De zegeningen van een Stadslijst
Politiek en samenleving
De middelen en het doel
Schijngevechten op het electorale slagveld
Op 1 oktober 2006 een feestje plaats op de
Scheldekaaien, waar Daan en companen hun voosjes zongen om de bevolking te
waarschuwen tegen het gevaar van Rechts. Een week later haalde de burgemeester
van Antwerpen een onverwacht grote overwinning, 35 % van de stemmen. Maar er is
naderhand weinig gehoord over de wijze waarop de lijst van de burgemeester, die
zich weigerde als SP-a te presenteren, dat resultaat heeft kunnen bereiken. Men
kan Filip de Winter een populist noemen, maar de wijze waarop de burgemeester
de polarisatie heeft gestuurd en vorm gegeven, mag men gerust demagogisch
noemen. Politieke strategie en marketing zijn hem wel besteed. En of de stad
afgelopen jaren behoorlijk bestuur kreeg? Wie zal dat aanvechten, want er
bestaan uiteraard geen checklisten, af te vinken criteria om zoiets te bepalen.
En toch, de zet van de burgemeester om een
stadslijst te maken, iets wat Bart Somers ook in Mechelen al realiseerde, los
van ideologische en andere eigenheden, zorgt duidelijk voor politieke commotie,
want niemand kan de politieke doelmatigheid anders inschatten dan als een
poging de N-VA te demoniseren. Nu wil het geval dat net die drie partijen in
het Vlaamse karretje zitten dat de Vlaamse regering vormt. De vraag is dan ook
of die polarisering in de grootste stad van Vlaanderen de regering Peeters II
niet in het gedrang zou kunnen brengen. En vooral, of de voortzetting van het
mystieke huwelijk in de metropool niet voor een grote moedeloosheid onder de
burgers zal leiden?
We menen dat hier om meerdere redenen
politieke strategie aangewend wordt, die de democratische instellingen in het
gedrang kunnen brengen. Nu goed, het staat partijen vrij lijstverbindingen,
kartels en andere bondgenootschappen aan te gaan, maar als de strategie het
overneemt van inhoudelijke argumenten, van een project voor de toekomst, dan
zou dat contraproductief kunnen zijn. Het blijft overigens maar de vraag of de
tegenstellingen over de ontsluiting van stad en haven tussen CD&V en SP-a
niet voor zand in de motor zullen zorgen. Uiteraard zal men, de marketeer
Janssens dus, er alles aan doen om dit soort akkefietjes uit de aandacht te
houden. Alleen, er was nu eenmaal die aanvaring.
Het doet ons eens te meer de vraag stellen
of die uitgekiende strategische zetten nog wel aanslaan en of men zichzelf maar
vooral de samenleving niet in ongerede brengt door deze keuzes. Een stad als
Antwerpen valt of staat niet bij gratie van een eeuwige coalitie. Integendeel,
het feit dat de SP-a - in andere gedaanten en onder andere namen - al 90 jaar
het bestuur van de stad in handen heeft, kan getuigen van de bestuurlijke
kwaliteiten, maar ook van een vervlechting met de macht die de bestuurlijke
kwaliteit in het gedrang brengt.
De kiezer, heet het, stemt soeverein en
hoeft (aan) niemand voor zijn, haar stem verantwoording af te leggen. Sinds 1991 is
de criminalisering van sommige stemmen bon ton. Ook als de afkeer, het
ongenoegen mensen ertoe bracht voor “het fenomeen” - dixit Bob Cools - te
stemmen, dan deed men gewetensonderzoek, maar vond men dat “de mensen” niet
wisten wat goed voor hen was. De media hebben dit vuurtje goed onderhouden, ook
als bleek dat de arrogantie van de macht voor een coup de théatre zorgde in
2003.
De verhoudingen tussen de bestuurders van
‘t Stad en de bevolking is daardoor wel zeer troebel geworden. Nu is de
burgerij uit Antwerpen gevlucht en woont in Edegem, Brasschaat en andere mooie
buitenplaatsen, maar de stad kampt met een grootstedenprobleem van jewelste.
Daarop antwoorden formuleren en vooral beleid loslaten, blijft een heikele kwestie.
Nu kan de stad met de heraanleg van de leien wel een goed rapport voorleggen.
Men kan treuren over het rooien van de linden aan de De Keyserlei , maar de
heraanleg van het Astridplein en het opruimen van stadskankers mag men ook niet
negeren.
Inderdaad zou duidelijk moeten zijn dat
beleid eens de beslissingen genomen in hoge mate technocratisch wordt. Grote
twisten over het beleid van de ruimtelijke ordening en infrastructuur zal men
dan ook niet vaststellen. Over samenlevingsproblemen kan men een minder
duidelijk palmares voorleggen. De zaak immers is dat er aan de nieuwe inwoners
van het Stad weinig gevraagd wordt, maar ook niet altijd veel geboden. Het
blijft opvallend dat men over de omstandigheden waarin mensen leven weinig
concreets weet te vertellen. Men zegt nu wel dat jongeren zich herkennen in het
linkse gedachtegoed, maar geen partij is meer verjongd dan N-VA sinds 2009 en
wat er allemaal speelt, blijft moeilijk te vertalen, maar dat er onvrede heerst
in dit Vlaanderen met de wijze waarop politici en andere spraak- en
opiniemakende prominenten hun fatwa’s verkondigen, staat als een paal boven
water.
Die onvrede richt zich op de wijze waarop
het patrimonium verpatst werd en wordt, met een besef van toenemende onmacht
over het eigen lot en de vrees dat naderhand alle voorzieningen zullen gekort
worden. Men meent dat het volstaat voor rechtvaardigheid te pleiten, maar wie
kan er in Janssens‘ naam tegen zijn. Men zegt voor eerlijke politiek te zijn,
maar velen vermoeden dat achter de schermen afspraken en deals worden gesloten,
die het daglicht niet mogen zien. Velen willen wel zelf ook hun American dream
realiseren en merken dat het onderwijs, ook het DKO voor de zogenaamde sociale
partijen geen belang meer heeft. Gelijke kansen? Op gebrek aan kansen zich te
ontplooien, hoor je ook bij pas afgestudeerden. Ze beseffen dat ze zelf de hand
aan de ploeg moeten slaan, want de opleidingen zijn niet altijd wat ze kunnen
zijn, ondanks visitatiecommissies, accrediteringsprocedures en uiteraard
benchmarking. Ook jongeren beseffen dat al die dure woorden er niet toe leiden
dat zij een behoorlijk onderwijs kunnen krijgen. Aandacht besteden aan de
inzichten van jonge, ijverige magrebijnse meisjes die per se een hoofddoek
willen dragen is meer dan nodig. Maar men kan het probleem niet benaderen als
men met hen niet gesprek aangaat over de belendende kwesties, zoals de
betekenis van de ontvoogding van jongeren, want zo zou men zich aan vermaledijd
eurocentrisme bezondigen. Men kan hen ook niet wijzen op de problematiek dat
zijzelf keuzes kunnen maken, want zij stellen dat hun hoofddoek hun keuze is.
Omdat ze begrijpen dat ze zich moeten onderscheiden van de “anderen“, wie dat
ook zijn.
De problemen van Antwerpen zijn van belang
voor Vlaanderen en de oplossingen die men vindt hebben ook hun grotere belang.
De keuze van SP-a en CD&V om samen een stadslijst te vormen, heeft zo een
aantal voordelen, namelijk dat van de duidelijkheid. Maar het schept ook een
klimaat van polarisering die de blik versluierd en niemand nog echt toelaat de
vinger op de wonde te leggen.
Nu goed, men heeft ervoor gekozen het
mystieke huwelijk verder te zetten, zodat men in 2021 het eeuwfeest zal kunnen
vieren. Was de stap van Frans van Cauwelaert toen te begrijpen, omdat men
anders niet af kon komen van die Franstalige liberale stadsbestuurders, dan
blijft het maar de vraag of vele Antwerpenaren in dit nieuwe mystieke
huwelijk niet de aanleiding zullen zien om de polarisering nog verder door te
drijven. En dan verdwijnt de ruimte voor een debat over beleidskeuzes. Antwerpen
is en blijft een mooie stad, met een eigen grandeur, maar de bestuurders dienen
wel te beseffen dat hun verantwoordelijkheid groot is. Het MAS kan men als
bouwwerk en als concept voor stadsvernieuwing wel smaken, maar of daarmee
andere problemen opgelost worden, blijft de vraag. Nog dit, om de
verkeersstroom op de Standsring te beperken wil men, van St®aten-Generaal tot
sommige Havenbaronnen de oplossing opdringen aan het ommeland, Burcht, Edegem…
wat uiteindelijk impliceert dat de stedelijke problemen op de tafel van de
Vlaamse regering blijven komen. Hier stonden beide partijen niet altijd op
dezelfde lijn en blijft men zich afvragen of men de standpunten kan verzoenen.
Ook hier, wat is middel, wat het doel en hoe legitiem is het doel?
Bart Haers .
Reacties
Een reactie posten