Hel en verdoemenis over Europa
Lezersbrief
Maar moet wel klippen
en riffen ontwijken
"Nooit was de vrees voor Europa
groter" kopt de Standaard en we gaan weer door met het scheppen van een
sfeer van angst en vrees. Er zijn redenen toe, daar valt niet over te twisten,
maar toch is de indruk sterk dat die taal en toon een klimaat schept dat burgers
tot grote terughoudendheid brengt. Als er redenen zijn voor bezorgdheid, zijn
er dan geen redenen om te geloven dat het beter kan. "Europa is een tanker
die op de rotsen afstevent" schrijft Bart Sturtewagen. Er zijn, zoals Luuk
van Middelaar schreef in "De Passage naar Europa" heel wat facetten
van de vorming en ontwikkeling van de EU die we ons niet altijd voldoende
realiseren. Een van de punten is dat wie zich een Europees burger noemt, wat
meewarig bekeken wordt, terwijl Europa op een onvoorstelbare manier gezorgd
heeft voor vrijheid en stabiliteit in Europa en ook voor welvaart. Maar toch is
er nog niet zoiets als een Europees volk, als de Europese burger. Het
nationalisme viert hoogtij zegt men dan, maar waar ideologen veel moeite doen
ons een mondiaal burgerschap aan te praten, doen er veel minder inspanningen
toe een Europees burgerschap als mogelijkheid aan te praten. Er bestaan weinig
publicaties die de verweven nationale geschiedenissen niet enkel voor de
afgelopen 200 jaar maar ook voordien op een interessante wijze presenteren en
die geschiedenissen zijn verweven. Niet enkel de oorlogen zorgen daarvoor, maar
ook de cultuur, de handelsbetrekkingen en de instellingen. En daar kan men dan
een Europees burgerschap op enten dat de goede werking van Europa ten goede zou
komen. Europa is nog te vaak een zaak van specialisten, van betrokkenen en wij
mogen er met grote ogen naar kijken. Dat blijft een belangrijke rem op de
ontwikkelingen.
Er is reden voor bezorgdheid, maar die moet men
delen en de dus ook het werken aan de toekomst. Het valt telkens weer zwaar dat
de voorstanders van Europa zonder meer aanleiding geven voor Eurosceptici om de
zaak verdacht te maken. We zijn met 500 miljoen burgers en toch zien we niet,
hebben we niet de indruk dat er een grote samenhorigheid. Er zijn belemmering,
zoals de vele talen, dat kan kloppen, maar als men er steeds weer een issue van
maakt, komen we ook niet verder. Hoe groot is de Europese economie, vergeleken
met VS, met China? Omdat men steeds de afzonderlijke nationale economieën naar
voor schuift, wijst op de geleidelijke achteruitgang, kan men de dynamiek niet
ondersteunen.
Natuurlijk hebben onze nationale regeringen een
zware schuld opgebouwd, die men maar niet kan afbouwen, omdat de staat en de
burgers vele rechten heeft opgebouwd. Ik denk dat we zullen moeten nagaan hoe
we die schuldratio echten kunnen inperken en toch de dynamiek van de economie
onderhouden. Vlaanderen is daar wel degelijk mee bezig, maar het federale
regeerakkoord, dat wellicht het uiterste is wat mogelijk bleek, schept ook geen
vertrouwen.
Het geloof in de toekomst, dat de afgelopen
jaren steeds meer is afgebrokkeld vormt een groot obstakel voor de toekomst
zelf, omdat er een sfeer lijkt te leven dat na ons de zondvloed mag komen. Daaraan
dienen we zonder cynisme aan te werken.
We zouden er toe kunnen besluiten de EU
inderdaad te laten verbrokkelen, de munt met 15 of zelf 25 % te laten
devalueren en dan verder gaan, eventueel met de buurlanden, zoals in 1958 het
geval was. Toch kan niemand zo een scenario ernstig nemen omdat de bevolking
zich dan pas bedrogen zou weten. En toch, als we zien hoe de kranten objectief
rapporteren dat men werkt men aan een uitstap uit de Euro van sommige landen,
aan een einde van de EU zelf ook, dan menen we dat de krant de mogelijkheid
heeft en moet hebben even objectief te wijzen op de katastrofale gevolgen
daarvan voor velen. Men weet pas hoe belangrijk het kan zijn als het er niet
meer is, zegt men van schoonheid of van een voorwerp dat men node belangrijk
acht maar niet kan missen.
Het valt op dat de idee dat er iets als
staatszin zou kunnen bestaan op afweer en ergernis stuit. Staatszin is echter
een voorwaarde opdat de afspraken die middels regelgeving ontwikkeld worden ook
nageleefd worden. In Europa heeft men een deel van die regelgeving bij momenten
genegeerd waardoor we nu met een niet aflatende crisis te maken hebben. Er is
verder ook wel eens regelgeving geproduceerd die geen mens leek te begrijpen,
maar aan de andere kant hebben nationale politici al te vaak onpopulair beleid
op de rekening van de EU gezet. Ook dat bevorderde het Europese burgerschap
niet.
Besluit is dan ook dat we wel begrijpen dat er
heel wat op het spel staat in Europa maar ook hebben we niet de indruk dat het
helpt alleen met angst en vrees uit te pakken. Ook kranten kunnen, de feiten
bij de hand, een duiding geven van de gebeurtenissen die staatszin en een
gedeeld enthousiasme over Europa bevorderen. Helaas blijft dat perspectief
buiten beeld.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten