken, ook al een woord dat we bijna op de mestvaalt van vergeten woorden
kunnen achterlaten, want zonder software die connectiviteit met derden toelaat,
werkt het niet. Dat schept helaas monopolies, zoals we de afgelopen dertig,
veertig jaar hebben zien gebeuren, toen Apple, Microsoft en Google naast Facebook
en andere partijen zich zagen vestigen als supermachtige bedrijven. Dan heb je
ook de bedrijven die ons wifi en bandbreedte leveren, zodat we communiceren
kunnen en daar aardige winsten aan overhouden. Zouden we nog zonder die
bedrijven kunnen? Dat hun goederen en diensten door de macht van het getal en
de omzet heel wat opbrengen, kan men niet vermijden, zelfs wanneer men een paar
van die bedrijven zou opsplitsen, want dan nog gaat het om gigantische ondernemingen.
Hoeveel macht over politiek beleid die bedrijven hebben, hangt deels ook af van
de bedrijven, maar vooral van politici, die zich niet hoeven te laten ompraten.
De verdienmodellen van bedrijven
zitten doorgaans zo in elkaar dat men ongeveer kan rekenen op 80 % van de
resultaten met in inzet van een deel van de middelen, mensen, machines, geld,
en de overige 20 % probeert men te bereiken door nieuwe dingen te proberen
zoals acquisities, innovatie en uiteraard het uitbreiden van het
klantenbestand, wat in een rijpe, gesatureerde markt niet zo gemakkelijk is.
Bouwondernemingen, die op een zeker moment dachten dat het werk stilaan zou
opdrogen, de opdrachten wegsmelten, zagen de afgelopen jaren dat het met de
infrastructuur triestig gesteld was, dat er veel historisch vervuilde gronden
zijn en dat ook de overheid voor allerlei functies nieuwe gebouwen wilde, zodat
de groei een nieuwe spurt inzette. Dan vergeten we nog andere marktsegmenten, zoals
de bouw van assistentiewoningen – of hoe ze nu ook weer genoemd worden – waar beleggers
niet altijd evenveel plezier aan beleven. In die zin is het gek dat men de kostprijs
van energieverlies via oude gebouwen wil afbreken, terwijl men daarvoor heel
wat nieuwe beton moet produceren, wat ook toch niet zonder vervuiling gaat, of
uitstoot van CO². Ook de productie van windmolens kan men in de balans leggen
om te zien hoezeer men de uitstoot van het gas kan vermijden, als men ter
beperking ervan heel wat energie moet opwekken.
Voor juristen blijkt de zaak ook
niet zonder gunstige gevolgen, want van zodra iemand een procedure denkt op te
starten, omdat hij of zijn in de eigen rechten en belangen aangetast wordt,
komen zij in beeld, zelden om een procedure af te raden. Als men kijkt naar de
weigerachtigheid om nog grote infrastructuurwerken aan te vatten, merkt men
uiteraard dat het voor ondernemers en investeerders moeilijk wordt om nog maar
plannen bekend te maken. Men moet uiteraard dergelijke plannen goed onderzoeken
en nagaan wat de mogelijke, eventuele gevolgen kunnen zijn, maar welke instantie
kan hier à charge en à décharge te werk gaan? Oorspronkelijk had een onderzoek
de commodo et incommodo net die bedoeling en worden bij bouwaanvragen
bezwaarschriften ingewacht, mochten er burgers zijn die daar reden toe zien.
Het is wenselijk dat die procedures de bescherming van eigendom en belangen
behartigen, het wordt lastig als dit ertoe zou leiden dat er niets meer
mogelijk blijken zou. Het opkuisen van historische vervuiling is geen
eenvoudige opdracht en iedereen wordt er beter van, zeker de omwonenden en
gemeenten waar zich brownfields bevinden. Het is niet alleen kostbaar, het is
ook hoogstnodig, al moet dan nog uitgekeken worden hoe men die vervuiling ook
zal wegwerken, want domweg verplaatsen heeft ook geen zin.
Daarom blijft het zo wonderlijk
dat politieke partijen die eerst een handtekening zetten onder zo een project
van algemeen nut, vervolgens omgaan en onder druk van lokale vertegenwoordigers
afstand nemen en zelfs actie gaan voeren tegen het project. In het Vlaams
Parlement was te zien hoe partijen die mee de handtekening zetten hun visie in
een andere richting hebben opgebouwd, daarbij niet altijd beducht voor
gedeeltelijke onwaarheden. Hoe groot zou het shoppingcentrum in Machelen worden
– verondersteld dat er in de buurt geen andere kwamen – en wat voor gevolgen
voor mobiliteit, files dus, zou dat veronderstellen? Zou dat de binnensteden
zoals Leuven, Mechelen dan wel Vilvoorde aantastten omdat zelfstandige winkels
er hun klantenbestand ? Dat hangt af van de soort winkels die men er wil
onderbrengen? “Rob the gourmet market” bijvoorbeeld biedt een ander segment van
product dan de Lidl of Colruyt, maar is er nog plaats voor aan de Noordrand? Of
kan men er inderdaad een resort exploiteren voor wellness op topniveau? Dat zijn
marktonderzoeken en er zal altijd verloop van clientèle zijn, maar wellicht
zullen ook andere klanten hun weg vinden.
Nu ben ik te weinig ingevoerd in
het dossier om zomaar de ondernemer, U-Place tegen het licht te houden, maar te
bedenken valt dat zij ook niet altijd de regels zonder meer gevolgd hebben, al
zou ik niet weten waar, wanneer, hoe en waartoe. De politieke discussie, via de
media, in het Vlaams Parlement en in de gemeenteraden van betrokken steden
wekte de indruk dat afspraken niet zomaar gehandhaafd hoeven te worden, want
het belang van de eigen middenstand – die ook rechten heeft – laat toe dat
project te liquideren. Overigens, op de Heizelvlakte zal er een al minstens
even groots opgezet project komen, gericht op een groot publiek. Mag U-Place
dan een beetje chagrijnig zijn en dan vooral de CEO? Hoe ziet dat er overigens
uit met die Heizelvlakte: wie is er eigenaar – zo te zien heeft de stad Brussel
een vinger in de pap – en wat is de bedoeling van die onderneming?
Het gaat om de vraag of een
bedrijf er verkeerdelijk vanuit is gegaan dat de Vlaamse regering woord zou
houden, want pacta sunt servanda, waarbij de regering niet meer gecontroleerd
werd door een zetelend parlement in volheid van bevoegdheden. Laat duidelijk
zijn dat het voor ondernemers en voor elke natuurlijke en rechtspersoon van
belang is dat de wetgeving en de rechtsbedeling zo werkt dat men kan vertrouwen
op de goede gang van zaken, want anders investeert men geen miljoenen in het
saneren van een Brownfield. Dat men pas achteraf tot de bevinding kwam dat de
plannen voor Mechelen te megalomaan waren opgezet en dat de verkeerssituatie op
de Brusselse Ring nog chaotischer zou worden, geldt zo te zien niet voor Neos
op de Heizelvlakte.
Als ondernemers dus kregelig
worden over de onvoorspelbaarheid van de overheden en van de rechtsbedeling,
zeker ook vanwege de Raad van State, mag men niet als bijzaak of spijtige
neveneffecten afdoen, want ontevreden ondernemers kunnen schade toebrengen aan
de samenleving, waarbij men natuurlijk niet mag buigen voor onredelijke
plannen. Net daarom is een billijke en evenwichtige rechtspraak nodig. Maar
beschikken de raadsheren van de Raad van State over voldoende competentie
omtrent stedenbouw, milieukwesties, burenoverlast etc. Natuurlijk zijn er wettelijke
normen en bepalingen waarmee elke rechtzoekende aan de slag kan, maar opvallend
is het wel dat klagers rond bijvoorbeeld burengerucht vanwege een café nogal
gemakkelijk hun gelijk krijgen. Gelukkig kreeg de haan Maurice op het eiland
Oléron van de hoogste rechters het recht om te blijven kraaien.
Het gaat altijd om belangen en
afweging van rechten van verschillende partijen en daarom hebben we dit
ingewikkelde rechtssysteem opgebouwd. Spreek ik hoger over voorspelbaarheid van
de rechter, dan is het niet zo dat ik als partij zomaar kan zeggen of ik in
mijn rechten hersteld zal worden, wel dat ik weet dat de afwegingen billijk
zullen zijn en waarbij niet alleen de letter van de wet in het geding is, maar
ook de context. Werd vroeger vaker gekeken naar de ogen van de machtigen, even
vaak werden ze op het einde van de rit toch nog op hun verantwoordelijkheid
gewezen. Perfect is het niet altijd, schoonheidsprijzen worden niet uitgedeeld,
maar efficiënt is het vaak genoeg, alleen geldt dat niet iedereen toegang heeft
tot onafhankelijke rechtspraak.
De ontevredenheid over het
rechtssysteem moet ons zorgen baren, dunkt mij, omdat op die manier het
vertrouwen in het bestel op de helling komt te staan. Daarbij moet nog
opgemerkt worden dat de aandacht voor het strafrecht en de discussies over
procedures in dat domein vaak onverlet laat dat burgerlijke en administratieve
procedures ons vaker kunnen vatten dan dat we partij zijn in een strafzaak, als
slachtoffer, of, God verhoede, als dader. Ook in arbeidszaken kan men partij
zijn, vanwege betwistingen met de werkgever, maar ook met instanties, zoals de
sociale zekerheid, mutualiteit, het Fonds voor personen met een beperking en
wat al niet meer. Nog eens, onze samenleving is complex en dus ook het
rechtssysteem en de vele instanties die mee instaan voor de goede werking
ervan. De zorg voor dat systeem is uiteraard de opdracht voor de overheid, de
magistratuur en toch ook van u en mij, al kunnen wij daar als individu weinig
aan veranderen. Maar ik merk dat als justitie en de rechtsbedeling al in beeld
komt bij verkiezingsdebatten dat het
alleen of vooral over het strafrecht en de openbare veiligheid gaat, over
opsluiten van criminelen groot en klein. Zelden gaat het over hoe men het systeem
kan verbeteren zodat ook voor burgerlijke zaken de gang van zaken tot voldoening
van partijen kan werken, dat wil zeggen, geen ontijdig afstel en voortdurend
uitstel omdat advocaten hun conclusies niet tijdig indienen – om procedurele dan
wel tactische redenen. Niemand die met justitie in aanraking komt, met de hulp van
een advocaat zal het ontgaan hoe termijnen voortdurend in het geding zijn, om
bepaalde rechten te vrijwaren of net aan te tasten.
De schier algemeen levende
gedachte dat het rechtswezen in grote ondernemingen zoals U-Place net ten
gunste ging van de bouwonderneming, bleek wel verrassend, want uiteindelijk
leek het bedrijf alleen te staan tegenover de wetgevende macht, de uitvoerende
macht en het gerecht, om nog van de publiek, dat vergeten was hoe weinig florissant
het gebied er bij lag, onder de viaduct van Vilvoorde. Mogen zij dan doen wat
ze willen? Uiteraard niet, maar als het rechtssysteem systematisch – in de ogen
van de betrokkenen – het milieurecht en andere overwegingen laat prevaleren,
zonder oog te hebben voor het akkoord over het plan de zwaar vervuilde gronden
alsnog te saneren, met het recht nadien een bouwproject op te bouwen, zal erkennen
dat het vertrouwen in de rechtsstaat eronder gaat leiden. Wie tegen hogere
machten vecht, kan ontgoocheld raken, maar in principe zijn de partijen in het
geding rond U-Place gelijkwaardig en gelijk voor de rechter. Dat de zaak zoveel
aspecten aan de orde stelt, mag ons niet ontgaan, het maakt een snel en helder
oordeel niet eenvoudiger, ook niet voor belanghebbenden.
Dat een slachthuis, ooit gebouwd
buiten de bebouwde zone van een gemeente plots door omwonenden die daar als
gevolg van verkavelingen in de loop der jaren gekomen zijn, maar er bij het
begin van het slachthuis niet waren, gaan klagen, is hun goed recht, maar de rechten
van de eerste gebruiker mogen toch niet over het hoofd gezien worden; bovendien
kan het zijn dat men de werknemers ook naar het stempellokaal stuurt, omdat de
bedrijfsleiding besluit dat het allemaal te omslachtig en onzeker wordt, onder
meer om uitbatingsvergunningen te verkrijgen van de gemeente of de provincie.
In een parlementaire democratie,
een rechtsstaat worden belangen van partijen niet naar willekeur bevorderd of ondergraven,
maar dienen argumenten en rechtsregels de partijen net tegen onvoorspelbaarheid
beschermd te worden. De overheid kan niet zomaar gronden of andere bezittingen
van bedrijven of particulieren naasten, onteigenen, maar dient daartoe
voldoende redenen te hebben – algemeen belang – en de betrokken eigenaren ook
behoorlijk te vergoeden. Soms ontstaan daar jarenlang aanslepende procedures
om, maar dat kan mensen kregelig maken en hen afwijzend doen staan tegenover
het bestel. Inderdaad een reden, motief om het vertrouwen op te zeggen. Het
belang van onafhankelijke rechtbanken, waarbij rechters v/m erin slagen de
belangen goed af te wegen en vooroordelen voor zoveel als mogelijk als zodanig
te onderkennen en dus gedegen te onderzoeken. Het belang moet zijn dat
ondernemers niet meer dan andere groepen in de samenleving afhaken.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten