Charisma en Herman van Rompuy
Recensie
Europa
in de Storm
Wie
zal Europa een maken en hoe
![]() |
Ik weet dat ik de cover al gebruikte, maar het boekje verdraagt die aandacht wel. |
Herman van Rompuy. Europa in de Storm; Lessen en Uitdagingen. Davidsfonds uitgeverij 2014. 143 pp. prijs: 14,95 €
Moet een staatsleider charisma
hebben? Volgens sommige journalisten en commentatoren wel, maar er valt veel op
af te dingen, omdat staatsleiders groeien in het ambt. Bovendien is de notie
"charisma" wel bijzonder discutabel. Politici die alleen maar charisma
hebben, lijken het uiteindelijk niet zo lang te trekken. Sommige politici
hebben overigens niet van nature charisma, maar blijken wel met het uitoefenen
van mandaten bij het publiek een zeker vertrouwen te wekken, betrouwbaar te
worden. Nog altijd vraag ik mij af waar men het vandaan haalde dat François
Mitterand charisma zou uitstralen, niet dat hij er niet alles voor deed. Maar
bij Tatcher blijft die vraag ook: hoe kon die dame zoveel mensen zolang
vertrouwen inboezemen?
Als het om Herman van Rompuy en
charisma gaat, zijn we gauw uitgepraat, heet het, maar als we over de
ambtsbetrachting van de man spreken, ligt het allemaal niet zo eenvoudig. Maar
in dat verhaal spelen vele lieden een hoofdrol en wordt het zaak zijn rol goed
te begrijpen. Zondag (11 mei) sprak Herman van Rompuy met Arnon Grundberg in
het programma Buitenhof en bleek een zinvol gesprek wel mogelijk. Aan de andere
kant, de verwachtingen rond zo een gesprek zijn beperkt want iedereen weet dat
de President van de Raad van regeringsleiders en Staatshoofden de EU wel
degelijk zal verdedigen. Maar als hij de leden van zijn raad wel eens de
levieten durft te lezen, omdat ze, zoals ook in het boekje te lezen valt, in
hun hoofdsteden te gemakkelijk de schuld voor het steeds weer terugkerende
"te weinig en te laat" in de schoenen van Brussel schuiven, terwijl
zij zelf het besluitvormingsproces gemakkelijk kunnen versnellen of afremmen.
Maar zoals men begrijpen zal, dat ligt net niet voor de hand, omdat bij zo een
beslissingen achterliggende overwegingen meespelen, zeker de lef om de volgende
verkiezingen te durven inzetten als troef. Maar bijna altijd zijn deze
staatshoofden en regeringsleiders ook de chef, de leider van hun partij en de
mensen die daar veel van verwachtingen zullen geen kamikaze aanvaarden, zeker
geen electorale kamikaze van hun chef. Misschien moeten we dat toch nuanceren,
want ik denk dat in de vroege jaren 1980 in ons land de verhoudingen zo
onmogelijk waren dat Martens bij zijn keuze zijn ambt neer te leggen op het oog
ver voor zijn troepen uitliep. Een regering later, die van Marc Eyskens ofwel 9
maanden later werd toch tot verkiezingen besloten en vervolgens tot heel wat
meer, die de burgers overigens goed zijn bekomen. Herman van Rompuy heeft dat
nog eens overgedaan in de regeringen Dehaene en getoond dat een stringent
begrotingsbeleid inderdaad de welvaart mee bevorderen kan.
Het is ook moeilijk voor
politici met onzekerheid te spreken over de dingen en toch zal men hen al te
vaak een grote mate van overtuiging en zekerheid horen spreken, sterker nog,
wie een zweem van aarzeling aan de dag legt en dit retorisch niet goed kan
opvangen, krijgt een slechte pers. Herman van Rompuy vormt daar in een aantal
opzichten een uitzondering op, net omdat zijn functie opvallend anders uitpakt
dan men had gedacht, of beter had voorgesteld. Men had het zo voorgesteld dat
Herman van Rompuy of wie dan ook president van de Raad worden zal, de wegen zou
doen afzetten, alles zou stilleggen, maar goed, dat heeft te maken met een
soort ritueel van veiligheid, maar toch valt ook dat weer te linken aan het
belang dat we aan het ambt dat we hechten aan zo een figuur. Van Rompuy wordt
doorgaans met het protocol onthaalt eigen aan de hoogste staatslieden.
Toch begrijpen we zijn rol
niet altijd goed, omdat we zelfs de werking van de EU-raad van staatshoofden
... niet zo goed in de vingers hebben. De kern is dat de leden van die raad in
hun eigen hoofdstad rekenen op een vaste achterban in de nationale assemblee en
dat waar ze in Brussel toe besluiten in hun eigen parlement en dus ten aanzien
van de eigen kiezers verantwoorden en ondersteunen. Terecht wijst de
Raadsvoorzitter erop dat politici wel eens tot enige schizofrenie bereid zijn,
waarbij ze in Brussel hard meedenken en het resultaat vervolgens in Den Haag of
Wenen net niet afwijzen. Maar journalisten lijken zelden bereid politici daarop
aan te spreken en zo komen ze weg met hun halve waarheden.
Evenmin krijgen we voldoende
mee aan welke tafels het Europese beleid tot stand komt. In een uitzending van
"De Slag om Europa" zagen we hoe de topdiplomaten van de Permanente
vertegenwoordiging bij het uitwerken van de verdragen rond de Euro, maar ook
andere grote dossiers een belangrijke rol spelen. Zij zijn alleen
verantwoording verschuldigd aan de ministers, natuurlijk, maar toch kunnen zij
meer bereiken - of remmen - dan we doorgaans vermoeden, zodat als we op
politici, zeker als we op Brussel schieten, we moeten begrijpen dat de raderen
van de besluitvorming best transparanter mogen. Dat begint bij de verhouding
tussen de commissie en de raad. De commissie behandelt in principe dossiers
vanuit een gemeenschappelijke zorg, terwijl de Raad de samenkomst is van
regeringsleiders, maar er zijn dus ook vergaderingen van vakministers, waar de
politici vanuit hun nationale achtergrond bijdragen aan Europese
besluitvorming. Men kan daarbij naar zoiets kijken als de Seveso-richtlijn of
de Vogelrichtlijn of ook nog wel vangstquota voor de zeevisserij, de ene over
veiligheid in en rond chemische bedrijven, de ander rond het behoud van
biotopen voor vogels en vissen. Dat beleid komt niet uit het luchtledige
vallen, maar is over het algemeen niet zo gekend en wordt dus zelden meegenomen
in afwegingen.
Europa en geld, de financiële
middelen is nog zo een punt waarover we zelden een goed beeld meekrijgen, maar
waar Europa vaak als schuldige voor het strenge soberheidsbeleid wordt gezien.
Terwijl ik over dit stuk liep te dubben en eraan schreef, hoorde ik op de radio
tot mijn blijde verrassing dat burgers aan de VRT bij een bevraging hadden
laten weten dat ze wel degelijk belang hechten aan begrotingsdiscipline, maar
ook dat men dit instrument zou aanwenden zoals het hoort, om de verplichtingen
aan de burgers na te leven en om er tegelijk voor te zorgen dat de fiscale
inkomsten ook zo aangewend worden dat ze een betere toekomst mogelijk maken
door een investeringsbeleid voeren, want men mag dan nog zo vaak beweren dat de
overheid boven haar stand leeft of dat we, zoals in de VS de Tea Party liever
geen overheid zouden hebben, de werkelijkheid is dat de overheid overduidelijk
een rol te spelen heeft, maar dat het dus vooral inhoudelijke discussies zijn
die het begrotingsbeleid moeten schragen.
In die zin brengt Herman van
Rompuy met zijn boekje wel een interessante boodschap, maar voor zover ik tot
nu de man hoorde en recensies las, lijkt net die benadering achterwege in de
vraagstelling. Intussen kan ik meedelen dat het overgrote deel van dit boek
hierover gaat. Ik heb niet de indruk dat de Raadsvoorzitter daarbij denkt in
termen van de beste ter wereld te willen zijn, maar wel ertoe wenst bij te
dragen dat burgers de ruimte krijgen om hun welbevinden te bevorderen. Zinloze
uitgaven van de overheid, onbillijke verdeling van toegang tot beroepen en
ambten, onbillijke bejegening van grote dan wel van kleine bedrijven, het
moeilijke proces van handhaving van de wet, het zijn fenomenen die een
samenleving en natie zeer kunnen schaden, terwijl individuen er maximaal
profijt uit halen. Corruptie bestrijden is een ding, mensen bijbrengen dat als
elk in zijn of haar rechten gerespecteerd wordt en dat men de gelijke
behandeling vanwege de overheid ten aanzien van burgers accepteert en dus zelf
niet probeert er een mouw aan te passen, komt van Rompuy duidelijk ook belangrijk
voor. "Suum cuique" oftewel "elk het zijne" is een
belangrijke basis voor de rechtvaardige staat.
Cruciaal is dat we met zijn
allen, zoals de Raadsvoorzitter het stelt, zeilen op een woelige zee en of er
nu een Gemeentelijke administratieve sanctie wordt uitgeschreven, zoals de
Westvlaamse gouverneur dat wil opleggen, de stormen van deze nieuwe wereld
kunnen we wel eens zien aankomen en onze koers erop afstemmen, want, dat kan
men de Raadsvoorzitter zin voor realisme niet ontzeggen en het is wel verfrissend
als we denken aan het vele doemdenken over Europa van de afgelopen jaren. Aan
de andere kant, misschien drukt hij in zijn gedachten over Europa niet direct
een ideaal uit, een romantisch ideaal dat mensen kan beroeren en tot actie
aanzetten, maar wie goed leest en luistert, merkt wel dat die betrachting hem
niet vreemd is. Niet iedereen zal het met me eens zijn als ik vaststel dat
Europa niet zomaar ver van ons afstaat en ons daarom toch aanbelangt. Kritiek
op de EU of kritiek op het gevoerde beleid? Omdat het altijd nog nationale of
regionale regeringen zijn die het allemaal oren en poten moeten geven, zal het
Europese beleid altijd een mate van abstractie vertonen, die men moeilijk kan
vertalen in concrete kwesties. De lidstaten hebben nog altijd de dwingende
plicht de zaken goed aan te pakken.
Innovatie op elk niveau,
overal in de samenleving? Van Rompuy meent dat het niet enkel in laboratoria of
teststations moet gebeuren, maar evengoed in ateliers van KMO's. Iedereen
evenwel, denk ik dan, zorgt op een bewuste maar vaker minder bewuste wijze mee
voor vernieuwing, omdat mensen op verschillende manieren betrokken kunnen zijn
bij productieprocessen. Innovatie in ICT is een zaak, soms kan het erop lijken
dat die vooruitgang ertoe leidt dat jobs verdwijnen, maar doorgaans gaat het om
verschuivingen. En dan is het vraag of de opleidingen op die verschuivingen
ingaan. En in welke mate is dat nodig? Die vragen zouden voorwerp van debat
moeten zijn, maar nu zijn het vaak uitgangspunten die we als... nattevingerwerk
aanvoelen. Niemand zal de nood aan goed opgeleide mensen ontkennen, niemand zal
ontkennen dat men meer aandacht kan opbrengen voor wis- en natuurkunde, voor
allerlei deelopleidingen in ICT - om apps te maken - en tegelijk kan dat niet
het hele plaatje zijn. Dat beweert de raadspresident ook niet, maar soms lijkt
men daarop uit te komen en dan wordt het perspectief heel schraal.
Europa zit niet meer in het
strafste windveld van de storm, noch in het oog - waar het doorgaans windstil
is - maar zeilt over een woelige zee, soms moet men opkruisen, soms komt de
wind vanachter, maar vooralsnog lijkt het er niet op de wind optimaal komt, dat
wil zeggen een ruime wind, waardoor de zeilen optimaal renderen en de drift het
minst sterk. En toch is het kunst voor de zeiler om ook in moeilijke
omstandigheden te zeilen en de weg naar soms onvermoede havens te vinden. Al
weet men dan weer dat een schip van staat zelden een haven kan binnenvaren,
maar altijd onderweg is. Niet in kringetjes? Dat valt te bezien, maar het
boekje laat vermoeden dat schipper Herman vooral met rustige vastheid vooruit
wil. En moeten we dat betreuren of kiezen we voor de boekanier Staes? De
hemelbestormer Verhofstadt? Misschien kan een econoom als Johan van Overtveldt
ons wel het beste op koers houden, samen met gelijkheidgezinden, want dat is
wat Herman van Rompuy toch het sterkst beklemtoont, het Europese schip heeft
niet echt een kapitein en dat kan verwarrend werken... of we kunnen de metafoor
bijstellen en spreken van de Europese vloot, met de Raadskommissaris als
admiraal, die de koers van de vloot regelt, op de snelste en de traagste
schepen in de vloot, maar elke kapitein heeft een eigen verantwoordelijkheid
over het welzijn van het eigen schip. Alleen zijn deze schippers, staatshoofden
en regeringsleiders niet echt schipper naast God, doch verantwoording
verschuldigd aan hun medeburgers en daar lijkt Herman van Rompuy zich wel, maar
een Nigel Farage of een Geert Wilders zich niet van bewust te zijn.
Bart Haers
Het boek werd, zo zegt de auteur, Herman van Rompuy, mee geschreven door Luuk van Middelaar, die een paar jaar geleden een belangwekkend werk schreef, de passage naar Europa. Helaas hebben de brede media weinig moeite gedaan het boek goed bij het publiek te brengen. In Nederland doet men moeite om over Europa te spreken, vooral dan via de reeks documentaires "de slag om Europa" waardoor mensen in het bos van slogans af en toe een open plek vinden waar klaarheid heerst. Europa zoals het is, zegt men, kan niet inspireren, maar de uitzending waarin de creatie van de Euro uitgebreid aan bod kwam, laat zien dat het misschien meer inspireren kan, dan we geneigd zijn te geloven, laat staan aan te voelen.
Reacties
Een reactie posten