Nieuwe democratie of verder krasselen
Kleinbeeld
Democratische spelregels
David van Reybroeck en de representatieve, sorry
deliberatieve democratie
Er
bestaat veel ongenoegen en onbehagen over de democratie en sommige
intellectuelen zijn voltijds bezig de spelregels te veranderen. Omdat de
resultaten van het spelletje zoals we het nu kennen niet meer voldoen? Het
blijft opmerkelijk dat men de ongerijmdheid niet zien kan van zo een
benadering: de resultaten zijn niet wat we wensen dus we moeten de
democratische spelregels hervormen?
Democratische
instellingen komen niet uit de lucht vallen, kennen een lange ontwikkeling en
soms verkeren ze in hun tegendeel of slaagt een of andere macht erin die
instellingen naar eigen hand te zetten. Zo was de strijd tussen lokale,
autonome besturen en het centrale gezag in Brussel, Parijs, Londen of Madrid
gedurende een paar eeuwen een voortdurend aftasten, verliezen en winnen van
terrein. In de Duitse landen lag het enigszins anders, met de vele kleinere
vorstendommen en vrije Rijkssteden, zeker na 1648, maar zelfs toen Pruisen
groeide, na 1700 begon er ondanks de politieke eenheid toch een redelijk
verscheiden ontwikkeling in het Westen, het Rijnland en het Oosten, Pommeren en
Pruisen. Verscheidenheid zit Europa in de genen en te veel standaardiseren kan de
ontwikkelingen ook fnuiken. Het blijft de grote uitdaging voor Europa om verscheidenheid
en samenwerking te verzoenen zonder tot een eenheidsworst te komen. Het concept
van het Europa van de regio's bevat ook de component samenleving, voor zover
een regio slechts een geografisch, economisch en politiek samenhangend geheel
vormt, wat in de visie van regionalisten doorgaans niet het geval is.
Hongarije
maar ook de andere landen van de Visigrádgroep hebben af te rekenen met een
oude belofte, door Stalin en Churchill gedaan na WO II en via het proces van
Displaced Persons uitgevoerd, waarbij miljoenen over de wegen werden gestuurd,
vooral Duitstaligen, die in Praag of Breslau niet meer welkom waren. De
verschuiving van het Poolse territorium met zowat 200 km was er ook niet vreemd
aan, maar er werden ook Polen uit Oekraïne en Witrussen uit Polen weg gejaagd.
In Tsjechië heeft Edward Benes er zich voor ingezet, zonder te zien hoe hij de
agenda van Stalin en diens medestanders in Praag uitvoerde. Toen Vaclav Havel
hierop terug kwam, in 2002 en dit een misdaad heeft genoemd, waren velen, ook
in het Westen geschandaliseerd, terwijl de zuiveringen in Praag en Bohemen van
Duitstaligen de homogenisering in de hand werkte, die nu nog bestuurders en
burgers drijft en dat vormde behalve een onrecht tegenover die Duitstaligen,
inclusief overlevende joodse mensen van de holocaust, ook een verarming van de
Tsjechische samenleving. Daar kwamen bij
mijn weten geen referenda aan te pas en geen moment van deliberatief overleg,
want het ging om brute macht.
David
van Reybrouck zat in De Wereld Draait Door (3 oktober 2016) uit te leggen dat
verkiezingen geen oplossingen brengen, maar het blijft de vraag wat het
probleem is. De democratie werkt niet altijd naar behoren, zegt men dan en dan
vraag ik mij af of dit aan de burgers te wijten is, dan wel aan politici of
commentatoren, analisten, experten die niet meer zien dan hun eigen domein.
Sinds den Donald (Trump) aan ons werd opgedrongen, met al dan niet nuttige
verschijningen in de media zou men kunnen zeggen, stop de persen, geen
verkiezingen, Hillary krijgt de macht. Sinds de Brexit bracht wat we nu weten
van hetzelfde, stop de persen, stop het leuteren, het UK uit de EU en verder
business as usual. Er is veel woede in het UK bij mensen die niet begrijpen dat
Londen zo ver denkt af te staan van het continent. De migratie zorg blijkbaar
in Londense scholen voor een verbetering van de schoolresultaten, dat wil
zeggen, de leerlingen zijn meer gemotiveerd dan de Britse jeugd, die de
hopeloosheid van hun situatie zouden hebben ingezien, zoals onder anderen
Theodore Dalrymple heeft aangestipt. De democratisering van het onderwijs, van
het hoger onderwijs en de universiteit is mislukt, zegt de rector van Hasselt,
maar hij kijkt dan naar de afgelopen dertig jaar. Als we bekijken hoe over 120
jaar de evolutie is verlopen, dan merkt men dat geleidelijk het aantal
leerlingen in de humaniora is toegenomen tot in 1971 het VSO werd uitgerold, om
de democratie te bevorderen. In 1983 stemde men de leerplicht tot 18 jaar op
voorstel van Daniël Coens die zo ook de jeugdwerkeloosheid kon inperken, maar
ook jongeren extra slaagkansen meegaf. Was dat een wijs besluit? Visionair was
het wel, maar het onderwijsprogramma werd niet echt aangepast, of beter, de
sterke richtingen werden enigszins verdacht gemaakt terwijl in het verleden
innovatieve verbeeldingskracht goed verspreid zat: ijzersmeden konden net zo
goed als ingenieurs met nieuwe producten voor de pinnen komen. De klassieke
humaniora, met veel talen en wellicht wat te weinig wiskunde, fysica en
scheikunde had niet zo een grote verandering hoeven te ondergaan. In de
Latijn-Griekse humaniora kregen we ook te maken met afgeleiden, limieten en
sinusoïde en bijgaande functies. De weg naar wiskundig inzicht lag open.
De
democratie is sinds 1919 of 1946 grondig gewijzigd omdat de deelnemers, burgers
dus, veranderd zijn, hoger geschoold zijn en vaak ook onderlegd in een of ander
vakgebied. Het wantrouwen tegenover politici nam toe, maar toch, politici zijn
vooral verbolgen als burgers verkeerd stemmen. Zegt David van Reybroeck daarop:
de mensen moeten goed geinformeerd worden en dat kan niet via de media. Zet men
tien of twintig mensen samen met politici en experten en na twee dagen
redekavelen komen ze tot andere inzichten, als ze maar goed geinformeerd
worden. Wie evenwel bepaalt wat dat zou betekenen? Ik vrees dat hier een
bepaalde keuze voorondersteld is geworden. Natuurlijk kan men zeggen dat
Venezuela een ramp is voor de middenklasse en tegelijk gefascineerd toekijken
hoe een potentieel welvarend land door de verkrachting van de democratie nu wel
vooral ellende over de mensen, arm en rijk uitstort in de vorm van stockbreuken
voor levensnoodzakelijke goederen. Maar zijn de burgers aldaar goed
geinformeerd? Men zegt dat er sprake is van staatscensuur.
Het
klopt dat men disfuncties kan aanwijzen en dat de besluitvorming niet altijd
even rationeel is. Moet Europa elke jongeren een maand gratis door Europa laten
reizen? Het Erasmusprogramma brengt jongeren die ervan genieten veel aandacht
voor Europa bij en voor de andere samenlevingen, volkeren... Maar Europa
worstelt met haar legitimiteit omdat de besluitvorming over verschillende
tafels telkens weer onbesproken blijft. Een Europese geloofwaardige politiek
ontwikkelen begint in de lidstaten, waar politici graag zichzelf loven omdat ze
Brussel van iets weerhouden hebben, dat ze even voordien op aangeven van hun
adviseurs wel hebben gestemd. Hoe zou men een representatieve groep mensen
kunnen uitloten om namens ons over Europese dossiers te beslissen?
Maar
ook in Vlaanderen zou men het kunnen verzinnen dat enkele experten Ruimtelijke
ordening of hoe het academisch ook mag heten mensen mogen uitleggen dat we maar
beter allemaal in steden kunnen gaan wonen, in woontorens en het platteland
opnieuw bebossen. Houdt men dan rekening met bijvoorbeeld kapitaalvernietiging?
Is ons land, België als geheel dus of Vlaanderen al niet een deel van een
megalopolis en is het wel nuttig het aansnijden van nieuwe verkavelingen met
grote zorg aan te pakken, maar tegelijk kan men de densiteit nog nauwelijks
verhogen zonder mensen met psychische problemen op te zadelen. Hoe zal men dat
debat voeren?
Of
moeten we het echt hebben over de wijze waarop in het onderwijsdebat - vooral
nopens hervormingen van het secondair onderwijs - steeds dezelfde stemmen te
horen zijn die een aartshekel hebben aan algemeen vormend onderwijs - op zich
al een bastaardterm - terwijl ze nooit spreken over het succes van het
gespecialiseerde onderwijs zoals het topsportonderwijs en het Voltijds
Kunstonderwijs in het KSO. Hoe zou zo een debat onder lotelingen verlopen? Dat
politici af en toe moeten denken aan het feit dat ze graag herkozen willen
worden, mag zowel een nadeel als een voordeel heten, want strijkt men te vaak
de kiezer tegen de haren in, dan loopt het fout. Groen kan rekenen op een
redelijk goed gevormde kern van overtuigden, die langzaam toeneemt, omdat er
ook veel gelovigen afhaken, als ze de realiteit van het werkelijke leven
verkennen en er de goede kanten van zien. Het voordeel van het feit dat
politici hun herverkiezing niet uit het oog mogen verliezen is dat ze
excessieve keuzes terzijde laten. Groen zat van 1999 tot 2003 in de Kamer en
plots was er geen verkozene meer over, omdat de mensen hun beleid, in het
Vlaams parlement en de Vlaamse regering niet accepteerden. Bij gebrek aan goede
info? Of omdat burgers merkten dat die besluiten al te vergaand waren.
Want
in wezen is het dat wat David van Reybrouck wil, dat mensen juist geinformeerd
zijn en tot de juiste afwegingen komen. De man heeft een doel, nobel
ongetwijfeld, maar toch ook wel behoorlijk paternalistisch: mensen moeten, als
ze goed geinformeerd zijn bereid blijken mee te werken aan het Utopia dat van
Reybroeck in gedachten heeft. Zoals wel meer wereldverbeteraars ontgaat het hem
dat een democratie inderdaad geen specifieke doelen voorop kan stellen. Omdat
de vrijheid van mensen, ook het recht om te dwalen behoort ertoe, eindeloos
moet heten, hebben we het politieke kader van parlement, regering, ambtenaren
en een kiescollege in het leven geroepen. Elke vier, vijf jaar een stem voor
een lijst of een kandidaat uitbrengen mag niet veel lijken, wil men het goed
doen, dan moet men de nieuwsstroom wel volgen, met die beperking dat men
tegelijk van de waan van de dag afstand dient te houden.
Kan
ik de media maar moeilijk als vierde macht erkennen, mediabedrijven zijn nodig
om ons bij te staan in onze informatievoorziening. Alleen, in een aantal
concrete dossiers merkt men hoe mediamensen veel meer een consensus
representeren dan men in een democratie zou verwachten, althans, dat is zo in
Vlaanderen waar journalisten en redacteuren van de ene krant naar de andere
omroep lopen, ook al lijken ze geen affiniteit te hebben met dat medium of het
publiek van dat medium. Ook trivia in kranten zijn vaak interessant als
graadmeter van de popularisering van een medium. Een huis-tuin-en-keukenmoord
door een politicus gepleegd is niet belangwekkender dan een andere en toch
krijgen we elke dag verslag uit de rechtszaal.
Wat
een democratie uniek maakt en wellicht tot het betere bestuursbestel, blijft
het feit dat mensen in eer en geweten en vrij hun stem mogen uitbrengen, al
begrijpt men die voorkeuren niet altijd. Maar het klopt dat de democratie ook
meer behelst dan het mogen en kunnen stemmen, want het gaat aan de ene kant om
competitie en concurrentie, aan de andere kant om vertrouwen en het geloof dat
anderen het ook goed voorhebben. Democratie veronderstelt ook vrijheid voor
personen om zich in te zetten voor persoonlijke doeleinden én voor
maatschappelijke doeleinden, zoals bijvoorbeeld studeren over hoe het allemaal
werkt.
Heb
ik een zekere sympathie voor David van Reybroeck, dan maken diens uitlatingen
over het falen van de democratie vooral een verwarde indruk, omdat men
natuurlijk zou wensen dat er meer gesproken werd over het publieke, het
politieke en de res publica. Maar moet men daartoe gemachtigd zijn van bovenaf?
Ik denk dat er in Vlaanderen wel vaak over politiek en over concrete kwesties
gesproken wordt, soms wat verbitterd, zoals de vraag of elk stuk grond dat
aangesneden wordt archeologisch onderzocht moet worden. Dat kost geld voor de
bouwheer en de bouwondernemingen en dus voor de eventuele kopers valt een kavel duurder uit, een ietsepietsje. Maar men weet
vaak waar de archeologische vindplaatsen te situeren zijn - op terreinen
namelijk waar sinds een aantal eeuwen de bewoning zich geconcentreerd heeft.
Dat men archeologisch waardevolle sites wil verkennen en onderzoeken, kan men
begrijpen, maar dat men elke verkaveling zou moeten onderzoeken, blijft nog
maar de vraag. Voor de democratie is een maatregel vooral acceptabel als die
proportioneel is en als zodanig ook ervaren wordt. Hoe zal men met verkozenen
zo een wet of decreet evalueren? Op grond van de (onverwachte) vondsten? Nieuwe
methodes brengen al eens een nieuwe site aan het licht, doorgaans heeft men
dankzij het onderzoek van de afgelopen veertig jaar wel een behoorlijk zich op
waar nog iets kan zitten, een oude abdij of kasteelhoeve, een afspanning met
bijgebouwen, maar de evolutie van de bebouwing is zo dat men daar wel in het
verleden steken heeft laten vallen.
Hoe
kan men de bevolking beter betrekken bij het publieke debat? De vraag moet men
wel stellen, maar David van Reybrouck vergeet dat mensen het volste recht
hebben zich van de publieke zaak weinig aan te trekken, maar evengoed dat
mensen niemands oorlof nodig hebben om er zich mee in te laten. Het andere
opvallende punt is dat Van Reybrouck zich opnieuw vanuit een Gesinnungsethik
met de kwestie bezig houdt, vergetende dat een dosis Verantwortungsethik ook
wel van doen is, wil men niet in een dystopia terecht komen. Ik zou het raar
vinden als ik niet meer voor mensen zou mogen kiezen, een partij om mij en
geestesgenoten te vertegenwoordigen, want als men het overlaat aan uitgelote mensen,
dan verdwijnt elke democratische legitimatie.
Hoe
de werking van de democratie kan verbeteren, zonder in te boeten inzake
participatie, betrokkenheid, vrijheid en ook de vrijheid het allemaal aan
anderen over te laten, blijft een moeilijk te beantwoorden vraag. Van Reybrouck
schreef er een nieuw boek over, een herwerking van een ouder boek, waarin de
deliberatieve democratie onder onze aandacht werd gebracht. De bezorgdheid van
de auteur kan niemand onberoerd laten, maar dat hij aan de democratie specifieke
doelen toekent, blijft te bezien. Wij maken die democratie, geven er zin en
richting aan en daar moeten we het mee doen. Af en toe een overdenking
neerpennen en selectief bezorgen wekt de indruk dat men enig gehoor krijgt.
Meer is er niet, zelfs niet voor politici.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten