Omstreden gedenkteken in Zedelgem en de Letten

 


Dezer Dagen

 


Letse Troebelen

Oorlogsmonument in Zedelgem

 



Catharina II de Grote, Tsarina verwierf delen van het 
Balticum aan het einde van de Pools-Litouwse macht
en werden eerdere akkoorden "gehonoreerd". Wat weten 
we van de details. 

Een memoriaal voor krijgsgevangen Letten in Zedelgem zorgt voor gedoe, voor controverse en toch lijkt het ook een bijna niet te vatten vergissing van de vroede vaderen van de gemeente, daar zoveel aandacht aan te willen besteden. Echter, kan men de hele toestand wel goed begrijpen overwegende dat we weinig weten over de geschiedenis van Letland, van de Baltische staten? Er lijkt geen weg omheen, iemand heeft dit gedenkteken gewild en de gemeente heeft nogal blind een vrijheidsmonument toegelaten, gesteund, zonder goed te weten waar het om te doen was. Is dit een steun aan de toenmalige SS?

 

Ironisch genoeg is de link tussen vrijheid en een bijenkorf in de filosofie wel vaker aan de orde geweest, zoals Bernard Mandeville beschreef in de “Fable of the bees, or, private vices, public benefits”, waarin de vraag behandeld wordt of algemeen fatsoen dan wel zo heilzaam is voor het publieke belang. Nu kunnen we opmerken dat totalitaire regimes altijd een kleinburgerlijk fatsoen als norm stelden, terwijl er elders duchtig met de regels van goed fatsoen de vloer geveegd werd, zoals inzake vrijheid en behandeling van minderheidsgroepen. Dus kan men de vraag niet ontwijken of we wel zoveel moeten inzetten op het fatsoen omwille van het fatsoen. Wat houdt dat ook? Private deugdzaamheid, zou men kunnen zeggen, terwijl er argumenten zijn om aan te nemen dat er veel als ondeugd wordt voorgesteld, dat gewoon des mensen is en geen schade toebrengt aan anderen. Ethisch handelen is een kwestie die niet met fatsoensregels kan vastgelegd worden. De bijenkorf is dus niet per se een toonbeeld van ijver en discipline.

 

Wat evenwel de gemeente Zedelgem bezielde de 12.000 krijgsgevangen zo prominent onder de aandacht te brengen, blijft een raadsel, want de krijgsgevangen soldaten hadden willens of nillens gediend voor de nazi’s, zo ook de latere bondskanselier Helmut Schmidt, die in de Wehrmacht diende en was ook in Zedelgem op het Vloethemveld in een Krijgsgevangenenkamp ondergebracht – er waren er namelijk meerdere. Over de rol van de Wehrmacht aan de oostelijke fronten is de laatste decennia meer duidelijkheid gekomen en moet men besluiten dat ze niet onwetend konden zijn over de Sondercommando’s die joden en communisten in het zog van de oprukkende troepen tijdens Operatie Barbarossa opspoorden en ombrachten. Heeft Helmut Schmidt zich later verantwoord voor zijn deelname aan het beleg van Leningrad en andere militaire activiteiten, dan weten we ook dat tot de jaren zeventig de Wehrmacht niet beschouwd werd als handelend in de Endlösung. Anders dan Willy Brandt had Schmidt niet geweigerd deel te nemen aan het bestel dat de Nazi’s op poten hadden gezet.

 

Wat het lot was van Prisoners of War, krijgsgevangenen na WO II in Zedelgem en elders in België, Frankrijk, Nederland wordt zelden ter sprake gebracht. Vele Letse krijgsgevangenen weigerden naar de Sovjet-Unie terug te keren, toen de Westelijke geallieerden de kampen wilden opdoeken. Joachim Fest beschreef hoe hij tot 1947 in de Elzas in een krijgsgevangenkamp had gezeten, waar hij in eerste instantie een redelijk leven had, omdat men hem omwille van zijn jonge leeftijd en scherp verstand maar na een mislukte ontsnappingspoging kreeg hij het harder te verduren. Fest en Schmidt waren Duitsers en hoefden ook niet naar de Sovjet-Zone…

 

In die zin kan men de gemeente Zedelgem ten goede duiden dat men die episode niet uit het oog verloren is. Want over de afwikkeling van de oorlog in West-Europa wordt zelden uitgebreid van gedachten gewisseld. Hoe keerden de “weggevoerden” terug uit Duitsland, mensen die geweigerd hadden in te gaan op de oproepingsbrieven die ze thuisbezorgd kregen en soms onderdoken, werden gevonden en weggevoerd? Zij kregen na de oorlog voor het uitgestane leed erkenning, de ondergedokenen die het wel redden, doorgaans niet… illegaliteit die nochtans blijk gaf van moed.

 

Zedelgem wilde op de een of andere manier de Letse krijgsgevangenen herdenken met een beeld dat moet refereren aan vrijheid. Een biekorf en vrijheid… We weten stilaan hoe de bijenkorf werkt, hoe bijen met chemische sporen elkaar op gang brengen en bij de nectar. Voor mij heeft de bijenkorf niet per se met vrijheid te maken, maar Mandeville begreep dat bijen hun eigen weg volgen en elkaar niet altijd zien vliegen of aandacht hebben voor hun wel en wee. De bijenkorf staat dus niet echt voor vrijheid. Wel is het zo, denk ik, dat die Letse gevangenen een zeer zwaar lot te wachten stond in de USSR, want men wist dat Stalin in de donkere dagen van de oprukkende Wehrmacht had gedecreteerd dat wie krijgsgevangen werd genomen – en zich dus overgaf – minstens strafkamp in Siberië wachtte. Overigens, Duitse krijgsgevangenen kwamen pas in 1955 terug naar de Heimat, waarbij niet vergeten kan worden dat heel wat van hen het niet overleefden. Dan is het lot van de krijgsgevangenen in Europa wel wat menselijker. Meer nog, men kan stellen dat zij die vrijgelaten werden en niet naar Letland of Litouwen terugkeerden, wel ergens woonst en werk moeten hebben gevonden. Daarover weten we dus niet veel. Wat als terugkeer niet aan de orde is?

 

Ik begrijp met u dat het een lastige zaak is de Letse legionairs[i] in relatie te brengen tot vrijheid en hen een gedenkteken te schenken. Onhandig, zo hoor ik hier en daar, schandalig vinden anderen het. Maar wie is afdoende thuis in de geschiedenis van de Baltische staten sinds Catherina de Grote delen ervan inlijfde bij Rusland? Of hoe het hen na 1917 – Vrede van Brest-Litovsk – tijdens de burgeroorlog en onder het bewind van Lenin en Stalin is vergaan, komen we al helemaal niet te weten. Kan men zeggen dat de Letten – zoals de Oekraïners na de ellende onder de Russische laars in de Duitsers hun bevrijders zagen? Men is geneigd om dit een fabel te noemen, maar dat hoeft niet zo te wezen, want als men de animositeit in de Baltische staten niet kent, valt dat niet te beoordelen.

 

Dat ze SS-uniformen droegen en zich legionairs noemen, maakt hun betrokkenheid bij de Endlösung aannemelijk, maar wat weten we over hun activiteiten? We kennen enkele gevallen van extreme wreedheid van de SS, in Oradour sur Glane of in Lidice, na de moord op Heidrich in Praag. Oradour en Lidice zijn bekend, maar uiteraard had de SS een grote rol in het klaarmaken van het Oosten om Lebensraum te scheppen, anders gezegd, de uitroeiing van Joden, maar ook de Slavische bevolking kreeg het hard te verduren.

 

Was het meer dan onhandig een gedenkteken te plaatsen en een link te leggen tussen de Letse legionairs en vrijheid, omdat het allemaal heel onduidelijk is, dan blijft het lastig vast te stellen omdat de Letten tussen hamer en aanbeeld zaten en sowieso te lijden hadden van bezetting, eerst van de Russen en vervolgens van de nazi’s. Maar een gedenkteken op zich lijkt me wel belangwekkend, omdat dan eindelijk het verhaal verteld wordt. Maar liefst met aandacht voor de ambigue verhoudingen in dat deel van Europa. Letland is ook lid van de EU, dus misschien kan wat meer belangstelling geen kwaad.  

 

Bart Haers

 



[i] Via deze link krijgt u zicht op hoe het kamp Zedelgem wordt herdacht door de Letten. https://www.latvians.com/index.php?en/CFBH/Zedelgem/collection-000-main.ssi

Reacties

Populaire posts