Hoe we naar onze samenleving kijken
Reflectie
Taalregime en
machtsargumenten
In de roman "de naam van
de roos" komt een figuur voor die echt wel een tussentaaltje spreekt, die
zich aan de regels van het monasterium weinig gelegen laat en dan ook een
gemakkelijk slachtoffer wordt van de inquisiteur. Maar precies dat aspect, een
verwrongen taaltje maakt een mens in de ogen van de macht onbetrouwbaar. Toen
ik de roman las, meer dan 30 jaar geleden, vond ik het een van de gelukkige
vondsten van de auteur en semioloog oftewel de specialist in de betekenisleer,
de semiotiek. Ik heb de roman omwille van de vele kwaliteiten altijd hoog op
het ranglijstje gehouden, al is er geen echte top, omdat "het beste
boek" niet aan te duiden valt. Umberto Eco heeft wel een zekere invloed
gehad op de ontwikkeling van mijn taalgevoel, dat wil zeggen dat hij in de
roman en in essays de aandacht vestigde op de mogelijkheid taal zo te gebruiken
dat ze zo direct mogelijk weer kan geven wat de spreker wil zeggen, maar ook
dat er altijd nog een zeker domein blijft, dat het gesprokene enigszins vaag
blijft of dat de ontvanger van de boodschap er al dan niet bewust een andere
betekenis aan geeft dan wat de afzender voor ogen heeft staan.
Redevoeringen blijken vanzelfsprekend, als het
goed is behept met die dubbelheid, waarbij de spreker een idioom hanteert dat
de ontvanger kent, waardeert en vervolgens blijkt men toch ergens heen te
worden geleid dat de spreker net wel wil bereiken. Martha Nussbaum geeft in
haar boek "Politieke emoties" voorbeelden in de gunstige zin, zoals
enkele redevoeringen van Franklin Delano Roosevelt, Ghandi en van Abe Lincoln
ook en daarnaast laat zij zien hoe sommige sprekers erin slagen de haat en
afkeer van hun gehoor zeer ver op te voeren. Het verschil is dat FDR en Ghandi
een gunstige invloed op het gehoor proberen te hebben, terwijl Joseph Goebbels
net het tegendeel wil bereiken: zijn gehoor enthousiasmeren voor de totale oorlog.
Uiteraard merkt men dan dat er vooral mensen aanwezig waren die de NSDAP nog
onverkort steunden. Ruth Andreas-Friedrich beschrijft hoe bij de altijd weer
georganiseerde festiviteiten - wat heet - als de autodafes, c.q. de verbranding
van boeken er zorg voor gedragen werd dat alleen fanatieke medestanders in beeld
kwamen. Want het werd alles goed voorbereid. Toch zou het goed zijn te weten of
er mensen waren die in hun hart al afscheid genomen hadden, maar daarover
vinden we weinig informatie. Van Speer weten we dat hij in maart '45 het
Nerobevel van Hitler zoveel als mogelijk heeft tegengehouden, wat tot
conflicten met deze of gene Gauleiter kon leiden. Maar we weten ook dat velen
de boeken van Joachim Fest over Speer niet ernstig willen nemen, omdat Joachim
Fest te vriendelijk zou geweest zijn... of niet links genoeg. Ook nog na het
verschijnen van "Etiamsi omnes - non ego" waarin Joachim Fest de
positie van zijn vader beschrijft, de keuze, ook deels ten koste van de
kinderen vast te houden aan zijn keuze niet toe te treden tot de partij en dus
geschorst te blijven als leraar en directeur van het gymnasium. Hoe anders
klinkt dan de stem van Wibke Bruhns, die met "nu moet zich alles wenden"
het verhaal van haar vader en grootvader vertelt, hoe die tijdens de keizertijd
van groothandelaars in granen en grassoorten, meststoffen ook, industriële
ondernemers werden en tot de top van de samenleving in Halberstadt uitgroeiden.
Politiek kozen zij om redenen van nationalisme voor de NSDAP en toch, net voor
het doek viel, op 20 juli 1944 waren ze op de hoogte van de aanslag tegen
Hitler.
Waren zij echte nazi's?
Ongetwijfeld deelden zij de afkeer van joodse mensen, maar of ze werkelijk de
uitroeiing ondersteunden, daarover krijgt Wibke Bruhns geen duidelijk antwoord.
Men zou kunnen verwijzen naar de tijdsgeest, maar zij, de journaliste, weet
finaal dat haar vader en grootvader weinig reserves hadden tegenover Hitler en
zijn partij en aan het einde, als de familie alles kwijt is gespeeld, dan komt
de gedachte dat het dan maar veranderen moet. Zij, als dochter die haar vader
niet gekend heeft en die na de oorlog opgroeide, ontdekt doorheen de jaren van
haar eigen opgroeien en tijdens haar eigen werkzame jaren dat ze toch dat
verhaal moet vertellen. Het gaat over de negatie van het menselijke en het
behouden, in de familiekring van een warme sfeer. Dat spanningsveld ontgaat
ons, maar kan men maar begrijpen als men beseft dat er mensen waren die de
macht van de NSDAP weg wilden, maar ze waren niet zo talrijk en toch, de Witte
Roos, Ruth Andreas-Friedrich en de familie Fest, zij vonden geen aansluiting
bij andere verzetsgroepen. De Rote Kapelle mag dan ook niet buiten beeld
blijven, al zal men dan opmerken dat die door Moskou gesteund werden.
Aan de andere kant denk ik ook aan de biografie van Joachim Gauck, die erin slaagde de archieven van de Stasi open te stellen voor het publiek, waarbij hij zowel de West-Duitse archivarissen diende te overtuigen van het feit dat een strenge selectie in die archieven voor de betrokken burgers schandalig onrechtvaardig kon uitpakken. Ook diende hij mensen uit de voormalige DDR ervan te overtuigen dat het de bedoeling was schoon schip te maken met het Stasi-verleden. Sommige mensen konden zo ontdekken wie hen had verklikt, wie Informelle Mitarbeiter waren geweest. Voor ons blijft een eigenaardige zaak, maar Gauck die gedurende tien jaar die dienst geleid heeft, werd op handen gedragen voor wie zijn of haar verleden wilde kennen. Ook hier, kan men stellen, speelde het taalregime een grote rol. Wie de Bondspresident hoor spreken, herkent de gewezen dominee, maar ook de humanist en een mens die gelooft dat men het verleden niet topzwaar op de toekomst mogen laten wegen.
Het thema van de macht in de
taal is van belang omdat we ons niet altijd bewust blijken van hoe de taal met
ons aan de haal gaat, terwijl we erop vertrouwen dat we zelf de taal hanteren
om ons verhaal te vertellen. Men herdenkt vandaag WO I die in België als een
ramp, een noodlot werd ervaren, terwijl het in Duitsland en in Frankrijk een
zaak van aanzien was zich aan te melden voor de dienst, waarbij soms zeer jonge
jongens in het leger wisten te komen, wat, zoals we weten vanwege de mythe van
Langemark tot een hecatombe heeft geleid. In het UK was het dienst nemen ook
sociaal van belang, want wie thuis bleef, om te studeren door de vrouwen voor
lafaard werd gehouden.
Zien we dus dat niet alleen
een leider het klimaat en derhalve het handelen bepalen kan, maar dat zijn of
haar publiek wel oren hebben naar een voorstel, wel enthousiasme kunnen
opbrengen voor bijvoorbeeld meer veiligheid of minder van deze of een andere
bevolkingsgroep. Het valt op dat er publiek gedoe ontstaat als een groep
gestigmatiseerd wordt, maar dat men geen goed antwoord heeft op de welwillende
ontvangst. Het kan zijn dat mensen zich vergissen, maar het is niet gezegd dat
hun emotionele beleving vanzelf tot afwijzing of afkeer geneigd zou zijn. Maar
het kan wel vastgesteld dat we al een paar decennia weten wat er met de
migratie aan de hand was. Laatst schreef men dat de Vlaming echt niet goed weet
in te schatten hoeveel migranten er echt in onze contreien leven. Nou moe, als
die journalisten ons dat onder de neus komen wrijven, dan denk ik dat men de
hand best in eigen boezem mag steken, want als journalist zou men dat toch al
vroeger gerectificeerd kunnen hebben. Men zegt te onderzoeken wat mensen denken
te weten, maar er is nu eenmaal informatie die men alleen kan weten door
onderzoek en dan geeft het geen pas als de media die informatie eerst
onvoldoende brengen, om vervolgens mensen voor dom en onwetend te schelden.
Wie kijkt naar de houding die
men aanneemt tegen president Obama, zeker in hoofde van de Republikeinse
kandidaten, merkt dat ze eerst de werking van het Congres blokkeren en
vervolgens de schuld bij de president leggen. Zij zeggen dat Washington corrupt
en veil is, maar doen er alles aan om er de macht te verwerven. Kortom, er
klopt iets niet in de perceptie maar daar blijkt men blind voor. Toen Bill
Clinton het Witte Huis verliet, noemde men hem een slome president, later werd
duidelijk dat hij het nog zo kwaad niet had gedaan en vriend en vijand legde
daar getuigenis van af. Maar na de crisis van 2008 bleek dat zijn wetgeving
rond de banken mee de kiemen had gelegd voor de grote problemen in de financiële
sector. Nu, het zijn de banken die over de grenzen van het prudent beleid zijn
gegaan. Toen dus Obama aan het roer kwam, heeft hij zowel inzake buitenlands
beleid als inzake economisch beleid veel puin moeten roepen. Dat onze media
niet of nauwelijks aangeven waar de grenzen van zijn beleid lagen, namelijk de
houding van het Huis en de Senaat, dan kan men nogal gemakzuchtig stellen dat de man er niet veel van terecht
heeft gebracht. Men zal dus duidelijk moeten maken waarom Obama van een held
een verliezer kon worden. Ik begrijp het mechanisme wel, maar heb nogal wat
problemen met de beoordeling, want men beschikt over informatie die het beeld
minstens nuanceren. Dat bepaalde media Obama maar niets vinden, ligt voor de
hand, maar dat de algemene teneur zonder meer negatief ging kleuren, blijft
bedenkelijk en verplicht ons de media scherper op de korrel te nemen.
Met taalregime bedoel ik
geenszins dat men, zoals een Benno Barnard meent, de Vlamingen de huid vol mag
schelden omdat ze zogenaamd verkavelingsvlaams zouden spreken. Zelf spreek ik
Nederlands, maar sommige uitdrukkingen en zegswijzen die eerder Vlaams zijn,
zal ik daarom niet mijden. Het taalregime waar ik over nadenk heeft inderdaad
te maken met de macht van het woord en de vraag of sommige opiniemakers niet
misbruik maken van hun macht. Of althans, zij proberen dat, want als we naar de
verkiezingen kijken, dan worden zij niet echt gevolgd. Het probleem is niet of
Nic Balthazar dan wel Rudy Vranckx hun kennis en inzichten delen. Dat verhaal
over die gevangene die een paar baby's heeft doodgestoken, liet zien dat het
publiek of toch een groot deel er geen oren naar had dat die jongeman, Kim de
Gelder plots een vriendelijke en welwillende jongen werd genoemd. Dat mocht en
kon niet. Het waren journalisten die er een zaak van maakten en misschien had
men het hele gebeuren van de film niet publiek hoeven te maken, maar dat deed
afbreuk aan de pogingen om gevangenen iets meer perspectief te geven. Maar hoe
vreselijk de daden van Kim de Gelder in Dendermonde en in het Waasland - waar
hij een oudere dame, een boerin - had neergestoken, ook waren, het gerecht
heeft uitspraak gedaan en de man zit in verzekerde bewaring. Is het dan nog aan
ons om te blijven spreken over de daad, de daden? Het taalregime waarin we nu
leven, waarbij alles snel verandert maar niets voorbij gaat, niets vergeten
wordt, laat geen ruimte voor reflectie. De victimisatie van de samenleving laat
geen ruimte voor optimisme, voor enthousiasme en voor vrijheid, hoe complex dat
laatste begrip ook is, want het gaat dan over de negatieve vrijheden en over
hoe we eventueel mensen mogelijkheden kunnen geven van die vrijheden meer
gebruik te maken.
Gaat het over de
klimaatverandering, dan krijgen we slag om slinger te horen dat het onze fout
is. Maar via de kranten en bladen krijgen we aansporingen meer te consumeren,
meer te reizen en meer te genieten van de goede dingen. De kranten kunnen niet
zonder de publiciteit, maar men zal toch eens moeten nadenken hoe men de
redactionele invalshoek en de publiciteit beter op elkaar kan laten aansluiten.
Er bestaat, zegt men, een muur tussen de redactie en de advertentiedienst, die
geld werven moet. En zonder die publiciteit hebben we geen krant, zegt men.
Het debat zal gaan over macht
en de macht van opiniemakers. Soms denk ik dat hun bereik niet zo groot is,
maar in sommige discussies, als het over veiligheid gaat en de spanning tussen
vrijheid en veiligheid ziet men dat mensen de vrijheid (van anderen) graag opofferen
voor meer zekerheden en veiligheid en dat kan op termijn ieders welbevinden
schaden. Het taalgebruik is in deze niet neutraal, ook al menen sommigen dat ze
objectief blijven, wat moeilijk te staven dan wel te weerleggen valt, net omdat
de selectie van de feiten zelf al een zekere subjectiviteit oproept. Waarom de
Vlaamse media het boek van Piketty wel en dat van Tomas Sedlacek niet onder de
aandacht gebracht hebben, terwijl Sedlacek juist een meer genuanceerd beeld van
economisch handelen aandraagt. Ook het debat over Piketty's boek op zaterdagavond
1 november gevoerd in het raam van het Filosofische Kwintet was de moeite waard
omdat er toch enige nuances werden aangebracht. Natuurlijk kan men niet op
nuancering alleen gericht zijn, want nuances kunnen een boodschap ook kapot
relativeren of zelfs gewoon de vernieling inrijden. Soms is dat overigens ook
weer nodig, als iets verkondigd wordt dat klinkklare nonsens blijkt. Met andere
woorden, het gaat om oordelen en handelen naar dat oordeel. Hier blijkt het
commentariaat wel eens tekort te schieten, want ze achten zich verplicht te
handelen, te spreken dus, omdat ze anders verstek zouden geven. Natuurlijk kan
men niet zomaar stellen dat deze of gene bevolkingsgroep voor problemen zorgt,
het weze de 1 %, de kleine ondernemers of de zelfstandige, maar goed, dat ligt
goed bij een deel van het publiek, maar onder ons gezegd en gezwegen, door de
kleine neringdoener van allerlei kwaad te verdenken, maakt men vooral de 1 %
nog rijker en al wie aandelen heeft in die grote winkelbedrijven, toch?
Op het vlak van onderwijs en
de hervormingen laat men vaak uitschijnen dat die hervormingen moet doorvoeren,
want er zouden teveel jongeren achterblijven. Zeggen mensen die genoten hebben
van een enorm open samenleving met een grote mate van sociale mobiliteit.
Vandaag voelen mensen dat die openheid en die sociale mobiliteit niet meer
evident zijn, maar de opiniemakers hebben dat zo te zien nog niet door. Maar
omdat ze elkaar niet van kritiek dienen, blijft de visie gestand dat men
vandaag de zwakke leerlingen maar steunt als men de sterke leerlingen kansen
ontneemt. Juist, net wat Peter Sloterdijk in "Tijd en Toorn" heeft
betoogt. Ook daar botst men dus op een enorme spanning tussen wat men zegt te
willen bereiken, een rechtvaardiger samenleving en de vele blijken van
onrechtvaardig handelen die nodig zijn om de rechtvaardige samenleving te
bereiken.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten