Europa en emotionele verbondenheid
Kleinbeeld
Het
Europese debat
Geen
ruimte voor regionalisme,
voor
identificerende politiek?
![]() |
Johann Gotfried Herder, die een paisibel nationalisme voorstond, dat niet agressief was en niet leidde tot blind chauvinisme. |
Een opiniepeiling laat vooral
de verhoudingen zien en dan wordt het link, want men zeg dan dat de grote,
klassieke partijen meer vertrouwen zouden wekken als het om Europa gaat. In
Nederland gaat het zelfs zo hard dat Marc Rutte zegt dat hij voor Nederland
gaat en Europa, dat is dan dat... maar hij zit verdomd als minister-president
in de Raad van Staatshoofden en regeringsleiders en heeft zo een vinger in de pap,
meer dan hij in den Haag wil laten uitschijnen. Inderdaad, ook in Nederland
valt het debat tegen en meer nog, D'66 dat voor een grotere Europese cohesie
gaat, zonder daarom de belangen van de Nederlanders terzijde te schuiven, wat
helemaal zijn rol niet is, krijgt op dat vlak niet zo heel veel steun. De
Commissie bepaalt beleid voor wat communautair is en het parlement onderzoekt voorstellen,
stemt ze. De Raad? die beslist wat voor de vergadering van staatshoofden en
regeringsleiders aanvaardbaar is, na veel overleg op ambtelijk niveau, op het
niveau van de vakministers en intussen is daar... ach we zouden de rolverdeling
moeten kennen, maar het is helaas zo dat we er nog niet de finesses van in de
vingers hebben.
Een van de verrassingen dezer
dagen is dat men spreekt over meer of minder Europa, maar het probleem is dat
zo de discussie over het hoe uit beeld geraakt. Zeer zeker is de EU en verband
van natiestaten, hoe spijtig de echte nationalisten dat ook vinden, de idee dat
Europa inbreekt in de nationale soevereiniteit blijft voor hen een vloek. Dat
de wijze van soevereiniteit uitoefenen in het nieuwe Europa sinds Maastricht
wel degelijk van belang moet heten, ontgaat hen ten enen male; aan de andere
kant heb je de Eurovoluntaristen, die meer Europa willen en daarbij de
soevereiniteit van de lidstaten gewoon belachelijk vinden. Maar hen ontgaat dan
weer dat de natiestaat, die in de 19de eeuw vorm heeft gekregen in de
onderscheiden landen andere invullingen heeft gekregen. De theorie is dat
soevereiniteit ondeelbaar is, maar het recht om zich te federeren behoort wel
degelijk tot het concept van soevereiniteit. Sinds de zes stichtende leden van
de EEG, de Benelux, Duitsland, Frankrijk en Italië besloten tot economische
samenwerking, had dat ook en vooral een politieke betekenis: obstakels opwerpen
tegen mogelijke opstoten van onderlinge conflicten. Lang heb ik de gedachte
aanvaard waarbij Frankrijk de leiding had om Duitsland onder controle te
houden, maar Duitsland herstelde na WO II opvallend snel van de opgelopen
materiële schade, maar anders dan Frankrijk heeft Duitsland zowel uitgesproken,
als in de stilte van de anonimiteit gezocht naar antwoorden op de vraag hoe met
de erfenis om te springen. Na 1989 is die vraag opnieuw opgedoken. Dat intussen
de intellectuelen in Duitsland de Historikerstreit gestreden hadden rond de
vraag of de periode van het Nazisme ooit geschiedenis zouden worden (1985), bleef
hier een zeer omfloerst verhaal. Voor zover ik het kan zien ging die
strijdvraag ook ons aan, maar het antwoord dat we hier kregen, is wat mij
betreft onbevredigend gebleven. In meerdere betekenissen is de NSDAP-tijd
geschiedenis, wegens onherroepelijk achter ons liggend, wegens het verdwijnen
van de hoofdrolspelers, wegens het vervagen ook van de context. Maar het blijft
wel van belang erover na te denken, waarbij er zeer goede historiografie ter
beschikking staat. Bovendien is het antwoord dat de Europese eenmaking bood
zelf een proces waar we nog steeds mee bezig zijn. Dat de EEG ook een goede
invulling bood voor de bedreiging uit het Oosten, niet militair, maar door het
scheppen van welvaart, blijft al helemaal onbesproken. Merken we nog op dat MP
Joop den Uyl liever minder Europa zag, want dat vormde een hinderpaal voor zijn
plannen in verband met een socialistisch(er) Nederland.
Na 1989 evenwel gebeurde iets
dat m.i. nog veel merkwaardiger moet heten: de Muur viel, Oost-Europa vond op
de een of andere manier de weg naar democratie en wat gebeurde hier: wij bleven
blind voor het lot van die mensen. Intellectuelen van links zaten in de maag
met de gedachte dat het communisme gefaald had. Spreekbuizen van rechts meenden
dat de Koude Oorlog gewonnen was en het Liberalisme de overwinning had gehaald.
Maar dat we voor een nieuwe start stonden, waarbij we ertoe hadden kunnen komen
onze visie op mens en samenleving bij te sturen, kwam noch bij rechts, noch bij
links op. Integendeel, zeker sinds ongeveer 2000 begon links een uitgebouwd
programma van rechtvaardigheid te prediken, rechts begon, op een of andere
manier uit te leggen dat succes - naar de idee van Weber - een persoonlijke
zaak was. Hesse indachtig begon ik mij te ergeren aan hitlijsten op allerlei
terreinen, waarbij de absurditeit van het Guinessbook of records verbleekte en
al helemaal niet onschuldig leken. Het neoliberalisme ontwikkelde een visie op
het individualisme, dat, voor zover ik het kan zien, ook linkse intellectuelen
ging inspireren. Al in 1992 vroeg ik in mij een artikeltje af of de atomisering
van het individu voor de samenleving geen desastreuze gevolgen zou hebben.
De discussie over de rol van
intermediaire niveaus, tussen het individu en de staat werd door Guy
Verhofstadt in zijn Burgermanifesten afgewezen en het stoorde mij dat men die
discussie niet ten gronde heeft gevoerd. Stelde Verhofstadt het zich voor dat
een persoon zich kan terugtrekken uit de samenleving, dan bedoelde hij wellicht
niet dat mensen dakloos voor een zwervend bestaan kon kiezen, maar voor een
leven in een landhuis in Andalusië. Links heeft hier heel wat kritiek op gehad,
maar niet de punten aangestipt, denk ik, die ertoe. Zelfs wie in een landhuis
leeft, in Silezië, Hongarije of Andalusië, leeft nog altijd in de buurt van andere mensen. Wie de afhankelijkheid van het eigen welzijn en welbevinden niet
kan situeren in relaties, naar keuze of door omstandigheden, maar dus ook de
eigen bijdrage aan het welbevinden van anderen, kan over het politieke niets
meer zeggen.
Intussen zijn we twintig jaar
verder, heeft Gwendolyn Rutten dat punt van de agenda geschrapt, maar het
blijft zo, voor zover ik kan zien, dat de inzichten van Rutten en Tobback in
wezen niet zoveel verschillen. De solidariteit van Tobback, ACW en ABBV, raakt
het individu niet echt, maar ook de idee dat VLD goesting heeft in de toekomst,
doet een appel aan iets dat mensen eerder zal afstoten. Want misschien heeft
Maggie goesting in de toekomst, anderen vragen zich af, wat zij daarmee moeten
aanvangen. Enthousiasme delen, lijkt wel een goede aanpak, alleen, sinds jaar
en dag zeggen mensen van Open VLD dat we optimistisch moet zijn, nu ook
goesting mogen hebben, maar het punt is dat wij die emoties wellicht eerder
situeren in de sfeer van het persoonlijke leven. Nussbaum wijst terecht op het
feit dat men die emoties wel kan mobiliseren voor politieke doeleinden, maar,
denk ik, zal zij het taalgebruik van VLD misschien toch wel niet waarderen.
Een van die intermediaire
niveaus is de regio, het Land of hoe men die kleinere gebieden in Europa noemt,
waar mensen hun identiteit aan ontlenen, of beter, waar ze bij betrokken zijn,
waar ze willen toe bijdragen. Edoch, toen Luc Van den Branden als Minister-president
zich met het comité van de Regio's inliet, werd dat door sommige commentatoren
als een dwaze kuur van de man beschouwd. Toen Geert Bourgeois in zijn rol als
Minister van buitenlands beleid dit comité een sterke rol hielp geven kwam men
al evenmin verder dan meewarigheid. Maar wie nu kijkt hoe in Hongarije een
terugplooien op zichzelf aan de gang lijkt, gekoppeld aan een zeer neoliberaal
beleid, zou zich toch vragen moeten stellen over die soms zeer tegenstrijdige tendensen.
Doch iets anders is veel
belangrijker: gaan we ervan uit dat elke grotere samenklontering van mensen
leidt tot politiek, dat wil zeggen tot machtsverhoudingen, die slechts door het
aanhouden van de rule of law kan worden omgebogen in een democratisch en
billijk bestuur, dan zal men toch nog altijd duidelijk moeten maken hoe die
samenleving meer is dan een los verband van atomen. Bovendien zijn mensen nu
eenmaal geen atomen, hebben wel degelijk behoefte aan samenhorigheid maar ook
aan samenwerking. In die zin is de democratie als bestuurlijk systeem onvolmaakt.
Er is iets nodig, dat we vandaag graag afschilderen als oubollig, obsoleet:
identificatie. Sinds een generatie bakkeleien we in Vlaanderen, maar ook in
Nederland over identiteit; Verhofstadt is een van die mensen die de identiteit
als iets voorstellen dat valt af te wijzen. Het is immers niet rationeel te
bewijzen. Maar wel staat vast dat Verhofstadt, dat Marc Reynebeau in Vlaanderen
opgegroeid zijn en carrière hebben gemaakt, beide zelfs niet anders konden dan
erop te vertrouwen dat "De Mensen" hen wel zouden geloven. Er is iets
merkwaardigs aan verbonden: aangezien zij weigeren te aanvaarden dat er zoiets
bestaat als een Vlaamse, Hollandse, Poolse identiteit zou bestaan, kunnen zij
in wezen mensen niet waarderen als zij op het oog die identiteit niet zouden
overstijgen. Reynebeau spreekt voor het gemak van een lasagne van identiteiten,
maar ik denk dat die identiteit niet gegeven is, maar voor elkeen tot stand
komt langs persoonlijke wegen, via processen van identificatie. Ik kan mij niet
identificeren met cyclocross, bier, mosselen met frieten of een voetbalclub.
Niet dat ik niet wil, maar het is gewoon niet zo gegaan. Ik kan me wel
identificeren met de Jacques Brel die Vlaanderen bezong, met een literaire
traditie, met de geschiedenis van België en Vlaanderen zoals ik die meen te
mogen opvatten. Maar evengoed ben ik al sinds jonge leeftijd vertrouwd met de
geschiedenis van Nederland, met dank aan Klaas Norel en vooral Jaap ter Haar en
vervolgens kwamen daar historici bij zoals Huzinga, Jan en Annie Romein. En
verder, tja, Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië, het wekte alles elementen
op die leiden tot een identificatie met Europa. Maar het is geen lasagne, ook
geen fricassee, wel , het is een constructie, waarvan ik zelden het geheel kan
overzien. Maar wel denk ik dat de Scandinavische landen, de Baltische staten...
deel uitmaken van de belangengemeenschap waaraan ik zelf deel denk te hebben.
Er zijn dezer dagen in Europa
maar weinig politici die pogen om het Europese verhaal echt aan de orde te
brengen - ik heb het dus niet over het echte
verhaal. Joachim Gauck is er een van, maar de interesse voor zijn handelen is
in de Vlaamse brede media bijzonder beperkt, wat overigens altijd weer opvalt.
Valt er regen in het stroombekken van de Elbe of op de Balkan dan zijn we op de
hoogte, maar de fijnere facetten van die samenlevingen, culturen, blijven vaak
achterwege. Als gezegd, iemand als Gauck die in Oradour sur Glane mee de
zinloze moordpartij herdenkt die de SS er heeft aangericht, laat zien dat we
dat verleden niet kunnen weg gommen. Maar hij sprak toen ook over wat we konden
doen om te begrijpen dat het voor ons ook van belang is dat we die geschiedenis
ook kunnen overstijgen. Vooral wilde hij doen begrijpen dat hij het eens met de
gedachte we het onaanvaardbare moeten bestrijden, waar het zich ook voordoet.
Zoals men weet is de actie van de eenheid SS in Oradour van elke zin verstoken:
een heel dorp gewoon uitgemoord, wellicht omdat ze al zaten te wachten op
troepen van de bevrijding.
Maar er speelde nog iets mee
in de controverse die ontstond: mannen uit de Elzas en de regio van de Moezel,
die tegen hun wil in zijn of zouden zijn opgenomen in de Wehrmacht en de SS,
vonden dat hij, de Bondspresident hen bij de Fransen in ere had kunnen
herstellen. Een aantal van hen waren ook betrokken bij de oorlogsmisdaad in
Oradour, zijn ervoor veroordeeld en vervolgens kregen zij Amnestie. Maar de
positie van de Elzas was sinds 1870 twijfelachtig, want toen werd het deel van
het Duitse Keizerrijk, maar de regio had tijdens het Ancien Régime niet tot
Frankrijk behoord en cultureel tot het Duitstalige Europa, met Straatsburg als
een belangrijke Duitse universiteitsstad, waarover Goethe schreef met veel
verve. Herder verbleef er na zijn verblijf in Bordeaux, waarna hij naar Weimar
vertrok. In het debat over nationalisme dicht Ico Mali hem toe dat Herder tot
de antiverlichting zou behoren en vervolgens dat zijn nationalisme mee een
Duits nationalisme en vervolgens imperialisme zou hebben gestimuleerd. Rudiger
Safranski laat evenwel zien dat Herder elke natie, volk de kans wil geven zich
te ontplooien, maar wie zich binnen de eigen regio, staat daartoe inzet hoeft
daarbij geen superioriteit noch
agressiviteit te ontwikkelen. Helaas moet men vaststellen dat die lezing van
het werk Herder dezer dagen weg gedrukt wordt, omdat hij, die uit Riga kwam,
vanuit Straatsburg bekeken, helemaal aan de andere kant van de Duitse wereld en
in Frankrijk, Bordeaux had verbleven en zich graag in de Franse cultuur had
ondergedompeld.
Ook Martha Nussbaum ontwikkelt
in haar visie op "Politieke emoties" de gedachte dat Herder alles
behalve een sabelsleper is als hij zijn nationalisme ontwikkeld. Maar weinigen
voelen enige aanzet bij Kant te rade te gaan en zijn essay "Zum Ewigen
Frieden" waar hij inderdaad - anno 1796 - nadenkt over hoe men oorlog
voorkomen kan: 1°) alle landen moeten een republikeinse constitutie hebben; 2°)
de internationale verhoudingen worden geregeld volgens het volkerenrecht,
waarbij Kant de organisatie van internationale, bovenstatelijke organisaties
afwijst en 3°) iedereen heeft bezoekrecht in andere landen, maar geen
burgerrecht. Gezien de omstandigheid van een revolutionaire oorlog, de zwakheid
van de oude monarchieën en het feit dat daar het eigendom over het land als
gedachte meespeelt, terwijl in een land met een republiekeinse constitutie nu
net de rule of law "le bon plaisir du roi" vervangt, kan men de visie
van Kant zien als poging om de oorlog en de dreiging met oorlog als manier om
conflicten op te lossen. Het volkerenrecht, waartoe Hugo de Groot mee
baanbrekend werk had verricht komt hierbij ook kijken.
Wie nu zou denken dat Kant
volkomen gekant zou zijn geweest tegen de akkoorden van de Benelux, maar ook de
verdragen die leidden tot de EEG, de EU en bijgevolg menen dat de staten
zichzelf ondergeschikt maken aan die organisatie, vergist zich. Want Europa
berust precies op het gezamenlijke beheer van gemeenschappelijke belangen, het
zogenaamde acquis communautaire, maar ook blijven nationale parlementen
betrokken bij de goedkeuring van Europese regelgeving.
In verschillende lidstaten,
zoals het UK, Duitsland, Roemenië, Italië heb je vormen waarbij een volk, een
gemeenschap zich onderscheidt van de meerderheid, maar daarom niet per se
onderdrukt wordt. Toch wil Schotland onafhankelijk worden, heeft Beieren een
autonoom statuut binnen de Bondsrepubliek, wat laat zien hoe divers de omstandigheden
zijn. Bovendien weten we dat in Baskenland links inspireerde tot nationalisme.
Maar goed, nergens in Europa heeft een demografische meerderheid zo hard moeten
strijden om zelfbestuur en doorgaans was dat een Herderiaanse vrijwaren van de
eigen gemeenschap zonder agressief tegen de andere op te treden. Alleen,
vandaag lijken tal van Vlaamse schrijvers, intellectuelen zich te schamen voor
die andere Vlamingen die wel hun boeken moeten lezen en hun wijsheid aanhoren.
Dat er wel degelijk interesse is voor brede cultuur in Vlaanderen, blijft men
wat al te graag ontkennen, waarbij men toch weer meent dat er sprake is van
obstinaat conservatieve smaak, maar zelfs dat klopt to te zien niet.
Er zijn regio's in Europa met
een oudere traditie, er zijn landen,
zoals Schotland, maar willens nillens ook Vlaanderen, die zich door de centrale
regering niet afdoende vertegenwoordigd weten in Europa, aan de Europese
tafels, maar toch, de inspanningen om de regio's in de EU een passende plaats
te geven worden opnieuw vakkundig de grond in geboord. Nu is economisch beleid
van belang en blijkbaar vinden alvast luisteraars van Radio 1 - een uitermate
elitair publiek zo te horen - budgettaire discipline van groot belang. Maar als
men gelooft dat de verhouding tussen mensen in een samenleving, zelfs een
lokale gemeenschap alleen op grond van rationele overwegingen en de
maximalisatie van het nut gebaseerd is, ontkent veel van wat menselijk is. De
uitdaging bestaat erin, moet ik met Martha Nussbaum erkennen, manieren te
vinden om op een zinvolle manier en binnen de contouren die de moderne, liberale
samenleving hebben opgeleverd wat het persoonlijke leven heeft opgeleverd,
emoties een plaats te geven. De regio's,
mesoniveaus laten mensen toe zich betrokken te weten bij het beleid en mee te
denken. Tot nog toe zagen we en hoorden altijd weer dat alleen volksmenners,
demagogen van emoties gebruik en vooral misbruik maakten. Lincoln, Ghandi,
Roosevelt deden het ook en met enig succes. Misschien moeten we ook vaststellen
dat iemand als Ferdinand Domela Nieuwenhuis, de grote leider van het
Anarchistisch socialisme in Nederland - die evenwel nooit formele macht
verwierf - eraan toevoegen. Je zou ten onzent ook een aantal mensen kunnen
noemen die emoties op een inspirerende manier aanwendden, mensen op weg
hielpen, maar behalve een kardinaal Cardijn, mag men zeker noemen. Echter,
ondanks hun duffe faam, zijn er velen die dat deden, in het onderwijs, in
lokale kring. Zeker, er waren dorpspotentaten en er zijn er altijd die macht
willen voor eigen gebruik, maar of dat altijd het geval is, kan men niet hard
maken.
Nu we een sterker Europees
parlement kiezen, lijkt het niet nuttig een partij naar Europa te steunen die
niet aansluit bij een van de grote stromingen. En toch, men wil N-VA op Vlaams
en federaal niveau steunen, maar gelooft het verhaal dat Europa iets anders is,
vergeet dat regeringen en parlementen hun rol te spelen hebben. Jaren geleden
richtte Geert Bourgeois VLEVA op, maar dat is blijkbaar vooral een instrument
geworden voor de middenklasse. Ook een instelling als Rijckevelde blijft ver
buiten beeld. Nu, wil men er zeker van zijn dat er enige consistentie komt in
de parlementaire vertegenwoordiging, dan zal men toch ook naar het EU-parlement
het verrouwen geven aan die partij. Mochten er problemen zijn met de
fractievorming, dan zien we dat wel, want dat is altijd weer een kwestie van
getouwtrek. Helaas, de informatie over deze kwesties blijft achterwege.
Europa is niet enkel de
constructie waarbij landen zich tot elkaar hebben gecommitteerd, maar ook een
zaak van burgers, onze zaak. In handen van de grote politieke families dreigt
het altijd weer een zaak van achterkamertjespolitiek te worden. Ik denk daarom
dat men de geruchten niet hoeft te geloven dat alleen die fracties of groen
iets te zoeken hebben in Europa. Hopelijk zal men ook opnieuw zoeken naar de
menselijke maat, want juist Europa heeft nood aan een grotere emotionele
betrokkenheid en dan kan het Europa van de regio's een grote inbreng hebben.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten