Politiek meer dan individueel talent

 



Dezer Dagen

 

 



Politiek imbroglio

Politiek als roeping

 



Max Weber (1864 - 1920)

Lap, weer een die er de brui aan geeft, zal u zeggen, terwijl het hier om een poging gaat te begrijpen, proberen te grijpen waarom er zoveel fout lijkt te gaan in de politiek. Nu kunnen we natuurlijk nog maar eens over Max Weber beginnen – en dat zullen we niet nalaten – maar vooral zal het nodig zijn na te gaan hoe we als burgers naar de politiek kijken. Hier komt Hannah Arendt om de hoek kijken, die zich een politiek denker noemde, geen filosofe. Nu het politieke centrum geleidelijk wegdeemstert wat anderen als een zich razendsnel ontrollend proces beschouwen, is het nodig na te gaan hoe burgers zich tot de politiek en het politieke verhoudingen.

 

Een lang verhaal kort verteld, kan men politiek niet louter als een zaak van vaardigheden, laat staan als een zaak van talent voorstellen. Natuurlijk moet men als politicus, lokaal of op het nationale niveau weten wat men politiek vermag, wat de bevoegdheden zijn, hoe de administratie uitvoert wat de politiek heeft beslist en hoe dat te toetsen valt. Toch spreekt men in de media graag over politieke talenten, maar de vraag is wat men daarmee bedoelt, want het gaat dan over charisma, over efficiëntie en over het vermogen de emoties in de samenleving te vatten en aan te spreken en tegelijk met een koel hoofd te doen wat noodzakelijk blijkt.

 

Ik moet toegeven, de opdracht een column over de huidige politieke impasse bezorgen, blijkt ondoenlijk, omdat de kwesties die spelen zo veel omvattend zijn en vaak moeilijk zonder hinderlijke neveneffecten uitvoerbaar, dat politici zuchten onder de druk de kool en de geit te sparen. U weet dat evengoed en journalisten zijn zich daar bij tijd en wijle van bewust, maar er zijn vele actoren, niet enkel de politici, ook advocaten zetten zaken op de agenda, belangengroepen, sinds een paar decennia ad hoc opgerichte actiegroepen, die elk hun inbreng doen, eisen stellen, dat het moeilijk blijkt nog een overzicht te krijgen over hangende kwesties. Toch houden weinig mensen ervan te wijzen op het complexe bestel waarin tot besluitvorming gekomen moet worden. Complexiteit? Een beetje cartesiaanser en de boel opsplitsten en het laaghangend fruit snel plukken, al lost dat de complexiteit zelden op.

 

Men heeft uit de tekst van Max Weber wel vaker geciteerd, maar vaker dan nodig stelt men dat de politieke denker Weber Gesinnungsethik tegenover Verantwortungsethik stelde en dat men moet kiezen tussen het een en het ander, terwijl Weber net voorstelde dat men beide houdingen met elkaar in evenwicht dient te brengen, voor zover mogelijk, maar de idee dat men alleen vanuit een Gesinnungsethik politiek kan handelen, zou impliceren dat men mensen met een andere opinie of belangen helemaal zou uitsluiten. Pure Verantwortungsethik leidt dan weer tot een technocratische behandeling van kwesties, die alleen op het oog neutraal lijken, maar in werkelijkheid vooral handig doorgedrukt kunnen worden, want er is geen alternatief. Sluit men alternatieven uit, dan is er geen debat meer mogelijk en nodig, indien men over voldoende machtsmiddelen beschikt.

 

De middelgrote partijen in het centrum verliezen verder terrein, althans volgens opiniepeilingen maar in de wandeling hoort men weinig dat de burger moed kan geven, want men vindt telkens weer, terecht of ten onrechte, dat de traditionele partijen het Noorden kwijt zijn en niet meer in staat tot krachtig beleid. Kan men dan wel wensen een man of een kleine groep mensen met de macht op te zadelen, die dan voor “ons” de kastanjes uit het vuur zal halen. Welke kastanjes? Welk vuur?

 

In het politieke landschap spelen niet enkel politici een hoofdrol, ook de media zijn van cruciaal belang, waarbij hun rol als vierde macht nogal eens in twijfel wordt getrokken? De vraag is dan of men de overdracht van inzichten kan overlaten aan de partijen zelf, die enkel voor eigen parochie preken – en proberen die wat groter te maken -, wat nu gemakkelijk kan via sociale media, dan wel of men een instantie zoekt die het politieke gebeuren kan volgen zonder partij te zijn of te kiezen en daarvan verslag uitbrengen. Echter, dat politieke gebeuren is niet alleen het “gekissebis” tussen partijvoorzitters, maar ook wat de politiek onderneemt, besluit dat gedaan moet worden. Zijn begrotingskwesties en dan vooral discussies over het schuldsaldo of de Keynesiaanse kwestie, investeren in financieel moeilijke tijden, nog redelijk te overzien, dan zijn we niet altijd in staat in de begroting de uitwerking van het beleid te lezen en na te gaan wie er beter van wordt. Men kan pleiten voor rechtvaardige belastingen, als de burger zegt dat elke belasting unfair is, dan komen we nergens.

 

Het ligt dan ook voor de hand ons af te vragen wat men bedoelt wanneer men het over de burger wil hebben. Toen Weber zijn lezing gaf aan de universiteit in München, was Duitsland in een diepe crisis verzeild geraakt en was Beieren zelf een Radenrepubliek geworden. Het geweld had de plaats ingenomen van het politieke overleg en democratische besluitvorming. Anarchisten en communisten, vooral aanhangers van een basisdemocratische radenstaat wilden af van de burgerlijke Duitse politieke organisatie. Dat mislukte en mensen als Eisner werden gewoon doodgeschoten anderen werden na het heroveren van München door de staat veroordeeld, een zelfs terecht gesteld. Wij zouden wellicht terugschrikken voor zoveel politiek geweld, maar het is niet zo lang geleden dat Duitsland zich diende te verhouden tot de RAF, Italië tot de Rode Brigades, in Frankrijk zag men Action Directe en zelfs in België had men heel even een groepje, de CCC die meende met geweld de boel op te kunnen blazen. Vooral de RAF kan men in een aantal opzichten succesvol noemen, vooral omdat de gewelddaden door een aanhang van zekere omvang werden gebillijkt, terwijl de overgrote meerderheid vooral wilde genieten van het goede leven, vakantie wilde vieren en hard werken. Na de Vereniging van beide Duitslanden is er uit de ontreddering in het Oosten en de Europese politiek in het Westen, onder meer inzake immigratie en de problemen die sommigen graag oppoken een rechtse partij ontstaan, de AfD, Alternative für Deutschland, die echter vooralsnog niet goed koers weet te houden. Toch kan de partij rekenen op een groeiende aanhang. Recente verkiezingen evenwel gaven dan weer een ander beeld. Toch zien we dat onze media er weinig aandacht aan schenken waarom de mensen in Saksen-Anhalt toch voor de CDU-kandidaat stemden. Er zijn geen simpele verklaringen voor een toch enigszins onverwacht politiek feit.

 

De vraag die ik zelden tegenkom is hoe men met burgers kan discussiëren als men niet weet waar de onvrede zich op richt. Er zijn veel groepen die hun inzichten luidkeels uitschreeuwen, elkaar ook vaak uitsluitend: de boeren willen eerlijk hun brood verdienen met goede, eerlijke producten, terwijl Gaia ons van het Vlees wil afhalen, zodat we geen vlees meer eten. Op zich is dat een legitiem activisme, maar men zal dan niet vergeten dat het niet de boeren zelf zijn, die vee en kleinvee in onwaardige omstandigheden – zeggen de activisten – kweken en laten slachten. Ook wij als burgers, die graag al eens een bbq houden, kunnen niet anders dan bij de slager of het grootwarenhuis dat vlees halen, liefst aan de laagste prijs. Maar zal men mensen dwingen om zonder vlees te leven?

 

Er is onvrede over de fietspaden in slechte staat – terwijl er jaar na jaar – werken aangevat worden en afgerond om de kwaliteit van de fietspaden te verbeteren. Maar die discussie is meer dan een discussie over veilige fietspaden, is ook een politieke strijd om wie zal bepalen hoe burgers zich in de toekomst zullen verplaatsen, voor het werk, maar ook voor de ontspanning of om sociale redenen – beweegredenen die niet altijd los van elkaar staan, zoals tijdens de pandemie is gebleken, want ook op het werk verschijnen heeft meer dan alleen met de dagelijkse boterham te maken, maar is ook goed voor het sociale welbevinden. Komt dan toch wel niet de vermaledijde salariswagen in het geding zeker? En die is functie van een ander verschijnsel, namelijk de hoge belastingaanslag op inkomsten uit arbeid, waardoor het moeilijk(er) wordt voor werkgevers hun waardering uit te drukken in termen van een beloning. En ja, wie de salariswagen wil afschaffen, zal ook moeten nadenken over een alternatief, want men kan de belastingen op arbeid zo te zien niet vanzelf verlagen, want dan zou het schip van staat stranden.

 

Te depressief wil ik nu ook weer niet klinken, eerder gaat het om de vraag of we nog wel weten wat burgers nu zijn in het bestel. Ik stelde de vraag eerder en kwam op allerlei sporen terecht, die aangeven dat de onvrede van de een wel eens het brood van de ander kan zijn. Burgers hebben dan ook op het eerste gezicht geen gedeelde belangen, of nog, zoals vakbondsleiders dat in de jaren zeventig zo fraai zegden, ze willen hun deel van de koek, ten koste van anderen, alsof er niet zoiets zou zijn als meerwaardecreatie. Die is er wel, althans, dat is wat er gebeurt als mensen hun ding doen, voedsel produceren of chips, de onderdelen van uw en mijn communicatieapparaten. Men discussieert vaak over de obsessie met groei, maar zoals Thomas Sedlecek onderbouwd betoogde, is er in het economische gebeuren veel aan de hand dat vanzelf tot stand komt als er mensen in kleine en grotere verbanden samenleven. Ook cultuurproducten leveren, in tegenstelling tot wat sommige politici willen doen geloven, meerwaarde op en subsidies kunnen aanjager blijken van een culturele sector. Aan degene die al succes hebben subsidies geven hoeft dan ook niet, maar men zal toch niet ontkennen dat André Rieu een behoorlijk bedrijf heeft opgebouwd  en daar goed van kan leven. Vindt men zijn producties kitsch en kamp, dan nog zijn er mensen die er vertier vinden en achteraf met genoegen hun herinneringen op het Vrijthof oproepen. Wie over de staat spreekt, spreekt over verwachtingen van wat die staat vermag voor mensen, waar politici dan ook graag mee uitpakken. Maar niet alle verwachtingen zijn legitiem. Niet alle handelingen van burgers dragen bij aan een groter goed. Maar toch stel ik mij de vraag of er een verband bestaat tussen de schijnbaar toenemende moorden op vrouwen in Frankrijk en het beleid dat prostitutie steeds meer wil beperken. Laat het duidelijk zijn, er gaan bij prostitutie grote sommen om en de meisjes en jongens worden vaak onwaardig behandeld, door pooiers en ook door klanten, al zal men daar niet zo gauw zicht op krijgen. Het zou een goede zaak zijn, dachten feministen en beleidsverantwoordelijken om bezoekers van prostituees aan te pakken in plaats van de aanbieders van prostitutie of toch minstens beide. Het valt moeilijk om berichten over wat er nu precies gaande is in Frankrijk te negeren, want het aantal vrouwen dat door (ex-)partners of andere bekenden, doorgaans mannen vermoord wordt, wekt ieders aandacht. Mag men veronderstellen dat er hier een probleem is ontstaan omdat men ten koste van alles een goed doel wil bereiken, vermijden dat meisjes en vrouwen zich prostitueren of jongens, omdat sekswerk nu eenmaal vernederend is. Overigens, zal men ook tot het inzicht komen dat in deze tijden prostitutie veel meer onder de radar kan blijven, dankzij de mogelijkheden van internet om contacten te leggen? De gedoogde organisatie van prostitutie bood de overheid de mogelijkheid tot discrete controle, de verbodsbepalingen maken het terrein terra incognita, wat de meisjes en jongens die het werk moeten leveren bescherming ontneemt.

 

Het is maar een domein waar we merken dat beleid voeren in naam van een hoger goed wel mooi lijkt, maar in feite weinig transparant uitpakt en waarvan de gevolgen niet blijken te zijn wat men verwacht had. Dat komt omdat mannen noch vrouwen zich altijd houden aan de richtlijnen of verwachtingen van wie het beleid uitstippelt. Toen de heer Berlusconi werd verweten dat hij voor de liefde, de seks die hij verkreeg van jonge meiden betaalde, was hij uiteraard in zijn eer gekrenkt, maar hoe zit het nu met het proces over zijn feestjes? En hoe zit het met de fiscale dossiers van hemzelf en zijn bedrijven?

 

Opnieuw gaat het over fiscaliteit en dat mag niet verwonderen, want om de staat te laten functioneren, naar behoren te laten functioneren is er geld nodig. Weber had het over het geweldmonopolie, maar in wezen is dat geweldmonopolie al sinds de middeleeuwen het middel om de onderdanen belastingen te laten betalen. Gelukkig mag de volksvertegenwoordiging ook van gedachten wisselen over bestedingen, maar wie geen belastingen betaalt, enfin, wie inkomsten heeft waar de overheid geen voorheffing op kan uitoefenen, kan ontsnappen. Zo gemakkelijk is dat nu ook weer niet, omdat er nogal wat kennis voor nodig en vooral de grote spelers weten hun inkomsten veilig te stellen en dat voelt niet best aan. Kunnen we dit inciviek gedrag noemen, het staalt ook de minder gefortuneerde burgers in hun afkeer van een staat die hen veel afneemt. Wat de staat, de overheid geeft? Veiligheid? Er zal wel enig hoongelach klinken, maar het leven in Vlaanderen is relatief veilig, al is er een moeilijk te negeren probleem met de gevangenisvoorzieningen en de uitvoering van korte straffen, want men wil een gevoel van straffeloosheid voorkomen. Zou het?

 

Het lijkt erop dat de politiek, politici, partijen, commentariaat zich niet goed een weg weten te vinden in de polariteiten van de samenleving, waarbij de wens van de een het no passeran van de ander is, waar geen weg tussendoor blijkt gebaand te kunnen worden. Het heeft er wellicht mee te maken dat men noties als algemeen belang heeft afgezworen, omdat men nu men eenmaal dacht dat er zoiets als klassenbelang zou bestaan, uiteraard de belangen van de arbeiders, terwijl het proletariaat wel bestond, waaruit vooral mensen een uitweg zochten en vonden, dankzij het onderwijs, dankzij de ondernemers, dankzij de corporatieve bewegingen en een groeiende overheid. Het algemeen belang kan inderdaad nooit heel concreet en overzichtelijk gemaakt worden, omdat er zowel op het vlak van de analyse als het uitwerken van strategieën om tot een betere wereldorde te komen, voortdurend meningsverschillen ontstaan. Wel is er veiligheid nodig, rechtszekerheid en dus een rechtsstaat om mensen de ruimte te geven een eigen weg te gaan en zo ook bij te dragen aan het algemeen welzijn. Ach, het verhaal is eentonig.

 

Het komt er dus op aan een katalysator te vinden die burgers kan verenigen rond gedeelde inzichten en een gezamenlijke aanpak. Al sinds de Gouden Eeuw in Holland weten we dat er na de vestiging van een nieuwe politieke orde op basis van het protestantse geloof toch weer scheuringen ontstonden, waarbij de Preciezen de Rekkelijken uit de vroedschappen van de steden en dus de Staten van Holland en de Staten-Generaal wilden werken, wat niet gelukt is, maar wel het hoofd koste van Johan van Oldenbarnevelt en uiteindelijk ook van Johan de Witt. De discussie over de betekenis van de Synode van Dordrecht sleepte tot het einde van de eeuw aan en werkte vaak als een stok achter de deur tegen vrijdenkers. Eenheid, die valt zo moeilijk te bereiken en wellicht moeten we die ook niet te hard willen. Beter kan men erkennen dat men van mening verschilt over wat goed is voor de mensen, maar wel gezamenlijk het nodige doen om mensen hun leven te laten leiden. Zou dat een versagen van de politiek heten, dan zou politiek inderdaad meer te maken hebben met wat Machiavelli beschreef als een gevaar voor de republiek. In die zin is de strijd tegen fascisme of nazisme dan wel nodig, maar mag ons niet van de vraag ontheffen hoe Duitsland in die omstandigheid gekomen is dat zovelen de partij van Hitler vervoegden – tot de toegang afgesloten werd – en zoveel steun genoot, tot bleek dat de man autodestructief beleid voerde. Men moet het streven bestrijden van groepen die hun eigen absolute gelijk aan anderen, die er andere meningen op na houden, willen opleggen en de anderen als vijanden van de staat beschouwen. Het valt op dat men het nog altijd weinig zinvol vindt wat Arendt schreef over totalitarisme, omdat men het communisme als onverzoenlijk ten aanzien van het nazisme ziet. Dat was ook zo in de straten van Berlijn en Hamburg, maar wat Arendt te berde bracht was het streven naar een macht die elke vorm van dissidentie en zelfbeschikking uit wist te schakelen. Dat heeft uiteraard te maken met de afschaffing van een onafhankelijke rechterlijke macht, maar ook met maatschappelijke druk, waarbij de aanhangers mogelijke tegenstanders aanpakken voor er sprake is van politioneel handelen. De lotgevallen van de Witte Roos zijn in die zin opmerkelijk, omdat er een groep in slaagde lang onder de radar van de sociale controle te blijven.

 

In een democratie kunnen politici misschien wel wensen hun opinie gedeeld te zien door grote meerderheden, vaak speelt ook mee, zoals in de tijd van de CVP van kort na de oorlog, van Martens ook die in Vlaanderen en België lange tijd de spelverdeler was, niet enkel in politieke mandaten, maar ook in de hoge ambtenarij en het gerechtsapparaat. Ze konden zo lang ook belovende jongeren aanspreken en zo dus de instellingen bevolken. Nu dat niet meer zo goed lukt, succesvolle stemmenkanonnen zelfs de politiek verlaten, zit de partij in de penarie, maar ook de andere partijen in het centrum hebben zo hun problemen om het publiek aan te spreken. Omdat ze menen iedereen te moeten aanspreken, met eigen accenten, ontstaat een warrig beeld, waarbij de partij in kwestie al eens A roept en in geniep, dat wil zeggen bij onderhandelingen dat onderwerp graag laat vallen, voor de goede zaak, de kroonjuwelen van de partij, mandaten en controle over de instellingen dus. Manu Ruys beschreef als commentator van De Standaard ten tijde van de politieke chaos van de jaren zeventig, na de mislukking van Egmont – voor sommigen was dat een gelukkige uitkomst, maar twintig jaar bleek veel van Egmont wel in de praktijk gebracht te zijn, zij het met een aantal inconsistenties die nu het politieke beleid doorkruisen – het wederzijds bedrog van de regeringspartijen, maar ook het bedrog van de bevolking. Dezer dagen zien we, naar aanleiding van de pandemie dat de media de regering weinig kritisch hebben bejegend, wat wil zeggen, denk ik, dat journalisten weinig aandacht hadden voor wat mensen vonden van de lockdown, terwijl mensen zelf wel vonden dat het gevaar van Covid19 groot genoeg was om zich in acht te nemen. Maar bepaalde maatregelen leken overdreven of soms zelfs moeilijk te verantwoorden. Het punt is dat bijvoorbeeld over de steunmaatregelen aan bedrijven niet goed werden afgewogen en daar gaven de media weinig zinvolle commentaar op. Nu de begrotingsdiscussies weer op gang komen, zal men dat plichtsverzuim niet meer kunnen goedmaken. Een verlies aan legitimiteit is het gevolg, wat ook bij goed opgeleide mensen tot enige weerstand leidt. Dat was al langer aan de gang, maar men heeft betrouwbare informatie nodig om zich een oordeel te kunnen vormen, wat men niet altijd meer vindt bij de traditionele binnenlandse media. Ook de kwaliteitskranten lijken op de dool… ideologisch en ten aanzien van hun abonnées.

 

Het laat zich aanzien dat dit debat verre van uitputtend te behandelen valt, maar toch is het nodig dat we ernstig gaan nadenken over de organisatie van de politiek. Het hoeft geen betoog dat wie het algemeen belang ernstig neemt, wie begrijpt dat politici geen volkomen greep op het gebeuren kunnen hebben niet kan besluiten voor partijen te stemmen of er hun steun aan te verlenen, omdat de complexiteit der dingen, zoals de Franse filosoof Edgar Morin niet genegeerd kan worden. Het betekent ook dat beleid ontwikkelen een weerbarstige zaak is en blijft. In de samenleving kunnen we dus best beter aannemen dat simpele oplossingen zelfbedrog zijn, maar dat ontslaat politici, ministers en anderen er niet van hun beslissingen goed te onderbouwen en ook als men tegengestelde belangen moet verzoenen dat ook niet te “versteken”. Het zou een vorm van transparantie opleveren die wezenlijk is, want transparantie is ook een containerbegrip, waar men vele kanten mee op kan.

 

Feit is dat bij dat alles nog een factor niet benoemd hebben, dat is het Europese besluitvormingsniveau, waar nog heel wat meer over te zeggen valt. Juist, van lasagne gesproken, maar het was een goede oplossing voor een woekerend Europees probleem, de oorlogen in de toekomst te vermijden. Nu moet er gezamenlijk beleid gevoerd worden en tegelijk zal men de burgers meenemen. Tja, ook niet simpel. Vooral is het de vraag hoe politiek een roeping kan worden, opnieuw, waarbij men zich niet als een Cesare Borgia gedragen zal.

 

Bart Haers

 

 

 

 

Reacties

Populaire posts