Stadsdichter 'en is geen ereambt

 



APM

 

 

 

Stadsdichter

Niet bij genade

Van de muze

 

Simon Voet, Erato, muze 
(New Orleans museum of arts)

De vroede vaderen kozen als vorsten

Hunne herauten

Die der steden roeme bazuinen moest

De bekoorlijkheden en vrijgevigheid

Gastvrijheid ook

 

Wie kritiek had

Wie de vroede vaderen ’t vuur aan de schenen

Met gloedvolle woorden wilde leggen

Ging zelf aan ’t werk

Liet ons vliegende bladen na

 

Wie de stad, wie de vroedschap

Streng afkeurend bejegenen wil

Zal geen titel dragen

Dan die van dichter

Intellectueel en geweerd worden

uit de salons

 

Hoe kan men dichter in ’s stedes naam willen zijn

Hoe kan men de machtigen zo bekoren willen

Hoe kan men anderen zo naar de mond spreken?

 

Doet men ’t niet

Hen naar de mond spreken

Dan wordt men vaak genoeg vervolgd

Maar moet men de titel zoeken

Verzoeken om verschoning

Om opdracht tot dichten van andere smeken?

 

Een dichter werk niet zomaar

-       Heet het – voor ’t plezier

Wil vergoed worden

Per vers en per jambe

Per alexandrijn

Die zingt de lof der vroedschap

Van deze burgemeester of een andere

Bezingt de charme van de stad

 

In de muze geloven ze niet meer

 

Pijnlijk dat dichters vandaag

onbeschaamd

Aanschurken tegen de macht

En verbaasd opkijken van een ezelstamp

Om ‘n ongevraagd gedicht

 

Dichter en stadsschepen hebben gelijk

Zij begrijpen elkaars functie niet

Verwijten elkaar domheid

Maar ze varen blind

Zonder kompas noch idee

Waarheen men varen zal

 

De stadsdichter, de officiële stadsdichter?

Die hebben we niet van node

Ik schrijf over mijn steden

Zustersteden zo u wil,

Ingeblazen krijg ik wel iets van de muze

Steden waar ik wel eens kom

Zeven banken op de vijver

En nog iets van mijn hart

Maar dat is geen zaak van ’t college

Van burgemeester en schepenen

 

 

b Art

Reacties

Populaire posts