Schande van het illiberale bestuur
Dezer Dagen
Europa
uitgedaagd
![]() |
Suzanne Lilar, (Gent 1901 - Brussel 1992) was als schrijfster en essayiste een belangrijke verdedigster van Liberale waarden. |
Zoals de Brexit bewees dat het artikel 50 van de Europese verdragstekst onverwacht actueel kon worden maar ook in onvoldoende mate voorzag hoe het diende te gaan, zo bewijst de ondergraving van de Europese Rechtsstaat in Polen en Hongarije dat Europa op het eerste gezicht onvoldoende voorbereid is op een dergelijke ontwikkeling. Naïviteit zou men dat kunnen noemen, maar het kan eerder wijzen op wat Thomas Mann “Glaubensunwilligkeit” noemde, het niet willen bevroeden hoe ontwikkelingen, in het geval van Thomas Buddenbrook van de economische gang van zaken, in het geval de EU, hoe landen hun democratische ontwikkeling ombuigen in een illiberale samenleving.
Hoe kan Europa reageren? Politici, activisten, burgers
kijken verstoord toe hoe weinig wapens de EU kan bovenhalen, maar men was uitgegaan
van een Europa waarin humanistische, liberale waarden het fundament zouden zijn
van de EU en van de lidstaten. Men kan discussiëren over de invulling van die
waarden, men kan niet aanvaarden dat de fundamentele (negatieve) vrijheden in
het gedrang worden gebracht, zoals vrijheid van opinie en meningsuiting – daar mag
de staat geen preventieve censuur uitoefenen -, vrijheid van vereniging, vrijheid
van levensbeschouwing en vrijheid zich te begeven waar men wil. Freedom of Fear
moeten we ook wel toevoegen, valt te vrezen. Tijdens de coronapandemie heeft
men aan die vrijheden getornd, maar het was klein bier met de wijze waarop in
Hongarije via een wet het verbod werd uitgevaardigd over homoseksualiteit te
spreken in de aanwezigheid van minderjarigen; ook over geslachtsverandering mag
niet gesproken worden. De vrijheid van informatiegaring door burgers komt in
het gedrang – en de overheid waakt erover dat de nieuwsgaring door vrije
nieuwsdiensten onder controle blijft, om het met een understatement te zeggen.
Niemand had in 2004 kunnen of durven verwachten dat de nieuwe leden van de EU
na de ervaringen met dictatuur en onvrijheid opnieuw die weg zouden kiezen. In
zekere zin kan men het succes van PiS in Polen en Orban in Hongarije – en nog
een paar andere nare regeringsleiders – zien als een gevolg van een te snel
toetreden tot de EU, waar toentertijd nogal over van gedachten werd gewisseld,
maar het zegt wellicht ook iets over onze, West-Europese onbekendheid met de
ervaringen van de burgers in de nieuwe lidstaten.
Men merkt dat Hongarije, net als Polen economisch snel
gegroeid zijn en dat de welvaart kwam na een periode van onzekerheid en verval,
maar wie geboren werd rond 2000 heeft toch vooral de welvaart gekend en de
charmes van een open samenleving. De rol van de kerk, maar ook, als ik het goed
begrepen heb, van predikanten namens de Amerikaanse Evangelische Christenen,
die in Midden-Europa hun ding zijn gaan doen na de val van de muur, kan men
moeilijk negeren en het debat in de RKK over homoseksualiteit heeft dan ook een
politieke betekenis. Mij is nu niet duidelijk hoe de bisschoppen in Polen tegen
dat debat aankijken. Het gaat ten gronde over zelfbeschikking en daar is de RKK
nooit goed in geweest, maar ook politici zijn geneigd tot een uitgesproken
paternalisme, links zo goed als rechts. Het gaat om opvattingen over pastorale (zielen-)zorg
in plaats van het vermogen tot zelfzorg te ontwikkelen. In het geval van
pastorale zorg wordt gedrag aangedragen door externen, terwijl bij zelfzorg
mensen in gesprek met hun omgeving autonoom tot inzichten komen over wat goed
is. De aandacht voor wat in mijn jeugd nog afwijkend seksueel gedrag werd
genoemd heeft weinig uitstaans met de gedachte dat een evenwichtige
ontwikkeling van een persoon per definitie samen zou vallen met een specifiek
set aan fatsoensregels.
Men kan de evolutie in Polen en Hongarije niet enkel
bekijken in het licht van een reactionair beleid ten aanzien van seksualiteit,
hoe belangrijk de vrijheden op dat vlak ook zijn. Net zo belangrijk is het de algemene
visie van lieden als Victor Orban en Jaroslaw Kaszynski in Polen onder ogen te
nemen en weerwerk te bieden. De dualiteit van Europa als politieke unie komt
hiermee glashelder aan het licht, dualiteit als het erom gaat dat staten te
allen tijde hun soevereiniteit kunnen inroepen met het doel beleid te voeren dat
ingaat tegen de vrijheden die nu net de grondslag vormen van het Europa dat na
WO II de vrijheid opnieuw centraal ging stellen. De andere dualiteit is
geografisch, zoals men weet, Polen en Hongarije, maar ook andere landen hebben
een lastig verleden van veertig jaar onvrijheid achter de rug en toch kiezen
mensen, vaak bij gebrek aan vrije media – die dus niet door de overheid
gecontroleerd wordt – voor een illiberaal bestel.
Niemand in Europa die zich inlaat met de vraag in wat
voor samenleving we willen leven, moet de aanpak van Fidesz en Orban aanvaarden,
omdat men dan wel vrij is zich een opinie te vormen, dus ook tot morele
oordelen te komen, maar moet overwegen of dat oordeel zelf aan de normen van de
vrije samenleving beantwoorden. Doen mensen die zich met mensen van hetzelfde
geslacht seksueel uitleven schade aan de samenleving? Mits wederzijdse
instemming, klinkt het dan, maar dat was nu net de veronderstelling. Michel
Foucault, die zelf HIV opliep in dark rooms in San Francisco, wist dat men de
identitaire kwestie van homoseksualiteit niet te zeer diende oppoken, omdat dit
voor de homoseksuele mannen en vrouwen evengoed een beperking van de vrijheid
met zich zou brengen. In de “geschiedenis van de seksualiteit” onderzocht
Foucault nu net wat bepalend is aan de seksualiteit tussen mensen, wat
bevrediging en zelfbevestiging kunnen betekenen, maar ook waarom men daar zo
hard tegen fulmineerde.
Nu zou men, even de toga van de advocatus diaboli
aantrekkend, kunnen beweren dat in Europa tot in de jaren 1980 jongeren en
mannen, vaker dan vrouwen hard werden aangepakt door de handhavers, terwijl men
er ook psychiaters bijhaalde. Al in de vijftiende eeuw werden in Brugge
sodomieten aan- en opgepakt, zoals uit recent onderzoek is gebleken. In
Duitsland slaagde een journalist erin, rond 1900 vrienden van keizer Willem II
verdacht te maken, zoals in de zaak tegen Philipp zu Eulenburgh is gebleken.
Tegelijk zag men het gebeuren dat in Oostende, ten oosten van de havengeul, op
het strand voor Fort Napoleon mannen aan naaktcultuur deden en ook wel met
elkaar te doen hadden. Het was verboden, maar blijkbaar was er sprake van een
gedoogbeleid en werden er relatief weinig repressieve maatregelen genomen. De
heren in kwestie kwamen nogal vaak uit de Duitse buurlanden. Niet alle Pruisische
Junkers waren sabelslepers, zo te zien.
Hoe en wanneer in onze contreien homoseksualiteit minder
repressief werden behandeld en uiteindelijk na een periode van een hoge mate
van gedoogbeleid, tot het erkennen van rechten – huwelijk, adoptie – evolueerde,
blijft interessant. Het is behoorlijk recent, na 1980 op gang gekomen, maar
tegelijk merkte men dat het geweld tegen homo’s een grotere impact kreeg, omdat
homo’s in het straatbeeld nu eenmaal minder terughoudend of discreet bleken. Wie
Europese waarden wil inroepen, moet dus beducht zijn dat men zal verwijzen naar
de pas recent op gang gekomen emancipatie van homoseksualiteit en homo’s,
lesbiennes – die de term niet graag horen – en bijgevolg zal men de
waardendiscussie dan wel helder moeten voeren, maar ook in het besef dat
waarden niet eeuwig geldig zijn geweest.
Het blijft derhalve belangrijk dat we de ontwikkeling
van die waarden en de “Werdegang” van het Europese waardenstelsel – als dat al
zo samenhangend zou zijn – onder de aandacht blijven brengen. Ook de Hongaarse
politici in dienst van Victor Orban brengen immers het begrip vrijheid in
stelling om hun wetgeving ten aanzien van pedofilie in te stellen, maar het
werkelijke doel is uiteraard homoseksualiteit uit de publieke sfeer te
verdrijven. Met Hannah Arendt kan men stellen dat massaleiders, populisten
beginnen met “fact free” opinievorming om vervolgens aan te tonen dat er maar
een waarheid is, die waarvoor zij staan. Het begint volgens haar met een
extreme minachting voor de feiten bij de massaleiders, die vervolgens boudweg
stellen dat wie de macht heeft bepalen kan wat waar is. Zie ook George Orwell.
Europa, dat zijn wij, de burgers, hebben onze inbreng
te doen, waarbij we discussie niet schuwen, waartoe ook Griet Vandermassen
oproept. Tot inzicht komen op wat onze identiteit is, ligt niet besloten in een
stel tarotkaarten, noch in een horoscoop en ook niet geheel in onze genen. Er
is de biologische werkelijkheid, begrijp ik van Griet Vandermassen, maar ook
zij neemt aan dat we bij het opgroeien onze verlangens moeten leren kennen. Het
viel me altijd op dat er in het debat over geslacht als sociaal construct
mensen waren die hoog opliepen met Simone de Beauvoir, maar dat anderen (vooral
mannen) er geen zaak van wilden maken. Het feit dat het boek van Suzanne Lilar “Le
Malentendu du deuxième Sexe” nauwelijks nog bekend is, terwijl de Belgische
schrijfster zelf ook wel liberaal was en de zaak der vrouwen genegen, de
emancipatie ondersteunend en ook andere werken over liefde, seksualiteit
schreef, maken de kwestie een treffend voorbeeld van bedrijfsblindheid: eens men
een paus gekozen heeft, c.q. de Beauvoir, zal er niemand nog aanspraak maken op
de onbetwijfelbare waarheid. Ik kan niet beweren hoe mevrouw Lilar haar
inzichten ontwikkelde, maar net dat is het punt, men ziet er geen brood meer in
en zo sterven discussies een stille dood. Maar de waarheid van Simone de Beauvoir
over de tweede sekse lijkt ook niet alle vrouwen te charmeren, ook die raakt in
vergetelheid, behalve dan enkele frases die eeuwig herhaald worden, zonder
context.
Moeten we dan niet met grotere aandacht kijken naar
hoe onze inzichten over emancipatie, toch een van de drijvende krachten van de
negentiende en twintigste eeuw ontwikkeld werden en met aandacht voor de nieuwe
werkelijkheid die de emancipatie heeft geschapen voor arbeiders, voor vrouwen,
voor homo’s en lesbiennes, voor armen en een mentale agenda opzetten.
Natuurlijk speelt macht in het debat over waarden een rol, de priesters van
weleer konden onze generaties echter al niet meer de jongeren die wij waren
bereiken, tenzij naast vele andere inzichten. In landen als Polen wordt die
veelduidige realiteit evenwel steeds vaker onderdrukt.
Daarom zou men vanuit het Westen alles eraan moeten
doen om media mogelijk te maken die aldaar onderdrukt worden. Dat betekent ook
dat de wetgeving over ngo’s – die in Hongarije en Polen naar Russisch model
worden uitgerookt – teruggeschroefd wordt. Er is dus werk aan de winkel, maar
laat ons vooral de algemene vrijheden, de negatieve doen beschermen en ertoe
bijdragen dat onderwijs en media ertoe bijdragen dat de positieve vrijheid,
zoals onderwijs, media, boekenmarkt, vrijheid van vereniging hersteld worden.
En nog meer is nodig.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten