Schetsen van het huidige Spanje


Dezer Dagen



’s Lands wijs, ’s lands eer
Op bezoek in Yuste



Standbeeld Miguel de Unamuno, geboren in
het Baskenland en als liberaal denker behorend
tot de generatie van 1898 bood hij mee, moedig,
weerwerk tegen dictaturen van links en van
rechts. 
Keizer Karel sleet er zijn laatste jaren, in een klooster, hoog in de bergen, ver weg van de steden en toch bezocht men hem er nog, tegen zijn zin, zo valt op te maken uit de informatie van de audiofoon. Wat men ziet en hoe men zelf inspanningen moet doen, vanuit Madrid is het een behoorlijk eind rijden. Hoe ging het er toentertijd aan toe, om die lange tocht te maken, gesteld dat de keizer in Madrid etappe had gemaakt. Want hij kwam ten slotte uit Brussel, waar hij zijn troonsafstand in scène had gezet, met in zijn nabijheid onder meer Willem van Oranje en anderen die tien jaar later met Filips II in de clinch gingen, omdat ze de politiek van Filips II tegenover de Nederlanden niet konden onderschrijven.

Geschiedenis leest men af uit het landschap en al ziet men vaak slechts een enscenering van de realiteit, omdat toeristen toch vooral geamuseerd moeten worden, terwijl de geschiedenis van die tijd door een belangwekkend trio werd bepaald, Karel V, François I en Hendrik VIII, die bovendien onder meer met de paus en met de sultan in Istanbul te maken hadden. Na de Reconquista was Spanje ook een belangrijke speler op de scène van de ontdekking van de wereld, met inbegrip van oorlogen en verovering, om nog te zwijgen over de overdracht van virussen die in de Amerikaanse gebieden voor dodende epidemieën heeft gezorgd. Daarnaast had de keizer in zijn uitgebreide rijk dat naast Spanje ook de Nederlanden en het Roomse Keizerrijk omvatte en in Italië ook Napels en delen van Noord-Italië, waar voortdurend over gesteggeld werd met François I.

In Yuste valt te overdenken hoe een vorst bereid bleek zijn aanzien, macht en prestige op te geven om in een dorp ver weg van de wereld een oase van rust te vinden. Maar ook koningen komen en gaan en hun belang voor de eigen tijd verbleekt vaak bij gebrek aan diepgaande kennis. Karel V diende algauw de organisatie van nieuwe gebiedsdelen te organiseren en de concurrentie met Portugal te regelen als het over overzeese gebiedsdelen ging. Het verdrag van Tordesillas was al in 1494 getekend, kort nadat Columbus op 12 oktober 1492  voet op een eilandje had gezet, dat we kennen als de Dominicaanse Republiek en Haïti, toen Hispaniola genaamd, maar toch, er viel heel wat te bestieren en de koning van Spanje had ook af te rekenen met de Fransen, die zich door de geopolitieke omknelling in hun veiligheid bedreigd voelden en dus sloot Frans I maar een verdrag met de Turken. Hoever de Ottomanen doordrongen in de Balkan en Midden-Europa blijft een mooie quizvraag,  dat Wenen belegerd werd in 1529 op bevel van Suleyman I, min of meer in samenspraak met Frans I, die intussen probeerde de westelijke gebieden aan te pakken, Italië ook, Italië vooral, waarbij dus voortdurend gecorrespondeerd werd, maar waarbij de vorst ook heel wat verantwoordelijkheid en beslissingsmacht diende over te dragen op de onderkoningen en landvoogden. De Villerej is een notie noch een concept waar we vertrouwd mee zijn, maar dat het bestuur in het wereldrijk stroomlijnen moest. Hoe toegankelijk zijn de archieven van deze instellingen?

Reizend door het Spanje van vandaag, merkt men daar wel meer van dan op het eerste zicht opgemerkt kan worden. Alleen al de afstanden tussen stedelijke gebieden en de vele open ruimte, maken duidelijk dat zelfs als de koningen van Castilië en later Karel V hun tochten door het land maakten om zich te laten zien, tegelijk ook op de hoogte dienden te blijven van wat elders zou gebeuren en op verzoek ook recht spreken. Bovendien valt te bedenken dat we niet weten of Keizer Karel zo tuk was op oorlogen, maar gezien de geopolitieke verhoudingen wel gedwongen was voortdurend alert te blijven, om te vermijden dat de Fransen zich stukken van zijn grondgebied zouden toe-eigenen. Dan komt de vraag hoe het rijk dat allemaal economisch kon dragen, want staande bij de draagkoets van de keizer, ben je wel onder de indruk van de gedachte dat er bij een normale reis van de keizer enkele honderden mannen troepen en logistieke ondersteuning in de weer waren om alles naar wens te laten verlopen. De reis van Karel V uit Spanje naar Gent in 1539-1540 door Frankrijk, mogelijk vanuit Marseille of Aigues Mortes, min of meer op uitnodiging van Frans I, die de keizer de grootsheid en economische vermogen van zijn land wilde laten zien, de intrinsieke militaire macht ook, was voor de keizer tegelijk een bezoeking en inderdaad een mogelijkheid om dat rijk beter te begrijpen en dus ook de Franse Koning, die nog gevangen had gezeten in Madrid en voortdurend streed om … om wat eindelijk: Italië? De Nederlanden? Of de hegemonie over Europa. Dat de supermacht die de rijken van Karel V vormden voor de Franse Koning wel en de Engelse veel minder aanleiding vormde tot oorlogsvoering, met alle gevolgen van dien, moet ons toch wel bezig houden.

Tegelijk zien we dat de zestiende eeuw een tijd was van artistieke ontwikkeling waaraan de keizer noch zijn opvolgers in Spanje zelf veel verdienste hadden, behalve als collectioneurs, want ze plaatsten bestellingen en wilden wel eens een bijzonder werk in handen krijgen. Toch meent men te weten dat noch Karel V noch zijn opvolgers echte kunstkenners waren. Nou, bezoek dan even Yuste of het Prado, maar ook andere plaatsen, het Escorial, om maar iets te zeggen.

Wie in El Escorial in de kamer van Filips II de werken van El Greco en El Bosco, Hiëronymus Bosch, waarin de sterfelijkheid, de eindigheid uitdagend wordt getoond. Nu, na het bezoek aan El Escorial bedacht ik toch dat die Filips wel erg op zichzelf moet zijn geweest en inderdaad een grondige neiging tot contemptus mundi, verachting voor de wereld aan de dag legde. Of dat wel het geval was, valt moeilijk op grond van enkele indrukken te achterhalen. Want hoe katholiek ook, zijn escapades inbegrepen, was de vorst niet zomaar een stoethaspel, maar stond hij, net als Karel V voor een bepaalde visie op koninklijke macht en verantwoordelijkheid.

Dat de strijd waartoe zowel Karel als Philips veroordeeld waren, had alles te maken met de vraag hoe men grote territoria kan besturen, zonder voortdurend met stedelijk en gewestelijk particularisme geconfronteerd te worden. Want rond 1520 had Karel V al af te rekenen met opstandige stadsbesturen in Spanje, waarbij het gilden- en ambachtswezen voor de koning een inbreuk vormden op zijn machtsaanspraken. Ook in de Nederlanden bestond er al langer een aperte oppositie tussen de vorstelijke aanspraken op de almacht om alles te bestieren en de aanspraken van de steden om hun eigen macht over eigen belangen uit te oefenen; sinds de Bourgondiërs via erfenissen hun macht in de Nederlanden uit wilden oefenen, botsten ze op de macht van de Vier leden in het toenmalige Vlaanderen.

Staande in Yuste was me duidelijk, zoals Huizinga het beschreef, dat hier een geschiedenis was afgesloten, maar dat de dynamiek waarin Karel V niet enkel leidend was geweest, maar ook mee gesleurd werd in de acties van anderen, niet tot een einde gekomen was, pas nieuwe stuwkracht had gekregen. Was dit een historische sensatie? Ik weet het niet, maar wandelend in het park rond het kloosterpaleis, merkte ik wel dat het Spanje van nu en dat Spanje waarvan Karel V afscheid had genomen, toch wel zeer verschillen en dat het niet zo eenvoudig is het oude Spanje te begrijpen en toch ook mede daarom blijft het wel graven, wil men niets over het huidige Spanje aan de weet komen. Ook in de latere Spaanse geschiedenis bleef de vraag naar de macht spelen, want die is per definitie onontkoomaar en de moeilijkheid voor de elites en anderen om het geheel bestuurbaar te houden, was er niet minder urgent op, net niet omdat de constellatie die Karel en Filips II hadden ontwikkeld door het verlies in de latere periodes van de aanvoer van goud en zilver en andere koloniale waren niet meer bij machte waren zelf sturend op te treden in Europa.

Men brouwt graag Voltaire na, die meende dat Spanje ten prooi was gevallen en gebleven van (klerikaal) obscurantisme en dat Philips zich wel eens bezondigde aan folterpraktijken en andere wandaden. Ook moet men de rol van Filips Marnix van Sint-Aldegonde en Willem van Oranje niet onderschatten in de propaganda tegen Spanje, wat gezien de opstand niet onbegrijpelijk was, de pamfletten dus. Voltaire en Montesquieu putten uit die donkere legende. Vandaag klinkt wel eens rancune op als men zegt dat Spanje (nog altijd) geen rechtsstaat zou zijn, alsof er nog mensen in een autodafé worden verbrand, terechtgesteld. Wel is het zo dat in Spanje zoals elders in Europa het koesteren van deviante opinies of het verbergen van de eigen overtuiging door de Inquisitie werd opgespoord, opdat Moren en Joodse mensen niet zouden doen alsof ze zich aangepast aan het nieuwe christelijke Spanje van Isabella en Ferdinand. Die verdrijving heeft Spanje overigens veel savoir faire gekost en welvaart.

De generatie van 1898, waartoe onder meer Ortega y Gasset en Miguel de Unamuno die vanuit nieuwe kennis, opgedaan in Parijs en Duitsland, Heine en Nietzsche, hun eigen nieuwe mens- en wereldbeeld ontwikkelden. De oorlog in Latijns-Amerika had de koloniale macht helemaal onttakeld en het verlies van Cuba maakten dat Spanje zich volgens deze groep niet langer kon blijven richten op wat voorbij was. Intussen zat Spanje in een politieke impasse en mislukte de politieke lente die zich in die periode aandiende ook. Maar de modernisering verliep niet gesmeerd, wat ons moet doen nadenken over hoe we het verleden kunnen kennen. De mythologie lijkt vaak sterker dan de werkelijkheid maar die kennen blijkt doorgaans meer bewerkelijk dan men zich graag wil voorstellen.

De moderniteit en Spanje, het lijkt voor sommigen een contradictio in terminis, maar het komt me voor, de keren dat ik Madrid en andere regio’s, ook Catalonië bezoekend, tot de bevinding kwam dat er weinig ontbreekt om een goed leven te leiden, wat toch een belangrijke kenmerk is voor een moderne samenleving. Er zijn ook vandaag auteurs, zoals Fernando Savater, die ons handvaten aanreiken om ons leven en het samenleven beter onder ogen te zien en er iets van te bakken. ’s Lands eer, ’s lands wijs, dat gaat ook op voor Spanje en als de geschiedenis er beladen is, dan betekent dat niet dat het land nog steeds door de demonen van dat verleden wordt bezocht – al doet men aardig zijn best, zoals bij het opgraven van de lijfelijke resten van de voormalige dictator. Intussen leven en leefden er wel mensen die iets van hun leven willen maken en daartoe ook de ruimte krijgen, dankzij de moderne, democratische instellingen. Jawel, er is sprake van fraude, maar ze verdwijnen dan ook, de lieden die er zich aan bezondigden.

Politici evenwel gaan wel eens ondoordacht om met de eigen demonen en creëren zo een sfeer waarin oude wonden opengereten worden. Het komt mij voor dat een keuze voor Spanje versus Catalonië en omgekeerd weinig zinvol is, net omdat we de demonen zelf ook niet zo goed kennen. Een land heeft doorgaans een verleden en elk land heeft af te rekenen met dat verleden, zoals de Spanjaarden met de schrijvende sabelslepers en de sabelende schrijvers. Miguel de Unamuno slaagde erin het liberalisme een plaats te geven, onder meer door het dwangbeleid van de kerk terzijde te schuiven. De plaats van de kerk was lang groot in Spanje, maar was het meer dan formalisme? Het valt nu moeilijk uit te maken. Ook de rol van de oude adel zou men kunnen aandragen, maar het is niet duidelijk of die na de dood van Franco nog wel zo groot waren. Overigens moet men vaststellen dat figuren als Primo de Rivera – een Catalaan – en dictator tussen 1923 en 1930 met de steun van Alfons XIII  de grondwet opzij gezet en het parlement gesloten, maar hoe dat allemaal in het werk is gegaan, valt niet zomaar te achterhalen. Het blijkt echter moeilijk de vele factoren goed te begrijpen die tot die omstandigheid hebben geleid. Een strijd tussen links en rechts kan het geweest zijn, maar het had ook te maken met de verhoudingen binnen de elites en de economische mogelijkheden, die men nog in het landschap kan erkennen.

Ook hier speelde aanspraak op macht en de rotsvaste overtuiging te weten waar het over ging, zou moeten gaan, het beste voor Spanje dus een belangrijke rol. Maar ook controle en beheersing, conservatieve tendensen die de toekomst niet ziet als een bron van mogelijkheden, wel als een bron van gevaren, maar is dat eigen aan Spanje? Daarbij, bij de ontwikkeling van de moderne samenleving kunnen er al ook eens brokken vallen, maar dat heeft hoogstens indirect uit voorgaande situaties is voortgekomen, wat ertoe leidt dat we de basis voor liberalisme, zoals men zou moeten weten, wel kunnen ontwaren. De opstand van de horden ging ook daarover, net daarover, over de mogelijkheid dat mensen anders in het leven staan, dat mensen andere keuzes maken dan jezelf zou maken. De horde is niet enkel die van de simpele zielen te lande, maar ook onder elites kan een hordementaliteit bestaan. Kortom, het valt niet zo simpel voor te stellen als zou Spanje nog steeds alleen maar reactionair uitpakken. De mogelijkheden van het land dezer dagen mag men dus niet afmeten aan wat er tijdens de moeilijke negentiende eeuw en de al even bezwaarde twintigste eeuw is voorgevallen, maar negeren kan ook niet. De Carlistische oorlogen? Wie begrijpt er de logica van?

Reizend door Spanje zag ik hoe het land er doorheen de afgelopen eeuw, halve eeuw op vooruit is kunnen gaan en nu in vele opzichten lijkt op wat er elders in Europa in de aanbieding is. De verschillen zijn er ook, wat niet betekent, dat het minder zou zijn. Voeding en zelfzorg zijn in de middenklasse zeer belangrijk, maar als men in de metro reist in Madrid of Salamanca bezoekt, dan merkt men hoe het land leeft. Het licht is helder, de lucht op grote hoogte vrij zuiver en de steden zijn goed georganiseerd, maar het blijven eilanden in een grote open ruimte.


Bart Haers



Reacties

Populaire posts