Orban en de Hongaren aanspreken

 



Dezer Dagen

 

 



Hongaarse Opstand 1956 indachtig

 



Beeld van straatgevechten in Boedapest toen Russische troepen
de opstand in Hongarije smoorden in bloed. De opstand 
begon op 23 oktober en tegen 10 november was het afgelopen.

De Hongaarse kwestie anno 2021 begrijpen, lukt niet vanzelf. Wat is er aan de hand in Hongarije en hoe verhouden de andere lidstaten van de EU zich tot Hongarije, de regering en het beleid dat er gevoerd wordt? We kennen losse feiten, maar komen niet tot een begin van begrip omtrent het land en de bewoners, laat staan hun gemoedsgesteltenis. Hoewel het nog maar nauwelijks 65 jaar geleden voorgevallen is, blijkt het al welhaast vergeten, zeker in Europa, maar op een merkwaardige manier verwijst Orban er zelden naar in zijn eigen communicatie…

 

Het blijft verbazend vast te stellen dat constitutieve elementen van de Hongaarse geschiedenis en het zelfbeeld van de Hongaren nauwelijks onze aandacht lijkt te trekken. De relatie tot Wenen voor en na de oprichting van de autonome (deel-)staat in 1867, maar Hongarije was al deel van het Habsburgse kluwen van landen sinds 1521. En voordien was er een koninkrijk, dat in de 11de eeuw christelijk werd, maar waartoe ook in de loop van de tijd andere gebieden verbonden raakten, zoals Bohemen, waarbij de hiërarchie niet altijd duidelijk was.

 

Toen in 1989 in Timisoara in Roemenië de bom barste en Ceausescu zijn paleis en macht verloor om op kerstdag te worden geliquideerd na een schijnproces, werd nog eens duidelijk hoe grenzen in Midden- en Oost-Europa een bizarre geschiedenis hebben, waar men niet zomaar kennis over verwerft. Het punt is dat Hongarije kort na de val van het communistische bestel en van de USSR, de oude grenzen wilde herstellen, maar niemand zat te springen op een oorlog in dat gebied, waar nogal wat volkeren wonen met een eigen geschiedenis. De Duitstaligen vertrokken in 1990 en volgende jaren naar Duitsland, maar er waren Slavische broeders, Hongaren en wat al niet meer aan volkeren die er in de loop van de geschiedenis een thuis hadden gevonden. Voor mensen in het Westen blijft Transsylvanië het land van Dracula en Frankenstein, van vampiers en donkere wouden, voor ons blijft dat allemaal nogal mysterieus, terwijl er grosso modo een gelijkaardige ontwikkeling heeft plaats gevonden, behalve dan dat in 1945 Stalin het heft overnam, maar net in Joegoslavië, met Tito als iets later met Roemenië kon de suprematie niet gehandhaafd worden. In ‘t jaar 1956 kwam het Stalinisme wel hardhandig tussen, maar in de jaren 1980 leek het erop dat Hongarije opnieuw wat liberaler te zijn worden, met minder totalitaire controle van de samenleving en de burgers.

 

Het is dus van belang te lezen waar de opportunist en pragmaticus Victor Orban zijn inspiratie haalt. Vinden we niet onmiddellijk verwijzingen naar de opstand van 1956, dan is het wel nuttig dat hij ook niet nalaat de tijd van de USSR als een situatie voor te stellen die niet voor herhaling vatbaar is, maar de vijand is niet langer Moskou, wel Brussel. Dat was zeker zo in 2015, toen de vluchtelingencrisis Europa tot een stevig beleid dwong. Victor Orban putte toen, voor de verantwoording van de afwijzing van de vestiging van vluchtelingen, naar een belofte van Stalin en Churchill, dat de tijd van de veelvolkerenstaten voorbij was, dat Hongarije, Polen, Tsjecho-Slowakije, nu beide afzonderlijke lidstaten van de EU, homogeen zouden worden en blijven. In 1945 en 1946 werden de Duitstaligen Bohemen uitgezet, maar in Polen en Oekraïne werden respectievelijk de Oekraïners en de Polen verdreven. Orban wist heel goed en voor zeker dat een deel van de bevolking die oude belofte wel meedroegen, maar niet per se levendig koesterden.

 

In de debatten over Polen en Hongarije gaan wij er graag van uit dat er nog een scherp onderscheid bestaat tussen de grotere steden, vooral Budapest en voor Polen Warschau en het achterlijk geachte platteland. Is dat wel zo? Bij verkiezingen kan men in miljoenensteden minder directe controle uitoefenen, maar het is niet gezegd dat de individuele keuzes in provinciesteden en zelfs dorpen nog altijd verstoken is van alle contact met de buitenwereld. Er is immers toch het Erasmusprogramma en er komen werknemers uit Polen en Roemenië naar Europa, wat aanleiding geeft tot uitwisseling van ideeën. Arbeidsmigratie leidt dan wel soms tot feitelijke segregatie, helemaal onbekend met Europese mores kan men niet blijven. Toerisme leidt dan wel niet altijd tot intense contacten, soms wekt het zelfs enige animositeit tegen toeristen, maar toch, de modernisering komt wel mee.

 

Het is dus echt wel tijd om beter vertrouwd te raken met de landen die tot 1990 deel uitmaakten van het Pact van Warschau en nadien de weg naar Westerse waarden en ambities zijn ingeslagen. In 2004 lid geworden van de EU, werd onze blik op Hongarije niet echt verruimd. Ook al meen ik dat kritiek ten aanzien van Jaroslaw Kaszynski zeker gerechtvaardigd is, dan nog denk ik dat we ernstig tekortschieten, als het over onze kennis van en bekendheid met Polen, de Baltische staten, het aloude Bohemen of Hongarije gaat, want het is te gemakkelijk voor Orban en co om Europa en Brussel, maar ook de Europese opvattingen over gender en relaties als vijandelijk, paternalistisch voor te stellen.

 

Daarom denk ik dat de media meer in de diepte dienen te zoeken naar wat er in die landen gebeurd is. Graag mag ik Joseph Roth lezen en ook Stefan Zweig kan ik best velen, maar over de decennia na WO II mag het ook wel meer gaan. Van de opstand in de DDR in 1953 weten we nog nauwelijks iets, de gebeurtenissen in Poznan in 1956? De Praagse Lente? Zijn er nog mensen die dat meegemaakt hebben? Hoe denken zij over hun land, hun leven en samenleving? De aandacht voor WO II mag dan gewettigd blijven, het wettigt niet het gebrek aan aandacht voor de geschiedenis van die landen na 1945, maar net zo nuttig is het te zien hoe het er voordien aan toeging, hoe of er sprake was van een Industriële Revolutie, zoals in Tsjechië, waar al voor WO I een snelle industriële revolutie had plaats gevonden. Skoda was een naam, maar vooral een groot industrieel conglomeraat, dat ook Hitlers aandacht had gewekt en mee aanleiding was voor de naasting van Sudetenland. Dat hij zo de wapenfabriek Skoda kon inpalmen en de daar aanwezige tanks en munitie, speelde ook mee.

 

Hongarije werd in 1919 ook onafhankelijk maar verloor veel grondgebied dat in hun ogen, van de Hongaarse elite, van hen was. Frustratie was een drijfveer, economische beperkingen maakten de samenleving instabiel. De democratische invulling van het machtsconflict, de vorming van een rechtsstaat kwam maar niet van de grond. De machtsovername in 1948  door de communisten zorgde voor een sterk gezag, maar de Hongaren waren in Europa heulers met het nazisme en daar maakte de Communistische partij graag gebruik van, want het ging om een antifascistische oorlog, toch. Zoals Hannah Arendt in haar eerste van vele opmerkelijke werken schreef, kwam in beide grote bewegingen, fascisme/nazisme en communisme eenzelfde mechaniek en methodiek aan de orde die ze als totalitarisme bestempelde. Men heeft er vaak kritiek tegenin gebracht, waarbij opgemerkt kan worden dat de kritiek niet altijd inging op de vaststellingen van Arendt, bijvoorbeeld dat fascisme en communisme grote aandacht besteedden aan het incorporeren van de jeugd, de controle op de media en het uitschakelen van het publieke debat.

 

Vandaag lijkt het moeilijker figuren als Orban, Loekasjenko en anderen als dictators te presenteren, bovendien blijkt het moeilijk een ideologie achter hun handelen en mobiliseren te vinden. De idee van Orban zoiets als illiberalisme voor te stellen als een nieuwe ideologie, waarbij mensen de last van vrijheid niet hoeven te dragen, zoals de bestuurders niet meer met elkaar opponerende meningen aan de slag moeten. De opbouw van een nieuwe samenleving na 1989 lijkt nog altijd niet tot iets duidelijks te hebben geleid, omdat de machtsverhoudingen lange tijd niet zo evident aan het licht traden. Het ware informatief indien we beter zicht zouden krijgen hoe de bevolking met al die veranderingen is omgesprongen. Kan het dat Victor Orban als liberaal begon om te eindigen in een illiberaal discours? Uiteraard geeft opportunisme, geeft pragmatisme wel eens aanleiding tot een omkering van waarden, tot een verlies van inzicht. Toch kan men ook niet voorbij aan het feit dat zijn partij Fidesz er hoe dan ook in geslaagd is voldoende kiezers te vinden en te binden om geleidelijk de almacht te veroveren. De politiek van Orban ten aanzien van Europa maakt van Europa een baarlijke duivel terwijl de leiders van de oudere lidstaten zich nog weinig geneigd voelen tot diplomatiek taalgebruik. Voor Orban is dat een mooie winst, maar aangezien de burgers weinig of geen direct contact hebben met andere media – al zal men de inbreng van sociale platformen best niet onderschatten – kan zo een Mark Rutte of Alexander De Croo weinig meer uitrichten dan wat applaus in het thuisland. Bestaat er onderzoek naar de marktmacht van media onder controle van getrouwen van Orban?

 

Luuk Van Middelaar maakte duidelijk dat Europa, de Commissie een verhaal is van regels uitvaardigen en doen naleven en dat heeft Europa ver gebracht. Onder andere gebeurtenissen heeft de vluchtelingencrisis van 2015 duidelijk gemaakt dat de werking van de Europese Raad van Staatshoofden en regeringsleiders dat het politieke opnieuw een plaats kreeg, dus de vraag naar waar de macht ligt in Europa. Angela Merkel heeft de Duitse (economische) macht zelden openlijk uitgespeeld, maar wel laten resoneren, wanneer er spijkers met koppen geslagen dienden te worden. Dat heeft haar ook buiten Duitsland veel respect opgeleverd, maar lieden als Orban hebben daar op een perfide wijze gebruik van weten te maken. West-Europese burgers en politici gaan er vaak vanuit dat de ervaringen in de voormalige landen van het Pakt van Warschau hen immuun zouden maken tegen dictatoriale neigingen, maar wat heeft Merkel meegekregen van de opstand in de DDR in 1953? Hoeveel opstanden zijn er geweest, die nergens op uitliepen, omdat het Westen de afspraken van Potsdam in 1945, na Jalta de laatste poging om tot verstandhouding te komen? Ook wij kennen die ‘details’ niet of onvoldoende, om het gesprek aan te gaan. De opstand van 1956 in Hongarije en dan vooral Boedapest is grondig de grond in geboord door het Kremlin. Kan het zijn dat Orban beseft dat opstanden moeilijk op te zetten zijn, wanneer de geest van repressie de actieve herinnering heeft gesmoord? Moeten we wachten tot de macht in de goot ligt in Boedapest?

 

Nog eens, Europa heeft regels over concurrentiebeding en marktmacht, maar ik heb stellig de indruk dat in Hongarije de regels een perfide toepassing hebben gekregen, wat impliceert dat de marktmacht in de media wel degelijk verspreid is, maar er is bijvoorbeeld wel een agentschap dat de publiciteit controleert en afleidt, wanneer het om regime kritische platformen gaat. Dus, EU-commissie laat de antifraude-agenten aan de slag gaan, zorg dat de marktmacht in de media diversiteit niet smoort. Werk aan de winkel. Zet een Arte op voor de landen van de Visegradgroep, maar goed, die kunnen dan weer als “buitenlandse” ngo afgeserveerd worden.

 

Bart Haers

 

 

Reacties

Populaire posts