Wie zal vrede brengen en hoe?
Kritiek
Wat de vredebrenger doen kan
aansluitend bij David Grossmann
Toen ik dit stuk aanvatte, was
het natuurlijk nog altijd oorlog in de Gaza, ook nu nog, maar ook de kranten
ten onzent leveren inspanningen de nodige informatie te geven. Tom Naeghels
schrijft over hoe de krant DS probeert de beide partijen en vooral de
burgerslachtoffers recht te doen. De UNO heeft Israël zwaar gekapitteld over
het bestoken van een school dat door de VN werd opgericht en onderhouden, maar
diende aan te geven dat in andere scholen wel degelijk wapens liggen. En Bibi
Nethanyahu weigerde de alliantie tussen Hamas en Abbas in Gaza te zien als een
poging de scherpe kantjes van het Hamasbewind eraf te halen. De Israëlische
premier gelooft niet in eerlijke pogingen tot vrede vanwege de Palestijnen en
dat stemt welwillende Palestijnen niet enkel droef, het maakt het ook moeilijk
initiatieven te nemen om de eigen gemeenschap ertoe te bewegen het geweld af te
zweren. Maar een vrede zonder wederzijds respect en erkenning van de rechten
van de andere, op vrede en welvaart, zal uiteraard ook nooit duren.
Het
verhaal van de lange strijd tussen Israël en de nabuurstaten is bekend. De
posities in Europa tegenover Israël veranderden naarmate Israël zich militair
affirmeerde en steeds weer de gebiedsdeling van 1948 (UN resolutie 181) naast
zich neerlegde. De zaak is natuurlijk dat Israël zich bedreigd mocht voelen en dat, zoals sommigen
zegden, Israël een Spartaanse samenleving was of werd. De andere kant mag ook
niet ontkennen dat Israël intern als een rechtsstaat mag gelden en tegelijk
tegenover de Palestijnen een politiek voert die hen buitensluit... Eenvoudig is
het niet daar een klare kijk op te krijgen, laat staan te begrijpen, als
outsider, wat Israël dan wel kan doen.
Aan
de andere kant staan dus Palestijnen, die hun recht op een soevereine staat
sinds 1948 onverkort willen doen gelden en gesteund door religieuze leiders
ernaar streven Israël als staat te vernietigen en de burgers terug in zee te drijven. Ook hier kan
men als buitenstaander wel iets bij voelen, begrijpen en inzien, maar tegelijk
blijft het de vraag of aanhoudend de strijd tegen Israël aanbinden wel een
werkbare, leefbare oplossing kan opleveren.
Heel
duidelijk moet men deze inzichten zien als die van een Europeaan, die zich
gedwongen zou kunnen voelen een positie in te nemen, maar het niet kan, omdat
elke keuze weer leidt tot onoverkomelijke ethische en politieke bezwaren. Maar
dat de positie van Israël onhoudbaar lijkt te worden, krijgen we dagelijks op
het tapijt, want Europese kranten hebben de neiging de Israëlische militaire
suprematie als een verwijt te hanteren. Die suprematie kwam er uit noodzaak,
maar toch niet vanzelf: een doelgericht aanwenden van kennis en kunde zorgen
ervoor dat Israël over wapens kan beschikken die qua doeltreffendheid veel
andere wapenconstructeurs jaloers maakt. Waarom de vijanden van Israël geen
navenante vorderingen maakten, blijft wel verbazen, maar men meent dat dit te
wijten is aan de steun van de VS. Doch, het ijzeren schild, dat raketten van
Hamas moet tegenhouden, blijkt te werken voor de VS met hun rakettenschild
klaar zijn gekomen, terwijl anderzijds Israël de lanceerposten vooraf min of
meer kent in een duidelijk afgelijnd gebied. En toch, ook die bescherming lijkt
men de staat Israël aan te wrijven.
De
Palestijnen hebben zich, uit noodzaak moeten beperken tot de guerrilla omdat ze
geen staat vormden en omdat de nabuurstaten of vrede sloten met Israël
(Jordanië en Egypte) of niet langer geinteresseerd waren in strijd met Israël,
na de verloren oorlog van 1973... Het betekent ook dat de Palestijnen hun lot
misschien wel in eigen handen willen nemen, maar dat de organisatie daarvan afhankelijk
is van leiders die verschillende doeleinden dienden, persoonlijke en publieke.
In Israël moet een president die zich aan fraude en/of corruptie schuldig
maakte aftreden, berichten over slordig omspringen met publieke middelen in de
Gaza en op de Westelijke Jordaanoever blijven doorgaans vage aantijgingen, ook
al komt het geld vaak van gulle donateuren zoals de EU. Het zou wel heel kort
door de bocht zijn hieruit af te leiden dat de leidende groepen in de
Palestijnse gemeenschap niet in staat zouden zijn tot goed bestuur en het
opbouwen van een rechtsstaat, de steeds maar aanslepende voorlopige structuren
laten ook niet echt toe een stabiele staat met de nodige autoriteit en een
onafhankelijke rechtspraak te ontwikkelen.
Wat
er nodig is, kunnen we van buitenaf hoogstens omschrijven als een aanzet tot
het opbouwen van een staat[i],
waarbij men de gegeven omstandigheden, die men niet wil en ook niet hoeft te
accepteren, voor lief neemt. Want het opbouwen van een staat vormt een
ingewikkeld mechanisme, waarbij van burgers gevergd wordt dat ze dit proces
ondersteunen, waarbij men er zich van bewust is dat delegatie van bevoegdheden
aan een parlement, aan een regering wederzijds tot verantwoordelijk handelen
dwingt en willekeur moet uitsluiten: de rule of law ingang doen vinden en
tegelijk, merkwaardig dat men er zelden over spreekt, de eigen burgers
beschermen. Het eigen optreden van de staat mag dus niet ingaan tegen de
veiligheid van de eigen burgers en moet erop gericht zijn bij te dragen tot het
algemeen welbevinden en het persoonlijke welzijn van burgers. Men zal begrijpen
dat het beleid van Hamas dezer dagen niet gericht is op het beschermen van de
inwoners van Gaza en dat tegelijk veel burgers die positie ook accepteren, meer
nog, ondersteunen. Hamas en de mensen van Gaza delen een grote frustratie, maar
er is, voor zover we het kunnen overzien, tot hiertoe weinig interne kritiek te
horen op de doelen van de leiding (van Hamas) noch op de manier waarop die
bereikt zouden kunnen worden.
Nog
eens, als we het zo stellen, dan is dat niet meer dan een vaststelling omdat we
de positie van inwoners van Gaza en dat al sinds tijden, onwezenlijk vinden,
niet meetbaar met onze criteria over goed bestuur en burgerschap. En precies
daar zal een vredebrenger aan Palestijnse zijde aan moeten werken: aantonen dat
de strijd staken inderdaad kan, dat het onderhandelen over het heropenen van de
grenzen van Gaza gepaard kan gaan met het instemmen met een staakt het vuren
voor onbepaalde tijd. Natuurlijk moet men dan de wens een onafhankelijke staat
te vormen niet laten varen of een beter lot voor Palestijnen vrouwen en mannen
niet op Griekse kalenden plaatsen, wel integendeel. Maar het aanwenden van
andere middelen zal men niet zo gauw gedaan krijgen, omdat vandaag geen enkele
leider kan besluiten tot een vreedzame lijdzaamheid.
Maar
men zal hoe dan ook met de leiders van Israël moeten praten, doch zonder
hiervan zomaar resultaten te verwachten. We verwezen in ons vorige stuk naar
Nelson Mandela en naar Vaclav Havel, wel bewust van het feit dat voor Israël en
voor de Palestijnen de situatie niet enkel een onderling conflict moet heten,
maar geopolitiek veel aandacht krijgt in de VS, Europa en de Arabische wereld,
meer nog dat een instrumentaliseren ervan echt niemand vreemd is, zodat de
Palestijnen die het zouden willen vaak geen kant op kunnen, zonder het gevaar
te lopen voor verraders gescholden te worden.
De
weg naar vrede was en is moeilijk maar wij, buitenstaanders moeten het ook
allemaal niet moeilijker maken dan nodig is, door per se partij te kiezen voor
de ene of de andere partij. De these van David Grossmann[ii]
luidt dat in Israël boven kwaadheid en frustratie uit, velen in Israël menen
dat de militaire optie niet veel zoden meer aan de dijk zal zetten. Links komt
tot dit inzicht, rechts blijft vooralsnog zweren bij militaire verdediging en
toch:
"Zelf hoop ik - aldus Grossmann
- dat ook aan de rechterzijde het inzicht groeit - ook al gaat het dan
vergezeld van kwaadheid en frustratie - dat er grenzen zijn aan de macht. Dat
zelfs een sterk land was als het onze niet zomaar zijn zin kan doen dat
ondubbelzinnige overwinningen niet meer van deze tijd zijn. Dat er niet meer is
dan de illusie van een overwinning, een beeld dat de waarheid niet verhult: in
een oorlog zijn er alleen verliezers"
De gevaren van een blijvende
oorlog, aldus Grossmann zijn ook bedreigend voor de ziel, van Palestijnen en
Israëli. Jawel, het is geen tastbaar iets, de ziel van een samenleving noch de
ziel van individuele mensen, maar als metafoor voor het zelfbewustzijn en voor
het geheel van dromen en verwachtingen, mag men het wel hanteren, want hoe kan
men anders het andere uitdrukken, de tredmolen van geweld, terrorisme en
oorlog, die iedereen in de greep houdt?
Maar dan weet
Grossmann ook dat Israël zelf stappen moet zetten en met een beschikbare
vertegenwoordiger het gesprek aangaan, Abbas dus, maar zoals David Grossmann
aangeeft, negeert men de president van de Palestijnse autoriteit en dat laat
veel kansen verloren gaan. Echter, we moeten ook vaststellen dat vooralsnog
maar weinig mensen in Palestina uitdrukkelijk het streven naar vrede verbonden
hebben aan een erkenning van het bestaansrecht van de staat Israël, zodat het
voor de diplomatieke, militaire en burgerlijke overheden in Israël mogelijk zou
zijn het gesprek zonder bijkomende voorwaarden aan te gaan. Dat bestaansrecht
blijft vooralsnog een heikel punt en dat kan men historisch begrijpen. Echter,
mocht dat betekenen dat dit tot een noodzakelijke voortzetting van de gang van
zaken leiden, mocht dit met zich meebrengen dat niemand uit de tredmolen kan
stappen, dan moet men zich afvragen of men de eigen mogelijkheden als mensen
niet negeert en daarom een ernstige tekortkoming aan de dag legt.
De
vredebrenger die we voor ogen hebben, zal geen vredevorst zijn, maar precies
vanuit de eigen gemeenschap en met steun van het overgrote deel van die gemeenschap
de gesprekken aangaan, ook over bestaansrecht en vreedzaam verzet. Het punt is
dat in de monotheïstisch godsdiensten vrede samen blijkt te gaan met de
gedachte dat iedereen van dezelfde waarheid overtuigd is en zich onderwerpt aan
dezelfde normen en van de godheid gegeven wetten. De vereiste van homogeniteit
is, zo zeggen velen, door de geschiedenis bewezen, maar we denken dat zowel de
Republiek der Verenigde Provinciën als het Europa na 1814 het samenleven van
onderscheiden religieuze en filosofische levensbeschouwingen wel mogelijk
maakten. De vereiste van een homogene samenleving zou overigens ook in beide
gevallen, de Republiek en Europa wel opgaan, in die zin dat de conflicten en
revoltes, revoluties de fundamentele samenlevingsvormen niet onderuit hebben
gehaald. Zelfs de strijd van Bismarck tegen de Katholieken en tegen socialisten
hebben mede Duitsland veranderd, met goede gevolgen voor het samenleven.
