politici blind voor het actieve leven
Kritiek
De zekerheden op de schop
Politici zonder kompas of toch wel goed geïnformeerd
![]() |
Clinton blijft hot, maar het beleid van nu raakt ondergesneeuwd. Dit is politieke strijd, niet vanwege de politici, maar vanwege de speculerende media. |
Is
het doenbaar te spreken voor je achterban en tegelijk het brede publiek
bereiken met een boodschap die aanslaat? Er zijn weinig politici die erop
kunnen rekenen dat de enthousiasme achterban en het brede publiek hetzelfde
willen horen. Daarbij zijn er die dan wel heel sectair uit de hoek komen en
daardoor het brede publiek niet verrassen, zelfs even aanspreken zonder ooit
voor die groepen te stemmen. Andere leiders verkondigen een inzicht en handelen
in een sfeer die door achterban en groot publiek breed gedragen worden. Hun
keuzes worden als urgent en noodzakelijk ervaren en men stelt er zich op in.
Het probleem ontstaat als alle leiders wel een achterban hebben, maar elkaar de
claim ontzeggen ook het publiek breed aan te spreken. Opiniepeilingen kunnen
hier helpen, maar als men dan ziet dat de ouderenpartij 50+ in Nederland goed
scoort of dat Marine Le Pen in Frankrijk een hoop mensen aanspreekt die het
geklungel van Hollande en het olifantenslagveld bij de UMP grondig moe zijn,
dan moeten we ons afvragen wat er gaande is.
Gisteren
mocht Bruno T., leider van een kleinere partij in het Vlaamse politieke
landschap zijn positie komen verdedigen op de buis, in Reyers Laat en ik kon
maar niet begrijpen dat de man niet inzien kon, dat hij niet geloofwaardig kan
spreken. Zelfs al is het zo dat de partij zich ertoe gecommitteerd heeft dat
het beleid ten aanzien van geïnterneerden in de Belgische gevangenissen nu eens
voorgoed uit de vergeetput zou gehaald worden, kon hij niet zeggen dat die
inzet doelgericht was geweest. Goed, we zouden in België ongevoelig zijn voor
het lot van gevangenen en al helemaal van geïnterneerden, mensen die
psychiatrisch gevolgd zouden moeten worden en geen straf kregen omdat hun
misdaad wel bewezen is, maar toe te schrijven aan psychische stoornissen die
een redelijk handelen onmogelijk maken. Laten we elkaar niks wijsmaken, tijdens
onze collegetijd, op een katholiek college - wat had u gedacht - werd over het
strafsysteem gesproken en hielden we discussies over de doodstraf zonder de
finesses van het gerechtelijk apparaat te kennen of van het strafprocesrecht
weet te hebben. Maar over de doodstraf moesten we het debat aangaan. Dat die in
België al sinds de executies na WO II niet meer zijn uitgevoerd, dus zeker niet
in het gewone criminele strafrecht, werd
ons wel meegegeven. Het was, moet ik zeggen, ook de tijd dat er van overlast
vanwege migranten nog geen sprake was, maar dat we nog aangesproken werden op
het feit dat we die mensen met respect dienden te behandelen. We wisten het wel
en naarmate we kranten en bladen gingen lezen, niet alleen uw dienaar maar ook
anderen, werd duidelijk dat er iets mis met het strafrecht en behandeling van
geïnterneerden. Dat België ter zake op de vingers werd en wordt getikt, lijkt
maar weinig mensen te deren, want het belangt ons niet aan. Ik denk dat wel
meer mensen zich ongemakkelijk voelen bij de situatie, maar men kan er verdomd
weinig aan doen. De dood van een psychiatrisch patiënt in onduidelijke
omstandigheden heeft ook aangetoond dat we ondanks acties als 'Te Gek"
niet goed raad weten met mensen die het noorden kwijt zijn.
De
media hebben het geval van Jonathan Jacobs de nodige aandacht gegeven, dat wel,
maar het blijft de vraag of we in het kluwen van regels en draaiboeken als
burgers zomaar enig inzicht kunnen verwerven en of we bereid zijn politici op
dit broddelwerk willen afrekenen, want er zijn belangrijker vragen. Altijd zijn
er aangelegenheden die belangrijker zijn, die grotere urgentie kennen. Dat Wim
Distelmans zich niet kan vinden in de vaststelling dat de geïnterneerden geen
behoorlijke behandeling krijgen, kan ik alleen maar waarderen en dat hij,
anders dan Johan Braeckman, de filosoof niet enkel met een theoretische vraag
te maken heeft maar zelf ook tot al dan niet handelen bewogen wordt, maakt zijn
benadering sterker en geloofwaardiger. Alleen, we weten dat er sowieso te
weinig psychiaters zijn en dat men het gevangeniswezen niet geheel onder
controle heeft, inzake instroom én uitstroom. Misdaad moet bestraft, maar het
blijkt vandaag moeilijk voldoende gevangenisruimte ter beschikking te hebben,
met tot gevolg overvolle gevangenissen en nog wat ellende meer en daartussen
zitten dus die geïnterneerden.
Het
aanslepende probleem laat zien wat men bedoelen kan met de basiszorg vanwege de
overheid en de grote maatschappelijke discussies, die wel degelijk betekenis
hebben. Sommigen menen dat wat alleen gedacht wordt, of aangevoeld, geen
betekenis heeft als er geen harde feiten voor aan te wijzen zijn. Nationalisme?
Dat is invented history, maar bijna elke samenleving heeft zo haar eigen
verhalen om zichzelf te presenteren, voor zichzelf. Het kan ons zelfs niet
ontgaan dat die verhalen en de inzichten die ermee samenhangen op enig moment
uit de hand kunnen lopen. Ik denk dan aan de Duitse, maar ook Franse
verenigingen, groeperingen, bewegingen die het eigen nationalisme bovenmatig
gingen uitwerken, waarbij men wel de Duitse kant pleegt te belichten, maar de
Franse niet of nauwelijks. De discussie over natievorming bewandelt doorgaans
twee sporen, namelijk het aftoetsen van de specifieke mythologie, de sagen, om
te besluiten tot een "invented history" en aan de andere kant zijn er
die de feitelijkheid van die verhalen boven alles stellen. Tussen beide is er
geen discussie mogelijk, maar zelfs zij die bijvoorbeeld de hele traditie van
11 juli, de Vlaamse feestdag, afdoen als een legende, vergeten dat de
negentiende eeuw wellicht een gelukkige greep had die dag voorop te stellen in
plaats van andere momenten, al was 2 maart 1127 ook een kanshebber geweest.
Toen immers werd Karel de Goede vermoord en ontstond er een conflict over de
opvolging, waaruit finaal de steden - als het op machtsverwerving aankomt -
versterkt uitkwamen - wat in de these van het wetenschappelijk dialectisme van
Marx in feite onmogelijk zou zijn, want dat was nu net de tijd van de
feodaliteit, terwijl die in regio's al Lombardije en Vlaanderen al aan erosie
toewaren. Maar zelfs dat, de toename van de stedelijke macht, almacht, zou een mythe zijn, ondanks de hele traditie
van stadskeuren in Vlaanderen en de vaststelling dat tegen 1280 de steden een
grote greep hadden op het gevoerde beleid in Vlaanderen.
We
moeten dus maar verder zoeken, nadenken wat men in feite wil bereiken, als het
om politiek beleid gaat. Zoals al vaker aangegeven, is er een probleem als
niemand zich "la chose publique" aantrekt. Maar tegelijk kan niemand
claimen alleenrecht te hebben op het publieke domein. Daar ontstaat in het beste geval de ruimte
waar men met elkaar inzichten kan uitwisselen, waarbij het eigenbelang een
plaats heeft, maar niet noodzakelijk allesbepalend hoeft te zijn. Links noch
rechts geloven vandaag nog ten volle dat men het beleid vorm kan geven vanuit
de gedachte dat men het algemeen welbevinden kan bevorderen. Het klopt dan wel
dat elkeen in het persoonlijke leven op de een of andere manier het eigen
welbevinden wil bevorderen of maximaliseren, dan nog is er een domein waar men
het eigenbelang wel in de weegschaal legt, maar niet op alles laat prevaleren.
Het
is hier dat politici hun actiegebied hebben en waar het sinds enige tijd nogal
moeilijk over het voetlicht geraakt dat politici niet alleen bezig zijn met
zichzelf. Maar moeilijk gaat ook, denkt een beweging als Nous Citoyens, die het
zelfingenomen gedrag van politici niet wil delen en zoekt naar een nieuw
draagvlak voor bestuur en beleid. Het is maar dat ze in de pers als amateurs
worden weggezet, anders zouden burgers zien dat er voor het gedoe op Matignon
en in het Elysée wel degelijk alternatieven zijn. Ik begrijp wel dat mijn
positiebepaling in deze niet voor de hand ligt, want men zal opwerpen dat men
ofwel gelooft in de politiek als behoeder van het algemeen belang dan wel in
het de gedachte dat dit hoogstens de som kan zijn van alle individuele belangen
samen. Toch is de staat meer dan alleen het samenspel en het conflict van
individuele belangen. Daarom is het wenselijk dat we economisch denken en
politiek denken, maar ook sociale gevoeligheid met elkaar in verband weten te
brengen, wat inhoudt dat we het persoonlijke vanuit de overheid, in de actuele
hooggeschoolde samenleving begrijpen als het vermogen van burgers tot autonoom
oordelen en handelen. Het zijn paternalisten als Verhofstadt, Leopold I - die
in brieven aan queen Victoria schreef dat de mensen hun belang niet kennen - of
Lenin die van burgers een weinig opwekkend en vertrouwenwekkend beeld hebben.
Nog anders: in het politieke debat weet men niet goed raad met de autonomie van
burgers en wil men hen sturen. Niet enkel politici doen dit, maar ook lobby's
en belangenverenigingen.
Het
individuele en het gemeenschappelijke vallen inderdaad niet zomaar te
verbinden. De sociologie probeert dit op te lossen door te peilen naar wat
mensen verbindt, toelaat hen in groepen te verdelen, maar het blijven altijd
ruwe schetsen en het dringt niet altijd door tot wat mensen voor zichzelf van
belang achten. Demagogen benaderen de zaak nog anders door zeer gericht die
verhalen te brengen waarvan ze weten dat mensen ze zullen slikken, omdat enkel
primaire emoties, doorgaans angst en afkeer, aan de orde komen. De betere
politici proberen ook de bereidheid van burgers aan te spreken mee te denken en
te werken met het beleid, zonder dat die politici de illusie koesteren dat
mensen zelfvergeten voor het algemeen belang zullen gaan. Toch, denkend aan de
Syriëvaarders, kan men wel degelijk zulke mensen vinden, zoals men in de
periode van Mei '68 en volgende jaren wel degelijk mensen had die droomden van
de rozenvingerige ochtendstond en dat ze daar alles voor over moesten hebben,
ook hun eigen loopbaan en autonomie.
De
afkeer van links voor het neoliberalisme draagt ertoe bij dat alles wat niet
links heet te zijn meteen als neoliberaal wordt weggezet, terwijl diezelfde
mensen zeggen een horreur te hebben aan de indeling van wij tegen zij als het
om de migratiepolitiek gaat, of over criminaliteit. Het gevolg is wel dat men
nauwelijks mensen vindt die bereid zijn uit dergelijke schema's te stappen en
dat alle problemen in dezelfde mal worden gewrongen.
De
discussie over de vraag hoeveel tekort een overheid mag aanvaarden en hoe of
men moet vermijden dat de staatsschuld te hoog oploopt, heeft reële betekenis,
maar hoe het beleid uitpakt, is zelfs voor de scherpste analisten vaak nog een
wonder. Men merkt dezer dagen dat besparingsmaatregelen van de gemeenten, die
zwembaden sluiten en de huurprijzen van sportschuren opdrijven, zodat jongeren
niet meer zo gemakkelijk kunnen aansluiten bij de sportclub van hun voorkeur,
waardoor dan weer een gezonde sportieve opvoeding gevaar loopt, dat die
besparingspolitiek heel wat ongewenste gevolgen heeft. Tegelijk merkt men dat
specialisten, zoals Dr. Cammu die op de radio mag komen zeggen dat mensen
gezond moeten leven, ook als dat voor hen, die individuen misschien al niet het
geval is, of dat de zin van het leven zou zijn dat we ons de levensstijl
aanmeten die nu aan de "elite" wordt toegeschreven. Toch merkt men in
alles dat de heer Cammu zeer sociaal bewogen is, maar empathie is iets anders.
Toch kan hij zonder tegenspraak zijn verhaal doen, alsof zijn visie op het
leven de enige juiste zou zijn. Wetenschappelijk onderbouwd? Dat valt te
bezien, want de informatie blijkt soms minder eenduidig dan men in
krantenkoppen wil doen geloven.
Besluiten
we maar dat er veel op de tafel van bestuurders ligt en dat ze vaak de indruk
hebben tegen de bierkaai te vechten, want "de mensen willen niet mee en
weten niet wat goed is voor hen". Bruno T. heeft ooit gezegd dat als hij
op het vlak van energiebeleid zou doen wat nodig is, hij geen stemmen meer zou
halen. Maar heeft hij ooit ernstig geprobeerd iedereen mee te krijgen en het
verhaal zo te brengen dat we het nog gaan ondersteunen ook? Het heugt me niet
en dat is precies wat politici vergeten, door spindoctors gestaald in het
geloof dat mensen onmondig en onnadenkend zijn. Er spreekt uit die houding
weinig respect voor de medeburgers en daar komt uit voor dat politici zelden de
vrijheid ervaren open en vrank voor moeilijke besluiten te gaan. De vrijheid
impliceert hier zowel de beslissing zelf als de wijze waarop ze het doen
uitvoeren, want politici vergeten vaak dat ze zelf niet de uitvoerders zijn,
waardoor ze vaak aan ambtenaren de ruimte laten om het beleid op het terrein
vorm te geven en dat zorgt voor nogal wat problemen, zeker in de perceptie,
want al te vaak gaat de administratieve of technocratische logica de goede
bedoelingen verhullen.
Finaal
komen we dus uit bij de vaststelling van Peter Sloterdijk, dat we in hetzelfde
schuitje zitten, maar elk heeft zijn plaats, of zou die moeten hebben. Sommigen
kunnen roeien, anderen moeten toekijken, maar als we alleen de nuttige mensen
aan boord houden en de rest... u raadt het al, dan blijft er niet veel van
over. Bovendien zal men dan gemakkelijk denken dat anderen maar wat klooien en
zal men hen er ook uit duwen. En laat mij nu niet gezegd zijn dat ik hier de
gevaren van een rechtse politiek schets, van neoliberalisme, want er zijn
vindplaatsen genoeg om aan te geven dat ook links op dit terrein boter op het
hoofd heeft, maar de slachtoffers zijn uiteraard niet dezelfde, of beter de
verdachten. En dan blijkt dat we inderdaad de geïnterneerde gevangene geen
andere ruimte laten dan te vragen euthanasie toe te passen.
Het
kompas van de politicus? Het bestaat, maar het is niet meer dan een kompas,
want het laat toe zich te oriënteren, maar het is zoals op een wandeltocht in
ruw gebied, men moet stap voor stap gaan en zorgen dat men niet voor
onoverbrugbare situaties komt. Het nadenken over het politieke laat vaak de
noodzaak van het gevalsmatige benaderen buiten beschouwing en nog vaker zie ik
dat men vanuit de gedachte dat men principes moet hanteren en een abstract
einddoel voor ogen heeft staan de menselijke aangelegenheden uit het beeld
houdt. Het gevolg is polarisatie die noch de doelen op afzienbare termijn noch
de omstandigheden waarin mensen zelf kunnen handelen naar waarde schat. Het
zijn geen oorzaken voor de kloof tussen politici en burgers, het is wel de achtergrond
waartegen het wantrouwen zich aftekent, maar als het al om oorzaak en gevolg
gaat, dan is de tegenstelling tussen het paternalistische discours vanwege
politici en de autonomie van burgers en de weigering van beide zijden
toenadering te zoeken er mee oorzaak van dat het politieke leven vandaag soms
steriel lijkt en sommige partijen, ondanks hun aperte verlies aan aanhang nog
steeds geloven als enige de antwoorden in pacht te hebben.
Envooi
Het
blijft maar vooruitzichten regenen over verkiezingen die er wel zitten aan te
komen, omdat dit in de democratie tot de geplogenheden behoort dat er op
gestelde tijden verkiezingen zijn, maar Obama is pas aan de mid term van zijn
tweede mandaat toe, terwijl Hollande ook zowat halfverwege is en ook in 2017 of
zelf kandidaat zijn zal dan wel een stap opzij zetten. Men zeurt en leurt met
Hillary Clinton, maar het lijkt me dat die prognoses het evalueren van het
actuele beleid onmogelijk maken. Net omdat verkiezingen het systeem ritmeren,
kan het best wel wat minder met die prognoses en kan men zich maar beter
inlaten met de dingen des daags. In de VS betekent dat onderzoeken waarom de
democraten zo bang zijn voor een regeling van de status van jonge vluchtelingen
zonder papieren. Tiens, nog een probleem dat we delen, transatlantisch en
waarvoor men al even moeizaam tot oplossingen komt. Operatie Mare Nostrum, zegt
men, leidt tot driester gedrag van de mensensmokkelaars, die nu weten dat de vluchtelingen
nog in de Grote Sirte gered zullen worden. Niets doen is geen optie, wat men
doet, leidt tot ongewenste neveneffecten. Moeilijk, moeilijk, moeilijk, maar
het is net aan politici om daar antwoorden voor te vinden. Alleen, die liggen
niet besloten in een systeemdenken. Dan moeten men zich richten tot de dingen
des daags, hoe lastig het ook is daar echt grip op te krijgen.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten