Kernuitstap verantwoord beleid?

 

Kritiek

 

 

 


Over politieke verantwoordelijkheid

Wat met de Kernuitstap

 

 

Kweekcentrale Kalkar in 2007
De centrale werd gebouwd maar stootte op zoveel
weerstand dat de regering van Noordrijn-Westfalen
er geen vergunningen voor wilde geven om de 
centrale te laten werken. 

De discussie en besluitvorming rond de kernuitstap en het alsnog openhouden van de twee jongste kerncentrales roept een oude vraag weer op, die van de politieke verantwoordelijkheid, van ministers in het bijzonder, maar meer in het algemeen van al wie zich met de publieke zaak inlaat. Tegelijk blijkt ook telkens weer hoe moeilijk het is te definiëren wat verantwoordelijk en onverantwoordelijk gedrag is. De kernuitstap is daarvan een goed voorbeeld. Zelf denk ik dat kernenergie een toonbeeld is van menselijk vernuft en tegelijk met zorg gehanteerd moet worden. Maar het biedt ook langdurig betaalbare energie, afhankelijk van beheersstructuren en de overheid. Wie handelde en handelt in deze politiek verantwoordelijk? De Vrijmaking van de energiemarkt is even dogmatisch als de kernuitstap zelf en dat zorgt voor complicaties.

 

Het was in de jaren zeventig een heftig punt van discussie, altijd weer tussen alternatievelingen en mensen die geloven in vooruitgang en techniek. We werden verteld dat kernenergie gevaarlijk kan zijn, maar ook dat het niet bijdroeg aan het “serre-effect”, de voorwaarde waarzonder geen leven mogelijk is op aarde, maar wel uit  de hand  kan lopen, zoals we nu al enige tijd merken. De exotische angst voor straling werd ook vaak aangehaald, ook als het om medische toepassingen ging, waardoor sommige mensen dachten dat men zou verschrompelen, zoals beelden van Hiroshima lieten zien. Dat was natuurlijk de centrale schakel voor elke redenering tegen kernenergie, want wat was nu juist de band tussen kernenergie en kernwapens?

 

Uiteraard berusten beide op dezelfde inzichten omtrent elementaire natuurkunde en de bevindingen van onder meer Albert Einstein, die met zijn Bijzondere en de Algemene Relativiteitstheorie aanleiding af tot onderzoek naar kernenergie op gang hielp, maar ook andere wetenschappers, theoretische natuurkundigen hebben hun bijgedragen geleverd, maar uiteindelijk moest men het nog in de praktijk testen. We kennen de brandbrief van Einstein aan president Roosevelt, toen hij vernam hoe verwoed de Duitse geleerden op zoek waren naar een bruikbaar wapen op basis van de kennis van de kernfysica. In een discussie heb ik prof. dr. Veltman ooit horen antwoorden op de vraag wat zoiets als het CERN nu bijbrengt, dat wetenschappelijk onderzoek nodig is, omdat elk onderzoek nieuwe onontkoombare vragen oplevert. Dat betekent dat we er telkens op vooruitgaan, maar dat vertaalt zich niet altijd in baten of winst. Overigens heeft de ontwikkeling van het CERN bij Genève ertoe geleid dat we nu vlot kunnen communiceren via internet, al zeggen we daar niet altijd de verstandigste dingen. De ontwikkeling van nucleaire technologie was zelf lang een theoretische kwestie, maar de experimentele natuurkunde zocht ook naar werkzame benaderingen.

 

Collegejongens in de jaren zeventig waren nog vol van het geloof in de vooruitgang, maar tegelijk ontstond, na de contestatie van de jaren zestig een nieuwe cultuur, waarbij het systeem systematisch onderzocht werd en contestatie tegen onder meer milieuvervuiling een groeiend draagvlak kreeg, wat onder meer leidde tot organisaties als Greenpeace, maar ook lokaal tot de “Groene Fietsers”, die later AGALEV werden, onder leiding van een Jezuïet, Luc Versteylen S.J., die niet direct een partij wilde worden, maar het onvermijdelijk wel werd en nu onder de naam Groen politiek bedrijft en nog steeds gedreven wordt door de beginselen van de beweging. Nu kan men best, zoals het mij altijd is voorgekomen een aantal van die inzichten best delen, want zoals Geert Buelens onlangs schreef, begon in 1972 een nieuwe era, met de publicatie van de Club van Rome, Grenzen aan de groei. Wie rondkeek in die tijd, jaren zeventig merkte dat rivieren dode vaak ten onrechte gekanaliseerde riolen waren geworden en beken vervuild door lokale industrie. Tegelijk kwam er de energiecrisis na de verloren oorlog door Syrië en Egypte in 1973. De olieboycot leidde tot paniek bij de beleidmakers, omdat men domweg niet wist hoe men de verschillende randvoorwaarden voor welvaart met elkaar kon blijven verzoenen, want er was wel sprake van elkaar tegensprekende doeleinden. De uitbouw van de kernenergie in België kon lang op een algemene steun rekenen, ook al omdat we ons niet altijd bewust waren van de risico’s, maar de bouw van de Kweekreactor van Kalkar in Duitsland aan de Rijn zorgde voor heel wat protest, die ertoe leidde dat de centrale nooit in gebruik werd genomen. Wie had er dan gewonnen, behalve de aannemers? Het verhaal van Kalkar, nu een pretpark, heeft me vaak beziggehouden, omdat mij maar niet duidelijk werd wat de kritiek nu te bieden had, want het doel was gebruikt uranium uit de klassieke centrales in te zetten voor nieuwe kernbrandstof, waardoor een deel van de kwestie van de verwerking van het kernafval opgelost leek te worden. Er waren risico’s aan verbonden, ook in verband met het plutonium dat mee geproduceerd zou worden en in theorie bruikbaar voor de aanmaak van kernwapens. Maar Duitsland, de BRD, België en Nederland waren gebonden aan het non-proliferatieverdrag dat de landen verbood actief het verwerven van nucleaire wapenproductie na te streven, maar wel kernenergie voor vreedzaam gebruik, waar Kalkar in paste. Uiteindelijk werd de centrale afgewerkt maar nooit in gebruik genomen, omdat de deelstaat Noordrijn-Westfalen de vergunningen weigerde af te leveren.

 

 

Gedurende jaren zegden de Groenen onder alle namen, van Ecolo tot Groen, Grünen… dat men niet moest vasthouden aan kernenergie want dat zou zwaar vervuilend blijken. In 2003 stemde men een wet die kernuitstap moest regelen, maar bij de verkiezingen dat jaar verdween AGALEV uit de Kamer, wat toch wel een duidelijk signaal had moeten zijn, dat de burgers geen vertrouwen hebben in de Groene recepten. Maar Groen en groene politici bleven even zelfverzekerd hun boodschap uitdragen, ondanks de zware nederlaag. Uiteraard speelde er meer, zoals de uitwerking van het Mestactieplan, dat de partij in de Vlaamse regering de uitbreiding van natuurgebieden voorstond, net als de kwestie van de mestoverschotten wilde aanpakken. De boeren waren niet tevreden, maar electoraal woog vooral de toon van de beleidspartij door, behalve in enkele steden zoals Gent. Partijen die het gewoon zijn oppositie te voeren, waarbij ze hard uit de hoek moeten durven komen om gehoord te  worden, kunnen in de regering, waar andere spelregels gelden, ten onder gaan aan hun discours.

 

Men spotte wel met Geert Bourgeois die alleen voor de N-VA in de Kamer zou zetelen, maar een jaar later haalde de N-VA al een behoorlijk resultaat, in kartel met CD&V. Met groen kon men niet spotten, of toch, want er zaten er in de Vlaamse Regering, tot mei 2004. Het blijft voor mij verbazingwekkend dat de traditionele partijen, ook CD&V de kans niet gegrepen hebben de wet te wijzigen, omdat steeds duidelijker werd dat het riedeltje niet klopte dat het loutere functioneren van kerncentrales de aanbieders van hernieuwbare energie zou tegenhouden te investeren. Bovendien werd toen een begin gemaakt met de vrijmaking van de energiesector en verkocht de federale regering de kroonjuwelen op dat vlak, de kerncentrales dus.

 

Het blijft een vraag – voor mij althans – waarom men nucleaire energie zo een kwaad hart is blijven toedragen, onder meer omdat er relatief weinig grote ongevallen – al dan niet door menselijk toedoen – bekend zijn. Three Miles Island, Tsjernobyl en Fukushima, toen een onderzeese aardbeving zorgde voor een tsunami en het overstromen van de nucleaire site. Daar is het la moeilijker te ontdekken waar de menselijke fout zich bevond, behalve in de keuze van de locatie, al is net de aanwezigheid van koelwater een vereiste. Dat Duitsland onder leiding van Merkel toen koos voor een drastische Energiewende blijft een moeilijk te ontrafelen voorbeeld van overhaaste politiek, want nu blijkt Duitsland toch te moeten kiezen voor het openhouden van de kerncentrales en enkele te heropenen. Toch kan men niet  a priori spreken van onverantwoorde politiek, tot men ziet hoeveel heisa er ontstaat als in de regio tussen Aken en Düsseldorf, als daar een dorp moet wijken voor bruinkoolwinning in de dagbouw. Klimaatactivisten trokken in 2021 naar Garzweiler om een dorp te redden, maar men is ook gekant tegen windmolens, hoogspanningslijnen en wat al niet meer.

 

Het punt is dat we een beter zicht zouden moeten hebben op de reële mogelijkheden van de energiedragers, van bruinkool tot zonne-energie, maar ook de productiekosten en -lasten voor het milieu, want daar gaat het zelden om plotse crisissituaties, die net wel mediageniek blijken, waarbij dan een facet overbelicht wordt en de rest, dat is de omgevingsfactoren niet ter sprake komen.  Opgegroeid in een tijd dat er nog sprake was van wetenschappelijk optimisme, zagen we ook de kritische punten in het verhaal, waarbij we moesten leren denken over welke parameters we in het oog zouden moeten houden. Toch evolueerde het politieke debat naar een dovemansgesprek, waarbij niet meer over te bereiken doelen werd gesproken, wordt gesproken, maar enkel of iets groen is of niet. Daarmee helpen we niemand vooruit, noch de klimaatactivisten, die wel eens mogen uitleggen wat voor energiemix ze willen – en wat voor landbouw – maar ook ondernemers en burgers die hun verwachtingen en aannames in het  gedrang zien komen.

 

De keuzes die de politiek maakte na de aanzet van de Europese interne Markt, met de eenheidsakte en vervolgens het doordrijven van de globalisatie, waar bedrijven gingen delocaliseren, waardoor men de behoefte aan elektriciteit ging verlagen, tot bleek dat huishoudens en bedrijven niet minder maar meer elektriciteit zouden gaan gebruiken, naarmate de toepassingen van digitale omgeving toenamen en toenemen. Men spreekt over 5G en dat zal het datatransport alleen maar exponentieel doen toenemen. Verschillende grote spelers op die markt, zoals Google en Apple hebben eigen krachtcentrales nodig om datacentra ongestoord te kunnen laten draaien, een voorwaarde om AI-toepassingen bedrijfszeker te maken, zoals het verkeer tussen apparaten, een gsm en de airfryer om maar iets te zeggen. Het komt mij voor dat men die evolutie onvoldoende in rekening heeft gebracht, wel beseffend dat we de energiezuinigheid van dat alles niet over het hoofd mogen zien. Er zijn dus verschillende evoluties op gang gekomen, zoals ook de toename van het aantal elektrische auto’s, die het verbruik en de behoefte bepalen, sommige wijzen op een dalende behoefte voor bepaalde apparaten, maar de toename ervan in het huishouden en de industrie zorgt dan netto voor een sterke toename. Wanneer zal men die evoluties in een synthese belichten en nagaan wat de evolutie van de behoefte is.

 

 

Daarnaast zien we dat zowel in Europa als de VSA de ontwikkeling van Kernfusie opnieuw in een versnelling lijkt te komen, nu in de verschillende onderzoekscentra nieuwe stappen werden en worden gezet. Mocht dat project ertoe leiden dat we met kernfusiecentrales in onze energie zullen voorzien, dan zal men nog moeten gaan nadenken over hoe die nieuwe technologie beheerd zal worden en wie er de revenuen van zal ontvangen, wie met andere woorden macht over de in theorie eindeloze energieproductie zal verwerven.  

 

Blijft dan de vraag of de Kernuitstap waartoe Paars-Groen in 2002-2003 besloot wel een verantwoorde beslissing was. Men kan niet altijd in de toekomst kijken, zeggen wijze lieden, men kan ook niet zomaar uitgaan van een betere toekomst, zelfs al is men overtuigd van de juistheid van de eigen uitgangspunten. Maar er bestond gewoon geen discussie over kernenergie, namelijk de partijgangers van nucleaire kennis, er waren de tegenstanders en daartussen een grote massa mensen die niet geïnteresseerd zouden zijn in kernenergie en politiek in het algemeen.

 

Dat beeld heeft Groen altijd weer gehanteerd om de eigen standpunten als beter voor te stellen, zonder dat er kritiek aanvaard werd, want die was uiteraard afkomstig van betrokkenen en belanghebbenden. Natuurlijk woeden er in een open samenleving debatten en discussies, over ethische kwesties, over techniek en technologie, over oorlog en vrede, over de betekenis van identiteit en natie, want het zijn onderwerpen die ertoe doen, want ze kunnen worden ingezet in het politieke gevecht om macht en zetels. Ook energie is een kwestie waarover men best niet lichtvaardig oordeelt. Terwijl de postbedrijven lijden onder de toename van de digitale post, e-mail en andere, ziet men ook dat zij profiteren van de hausse in de e-commerce. U begrijpt met mij dat het al lang niet meer gemakkelijk is problemen te identificeren, laat staan dat een oplossing voor de hand zou liggen. De Kernuitstap was een politiek “goedkoop” cadeau van Paars aan de Groenen, die het naderhand ervoeren als een afgang, want bij de verkiezingen van 2003 verdween Agalev uit het Federale Parlement. Dat wil niet zeggen dat de partij irrelevant was geworden, want een oorzaak van die electorale opdoffer was nu net de instelling van een kiesdrempel, van 5 % waarmee Guy Verhofstadt en Elio di Rupo dachten het electorale landschap veilig te stellen voor nieuwkomers. Maar zie, Groen keerde terug, N-VA werd groot, groter en zelfs grootst, maar ook Vlaams Belang ging na een hoogtepunt in 2003 naar een dal en recent weer omhoog, terwijl de liberalen en de socialisten – niet enkel te onzent – zwaar af te rekenen hebben met kiezers die hun kazak keren, om welke redenen dan ook.

 

N-VA was niet pro kernenergie in beginsel, maar toen men merkte dat er een opvallend aantal kiezers de kernuitstap betreurden en de toekomst, met de jaren steeds donkerder zagen worden, kreeg onder meer Kamerlid Bert Wollants meer kansen zich in het debat te mengen en de aanvallen op de kernuitstap te coördineren. De vergissing van de centrumpartijen, dat de kernuitstap zich zou uitbetalen, wordt nu, door onverwachte gebeurtenissen – wat heet, sinds 2014 is Moskou op oorlogspad – gelogenstraft. Een verantwoord beleid omtrent energiebehoeften kan er niet mee volstaan te vragen aan burgers minder energie te consumeren, want dan brengt men andere sectoren ook in gevaar, zoals de cultuursector, die afhangt van digitale communicatie, ticketverkoop, uiteraard de bouw van podia, belichting en transport. En ja, zelfs Jan Jambon zal moeten instemmen met de vaststelling dat de Vlaamse culturele sector ook een belangrijk exportproduct is geworden. Het is wel handig als we de economie en het beleid in sectoren kunnen opdelen, het is evenwel ook zo dat we dan niet aan de verwevenheid mogen voorbijgaan, van al die sectoren. De landbouw zorgt voor stikstofuitstoot, maar ook daar zitten velerlei belangen, die men niet zomaar kan opofferen, zoals het beheer van landschappen, dat als gunstig gevolg kan hebben dat overstromingen minder zware gevolgen zou hebben. Kan, want hoe of de landbouw erosie tegengaat is lang niet meer zo duidelijk. Het is dus net zo nuttig beleid goed voor te bereiden en als er spaanders moeten vallen, moet men dat omzichtig doen, opdat de betrokkenen zich niet afgewezen weten door de politiek, zoals Nederlandse en Vlaamse boeren laten blijken. En ja, er was sprake van biomassacentrales, maar waarom die geleidelijk uit de mediatieke aandacht verdwenen, is me nog altijd niet duidelijk. Is het echt ongeoorloofd te vragen waarom zovelen de voordelen van kernenergie niet zwaarder konden laten wegen dan nadelen, echte en vermeende?

 

Bart Haers

Reacties

Populaire posts