Laat Hoeyberghs maar loeien
APM
De mond niet gespoeld
De gedachten zijn vrij,
Zoveel weten we ook wel
Maar zeggen wat u denkt
Kan uw welbevinden schaden
De vrijheid van meningsuiting
Moet beschermd tegen staatsdwang
Maar blijkbaar willen we onszelf
Behoeden voor onwelgevallige aansprekingen
Zelfverklaard soeverein als we zijn
Iedereen zoekt dekking
Voor haatspraak en onzinnigheid
Maar roept over vrijheid
Die onvervreemdbaar is
De logica is ver te zoeken
Men zegt tegen pesterijen
Op school, op ’t werk of café te zijn
Maar neemt al eens een pester in bescherming
Safe houses? Toch voor terroristen?
Neen, iedereen wil een safe house
Om niet gestoord te worden
In zijn of haar zelfbewondering
Haatspraak moet men afwijzen
Maar men kan de ether niet vrijhouden
Van gore taal of respectloos gedaas
Maar men biede weerwerk
Men spreke de boude verkrachter
Van de bekende waarheid
Met empfase tegen
Maar laat hem of haar wel even
Zijn of haar punt maken
Al slaat het nergens op.
Kon het postmodernisme,
De ontkenning van een kenbare waarheid
Leiden tot het afwijzen van vrijheden
Ter wille van illusoire gelijkheid
De biologie en fysiologie maken ons soortgenoten
Maar als individuen zijn we
Niet in dezelfde mal gegoten
Verschillen verrijken het geheel
Maar iedereen leeft onder dezelfde wet
Men zendt afleveringen van reeksen
Niet langer uit omwille van ‘t aantreden
Van ‘n door rechtbank veroordeelde crimineel
Enfin ja, kindervriend of het is nog erger?
Jawel, die mensen willen we niet zien
- Maar wie weet nog van Capiau ? –
Drang naar zuiverheid
Onzuivere drang naar veiligheid
Onveilig geloof in maakbaarheid
Want acteur x of y is lang vergeten
Alle bezwaren tegen Louis-Ferdinand Céline
In acht genomen, Vichy en Sigmaringen,
Blijft Voyage
au bout de la nuit
(geschreven
en uitgegeven 1932)
Het lezen meer dan waard
Donker, illusieloos, dwalend
Door de krochten van de menselijke geest
Zich verliezend in zelfbedrog en vernedering
De taal heruitgevonden, gevonden in de goot
Men wil ook geen sigaretten smorende dellen meer
Geen pijp rokende gentlemen die van blondjes houden
Men wil, elk voor zich
De wereld naar eigen beeld en gelijkenis
Welnu, ik ben god niet
Ik wil ook geen god zijn
Hoogstens in het diepst mijner gedachten
Maar de wereld beperken
Tot wat ik ervan verlang en verwacht?
We zijn deel van de schepping
Deel van de zijnden en slechts een partikel
Kunnen niet dromen van ’n zweven
Boven de gore wereld
Want ’t is de onze
Dat doet mensen, dieren en dingen
Te enen male onrecht aan
Dan volgt geheid alleen verveling
Want ik ben god niet
Kan niet zo veel verscheidenheid
Uit het niets tevoorschijn toveren
Dus ja, laat die vuilspuiters maar doen
Achter de hoek of in een souterrain
Maar zwijg hen niet dood
Ze zijn ook maar schepselen gods.
Enfin, creaturen van de media
b Art
Reacties
Een reactie posten