Neen, het
bereiken van de vrede veronderstelt niet dat iedereen dezelfde metafysische
waarheden, dezelfde religieuze praktijken moeten onderschrijven en naleven. De
weg naar vrede zal dus ook een erkenning van de Ander inhouden en dat is precies waar Hannah Arendt met het Israël
van Ben Gurion in conflict kwam: de fundamenten van de staat Israël, schrijft
Arendt al in 1946 en volgende jaren berusten op enkele misvattingen die de
staat en vooral de burgers zuur zou opbreken. We merken hierbij graag op dat we
refereren aan Arendts kritiek op Israël en de weeffouten van het systeem, omdat
we menen dat deze kritiek van een tijdgenote en participante aan de vorming van
de nieuwe staat - hoewel ze in de VSA verkoos te blijven en omdat ze ervaring
had met de zionistische activisten in de jaren dat ze in Parijs heul had
gezorgd voor de vervolging door de Nazi's, sprekender is dan die van mensen met
wijsheid achteraf. Overigens heeft zij wel degelijk "kampervaring"
omdat ze was opgepakt geworden in 1933 en na 8 weer vrijgelaten. Mei 1940, toen
de Wehrmacht Nederland, België en Frankrijk binnenviel, werd zij gerekend tot
de vijfde kolonne en net als haar man, Heinrich Blucher opgepakt en naar kampen
gestuurd; zij kwam in Gurs bij de Pyreneën terecht en zou min of meer per
toeval kunnen ontsnappen in de chaos die het Franse leger en de Franse politie
teisterden, ook na de overgave door Pétain. De weigering de verscheidenheid van
mensen te erkennen, die men in autoritaire regimes van links en rechts als
reden of als doel hanteert, draagt ertoe bij dat het politieke onmogelijk wordt
in een democratische zin. En dat zal zo een vredebrenger in Palestijnse middens
ook moeten cultiveren.
Het vergt
voor velen dezer dagen blijkbaar veel empathisch vermogen om zich de positie
van Israëlische burgers in te denken, omdat men hen als mededaders beschouwt,
terwijl aan Palestijnse zijde slechts blinde noodzaak zou bestaan en iedereen
dus boven verdenking zou staan. De discussie over de proportionaliteit vanwege
Israël wordt dan ook zonder veel omhaal van woorden beslecht: De aanvallen zijn
disproportioneel. Vanuit mijn luie zetel kan ik dat hoogstens vermoeden, maar
ik heb zelfs geen weet van wat dan wel proportioneel zou zijn. Het kwam vroeger
al voor dat een staat, Habsburg disproportioneel geweld werd verweten, dat men
het land zelfs het recht ontzegde zich te verdedigen (tegen Servië) en
toevallig was het een staat waar de Joodse bevolking niet aan de kant stond -
hoewel er ook veel antisemitisme heerste. Het recht ontzeggen aan een staat
zichzelf te verdedigen betekent ook dat men die staat haar soevereiniteit
betwist en dat is in de internationale gemeenschap een bijzonder lastige zaak,
zelfs een casus belli.
Om al die
redenen zullen we vanuit Europa niet enkel de Palestijnen moeten steunen, als
we dat nodig vinden, maar hen ook meenemen in een proces van bewustwording.
Tegelijk kan men maar beter ook de gedachten van David Grossmann versterken,
wil men aan die zijde ook goodwill creëren. Sinds decennia proberen Amerikaanse
presidenten in hun tweede ambtstermijn - op George W Busch na, als ik het wel
heb - alsnog ernstige inspanningen te leveren om vrede mogelijk te maken, maar
de inspanningen worden doorgaans door gebeurtenissen in het Midden-Oosten of
elders doorkruist, zodat het moeilijk blijkt de gesprekken op gang te houden,
laat staan te laten landen in een sluitend verdrag. Europa, vragen velen zich
af, blijft nagenoeg achterwege, al verleent het wel degelijk hulp aan Palestina
en onderhoudt het betrekkingen, economische en andere met Israël. Maar men
blijft buiten beeld als het over intensivering van gesprekken over durende
vrede gaat.
David
Grossmann hoopt dat men in Israël na deze gevechtsronde eindelijk tot vreedzame
samenlevingsvormen kan komen, maar beseft dat hij nu weinig positieve respons
kan krijgen in de politieke wereld en bij de medeburgers die zich onmiddellijk
bedreigd achten. Tegelijk zou, als we Leon de Winter mogen geloven, het niet
snor zitten en moet Israël met bekwame spoed nadenken over haar voortbestaan.
Of een blijvende militaire respons volstaan kan, laat ook de Winter niet koud,
wel integendeel: Israël zou wel eens kunnen verschrompelen, als het niet
voortmaakt. De zorg zichzelf in stand te houden vormt een punt van zorg omdat
het autodestructief kan worden, maar dat geldt ook voor de leiding van Hamas,
maar die, zo stelt men, gedraagt zich vooralsnog defensief. Het is dit punt dat
de vredebrenger zal moeten doorbreken. Onze visie op Israël is gewijzigd
doorheen de jaren, waarbij links haar pro-Israëlische inzichten verruilde voor
steun aan de verdrukten. Logisch, denkt men dan. Maar de keuze van voor de ene
partij en het afwijzen van de andere
heeft geen zin. Dat is niet omdat we onverschillig zouden zijn, maar precies
omdat de strijd tussen beide partijen niet enkel uitzichtloos is (geworden)
maar ook omdat beide partijen zichzelf schade toebrengen.
Misschien is
het een wat oubollige gedachte, die "vredebrenger" op te roepen, maar
telkens we berichten horen over de situatie in Gaza, merken we dat er iets goed
fout zit, want de slachtoffers worden zorgvuldig geteld, maar als het huis van
een van de leiders bestookt is geworden, blijken die niet thuis. Handig, zich
goed kunnen verstoppen, maar tegelijk blijft het maar zo, denk ik, dat op die
manier sommigen zich aan de gevolgen onttrekken van hun eigen keuzes. Zou er
bij Hamas dan niemand bevinden die zoals een Mandela of een Havel bereidt toont
een andere keuze te maken. De wil tot vrede is tenslotte de belangrijkste
voorwaarde om vrede te bereiken en verder, tevens, de wil te breken met de
eeuwige opeenvolging van wraak en weerwraak.
De grootste
vraag is denk ik dan ook of we ooit tijdig zo een vredebrenger zullen
herkennen, tijdig en die persoon m/v ook ondersteunen, wetende dat zo iemand
sowieso altijd nog tussen vele klippen, kolken en andere gevaren zal moeten
laveren, om veilig de vrede te bewerkstelligen. Er zijn Europa netwerken actief
die ijveren voor vrede tussen Israël en de buren, in de eerste plaats de
Palestijnen. Maar zij krijgen in de brede media niet altijd de nodige aandacht.
Een ervan is JCALL, van wie de nieuwsbrieven mag ontvangen[iii].
Bart Haers
[i]
Francis Fukuyama. Het bouwen van de staat. Uitgeverij Contact 2005. Het boek
liet mij toe te zien hoe complex het is de staat, in geval van een failed
state, alsnog op te bouwen. Fukuyama keert daarbij terug naar de liberale
staat, wat voor de Palestijnen wellicht een zekere autonomie zou betekenen om
als burgers de leiders tegen het licht te houden.
[ii] http://www.standaard.be/cnt/dmf20140708_01172037
en: http://www.haaretz.com/news/diplomacy-defense/israel-peace-conference/1.601993.
Op woensdag 30 juli publiceerde DS nog een tekst van David Grossmann.
[iii] http://fr.jcall.eu/communiques/proche-orient-revenir-au-dialogue-politique
Reacties
Een reactie posten