opvoeden is meer dan kunde
Brief
Aan
een bezorgde moeder
Over
toeters en toetertesten
![]() |
Brugse Madonna van Michelangelo. Ook wel eens toonbeeld van bezorgde moeder, toch? |
Brugge,
24 maart 2014
Beste
N.,
Je
klonk werkelijk bezorgd over de wijze waarop de school van je dochtertje druk
legt op haar en vooral op u: fijne motoriek, de naam nog niet kunnen schrijven…
het zijn maar een paar kwesties die je zorgen baren. Ik beloofde je er nog eens
over na te denken, want het gaat inderdaad om meer dan om een klein incident,
maar om de kijk op opvoeding en scholing.
Moet
een ukje van 4 zijn of haar naam kunnen schrijven? En hoe erg is het als zo een
kleuter dat nog niet kan? Sommigen zijn ertoe in staat, vier jaar oud te
schrijven en al wat te lezen, daar gaat het niet om, maar het gaat, zo liet je
me verstaan, om het feit dat kindjes zo vlug mogelijk in de grote wereld
getrokken dan wel geduwd worden en wee als er iets mis dreigt te gaan… Dan gaan
alle alarmen af, krijgen we te horen dat het kindje te bewegelijk is of net
achterop hinkt en als het niet in het gemiddelde past, dan moet en zal eraan
verholpen worden. Je vindt dat niet zo een aangename benadering en wellicht
zullen specialisten je dat euvel duiden. Meten is immers weten, toch?
Of
zou het nu echt wel de spuigaten uitlopen? De kinderen van de generatie van de
anti-autoritaire opvoeding kunnen het allemaal niet los laten, zijn gang laten
gaan, want alles moet perfect passen. Teveel loslaten gaat ook niet, dat vind
je zelf ook wel, maar dat voortdurende voorkomen, opletten en zorgen, laat het
kind geen ruimte meer om zelf te ontdekken de wereld waarin het rond begint te
spelen en laat nu net het vierjarige kind in vele gevallen zeer oplettend
rondneuzen en vele waaromvragen stellen. Maar of het allemaal op de voet gevolgd
moet worden en elke afwijking van het gemiddelde aanleiding geven tot diagnose
en remedie? Je stelde die vraag en er klonk wel meer zorg in door, want het is
niet enkel om de schoolprestaties maar om zoveel in het leven. Zelf denk ik dat
we ook het recht hebben wel eens iets niet te weten. Niet om ons geweten te
sussen, maar wel omdat weten of niet-weten er niet altijd toe doet.
Zou
Einstein de Toetertest hebben kunnen afwerken met goed gevolg? Sommigen menen
dat dit niet het geval was. Andere wetenschappers waren dan wel weer handig met
hamer, zaag, nagels en hout, of metalen, produceerden of produceren hun eigen
meetinstrumenten. Waarom de ene wel en de andere niet? Het zijn persoonlijke
verhalen, zoals dat van de Vlaming Marcel Minnaert die naar Utrecht vluchtte en
een baantje vond als manusje van alles in het laboratorium voor zonnefysica. De
doctor in de biologie werd kort daarop… doctor in de fysica. Maar zoals geweten
is, sprak de heer Einstein pas laat, terwijl de ouders van Minnaert er om
politieke redenen hadden voor gezorgd dat hun zoon geen Brugs had gesproken,
maar algemeen Nederlands.
Nu,
ouders kunnen niet anders dan het beste voor hun kroost voorzien, maar het
blijft altijd zo dat het kind zelf, de kinderen mee bepalen wat mogelijk is.
Afgelopen jaren heeft men zonder ophouden gewezen op de risico’s voor kinderen
van alleenstaande moeders met een lage scholingsgraad om achterop te geraken.
Of dat inderdaad een wet van meden en perzen moet heten, blijft nog maar de
vraag. Soms gaat het mis, soms niet, maar dan blijkt dat moeilijk te meten.
Maar alle ouders worden overstelpt met tips en aanwijzingen over hoe het moet.
Als een ouder wil vragen aan de school die toetertoets niet te hanteren, dan
blijkt dat niet evident, want ouders voelen zich dan een beetje betweters en de
specialisten in het onderwijs zullen het wel weten.
Overigens
blijft het maar de vraag of een algemeen geldend plan van pedagogische aanpak
wel zo wenselijk is, ten aanzien van de ouders. Voor het leerplichtonderwijs
merkt men nu dat er wel degelijk eindtermen zijn ontwikkeld, maar door de
talloos vele richtingen merkt men dat die eindtermen dan wel geen dode letter
zijn, dan toch wel moeilijk als algemeen geldend kunnen beschouwd worden,
tenzij het gaat om soa’s. Klinkt wat cynisch misschien, maar ook op dat vlak
wordt van ouders veel verwacht, terwijl er zoveel bij te brengen valt, niet op
stel en sprong, maar gedurende die ongeveer 18 jaar dat die ouders alvast die
rol toegemeten krijgen: vertellen over wat vriendschap kan zijn en wat respect
kan betekenen. Maar helaas komt dat alleen aan de orde als het over overlast
gaat, enfin, het ontbreken van respect dan toch. Hoe kinderen richtingwijzers
meegeven en tegelijk weten dat ze hoe dan ook hun eigen weg zullen gaan, dat
vereist geduld en, opvallend, ook respect. Maar als we alle adviezen, zelden
gevraagd, altijd koud geserveerd, goed bekijken, dan zijn net dat elementen die
ontbreken.
Nu,
vergeten we niet dat Peter Adriaenssens een aantal jaren geleden al vaststelde
dat ouders wel eens last hebben van opvoedingsstress, waarbij ze zich uit de
naad werken en geen greep op de situatie menen te hebben. Overigens blijken ook
kinderen onder opvoedingsstress te lijden, omdat ze zich overvraagd voelen. Dat
in een samenleving als de onze opgroeien én opvoeden niet vanzelf gaat is
minder nieuw dan men zou denken, maar tegelijk mogen we de invloed van nieuwe
media niet onderschatten, terwijl er toch ook andere zaken meespelen, met name
de angst van mensen dat er iets met hun kinderen kan gebeuren, een ongeval,
ziekte of erger, misbruik. Die zorg en het feit dat media vooral de erge
gevallen weergeven, terwijl er in onze regio, Noordwest-Europa relatief weinig
geweld aanwezig was maar uiteindelijk lijkt dat weinig indruk te maken. Het is
niet zo dat er niets kan voorvallen, maar vergeleken met andere regio’s kan men
zich afvragen of het aanjagen van angsten wel zo nuttig is.
Edoch,
het grootste probleem dat zich lijkt voor te doen behelst de vele ongevraagde
adviezen en ook wel de hoge verwachtingen van ouders, waarbij we ook nog eens
in de greep van een soort perfectionisme leven. Combineert men dit alles dan
wordt duidelijk dat u, mevrouw N. er wel eens horendol van wordt. Terecht
merkte u op dat het moeilijk wordt het juiste te doen, als de voorstellen in de
praktijk nauwelijks werkbaar blijken. Neem nu die toetertest, waarbij kindjes
in de tweede kleuterklas al gebrandmerkt worden. Klinkt het wat overdreven, dan
merkt men dat het verplichte leren de eigen naam te schrijven, de norm voor
fijne motoriek en andere zaken wel heel veel druk kunnen leggen op de kindjes
maar zeker ook op de ouders. Leren zou toch maar moeten beginnen met de
leerplicht?
Nu
is het zo dat politici in het Vlaams Parlement en in hun programma’s pleiten
voor een strakker schoolregime en dienen scholen, met heel veel druk op de
leerkrachten en veel regels en inspectie, geheel volgens plan te presteren, waarbij men vergeet, wil
vergeten dat leerkrachten een zeer gunstige invloed kunnen hebben op
leerlingen, als die de nodige vrijheid genieten. Overigens vergeet men nu vaak dat
die leerkrachten van praktische pedagogie wel degelijk kaas gegeten hebben.
Kortom,
zoals in andere gebieden van het leven lijkt de kloof tussen experten en leken,
die het wel moeten doen, of het nu in de geneeskunde om artsen gaat die de les
gelezen worden door kenniscentra, dan wel leerkrachten die ongevraagd advies
krijgen en nog zoveel meer, onoverbrugbaar; zozeer dat men zich wel moet
afvragen hoe het mogelijk is dat in deze historisch hoog geschoolde samenleving
de kloof tussen experten en mensen die ook voor het vak geleerd hebben zo groot
kan zijn. Bovendien, wat ouders aangaat, kan men zich afvragen of ze de
specifieke omstandigheden van hun kind niet goed kunnen doorzien? Eigen kind,
schoon kind? Ja, dat ook, maar het is niet alles en als de zorg die men
besteedt bij moeilijkheden niet afdoende zou zijn, dan kan men externe hulp
inschakelen, zonder meteen de hele situatie te problematiseren, laat staan te
criminaliseren, maar blijkbaar kan het nu gebeuren dat diensten – als gevolg
van gerapporteerde gevallen van laattijdig ingrijpen - nu te snel in de bres
springen voor het kind en net daardoor opvoedingsproblemen scheppen in plaats
van op te lossen.
Zou
het kunnen dat het zelfvertrouwen en het vertrouwen in anderen dezer dagen tot
een bedenkelijk laag niveau is gezakt en kan men nagaan waarom dat zo is? Want
het systeem op zich, ook van kinderbescherming heeft verdiensten, dat staat als
een paal boven water. Maar de neiging tot overijld ingrijpen en overdreven
regelgeving moet ons echt wel bekommeren.
Daarom,
mevrouw N., gaat u best met andere ouders overleggen over die vroegtijdige
toetsen. En ja, als er problemen zijn, met fijne motoriek, uitspraak, dan kan
men nagaan of dat niet toch vanzelf goed komt, omdat kinderen toch niet volgens
een vastgelegd stramien opgroeien, maar een eigen ritme hebben. Zeker in het
onderwijs voor de leerplichtleeftijd, moet men daar toch oog voor hebben. Ooit
was het een prestatie als kinderen in het eerste leerjaar met kerstmis het
alfabet kenden en de letters konden schrijven. Vandaag is dat blijkbaar
laattijdig. Maar of de kinderen nog wel tijd hebben om te spelen, te dromen en
hun verbeelding te oefenen, blijft buiten beschouwing. En ja, zowel de
evolutietheorie (Darwin) als de relativiteitstheorie van Einstein waren
inderdaad het gevolg van wetenschappelijk onderzoek, maar zonder verbeelding –
u leest het goed, verbeelding – hadden deze geleerden nooit kunnen komen tot
hun inzichten. Net omdat ook wetenschappelijk onderzoek de feiten dient te
verbinden met elkaar en dan is het, zoals ook Emilie de Chatelêt het toonde met
de prijsvraag van de Academie van Dijon, van belang dat data uit verschillende
sferen met elkaar verbonden kunnen worden en dat vergt oefening. Mevrouw de
Chatelêt ontdekte dat als licht zich als deeltjes zou verplaatsen de aarde,
zelfs al was de massa nog zo miniem als denkbaar, bekogeld zou worden en
onleefbaar zou zijn. Inderdaad, fantasie
dus. En dat leren we door verhalen te beluisteren en er zelf uit te vinden.
Maar goed, pedagogen lijken daar niet zoveel mee op te hebben.
Hopelijk
kan u zich in de toekomst wat beter voelen. En neen, niet elke expert is een
geborneerde droogstoppel, maar het hangt van hun inlevingsvermogen en hun
vermogen zich buiten hun vakgebied te begeven af opdat ze met mensen daarbuiten
kunnen onderhouden en verstaan. Er zijn
uitstekende logopedisten, leerkrachten en ouders, maar misschien vallen ze niet
geheel in de mal die ergens in een ivoren toren is gemaakt.
Vriendelijke
groeten,
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten