Grote verwachtingen en woekerende angsten




Reflectie





Levend in een nieuwe werkelijkheid




Willem Kolff slaagde erin een kunstnier te maken die met succes
de dialyse kon doorvoeren en de patiënt opnieuw gezuiverd bloed
kreeg. Tijdens de oorlog probeerde hij het nstrument uit op patiënten
en hoewel ze alle de dood voor ogen zagen, kon hij zijn aanpak
uittestten. Pas vanaf Patiënt 17 werd de levensduur zichtbaar
verlengd. Dat was toen... en nu proberen we het ook weer,
nieuwe en betere benaderingen zoeken. 
Het politieke debat over het Migratiepact dat de Verenigde Naties onderhandeld hebben en waar ook België direct en indirect bij betrokken is, direct als lid van de VN, indirect als lid van de EU, die ook een aantal bevoegdheden heeft toebedeeld heeft gekregen en namens de leden kan handelen, al onderschrijven niet alle leden het pact. Maar men kan de discussies niet los zien van andere discussies en waarbij de politieke conflicten ook niet van de lucht zijn. Wat is werk voor een persoon? Hoe gaan we om met onze leefomgeving en wat voor invloed heeft dat voor onze mobiliteit, levenswijze… De onvrede en het onbehagen woekert verder, heet het, maar is daar wel reden toe?

Waar gaat het over? Het is een vraag die altijd weer opklinkt als er een dossier op tafel komt en waar elkeen als de wiedeweerga een positie over inneemt, of net niet, als men niet zeker is over de uitkomsten en duidelijk is dat men zelden zeker kan zijn van de resultaten. Maar het valt natuurlijk eens te meer op dat de Wetstraat zich niet meer kan afsluiten van wat elders gebeurt, waarbij een uitgebreid commentariaat moraliserende uitspraken niet kan laten, wat de discussie er niet eenvoudiger op maakt. Want wie woont er nu al decennia in gemengde wijken? Het zijn niet de happy few, want als die ergens neerstrijken doet zich algauw een proces van gentrificatie oftewel verdringing voor, waar de weldenkende gemeenschap doorgaans zelf blind voor is, maar niettemin verdwijnen de schattige oudjes of de minder gefortuneerden snel.

Even opvallend is dat men merkt hoe snel voortschrijdend inzicht tot nieuwe dogma’s aanleiding geeft, want een half leven geleden werden dieselauto’s ook door media aangeprezen, die er plots – overtuigd door wetenschappelijk onderzoek? – toe kwamen diesel af te wijzen. Dat heeft minder te maken met CO² dan wel met de uitstoot van fijne stofdeeltjes en dus (individuele) gezondheid. De salariswagen is er ook maar gekomen om bedrijven toe te laten werknemers uit de hogere regionen bijkomend loon zonder sociale lasten uit te kunnen keren. Nu men die salariswagen – ten onrechte klinkt het woord vies – van de weg wil halen, zadelt men bedrijven met nieuwe administratieve lasten op. Natuurlijk is er veel verkeer op de baan en niet enkel werk gebonden, maar wie voor zijn of haar plezier naar een eroticabeurs rijdt of naar de Ikea vijftig km verder, zorgt voor economische groei, niet per se voor meerwaarde, al mag men de toename van genot ook niet onderschatten in de toename van wat sommigen toenemend Geluk noemen, bruto nationaal geluk.

Migratie is een moeilijk te reguleren fenomeen en het voorstellen alsof elke migrant een bijdrage zou vormen en bron van verrijking, kan men niet ernstig menen. Aan de andere kant zijn er ongetwijfeld “pull-factoren”, die mensen de weg opjagen, naar een grote stad en vandaar naar een land waar het leven beter is. Maar het gaat niet altijd en al zeker niet alleen om economische drijfveren, noch altijd om het ontvluchten van conflicten. Maar komen migranten hierheen, dan verlangen wij dat ze integreren en de oude Adam afleggen, eventueel naar cursussen en initiatie. Naarmate men dan de taal leert kennen en uitspraken, krantenartikelen zelfstandig kan begrijpen, ontstaat een zekere ergernis, want al die migranten worden over een kam geschoren ook als die nu net niet geheel beantwoorden aan de vooroordelen. Dertig jaar geleden al zag ik op de trein naar Parijs hoe een Afrikaanse vrouw, mooi gekleed, goed verzorgd, door een douanier aan de grens werd uitgepikt voor een uitgebreidere controle. Toen ze terug in de coupé kwam, zat ze er beduusd bij en ik hoorde haar aan een andere, Europese vrouw zeggen dat ze aangeraakt was op intieme plekken, zonder aanleiding – in haar ogen. De dame bleek te handelen in juwelen, die ze maakte in een klein atelier in Matonge, de Congolese wijk in Brussel. Omdat ze me had uitgenodigd ging ik er later kijken, had nog een goed gesprek, maar toen ik buiten kwam stond er onmiddellijk een agent voor mijn neus, om te vragen wat ik daar ging doen; na een uitgebreide palaver hoorde ik dat ze verdacht werd van heling, fiscale fraude en witwassen. Ik mocht gaan, maar vernam later dat ze was opgepakt en na een maand zonder verdere vervolging vrijgelaten. Justitie valt niet altijd goed te volgen, maar het was wel een les, dat mensen die hun best doen, soms vervolgd worden omdat het niet kan kloppen.

Migratie evenwel zonder meer toejuichen, zou men toch eens opnieuw moeten overwegen, want het valt enerzijds op dat men stelt dat al die migranten van de eerste generaties die hier hard gewerkt hebben geen meerwaarde zouden hebben gecreëerd, door hun jarenlange zwoegen in de mijnen, de chemie, de textielindustrie. Ook ziet men wel eens, geheel ten onrechte zegt men, dat hun kinderen het maken, zoals Adamo, zoals Rocco Granata, maar er zijn er ook die weliswaar niet zo zichtbaar, ook een succesvol leven hebben, zoals de kinderen en kleinkinderen van arbeiders bij ons ook wel eens uit de achterstand wisten op te klimmen en iets van hun leven maken, ondanks alle overduidelijke bobbels waar ze overheen moesten. De migratie heeft in Europa mensen nieuwe kansen gegeven, maar niet iedereen wilde of kon echt deel gaan nemen aan onze samenleving en politieke beleidsopties, waarbij de mogelijkheid tot integreren geen punt was, zoals in Brusselse gemeenten, hebben dat proces ook gehypothekeerd. Integratie bevorderen betekenet immers mensen meer kansen geven op een goed leven. Het gevolg was en is wel dat mensen afkerig staan tegenover (nieuwe) immigratie en nieuwe immigranten, die nog maar eens van begin af aan met de integratie een aanvang moeten nemen.

Intussen komen economen zoals Joseph Stiglitz tot de vaststelling dat de globalisering voor de Amerikaanse economie niet zo heel veel betekend heeft, terwijl andere economen menen dat men de globalisering moet bekijken in een multilaterale context en dat die voor India of Bangladesh wel degelijk heel wat betekenen kon en kan, met de kosten – op het vlak van vervuiling – erbij. Meet de lotsverbetering voor de mensen in opkomende economieën en dan weegt de welvaart er wel tegenop. Toch bekijken mensen, die graag stellen dat immigratie een goede zaak is, dat globalisering van de economie nu net niet aan te prijzen valt – terwijl het economische bestel nu eenmaal het effect heeft dat de handel en de productie zich steeds weer breder hebben verspreid. Dat was ook de reden, vermoed ik, waarom Adam Smith tegen kolonisatie gekant was. Faire handelsverhoudingen zijn bovendien wenselijk voor de ontwikkeling van regio’s, die tot nog toe achterbleven want men moet vaststellen dat verschillende vormen van ondersteuning kon leiden naar corruptie en willekeur in het beleid, wat dan weer mensen schaadde die vooruit willen en die dan ook zoeken in betere oorden. Migratie is een gegeven, net zoals globalisatie en dat wringt zo te zien.

We zijn het gewend in zuivere categorieën te denken, maar staan verbaasd als er zich plots interacties blijken voor te doen, waar we die niet verwachten, omdat we niet kunnen zien waar (maatschappelijke) processen op elkaar inhaken en elkaar remmen dan wel versnellen of versterken. Hoe we omgaan met evoluties die we niet zelf aan den lijve ondervinden valt nog moeilijker aan objectieve criteria te verbinden, terwijl het wel zo is dat we ervan uitgaan dat er een objectieve benadering en meting mogelijk is. Men wijst dus af wat niet objectief zou wezen, zonder zelf over zo een objectieve benadering te beschikken, wat het debat er niet eenvoudiger op maakt. Want er zit een breuk in al die redeneringen, omdat men zelden rekening houdt met wat filosofen “la condition humaine” noemen, waarmee dan wel weer niet altijd eenduidige inzichten aangedragen worden. Voor Hannah Arendt gaat het om onze verhouding tot onze bezigheid, werk, arbeid, handelen, maar ook over hoe we ons verhouden tot anderen, als particulieren en in de publieke, politieke ruimte. Het komt me voor dat in discussies over tewerkstelling en inkomen, de onderzoekers niet altijd beseffen dat ook een poetshulp fier kan zijn op haar werk of dat een rekkenvuller ook wel eens genoegen kan scheppen als het werk goed gedaan is, terwijl velen die het warenhuis bezoeken zich er geen rekenschap van geven dat ook dat werk moet gebeuren, al eens een kar wegduwen waaruit de rekkenvuller zijn spullen pikt om in de rekken te plaatsen, met aandacht voor allerlei details die wij niet bevroeden.

Te lezen valt dat mensen boos zijn, omdat het allemaal naar de verdoemenis gaat, want vroeger, zonder gsm, pc of laptop was het allemaal beter, toen mensen 60 jaar mochten hopen te leven en geen tachtig, zoals dat vandaag het geval is, toen de geneeskunde het zelfs niet vermocht te dromen een baarmoeder over en in te planten. De Menselijke conditie wordt zo verder opgerekt en terwijl het prachtig is dat we dat vermogen, maar ook, zo hoor ik, verontrustend, want oude merkpalen worden verplaatst, terwijl net dat ook eigen is aan de menselijke conditie. Maar de woede en de angst hebben te maken met het verspreiden van inzichten alsof alles op instorten staan en onze wereld ten dode is opgeschreven. Nu is alles wat mensen creëren wel vergankelijk, toch kan die stress die we nu voortdurend zien verschijnen best getemperd worden, maar dat wordt moeilijk als ons bestel erop gericht is dat alles nu eenmaal beter moet, meer nog, perfect moet wezen.

We maken ons overigens wel bijzonder afhankelijk van de buitenwereld, willen dat anderen onze veiligheid verzekeren en tot op zekere hoogte kan het ook niet anders, maar die veiligheid heeft een prijs, namelijk ons welbevinden, omdat we onszelf ruimte ontzeggen om goed te leven en goed samen te leven. We worden op alle terreinen op onze eigen persoonlijke verantwoordelijkheid gewezen en men zegt dat wie niets fout doet ook niets hoeft te vrezen. Leidt dat niet tot passiviteit? In elk geval gaat de nadruk eerder liggen op het (niet) maken van fouten, terwijl niet alle fouten even zwaar wegen. Men merkt overigens dat de weerstand groeit, vaak door mensen die zich wel een boete kunnen veroorloven, zoals Michael J. Sandel vaststelde en dan pas wordt de kloof inzake welvaart in de samenleving duidelijk: wie kan zich hoge boetes veroorloven? Het gaat natuurlijk verder dan alleen dat risico dat men kan accepteren als een vrijbrief, het gaat er in wezen om dat wat we zouden willen doen en laten, omdat de last en verplichting te hoog oplopen.

Het gaat om bijvoorbeeld vrije schoolkeuze, die in het kader van allerlei lovenswaardige hervormingen niet altijd het doel bereiken dat men beweert na te streven. Beroepsonderwijs is een zeer waardevolle onderwijsvorm, maar omdat men doorgaans de beoefenaars van deze ambachten niet kan respecteren, respecteert men, ondanks het beweren van het tegendeel, die onderwijsvorm niet. Nu, het kan altijd beter, verneem ik, vooral van mensen van de praktijkateliers, want zij merken dat leerlingen niet altijd voldoende aangespoord en gestimuleerd worden, omdat er tijd is zich te vervelen. Maar ook omdat ze vaak geen verhalen krijgen, die hen kunnen inspireren. Hoe Willem Kolff de kunstnier ontwikkelde, blijft een mooi maar vrijwel onbekend verhaal, want ware dokter Kolff geen handige Harry geweest, die kon timmeren en knutselen, dan had het wellicht langer geduurd, voor de nierdialyse mogelijk was geworden. Overigens waren de ethische normen voor het toepassen van nieuwe technieken niet zo ver gevorderd, mag men veronderstellen, want hij testte op patiënten, voor wie anderzijds de toekomst er sowieso duister uitzag. Die leerlingen zullen wel geen dokter worden, maar kunnen wel tot het inzicht komen dat hun vaardigheden van belang zijn.

We zien de toekomst bij voorkeur donker in, dan is het altijd weer een opluchting dat de ramp maar een catastrofe is gebleken. We voelen wel geen angst, maar vinden het goed dat anderen bang zijn voor wat komen gaat en cultiveren graag die angst. In combinatie met wat men kritisch onderzoek noemt, krijgen we dan een dagelijkse menu van berichten waarin gevaren worden geserveerd, voor onszelf of voor de kindjes. Het leek vroeger alleen maar gemakkelijker, hoorde ik eens iemand, maar ja, over welk vroeger hebben we het dan? Men kon dertig jaar geleden meer zelf uitvogelen en bijvoorbeeld de academische vrijheid van onderzoekers was nog niet onderworpen aan commissies die al vooraf een antwoord wilden op de onderzoeksvraag, omdat men geen geld mag weggooien. Natuurlijk niet, alleen, als men al het antwoord weet, voor men begint, wat voor zin heeft dat onderzoek nog? We zien ook dat men bepaalde onderzoeksresultaten heel veel aandacht geeft, al stellen ze niet zo heel veel voor. Zeker inzake gezondheidskwesties wordt er heel wat onderzoek geproduceerd, waarvan we zelden goed gefundeerde kritieken te zien krijgen.  Toch onderneemt men ook wel zinvol onderzoek, al ziet men dat het paard dat de haver verdient, die haver lang niet altijd krijgt.

Betekent het overigens niet dat men de toekomst wel met enige verwachting tegemoet kan zien, want het gaat er niet om dat de toekomst ons als een duister noodlot op de kop valt, evenmin dat men het allemaal perfect kan “maken”, voorbereiden, planmatig organiseren. Daar zit namelijk de verleiding, want het is verlokkelijk te geloven dat men alles onder controle kan houden of krijgen, dat men de toekomst ook in de klauw kan hebben. Het zou overigens niet wenselijk blijken, want dan zou niemand iets onverwachts kunnen ondernemen. Meer nog, de toekomst verdient onze aandacht en de vooruitzichten lijken niet altijd even helder, zodat het gemakkelijker is alleen maar de negatieve elementen ervan te bekijken, zonder zelfs maar na te gaan of ze mogelijkerwijze misschien toch niet zo realistisch zijn, als men het graag voorstelt. Over de klimaatverandering kan ik in dat verband weinig zeggen, omdat er gewoon geen informatie is over de probabiliteit, want het is vooral de vraag met hoeveel graden de aarde zal opwarmen en wat dat zal doen met ijs- en watermassa’s en dus ook de bewoonbaarheid van de aarde. Als we het al eens met elkaar eens konden worden dat we behoudender met de aarde hebben om te springen, zou dat wellicht minder discussie zijn over de nadelige gevolgen van het klimaatbeleid, zeg maar de doorberekening op uw en mijn koopkracht, mobiliteit, want dezer dagen wil dat zeggen dat de idee van mensen dat ze verliezen op alle fronten geen waanbeeld is. Op vrijdag brandde Brussel, op zondag trok een zalige gloed van zelfingenomenheid door Brussel. De Gele Hesjes zien geen eind meer aan de tunnel, de klimaatzaakaanhangers willen dat er nog drastischer wordt ingegrepen, maar gaan wel enkele keren per jaar op citytrip, waar niets tegen is, alleen, door de massaliteit, wordt het wellicht wel bedenkelijk, omdat kerosine ook CO² overlaat na verbranding en omdat steden als Amsterdam of Venetië onleefbaar worden voor de bewoners.

Het komt erop aan dat mensen niet altijd voldoende informatie vanwege betrouwbare mensen krijgen, want wie we vertrouwen zou niet de juiste informatie geven en bijvoorbeeld een instantie als de Openbare Omroep zou fataal onbetrouwbaar zijn, want progressief. Het is geen onbegrijpelijke reactie, want daarom wilde men ook dat er concurrentie kwam. Maar links en populistisch rechts zeggen tegen de elite gekant te zijn, maar beide willen dolgraag de plaats van die elite innemen, terwijl ze er wel al deel aan hebben. Overigens blijkt het moeilijk en elite te verdrijven zonder dat er een andere in de plaats komt, want dat wilden mensen in de roemruchte jaren zestig, de oude elite verdrijven, maar ze hebben goed uitgekeken dat ze er zelf deel aan hadden, indien nodig door te aanbidden wat ze verbrand hadden en te verbranden wat ze aanbeden hadden voordien.

Vanuit de idee van de condition humaine leiden pessimisten graag af dat er geen lievemoederen aan helpt als mensen dom zijn, anderen menen dan weer dat men hen moet aansturen, moet verbeteren, minstens veranderen, terwijl autonomie van de individuele persoon toch ook een westerse waarde is. Men spreekt niet zo vaak over de condition humaine in het denken van Arendt, omdat het ruimte laat voor onzekerheid, maar dus ook voor vrijheid van denken en handelen. Als we zeker zijn dat alles volgens vaste patronen verloopt, dan blijft het wel zo dat mensen niet altijd zo standvastig blijken, wat dan weer storend zou zijn, maar dat vermogen om bijvoorbeeld iets nieuws te verzinnen mee vooruitgang en voorspoed heeft gebracht - ook soms ellende, dat is waar – nemen we vaak niet mee in onze overwegingen, want de wereld, dit leven is nu eenmaal een tranendal. Men kan niet om de condition humaine heen, want als de mens anders was, niet geneigd tot goede en andere dingen, in staat tot medemenselijkheid en tot wreedheid, dan was het wellicht wel beter gesteld geweest met de natuur, maar minder met ons.

Het begin van de mensheid, toen kleine groepen mensachtigen die een groter bewustzijn ontwikkelden, bracht een nieuwe levenswijze, waarbij gezegd moet worden dat de eerste evoluties, van het vertrekpunt gezien revolutionair waren, maar vanuit ons standpunt miniem; dan is wel duidelijk dat de evolutie van de soort de laatste 50.000 jaar indrukwekkend moet heten, waarbij verschillende aspecten, zoals het leven in overzichtelijke groepen wijzigde in grote massasamenlevingen met totaal nieuwe technische mogelijkheden, met grote invloed op de natuurlijke omgeving, dat alles verdient wel onze aandacht en ook bewondering.

Helaas wordt duidelijk dat we niet tevreden zijn en dat we de toekomst alleen maar donker kunnen inzien. Het einde nadert, zegt men dan, zonder expliciet te worden en dan kom ik uit bij Paulus van Tarsus, de man die ook plots ontdekte dat in zijn tijd de dingen niet meer te harden waren en hij zich bekeren zou. Het zou interessant wezen mochten we ons er rekenschap van geven dat we als soort in staat zijn mensen en dieren te genezen, de levenskwaliteit te verbeteren tot op hoge leeftijd, maar dat niemand kan beweren te weten hoe het wel moet. Nog eens, Willem Kolff wist een machine in elkaar te steken die nierpatiënten een beter leven kan geven maar vaak blijkt het ook wel eens zwaar, die uren aan de machine. Zonder kennis die de arts had, zonder de mogelijkheden die hij had als knutselaar was het in 1938 en later er niet van gekomen. Zo is met vele ontdekkingen en ontwikkelingen en het kan best boeiend zijn, denk ik, er de inventiviteit van te zien en te begrijpen dat ook wij en de komende generaties ermee door kunnen gaan, iets nieuws te ontwerpen. Het punt zal dan wel zijn dat we ook zullen moeten kijken naar de mogelijkheden én naar de schaduwzijden. De idee die vandaag zo hardnekkig tiert, van het einde van de Cultuur en de Verlichting, het einde van het leven op aarde… het einde van een goede tijd, is verre van nieuw, maar ik dacht dat we intussen wijzer zijn.



Bart Haers   



 

Reacties

Populaire posts