Referendum als demagogisch instrument
Dezer
Dagen
Ochi, neen, werd het dus
Over
waarheid spreken bij de nieuwe Grieken
&
hun bondgenoten
De
dag kwam en de Grieken mochten, moesten gaan stemmen. Ondanks de opkomstplicht gaven
slechts veertig procent van de stemgerechtigde Grieken hun stem daadwerkelijk.
Wie ging stemmen en op welke gronden? Nu, mensen volgen terecht hun intieme
overtuiging, waardoor we nooit zullen weten wat de afwegingen waren. Zestig
procent legde wel de wet naast zich neer... of zou het zo zijn dat de
opkomstplicht niet geldt. Hoe dan ook, een meerderheid stemde niet en ook daar
kennen we de afwegingen niet.
Het
betekent wel dat een meerderheid niet te kennen gaf wat er gebeuren moet en
wellicht kan men dat begrijpen als een gevolg van de verwarring die ontstaan is
de afgelopen week: wat was nu de inzet? En hoe moeten we die kaderen Laten we
maar meteen stellen dat het IMF sinds 1944 geen onbesproken parcours heeft
gelopen, maar dat anderzijds het aantal gevallen waarin het IMF het landen
daadwerkelijk mogelijk heeft gemaakt diepgravende crises te overwinnen,
moeilijk speurwerk vergt. Het IMF en de economen die er werken hebben wel eens
de indruk gewekt dat ze de toekomst nagenoeg onfeilbaar kunnen voorspellen en
dat heeft de instelling ook wel zuur opgebroken. Maar al werd in 1973 de vaste
verhouding dollar-goud losgelaten, de goudstandaard, het systeem van zwevende
wisselkoersen bleek nadien best houdbaar, al konden landen nu ook daadwerkelijk
ervaren wat hun beleid voor gevolg had voor de munt. Niettemin, deze externe
autoriteit, het IMF, kon voor regeringen die een grondige hervorming wilden
doorvoeren van het staatsapparaat wel degelijk een flinke steun in de rug
betekenen. Echter, als iedereen inzag dat zo een hervormingen nodig waren, dan
konden regeringen nog obstinaat alles bij het oude laten. Het is op dit terrein
dat vervolgens onder Reagan de Washington Consensus vorm kreeg, met vuistregels
voor behoorlijk bestuur. Onder meer diende men af te zien van corruptie,
corporatisme en cliëntelisme. Hoewel maar weinig landen effectief perfect
scoren op wat men het ideale functioneren van een overheid en derhalve van een
ideale democratie zou kunnen noemen, werd en wordt in veel landen nog altijd
gepoogd de rekrutering voor het overheidsapparaat zo objectief mogelijk te
laten gebeuren, de omvang van het
apparaat onder controle te houden en de ambtenaren de uitvoering van de
wetgeving zo autonoom mogelijk toe te vertrouwen. De wetgeving is een kwestie
van een politieke keuze, telkens weer, maar de uitvoering moeten politici niet
ter hand nemen, noch via briefwisseling, in de boudoirs van de macht of via
andere vormen van tussenkomst. België en Vlaanderen werden ooit geteisterd door
politiek dienstbetoon, in parochiezaaltjes, volkshuizen of ten huize van
politici.
De
Griekse regering, Tsipras en de afgetreden minister van financiën hebben ruiterlijk
erkend dat Griekenland decennia lang geen behoorlijk bestuur kende, maar zij
willen mordicus en voor geen geld ter wereld de logica van goed bestuur
doorgang laten vinden. De Grieken heten een trots volk, maar koppigheid aan de
dag leggen mag niet altijd een blijk van wijsheid heten.
Laat
nu net Alexis Tsipras graag spreken als een alwetende wijsgeer, die zijn volk
uit de ellende zal halen, maar hij negeert niet enkel het feit dat hij daarvoor
de burgers van de andere lidstaten laat opdraaien, maar vooral dat hij vooral
in wezen de rechtsstaat en het particuliere bezit ter discussie stelt.
Eigendomsrechten zullen hem als rechtgeaarde communist een doorn in het oog
zijn, niemand kan toch vergeten zijn dat geen enkele staat, gebaseerd op de
recepten van Marx en Lenin, van Mao, Pol Pot en Castro erin geslaagd is de
eigen burgers een kans te geven bestendige welvaart op te bouwen.
In
deze zin moeten we vaststellen dat de waarheid in de hele afgelopen periode de
minste van de zorgen was voor de Griekse premier, maar ook niet voor zijn sympathisanten
in Europa. We hebben het hier niet over heilige, onveranderlijke waarheid,
gedreven in het marmer. Neen, het gaat om enerzijds kwesties betreffende de
staat, de relatie tussen burgers en overheid en wat een regering, een overheid
voor het welzijn van burgers kan betekenen. Die waarheden zijn eerder
contingent en vergen vanwege overheden en vanwege burgers grote oplettendheid,
al mag men van burgers een zekere nonchalance aanvaarden die overheden zich
niet kunnen veroorloven.
De
vraag in de Griekse kwestie is nu of en hoe men het welbevinden van burgers kan
optimaliseren. Toen Polen twee decennia geleden goed en wel verlost was van de
communisten, trokken velen naar het oude Europa en vonden hier emplooi en
kansen, maar geleidelijk verbeterden de omstandigheden in Polen en na wat
zoeken over de beste manier om het particuliere belang en het algemeen belang
met elkaar te verzoenen, bleek Polen best in staat om een vrije, democratische
rechtsstaat vorm te geven. Er waren nationalistische opflakkeringen, maar
geleidelijk kon Polen, meer dan andere staten in de regio, de krachtlijnen van
goed bestuur doen zegevieren en keerden vele Polen terug naar hun heimat om
daar aan de weg te timmeren. Zullen we deze paramater ook voor Griekenland
kunnen hanteren? Komt er ooit een moment dat de ondernemende jonge Grieken die
nu overal in Europa een goede job wisten te versieren er heil in zien terug te
keren naar hun land van herkomst, de heimat van de democratie? We willen het
wel hopen, maar hebben er nu wel een hard hoofd in.
Als
ik schrijf dat ook in deze, de afgelopen week de waarheid erg te lijden had
onder het strategische en tactische discours van de Griekse leiders, dan moeten
we erkennen dat sommige leidende figuren in Europa ook niet altijd de zin voor
nuance en begrip voor de situatie aan de dag legden. En toch gingen Alexis
Tsipras en Varoufakis het verst in hun omwringen van de waarheid. Ze hadden
duidelijk hun doelen gesteld en wisten dat ze alles konden, mochten doen om hun
doel te bereiken.
Toch
is het dat wat me gisteren het zuurste klonk, zonder dat er enige kans was ook
iets zoets te proeven, dat men, Karel De Gucht, Tsipras en anderen het nodig
vonden te vergeten dat al gigantische bedragen in de Griekse put gegooid waren,
tart alle verwachtingen. Dat in december vorig jaar de perspectieven op een
redelijke groei, 3 %, in het verschiet lagen en dat de verkiezingen en de
politiek van Tsipras de boel helemaal in de war brachten, vergeet men.
Evenzeer, denk ik, vergeet men dat Tsipras een hoger doel dient, de
democratische, liberale samenleving de nek omwringen. De strijd om de
hervormingen, het lidmaatschap van de EU en de Eurozone, dat alles verbergt
nauwelijks dat Tsipras, zoals Podemos en de aanhangers van Chavez in Venezuela
de liberale democratie het liefst voor een nieuwe Leninistische samenleving
willen inruilen. De armen zullen er niet meer kansen om krijgen, uitverkoren
uitzonderingen niet te na gesproken.
Als
Europeaan, als democraat en als klassiek liberaal, die gesteld is op een
degelijke maar duurzame welvaartstaat ben ik niet geneigd dat pad te volgen.
Als dus in de Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers de groenen en de
kerels van de PVDA + de boel op stelten zetten, kan ik dat begrijpen - maar
niet goedkeuren, maar als de SP-a, de vriendjes van de Sint-Michiel van de
Fiscale fraudedraak John Crombez dit doen, dan breekt mijn klomp.
De
waarheid is dan heel contingent maar niet minder overdonderend: dit is een
strijd tussen maatschappijmodellen en daarbij kunnen wij, Europeanen geen
buitenstaanders zijn. We zijn betrokken partij en als we eindeloos kunnen
debatteren over politieke keuzes dan niet over het belang van de democratische
rechtsstaat en parlementaire democratie. Dan moeten we dat model wel
verdedigen. Ook ik heb problemen met het beleid van Cameron en van de heer
Wilders, Marine Le Pen en Victor Orban heb ik niet zo een hoge pet op, maar het
model, dames en heren, dienen we toch te verdedigen tegen zo een aanvallen.
Zouden
de vrienden van Tsipras echt voor democratie staan en de vertegenwoordigers van
de Instituties, de EU, de ECB en het IMF alleen maar boekhouders zijn? Zonder
een goed huishoudboekje kan men snel in de verdoemenis terecht komen en is er van
democratische keuzes voor grote infrastructuurwerken of degelijk, behoorlijk
onderwijs geen ruimte, laat staan voor een duurzame sociale welvaartstaat: het
geld moet ook verdiend worden.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten