Grote verwachtingen en woekerende angsten
Reflectie
Levend in een nieuwe werkelijkheid
Het politieke debat over het
Migratiepact dat de Verenigde Naties onderhandeld hebben en waar ook België
direct en indirect bij betrokken is, direct als lid van de VN, indirect als lid
van de EU, die ook een aantal bevoegdheden heeft toebedeeld heeft gekregen en
namens de leden kan handelen, al onderschrijven niet alle leden het pact. Maar
men kan de discussies niet los zien van andere discussies en waarbij de
politieke conflicten ook niet van de lucht zijn. Wat is werk voor een persoon?
Hoe gaan we om met onze leefomgeving en wat voor invloed heeft dat voor onze
mobiliteit, levenswijze… De onvrede en het onbehagen woekert verder, heet het,
maar is daar wel reden toe?
Waar gaat het over? Het is een
vraag die altijd weer opklinkt als er een dossier op tafel komt en waar elkeen
als de wiedeweerga een positie over inneemt, of net niet, als men niet zeker is
over de uitkomsten en duidelijk is dat men zelden zeker kan zijn van de
resultaten. Maar het valt natuurlijk eens te meer op dat de Wetstraat zich niet
meer kan afsluiten van wat elders gebeurt, waarbij een uitgebreid commentariaat
moraliserende uitspraken niet kan laten, wat de discussie er niet eenvoudiger
op maakt. Want wie woont er nu al decennia in gemengde wijken? Het zijn niet de
happy few, want als die ergens neerstrijken doet zich algauw een proces van gentrificatie
oftewel verdringing voor, waar de weldenkende gemeenschap doorgaans zelf blind
voor is, maar niettemin verdwijnen de schattige oudjes of de minder
gefortuneerden snel.
Even opvallend is dat men merkt
hoe snel voortschrijdend inzicht tot nieuwe dogma’s aanleiding geeft, want een
half leven geleden werden dieselauto’s ook door media aangeprezen, die er plots
– overtuigd door wetenschappelijk onderzoek? – toe kwamen diesel af te wijzen.
Dat heeft minder te maken met CO² dan wel met de uitstoot van fijne stofdeeltjes
en dus (individuele) gezondheid. De salariswagen is er ook maar gekomen om
bedrijven toe te laten werknemers uit de hogere regionen bijkomend loon zonder
sociale lasten uit te kunnen keren. Nu men die salariswagen – ten onrechte
klinkt het woord vies – van de weg wil halen, zadelt men bedrijven met nieuwe
administratieve lasten op. Natuurlijk is er veel verkeer op de baan en niet
enkel werk gebonden, maar wie voor zijn of haar plezier naar een eroticabeurs
rijdt of naar de Ikea vijftig km verder, zorgt voor economische groei, niet per
se voor meerwaarde, al mag men de toename van genot ook niet onderschatten in
de toename van wat sommigen toenemend Geluk noemen, bruto nationaal geluk.
Migratie is een moeilijk te reguleren
fenomeen en het voorstellen alsof elke migrant een bijdrage zou vormen en bron
van verrijking, kan men niet ernstig menen. Aan de andere kant zijn er
ongetwijfeld “pull-factoren”, die mensen de weg opjagen, naar een grote stad en
vandaar naar een land waar het leven beter is. Maar het gaat niet altijd en al
zeker niet alleen om economische drijfveren, noch altijd om het ontvluchten van
conflicten. Maar komen migranten hierheen, dan verlangen wij dat ze integreren
en de oude Adam afleggen, eventueel naar cursussen en initiatie. Naarmate men dan
de taal leert kennen en uitspraken, krantenartikelen zelfstandig kan begrijpen,
ontstaat een zekere ergernis, want al die migranten worden over een kam
geschoren ook als die nu net niet geheel beantwoorden aan de vooroordelen.
Dertig jaar geleden al zag ik op de trein naar Parijs hoe een Afrikaanse vrouw,
mooi gekleed, goed verzorgd, door een douanier aan de grens werd uitgepikt voor
een uitgebreidere controle. Toen ze terug in de coupé kwam, zat ze er beduusd
bij en ik hoorde haar aan een andere, Europese vrouw zeggen dat ze aangeraakt
was op intieme plekken, zonder aanleiding – in haar ogen. De dame bleek te
handelen in juwelen, die ze maakte in een klein atelier in Matonge, de
Congolese wijk in Brussel. Omdat ze me had uitgenodigd ging ik er later kijken,
had nog een goed gesprek, maar toen ik buiten kwam stond er onmiddellijk een
agent voor mijn neus, om te vragen wat ik daar ging doen; na een uitgebreide
palaver hoorde ik dat ze verdacht werd van heling, fiscale fraude en witwassen.
Ik mocht gaan, maar vernam later dat ze was opgepakt en na een maand zonder
verdere vervolging vrijgelaten. Justitie valt niet altijd goed te volgen, maar
het was wel een les, dat mensen die hun best doen, soms vervolgd worden omdat
het niet kan kloppen.
Migratie evenwel zonder meer
toejuichen, zou men toch eens opnieuw moeten overwegen, want het valt enerzijds
op dat men stelt dat al die migranten van de eerste generaties die hier hard
gewerkt hebben geen meerwaarde zouden hebben gecreëerd, door hun jarenlange zwoegen
in de mijnen, de chemie, de textielindustrie. Ook ziet men wel eens, geheel ten
onrechte zegt men, dat hun kinderen het maken, zoals Adamo, zoals Rocco
Granata, maar er zijn er ook die weliswaar niet zo zichtbaar, ook een succesvol
leven hebben, zoals de kinderen en kleinkinderen van arbeiders bij ons ook wel
eens uit de achterstand wisten op te klimmen en iets van hun leven maken,
ondanks alle overduidelijke bobbels waar ze overheen moesten. De migratie heeft
in Europa mensen nieuwe kansen gegeven, maar niet iedereen wilde of kon echt
deel gaan nemen aan onze samenleving en politieke beleidsopties, waarbij de
mogelijkheid tot integreren geen punt was, zoals in Brusselse gemeenten, hebben
dat proces ook gehypothekeerd. Integratie bevorderen betekenet immers mensen
meer kansen geven op een goed leven. Het gevolg was en is wel dat mensen
afkerig staan tegenover (nieuwe) immigratie en nieuwe immigranten, die nog maar
eens van begin af aan met de integratie een aanvang moeten nemen.
Intussen komen economen zoals
Joseph Stiglitz tot de vaststelling dat de globalisering voor de Amerikaanse
economie niet zo heel veel betekend heeft, terwijl andere economen menen dat men
de globalisering moet bekijken in een multilaterale context en dat die voor
India of Bangladesh wel degelijk heel wat betekenen kon en kan, met de kosten –
op het vlak van vervuiling – erbij. Meet de lotsverbetering voor de mensen in opkomende
economieën en dan weegt de welvaart er wel tegenop. Toch bekijken mensen, die
graag stellen dat immigratie een goede zaak is, dat globalisering van de economie
nu net niet aan te prijzen valt – terwijl het economische bestel nu eenmaal het
effect heeft dat de handel en de productie zich steeds weer breder hebben
verspreid. Dat was ook de reden, vermoed ik, waarom Adam Smith tegen kolonisatie
gekant was. Faire handelsverhoudingen zijn bovendien wenselijk voor de ontwikkeling
van regio’s, die tot nog toe achterbleven want men moet vaststellen dat
verschillende vormen van ondersteuning kon leiden naar corruptie en willekeur
in het beleid, wat dan weer mensen schaadde die vooruit willen en die dan ook
zoeken in betere oorden. Migratie is een gegeven, net zoals globalisatie en dat
wringt zo te zien.
We zijn het gewend in zuivere
categorieën te denken, maar staan verbaasd als er zich plots interacties
blijken voor te doen, waar we die niet verwachten, omdat we niet kunnen zien
waar (maatschappelijke) processen op elkaar inhaken en elkaar remmen dan wel
versnellen of versterken. Hoe we omgaan met evoluties die we niet zelf aan den
lijve ondervinden valt nog moeilijker aan objectieve criteria te verbinden,
terwijl het wel zo is dat we ervan uitgaan dat er een objectieve benadering en
meting mogelijk is. Men wijst dus af wat niet objectief zou wezen, zonder zelf
over zo een objectieve benadering te beschikken, wat het debat er niet eenvoudiger
op maakt. Want er zit een breuk in al die redeneringen, omdat men zelden
rekening houdt met wat filosofen “la condition humaine” noemen, waarmee dan wel
weer niet altijd eenduidige inzichten aangedragen worden. Voor Hannah Arendt
gaat het om onze verhouding tot onze bezigheid, werk, arbeid, handelen, maar
ook over hoe we ons verhouden tot anderen, als particulieren en in de publieke,
politieke ruimte. Het komt me voor dat in discussies over tewerkstelling en inkomen,
de onderzoekers niet altijd beseffen dat ook een poetshulp fier kan zijn op
haar werk of dat een rekkenvuller ook wel eens genoegen kan scheppen als het
werk goed gedaan is, terwijl velen die het warenhuis bezoeken zich er geen
rekenschap van geven dat ook dat werk moet gebeuren, al eens een kar wegduwen
waaruit de rekkenvuller zijn spullen pikt om in de rekken te plaatsen, met
aandacht voor allerlei details die wij niet bevroeden.
Te lezen valt dat mensen boos
zijn, omdat het allemaal naar de verdoemenis gaat, want vroeger, zonder gsm, pc
of laptop was het allemaal beter, toen mensen 60 jaar mochten hopen te leven en
geen tachtig, zoals dat vandaag het geval is, toen de geneeskunde het zelfs
niet vermocht te dromen een baarmoeder over en in te planten. De Menselijke
conditie wordt zo verder opgerekt en terwijl het prachtig is dat we dat
vermogen, maar ook, zo hoor ik, verontrustend, want oude merkpalen worden
verplaatst, terwijl net dat ook eigen is aan de menselijke conditie. Maar de
woede en de angst hebben te maken met het verspreiden van inzichten alsof alles
op instorten staan en onze wereld ten dode is opgeschreven. Nu is alles wat
mensen creëren wel vergankelijk, toch kan die stress die we nu voortdurend zien
verschijnen best getemperd worden, maar dat wordt moeilijk als ons bestel erop
gericht is dat alles nu eenmaal beter moet, meer nog, perfect moet wezen.
We maken ons overigens wel
bijzonder afhankelijk van de buitenwereld, willen dat anderen onze veiligheid
verzekeren en tot op zekere hoogte kan het ook niet anders, maar die veiligheid
heeft een prijs, namelijk ons welbevinden, omdat we onszelf ruimte ontzeggen om
goed te leven en goed samen te leven. We worden op alle terreinen op onze eigen
persoonlijke verantwoordelijkheid gewezen en men zegt dat wie niets fout doet
ook niets hoeft te vrezen. Leidt dat niet tot passiviteit? In elk geval gaat de
nadruk eerder liggen op het (niet) maken van fouten, terwijl niet alle fouten
even zwaar wegen. Men merkt overigens dat de weerstand groeit, vaak door mensen
die zich wel een boete kunnen veroorloven, zoals Michael J. Sandel vaststelde
en dan pas wordt de kloof inzake welvaart in de samenleving duidelijk: wie kan
zich hoge boetes veroorloven? Het gaat natuurlijk verder dan alleen dat risico
dat men kan accepteren als een vrijbrief, het gaat er in wezen om dat wat we
zouden willen doen en laten, omdat de last en verplichting te hoog oplopen.
Het gaat om bijvoorbeeld vrije schoolkeuze,
die in het kader van allerlei lovenswaardige hervormingen niet altijd het doel
bereiken dat men beweert na te streven. Beroepsonderwijs is een zeer waardevolle
onderwijsvorm, maar omdat men doorgaans de beoefenaars van deze ambachten niet
kan respecteren, respecteert men, ondanks het beweren van het tegendeel, die
onderwijsvorm niet. Nu, het kan altijd beter, verneem ik, vooral van mensen van
de praktijkateliers, want zij merken dat leerlingen niet altijd voldoende
aangespoord en gestimuleerd worden, omdat er tijd is zich te vervelen. Maar ook
omdat ze vaak geen verhalen krijgen, die hen kunnen inspireren. Hoe Willem
Kolff de kunstnier ontwikkelde, blijft een mooi maar vrijwel onbekend verhaal,
want ware dokter Kolff geen handige Harry geweest, die kon timmeren en
knutselen, dan had het wellicht langer geduurd, voor de nierdialyse mogelijk
was geworden. Overigens waren de ethische normen voor het toepassen van nieuwe
technieken niet zo ver gevorderd, mag men veronderstellen, want hij testte op
patiënten, voor wie anderzijds de toekomst er sowieso duister uitzag. Die
leerlingen zullen wel geen dokter worden, maar kunnen wel tot het inzicht komen
dat hun vaardigheden van belang zijn.
We zien de toekomst bij voorkeur
donker in, dan is het altijd weer een opluchting dat de ramp maar een catastrofe
is gebleken. We voelen wel geen angst, maar vinden het goed dat anderen bang
zijn voor wat komen gaat en cultiveren graag die angst. In combinatie met wat
men kritisch onderzoek noemt, krijgen we dan een dagelijkse menu van berichten
waarin gevaren worden geserveerd, voor onszelf of voor de kindjes. Het leek
vroeger alleen maar gemakkelijker, hoorde ik eens iemand, maar ja, over welk
vroeger hebben we het dan? Men kon dertig jaar geleden meer zelf uitvogelen en
bijvoorbeeld de academische vrijheid van onderzoekers was nog niet onderworpen
aan commissies die al vooraf een antwoord wilden op de onderzoeksvraag, omdat
men geen geld mag weggooien. Natuurlijk niet, alleen, als men al het antwoord
weet, voor men begint, wat voor zin heeft dat onderzoek nog? We zien ook dat men
bepaalde onderzoeksresultaten heel veel aandacht geeft, al stellen ze niet zo
heel veel voor. Zeker inzake gezondheidskwesties wordt er heel wat onderzoek
geproduceerd, waarvan we zelden goed gefundeerde kritieken te zien krijgen. Toch onderneemt men ook wel zinvol onderzoek,
al ziet men dat het paard dat de haver verdient, die haver lang niet altijd
krijgt.
Betekent het overigens niet dat
men de toekomst wel met enige verwachting tegemoet kan zien, want het gaat er
niet om dat de toekomst ons als een duister noodlot op de kop valt, evenmin dat
men het allemaal perfect kan “maken”, voorbereiden, planmatig organiseren. Daar
zit namelijk de verleiding, want het is verlokkelijk te geloven dat men alles
onder controle kan houden of krijgen, dat men de toekomst ook in de klauw kan
hebben. Het zou overigens niet wenselijk blijken, want dan zou niemand iets
onverwachts kunnen ondernemen. Meer nog, de toekomst verdient onze aandacht en
de vooruitzichten lijken niet altijd even helder, zodat het gemakkelijker is
alleen maar de negatieve elementen ervan te bekijken, zonder zelfs maar na te
gaan of ze mogelijkerwijze misschien toch niet zo realistisch zijn, als men het
graag voorstelt. Over de klimaatverandering kan ik in dat verband weinig
zeggen, omdat er gewoon geen informatie is over de probabiliteit, want het is
vooral de vraag met hoeveel graden de aarde zal opwarmen en wat dat zal doen
met ijs- en watermassa’s en dus ook de bewoonbaarheid van de aarde. Als we het
al eens met elkaar eens konden worden dat we behoudender met de aarde hebben om
te springen, zou dat wellicht minder discussie zijn over de nadelige gevolgen
van het klimaatbeleid, zeg maar de doorberekening op uw en mijn koopkracht,
mobiliteit, want dezer dagen wil dat zeggen dat de idee van mensen dat ze
verliezen op alle fronten geen waanbeeld is. Op vrijdag brandde Brussel, op zondag
trok een zalige gloed van zelfingenomenheid door Brussel. De Gele Hesjes zien
geen eind meer aan de tunnel, de klimaatzaakaanhangers willen dat er nog
drastischer wordt ingegrepen, maar gaan wel enkele keren per jaar op citytrip,
waar niets tegen is, alleen, door de massaliteit, wordt het wellicht wel
bedenkelijk, omdat kerosine ook CO² overlaat na verbranding en omdat steden als
Amsterdam of Venetië onleefbaar worden voor de bewoners.
Het komt erop aan dat mensen
niet altijd voldoende informatie vanwege betrouwbare mensen krijgen, want wie
we vertrouwen zou niet de juiste informatie geven en bijvoorbeeld een instantie
als de Openbare Omroep zou fataal onbetrouwbaar zijn, want progressief. Het is geen
onbegrijpelijke reactie, want daarom wilde men ook dat er concurrentie kwam.
Maar links en populistisch rechts zeggen tegen de elite gekant te zijn, maar
beide willen dolgraag de plaats van die elite innemen, terwijl ze er wel al
deel aan hebben. Overigens blijkt het moeilijk en elite te verdrijven zonder
dat er een andere in de plaats komt, want dat wilden mensen in de roemruchte
jaren zestig, de oude elite verdrijven, maar ze hebben goed uitgekeken dat ze
er zelf deel aan hadden, indien nodig door te aanbidden wat ze verbrand hadden
en te verbranden wat ze aanbeden hadden voordien.
Vanuit de idee van de condition humaine
leiden pessimisten graag af dat er geen lievemoederen aan helpt als mensen dom
zijn, anderen menen dan weer dat men hen moet aansturen, moet verbeteren,
minstens veranderen, terwijl autonomie van de individuele persoon toch ook een
westerse waarde is. Men spreekt niet zo vaak over de condition humaine in het
denken van Arendt, omdat het ruimte laat voor onzekerheid, maar dus ook voor
vrijheid van denken en handelen. Als we zeker zijn dat alles volgens vaste
patronen verloopt, dan blijft het wel zo dat mensen niet altijd zo standvastig
blijken, wat dan weer storend zou zijn, maar dat vermogen om bijvoorbeeld iets
nieuws te verzinnen mee vooruitgang en voorspoed heeft gebracht - ook soms
ellende, dat is waar – nemen we vaak niet mee in onze overwegingen, want de
wereld, dit leven is nu eenmaal een tranendal. Men kan niet om de condition
humaine heen, want als de mens anders was, niet geneigd tot goede en andere
dingen, in staat tot medemenselijkheid en tot wreedheid, dan was het wellicht
wel beter gesteld geweest met de natuur, maar minder met ons.
Het begin van de mensheid, toen
kleine groepen mensachtigen die een groter bewustzijn ontwikkelden, bracht een
nieuwe levenswijze, waarbij gezegd moet worden dat de eerste evoluties, van het
vertrekpunt gezien revolutionair waren, maar vanuit ons standpunt miniem; dan
is wel duidelijk dat de evolutie van de soort de laatste 50.000 jaar
indrukwekkend moet heten, waarbij verschillende aspecten, zoals het leven in
overzichtelijke groepen wijzigde in grote massasamenlevingen met totaal nieuwe
technische mogelijkheden, met grote invloed op de natuurlijke omgeving, dat alles
verdient wel onze aandacht en ook bewondering.
Helaas wordt duidelijk dat we
niet tevreden zijn en dat we de toekomst alleen maar donker kunnen inzien. Het
einde nadert, zegt men dan, zonder expliciet te worden en dan kom ik uit bij
Paulus van Tarsus, de man die ook plots ontdekte dat in zijn tijd de dingen
niet meer te harden waren en hij zich bekeren zou. Het zou interessant wezen
mochten we ons er rekenschap van geven dat we als soort in staat zijn mensen en
dieren te genezen, de levenskwaliteit te verbeteren tot op hoge leeftijd, maar
dat niemand kan beweren te weten hoe het wel moet. Nog eens, Willem Kolff wist
een machine in elkaar te steken die nierpatiënten een beter leven kan geven
maar vaak blijkt het ook wel eens zwaar, die uren aan de machine. Zonder kennis
die de arts had, zonder de mogelijkheden die hij had als knutselaar was het in
1938 en later er niet van gekomen. Zo is met vele ontdekkingen en
ontwikkelingen en het kan best boeiend zijn, denk ik, er de inventiviteit van
te zien en te begrijpen dat ook wij en de komende generaties ermee door kunnen
gaan, iets nieuws te ontwerpen. Het punt zal dan wel zijn dat we ook zullen
moeten kijken naar de mogelijkheden én naar de schaduwzijden. De idee die
vandaag zo hardnekkig tiert, van het einde van de Cultuur en de Verlichting,
het einde van het leven op aarde… het einde van een goede tijd, is verre van
nieuw, maar ik dacht dat we intussen wijzer zijn.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten