Nadenken over nationalisme
Dezer
Dagen
Caledonia, Catalunya en Vlaanderen
Sinds
aan het eind van WO I het zelfbeschikkingsrecht der volkeren in een aantal
verdragen werd vastgelegd, al verliep de applicatie nogal nonchalant, hebben
we in Europa een veelheid van landen zien ontstaan die min of meer samenvielen
met wat men naties noemde en noemen kan. Aan de andere kant, de Ierse kwestie
werd nooit echt goed opgelost door de Britten, terwijl de Hongaren zelf een van
de dupes waren van het nieuwe adagium. Spanje werd niet geraakt door de oorlog
en dus ook niet door de principes die aan de vredesverdragen van 1919 hun
specifieke karakter gaven. Aan de andere kant zien we dat Tomas Masaryk er
tijdens de oorlog in was geslaagd voor Tsjechië en Slowakije een staat te
maken, die in de nasleep van de fluwelen revolutie tot een fluwelen scheiding heeft
geleid, zodat we ons kunnen afvragen hoe constructief de politiek van
Clémenceau dan wel was. Nu, Tsjecho-Slowakije heeft onder Masaryk een boeiende
ontwikkeling gekend, die vandaag zo goed als vergeten is, maar de politiek van
Edvard Benes tijdens en na WO II heeft de Tsjechen en Slowaken 50 jaar ellende
bezorgd. Maar we verwijzen naar deze politieke ontwikkelingen omdat in Europa
niet enkel het nationalisme van de Catalanen of de Schotten aan de orde was en
is, maar ook omdat de Vlaamse Beweging uit andere institutionele achtergronden voort
is gekomen. Dat lijkt me ook de kern van het misverstand dat nationalisme
nefast kan uitpakken. Om nog te zwijgen van het feit dat nationalisme en
imperialisme moeilijk te rijmen vallen, terwijl men beide ingesteldheden steeds
op één lijn pleegt te situeren.
Nu
verneem ik wel eens dat de Catalanen menen dat Christoffel Columbus van huize
uit een Catalaan en geen Genuees zou zijn geweest. Ook Miguel de Cervantes,
geboren in Alcala de Henares, zou in feite uit Catalonië gekomen zijn. Maar goed,
voor de Schotten geldt dat ze vanzelfsprekend op mensen als Flemming, de
ontdekker van de penicilline of Adam Smith, een van de grondleggers van het
wetenschappelijk economisch denken trots kunnen zijn, al lijkt me dat altijd
wat vreemd. Nu goed, wij hebben Simon Stevin en ... het hangt af van het
perspectief wie we als Vaandeldragers voor het karretje van onze identiteit
spannen.
Sommigen
vragen zich af en vragen het ook mij waarom we zo altijd weer op dat Vlaamse
gefixeerd lijken, maar ook hier stelt zich het probleem van het perspectief en
van de wijze waarop we een en ander in een verhaal weten samen te brengen. Het
probleem is dat sommigen het nationalisme even verantwoordelijk achten voor
alle onheil in onze geschiedenis als... de kerk, het geloof, het katholicisme,
maar het waren liberalen die als eerste de kat de bel aanbonden en vonden dat
het jonge België van 1830 niet zomaar eenzijdig het Frans als taal van de
publieke ruimte kon opleggen. Tot 1914-1916 bleef die evolutie buiten het
politieke domein, maar ging het om taalbeweging en culturele ontwikkelingen. Maar
door de afwijzende, minstens afwachtende houding van koning Albert I ten
aanzien van de vraag van Frans van Cauwelaert en anderen om een
Nederlandstalige universiteit op te richten in Gent en omwille van de
ervaringen van de geschoolde militairen aan het front, Nederlandse geschoolde
militairen die in botsing konden komen met beroepsmilitairen van de oude
stempel, die geloofden dat alleen in het Frans goed de orde gehouden kon
worden, kreeg de Vlaamse beweging daar een politieke lading die men niet
negeren kan.
Het
activisme kwam dan weer voort uit de situatie in het bezette gebied en dan
vooral in Gent. De Flamenpolitik heeft handig ingespeeld op het bestaande
ressentiment, maar als men het goed bekijkt wie er in de groep zat die we
kennen als Jong- Vlaanderen, dan valt op dat die al voor 4 augustus 1914 vrij
harde standpunten innamen. Ook het activisme kan men niet negeren, al kan men het
ook niet als de meest glorieuze bladzijde uit onze geschiedenis beschouwen.
Maar dat kan niet het doel van zijn goede geschiedschrijving, namelijk alleen
oog hebben voor de briljante en schitterende aspecten van de eigen cultuur en
de rest in vergetelheid laten wegdeemsteren.
In
deze optiek verneem ik dat in Calatonië een grote zelfgenoegzaamheid zou leven
en dat de Catalanen zich als de Duitsers
van Spanje beschouwen, noeste werkers, die altijd weer superieur zijn aan de
Galiciërs, de Andalusiërs of de Madrilenen. Laat duidelijk zijn dat zo een
nationalisme in Vlaanderen wel eens de kop heeft opgestoken, maar dat het
tegelijk nooit breed gedragen is. Dat zo een bewegingen al eens uit het lood
kunnen gaan, mag niet verbazen, maar als men weigert te onderkennen, zoals Ico
Mali doet in "de Ideologie van de N-VA" dat Herder een nationalisme
voor ogen had dat uitging van de idee dat elk land best zichzelf in ere kan
houden, maar ook de andere respecteren kan, omdat nationalisme nu eenmaal en
fataal op vermeende superioriteit berusten zou, moet begrijpen dat hier wel een
weeffout in de redenering te bespeuren valt.
Over
het Schotse nationalisme vernam ik wel een en ander van het programma
Wereldbeelden, van Jean-Pierre Rondas, die aantoonde dat het Schotse
Nationalisme eerder een civiel nationalisme mocht heten, dat niet de afkomst
maar de plaats waar men leeft en werkt en droomt het homeland kan zijn, terwijl
etnisch nationalisme op bloed zou gebaseerd zijn, dus wie Frans, Duits of
Spaans bloed in de aderen heeft die is Spaans, Frans of Duits...
Overigens
zal men zich toch best maar eens afvragen of het staatsnationalisme, zoals
Charles de Gaulle dat tijdens zijn actieve loopbaan als politicus vorm heeft
gegeven en waarbij de Franse Grandeur de cruciale notie en doelstelling vormde,
niet evengoed kritisch bejegend moet worden als het nationalisme van volkeren
zonder eigen staat. Het valt me op dat men bovendien in België graag neerkijkt
op die domme, kortzichtige en provinciale
Vlamingen, die ook nog eens katholiek zouden zijn terwijl men nauwelijks
aandacht weet op te brengen voor wat in de andere culturen van Europa gaande
is.
Mocht
het inderdaad zo zijn dat de Catalanen vertrekken vanuit een of andere
rassentheorie, dan lijkt dat in Vlaanderen geenszins (meer) aan de orde, al
doen sommigen, zelfs Arno het graag voorkomen alsof er nog altijd een raciale
component is onze identiteitsbeleving. Bovendien merk ik eerder bij
tegenstanders van de identiteit de gedachte dat een identiteit voor eens en
voor altijd vast zou liggen, terwijl nogal wat Vlamingen best begrijpen dat het
gras aan de overkomt ook best lekker kan zijn, zonder het eigen gras te
verloochenen.
De
berichtgeving over het Schotse en Catalaanse project voor een referendum,
waartoe voorlopig alleen Schotland besloten heeft, gaat zelf doorgaans uit van
een zeer polariserende benadering, waarbij de tegenstanders vooral angst willen
aanjagen over de onbestuurbaarheid van het onafhankelijke Schotland. Daarbij vergeet
men dan dat in Schotland misschien wel redenen kunnen leven die ertoe bijdragen
dat zij Londen en bij uitbreiding de metropool, Engeland, met enige argwaan bejegenen.
Vergeten we niet dat we van de Easter Rise in Ierland ook voor de Schotten,
ondanks alles een inspirerende werking uitging.
En
toch moeten we ons afvragen of Catalanen, Schotten en anderen iets winnen bij
onafhankelijkheid. Het gaat om het doel en de bestaansredenen van staten, van
staatsinstellingen en over hoe die zich verhouden tegenover burgers. Na de
fluwelen scheiding tussen Praag en Bratislava konden beide landen, Tsjechië en
Slowakije - al snel binnen de EU - eigen bewandelen en verbeterde de
nabuurschap. Als een nationale staat voortdurend gecontesteerd wordt door een
deel van de bevolking op grond van nationale aspiraties, dan bestaat de neiging
de aanspraken van de centrale staat hoger in te schatten dan die van de op
afscheiding gerichte deelgebieden, maar het kan er natuurlijk ook aan liggen
dat die centrale staat de emoties van het betreffende deelgebied niet
accepteert.
Pujol
heeft in Catalonië een nationalisme aangewakkerd dat mij niet zo sympathiek
voorkomt, omdat we nu weten dat de man zichzelf en zijn familie mee heeft laten
genieten van een politiek van smeergelden en andere usances die in een
rechtsstaat niet horen. Men zegt ook dat Catalonië op de ranglijst van corrupte
staten nogal hoog gerangschikt staat en dat dus omgekeerd de transparantie en
voorspelbaarheid van het beleid van eerder bedenkelijk niveau zijn.
Opvallend
tot slot is dit: aan de ene kant verwijt men Bart de Wever op de koffie te zijn
gegaan met David Cameron, die uit de EU weg zou willen, wat niet geldt voor
Schotland, terwijl men evenmin vergeet erop te wijzen dat de N-VA of leden
ervan het referendum in Schotland toejuichen, terwijl Cameron dat liever niet
had zien plaats vinden. Kortom, ofwel vinden de commentatoren dat Bart de Wever
niet met Cameron de conservatief mag praten, maar vergeten ze wijselijk dat
hij, Cameron het UK in stand wil houden, ofwel verwijten ze De Wever dat hij met
de vaandeldrager van een staatsnationalisme met nog een vleugje Brits
imperialisme om zich heen, Cameron dus, zoete
broodjes bakt, maar het beeld laat zo een simpele conclusies niet toe. Er is in
het UK door voorgangers van Cameron een vorm van regionalisme op gang gebracht,
de Devolution, maar tegelijk wil men niet te veel nadruk op identiteit leggen.
In onze schooltijd leerden we het echter al: wright or wrong, England is my
country, ook voor de Schotten, Welshmen en Noord-Ieren. Als dat geen
nationalisme is?
Laten
we dus hopen dat de rede én de emoties elkaar kunnen vinden, zodat de burgers
van Aberdeen of Barcelona niet het slachtoffer worden van opgeschroefd
nationalisme, maar tegelijk weiger ik mee te lopen in een vorm van
kosmopolitisme, dat elke redelijke, in de betekenis van goed afgewogen,
beredeneerde vorm van betrokkenheid bij het welzijn van de directe medeburgers,
mensen van dezelfde regio voor onredelijk houdt, want ook kan men niet zomaar
een Europese solidariteit afwijzen. Onze samenlevingen kennen sterke vormen van
anonimiteit, waardoor mensen zich zelfs aan sportclub committeren alsof het een
tweede thuis is, wat hoogst onredelijk mag lijken voor wie rationeel denkt,
maar wat antropologisch verre van vreemd moet heten.
Rationele
benaderingen alleen of louter overwegingen van nutsmaximalisatie kunnen wel
enig licht werpen op wat mensen willen, doorgaans verhullen die benaderingen
diepere wensen van mensen. En dan kan zo een Pujol de heilige Catalaan
uithangen en tegelijk de Catalanen een rad voor de ogen draaien. Dat probleem
blijkt in de discussie over regionalisme in Europa niet aan de orde te komen.
Willy
Cuypers klonk altijd wel sympathiek, als hij zich solidair noemde met kleine
volkeren in Europa en daarbuiten, maar men dient toch wel even op te letten,
dat men zo geen potentaten aan de macht brengt die het vertrouwen van de
burgers zonder veel omhaal beschamen, want dan helpt die sympathie niet. Men
moet ook niet doen alsof Spanje nog in de tijd van Franco leeft omdat de
Partido Popular er nu de dienst uitmaakt in Madrid. Regionaal zijn er ook
andere partijen aan de macht en zelfs zeer linkse partijen krijgen gemakkelijk
voet aan de grond. Nu goed, hoe het er eindelijk aan toegaat in het land van
Miguel de Unanumo en Miguel de Cervantes, van Pedro Jota Ramirez ook, valt
vanuit Vlaanderen soms moeilijk op te maken, want hier lezen journalisten enkel
El Païs en kan alleen de PSOE deugen, helaas. Mocht ik overdrijven, dan verneem
ik dat graag, maar doorgaans ken ik maar weinig mensen die goede informatie
kunnen aandragen over een van de 27 andere lidstaten van de EU, laat staan dat
we echt een licht geworpen zien op de binnenlandse verhoudingen en dynamiek. Ik
gun de Schotten een ja bij het Referendum, maar ik ben er niet van overtuigd
dat dit voor de Schotten zelf de beste perspectieven op een goede toekomst
bieden kan. En voor de Catalanen hoop ik dat ze afstand van de raddraaiers kunnen
nemen en nagaan of Catalanen werkelijk zoveel beter zijn dan de andere
Spanjaarden, maar als ze Duitsers zouden zijn, welke dan? De Duitsers van het
Wirtschaftswunder of die van de Furor Teutonicus?
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten