Pleidooi voor losbandigheid (in krant)

 

APM

 

 

Zinnenstrelend losbandig

 

Salomé
Alfred Stevens (Brussel 1823 - Parijs 1906)
Speelde Sarah Bernhardt hier de rol
van de voluptueuze Salomé?

Een vrouw schrijft over apenpokken

Over misplaatste stigmatisering

Over hoe we in vele vormen

Losbandigheid nog steeds afwijzen

 

Burgerlijk willen ze zijn

Zich gedragen als goede huisvaders

Alsof huisvaders

Altijd recht in hun schoenen staan

 

Een ode aan de losbandigheid

Klinkt dezer dagen schril

Maar het moet gezegd

We zwijgen er graag over

 

Losbandigheid?

Uit de band willen springen

Zich oververzadigen aan drank en eten

Aan drugs en jawel, aan seks

 

We lezen over een huisvader

Die zich niet kan bedwingen

Nog steeds – opvallend heet het –

Bezoekt hij meisjes van plezier

 

We lazen als jongelui

Wel eens over orgieën

Wilden we wilde feesten vieren

 

Maar een vriendin

Gaf mee dat het niet altijd

Zinnenstrelend bleek

De zinnen strelend elkaar plezieren

Dat moest ze toch wel leren

 

Heftig en gevaarlijk

Zo was het doorgaans wel

Nieuwe velden van genot zoekend

Maar naderhand zweeg men

Behalve een enkele maal

Met een ingewijde

 

Het trok wel aan

Dat feesten tot in de ochtend

Ergens achter een hoek vrijen

Met een nieuwe vlam

Eventueel, indien het kon

Op de achterbank van de auto

Of meer comfortabel

In een bed, op de bank

In de badkamer

 

Het had geen gevolgen

Zelden een vervelende nasleep

Dat waren de regels van het spel

Al was er toch wel eens sprake

Van een abortus

 

Het was genoegen schenkende losbandigheid

Zich geven, zegde een vriendin van toen

Om veel meer te krijgen

 

We vonden losbollen boeiend

Verwarrend en wervelend

Maar ze leefden snel

Ze leefden ongeremd

En dat paste niet altijd

 

De dame van ’t pleidooi

Voor losbandigheid

Betreurt dat we niet meer

Spreken over seks

Het seksuele leven

De seksuele genoegens

Al is dat meer dan 3 seconden pompen

Maar hoe beleef je he  ten volle

Met al je zinnen?

 

 

Terecht pleidooi

Maar zo tegen de tijdgeest in

Maar wel verfrissend zinnenstrelend

 

b Art