Het Franse Chagrijn
Dezer Dagen
De Reconquista
van
Eric Zemmour
Het klinkt toch altijd zo bevrijdend als iemand met aplomb komt vertellen dat de situatie hopeloos is en ernstig, maar dat de redder nabij is. Frankrijk is in nood en het land moet heroverd worden? De vijand is duidelijk, maar dat waren en zijn geen veroveraars, want gekomen op de wind van economische successen en militaire nederlagen. Zemmour kan niet beweren dat hij de Franse waarden als enige vertegenwoordigt en weet te verdedigen, want aldus sluit hij het verhaal af, terwijl culturen, zelden echt volkomen sterven. Overigens, zal Zemmour het Katholieke Frankrijk van de Action Française verdedigen, zoals ik ergens las, of gaat het erom de bevrijding van de jaren zestig uit patriarchale structuren terug te draaien? Laten we ons niet verkijken op de kritiek op mei ’68, zogenaamd het begin van een libertaire, zedeloze tijd, terwijl uit onderzoek zou zijn gebleken dat de “verloren generatie” het lang zo slecht niet heeft gedaan, al helemaal niet in materieel opzicht. Wat kan men dan van Eric Zemmour, zelf ook van die verloren generatie, verwachten?
Frankrijk wil graag geloven dat het Gods uitverkoren
land is, maar dat dachten de Hollanders ook
en nog steeds leeft er dat geloof, in seculiere vorm. Maar Duitsland, de VSA,
UK…. Welk land kent zichzelf geen bijzondere status toe en meent een bijzondere
roeping te hebben. Maar de verhoudingen in deze wereld zijn gewijzigd, want het
wereldeconomisch systeem werkt niet meer op twee snelheden, sinds in Zuidoost-Azië
nieuwe economische wonderen werden verricht. Wie daar blind voor is en Zemmour
lijkt het geen moer te verdommen, kan geen goede analyses maken voor deze tijd.
Waar Emmanuel Macron nog kritisch onderzocht hoe na de
moord op de geschiedenisleraar Patty het land zo verscheurd kon zijn geraakt en
hoe binnen de grote Franse samenleving groepen zich hebben afgescheiden en een
eigen realiteit claimen, daar zegt Zemmour zonder verpinken dat Frankrijk
heroverd moet worden op de Islam. Dat er zich in massasamenlevingen groepen
vormen die afstand wensen te houden van de hoofdstroom is niet zo nieuw, maar
doorgaans nam men het politiek op zich Frankrijk te steunen en zelfs te claimen
de ware redders van Frankrijk te zijn. Links heeft zich al sinds de ondergang
van de Commune in 1871 gefixeerd op het internationalisme, zonder er zich
rekenschap van te geven dat arbeiders net zo goed menen het ware Frankrijk te
wezen. Pétain had, zoals de Gaulle ook goed wist op de dag dat le Président du Conseil,
Renaud aftrad en vervangen werd door Philippe Pétain, de held van Verdun en WO
I, de steun van de Franse burgers. Prompt legde hij de wapens neerleg en kreeg als
troostprijs het Zuidelijke deel van Frankrijk, minus de Atlantische kust in handen.
Men zegt wel vaker dat men geen discussie kan voeren
zonder het over de strijd te hebben in de jaren ’30 en ’40 over democratie en
liberalisme. Het kan moeilijk anders evenwel, wanneer Zemmour het heeft over
een Reconquista dat we de herinnering aan die dagen in gedachten houden en
reflecteren over wat er nu te doen staan. Met Hannah Arendt, die een tijd
opgesloten zat in Gurs, een kamp in het Zuiden van Frankrijk tegen de Pyreneeën
aan, omdat ze Duitse was en dus een gevaar vormde vanwege mogelijk behoren tot
de Vijfde colonne, spionnen, saboteurs en infiltranten, terwijl ze net als
zovele Duitse burgers van Joodse afkomst en/of communistische agitatoren geen
enkele reden had om Nazi-Duitsland te dienen en de Franse militaire
inspanningen te ondermijnen. Hoe kijkt Zemmour overigens aan tegen de Panthéonisatie
van Josephine Baker? Voor ons vandaag is het niet zonder belang dat wie vandaag
naar ingezetenen kijkt die zich bekennen als moslims niet zomaar kan beweren
dat dit een vijfde kolonne zou zijn. Er is een gevaar dat jongeren uit verarmde
wijken, gedomineerd door HLM’s zich niet herkennen in Frankrijk en ook als tuig
worden weggezet, maar dat is nu net een verantwoordelijkheid van regeringen in
West-Europa, van organisaties voor sociale woning bouw, onderwijs, als de connectie
zo traag en moeizaam is gelegd geworden dan wel opnieuw doorgeknipt.
Het heeft me jaren gekost te begrijpen hoe de
Algerijnse oorlog kon uitlopen op een verscheurende ramp voor Frankrijk, net
omdat die oorlog, zoals vele tijdens de Koude Oorlog andere conflicten verborg.
De politieke besluitvorming in de aanvangsfase, 1953 en volgende jaren, was er
een van wreedheid en arrogante neerbuigendheid. François Mitterrand bleek een
goed bestuurder, maar hij slaagde er niet in de opstand in Algerije te
beheersen. De lokroep van een vrij Algerije is voor ons, denk ik dan altijd weer,
een gelijkaardig verlangen dat gedurende decennia de politieke spanningen
aandreef in Europa. Want hoe cruciaal de lente van 1968 ook mag zijn, de
jongerencultuur ontstond naarmate meer jongeren niet vroegtijdig aan het werk
gingen en een aantal jaren als scholier en student vrijgesteld waren of leken
van zorgen. Tijdens het Interbellum had men in meerdere landen in Europa,
Duitsland een opbloei van jeugdbewegingen, die voortkwamen uit zelforganisatie,
de Trekvogels oftewel Wandervogel, die sinds 1895 jongeren uit de steden in
beweging hadden gekregen. Lange tijd ging het om studenten en die behoorden tot
de middenklasse.
Vandaag zien we ondanks pogingen daartoe, de jongeren
van de middenklasse nog altijd graag op trektocht gaan – niet enkel jongeren
overigens – maar voor jongeren uit de banlieues, de HLM’s zou er geen echt
aanbod voor handen zijn, zegt men. Toen de regering van Léon Blum, de
volksfrontregering het betaald verlof invoerde werd ook de vakantiekolonie verder
ontwikkeld via wetgeving in 1938. Jules Ferry had al in 1880 een begin gemaakt
met het voorzien van vakanties voor kinderen uit arme en ongezonde stadsdelen,
waarna lokale initiatieven ontstonden, zodat er rond 1900 een heel netwerk ontstond.
Na WO II werd het een massabedoening maar vanaf 1995 verdween het fenomeen
razendsnel. Waar de vakantiekolonie ook een proces van socialisatie op gang
bracht in de arme buurten, bleek dat na 1995 steeds minder noodzakelijk,
waardoor hele wijken in arme banlieues buiten beeld verdwenen. Isolatie ook op
dit domein ging verder door.
Ik weet niet of er echt geen aandacht is voor de
jongeren, of er geen jeugdbewegingen zijn… maar hier speelt de dialectiek van
linkse “Gutmenschen” en rechtse stemmen die roepen dat alles naar de
verdoemenis gaat. Het is dat soort kritiek dat zonder zin voor nuance of begrip
voor mensen dat niemand dient en al zeker de jeugd en jongelui die men uit
verveling en erger wil redden. Kan men Eric Zemmour rechts of conservatief noemen?
Conservatief alleszins niet, want men kan het conservatieve wel aanwrijven een
zekere zelfgenoegzaamheid aan de dag te leggen over de samenleving, dus niet
geneigd te zijn tot het omverwerpen van de zijnde en onvatbare dingen, maar niettemin
wel de veranderingen die zich voordoen kritisch bejegenend aanvaarden. Daar hoort
Zemmour alleszins niet bij, want hij wil de bestaande orde, in zijn ogen een
ware chaos, omverwerpen, ook al zegt hij niet wat hij dan wel wil opbouwen. Hij
wil wellicht wel de Islam weg, als dat al zou kunnen, maar dat kan niet op een
vreedzame, humane manier. Overigens, er zijn toch al meer mensen die de
migratie overstegen hebben en hun plaats in de Franse en Europese kunsten,
letteren, wetenschappen hebben verworven.
Zemmour heeft evenwel geluk, want linkse stemmen
blijven voortdurend hameren op de ellende van de banlieue, de leerachterstand
van kinderen met een migratieachtergrond, maar Frankrijk is opgebouwd door
mensen die in hun jeugd vanuit de migratie moesten zien te overleven en op de
een of andere manier ook best slaagden in hun leven. Charles Aznavour, Josephine
Baker, Boris Cyrulnik en tal van anderen, zelfs Jacques Brel waren niet op en
top Frans, maar verwierven wel aanzien en bekendheid. Men zegt dat er weinig moslims
of moslima’s zijn die de weg op de sociale ladder omhoog hebben aangevat laat
staan een hoog niveau bereikt hebben, maar wie een genoeglijk leven weet op te
bouwen, is voor de administratie geen probleem meer, geen dossier meer. Zoals
met joodse mensen in het Parijs van Klaus Mann en Hannah Arendt, was het
moeilijk om een leven op te bouwen, maar tegelijk zien we wel dat er een aantal
zijn die ook in de Franse samenleving hoge ogen wierpen. Alleen is het voor ons
moeilijk namen te noemen, omdat we niet meer weten wat toen tot de top hoorde.
Zemmour eist dat elk kind dat geboren wordt in
moslimgezinnen een Franse voornaam moet hebben – naast voornamen naar eigen voorkeuren
van de ouders - maar zelf afstammend uit
een familie met joodse wortels in Algerije kan hij wellicht niet vergeten zijn
hoe, tot ergernis van joodse en gojse mensen in families Duitse dan wel Franse
namen gegeven werden en aangenomen werden door migranten maar ook autochtone
joodse mensen. Die beweging kwam op gang in de loop van de achttiende en vooral
negentiende eeuw en was eerder spontaan dan opgelegd door de overheid. Het kan
dus best onderzocht worden hoe men mensen kan verplichten zich te integreren,
maar als het resultaat geen prestige oplevert, helpt het weinig. Als de sanctie
dan is, zoals een Vlaamse partij dat graag propageerde, “aanpassen of
opkrassen!” dat men honderdduizenden zal moeten deporteren, dan wordt dat discours
zinledig, want het lawaai staat niet in verhouding tot de verwachte resultaten.
De Reconquista is een veroveringsoorlog geweest, waar men de Reyes Catolicos om
mag bewonderen, al werd het werk uiteraard door anderen verricht. Maar het
merkwaardige is dat hun bijdrage aan de Europese cultuur nauwelijks erkend
wordt, al zeker niet (meer) nu de eerste reis van Christopher Columbus naar India
die uitkwam in de ontdekking van een nieuwe wereld, verguisd wordt als het
begin van een genocide. Ook de latere geschiedenis van Spanje blijft
onderbelicht, zodat we ons gemakkelijk laten verleiden tot stellingnames
omtrent de Spaanse burgeroorlog. Klinkt er ergens nog een belletje als het gaat
om Miguel de Unanumo? Maar hoe graag we het ook hebben over de Weense Scholen,
die van Haydn, Mozart en Beethoven rond 1800, die van Schoenberg, Anton Webern
en Alban Berg, over het intellectuele
leven in Oostenrijk, tijdens de achttiende, negentiende en twintigste eeuw
horen we zelden iets. Gerard van Swieten? Sigmund Freud natuurlijk ook, maar
die wordt zo verguisd ex post factum, dat we niet meer willen zien hoe de man
het psychische lijden van zijn tijdgenoten zag en er probeerde een betere
behandeling voor te ontwikkelen. Ook zijn theoretische benadering mag nog
altijd gezien als een bijdrage aan de Europese cultuur, al stelt dat niemand
vrij zich kritisch met die teksten in te laten.
Het begrip cultuur blijft iets complex, lastig om er
alle aspecten van te vatten, nog moeilijker is het dan het om er eigenaarschap
over te bepalen, maar het is tegelijk wat water is voor vissen, zoals Han
Fortmann en andere cultuurwetenschappers poneerden. We leven dus in een
omgeving waar we vertrouwd mee zijn en doorgaans roepen uitspraken, houdingen,
gedragingen geen groot problemen op, omdat men het niet anders kan doen dan men
altijd gedaan heeft. Nu, we zullen wat Frankrijk aangaat niet ontkennen dat er
periodes waren waar de Franse cultuur hoge toppen scheerde, of beter, periodes
van maatschappelijke gisting die een aantal waardevolle bijdragen hebben
geleverd aan de Europese cultuur. Denken we aan de achttiende eeuw, dan mag men
niet blind zijn voor de inbreng van de Schotten in wetenschappen, filosofie en
literatuur, net zoals na de Dertigjarige Oorlog in Duitsland de cultuur een
hoge vlucht nam. Toen Louis XIV nog streed om macht en bevestiging, was de Raadspensionaris
van Holland, Johan de Witt bezig de Ware Vrijheid vorm te geven. Voor de
negentiende eeuw zou men zonder meer naar Frankrijk verwijzen, maar daar valt
tegenin te brengen dat overal in Europa, nieuwe ontwikkelingen op gang kwamen,
van industrie tot sport en ontspanning, die de samenleving voorgoed hebben
beïnvloed. Tijdens de jaren 1920 en 1930 speelde een opvallende Amerikaanse
aanwezigheid in Parijs en Frankrijk een grote rol, waarbij zowel de Franse, de
Europese als de Amerikaanse cultuur een nieuw elan kregen, lang niet altijd tot
voldoening van de moraalridders en cultuurnostalgici.
Waar verwijst Eric Zemmour dan naar, als hij het heeft
over het grote Frankrijk dat hem tot gids dient bij de herovering van
Frankrijk? Wat de grootheid van de Franse cultuur glans gaf, was het werk van
immigranten, al tijdens de 12de eeuw en zeker ook tijdens de Honderdjarige
oorlog, die merkwaardig genoeg ook samenviel met de hoogbloei van de Franse Gotische
bouwkunst. Wat men dan (im-)migratie noemt, had gewoon te maken met het feit
dat Frankrijk nog lang niet een politieke eenheid vormde, want dat zou pas
taalkundig gerealiseerd worden rond 1900. Het is overigens niet moeilijk zich
te laten voorstaan op prestaties van de voorzaten, van Christine de Pizan, Elisabeth
Visée-Lebrun, Olympe de Gouges, maar ja, dat zijn nu net dames en die schijnen
ondanks alles niet te beantwoorden aan de eisen van Zemmour. Nog eens, de
grootheid van een cultuur alleen afwegen aan wat men kent, de canon, zonder
zelfs maar te kijken naar buurlanden, het blijft vermoeiend om daar vraagtekens
bij te zetten.
De moralisering van de samenleving door toedoen van
tegenstanders van abortus, die vaak wel wapendracht promoten, maar voor zover
ik kan zien is dat niet het geval voor Zemmour kan ons niet ontgaan.
Zelfbeschikking is voor de Europese samenlevingen een heilzame ontwikkeling
gebleken, maar als altijd al het geval is geweest, zagen we niet altijd de
prijs die moet betaald worden. Toch kan men er niet omheen dat elke klacht over
persoonlijke vrijheid altijd een morele veroordeling inhoudt. Abortus in
veilige omstandigheden kunnen laten uitvoeren, geeft vrouwen de mogelijkheid in
soms moeilijke omstandigheden zwaarwichtige beslissingen te nemen. Tegelijk zijn
tegenstanders van het recht op een veilige abortus ook tegenstanders van de
toegang tot voorbehoedsmiddelen en dat komt niet altijd ten volle in beeld,
want dan worden de vrouwen pas helemaal teruggedrongen in hun ondergeschikte
positie, iets waar Gustave Flaubert over schreef. Nu is het precies dat wat Zemmour op tafel legt,
dat vrouwen hun ondergeschikte plaats zouden accepteren en daar vrede mee
hebben. Daarmee maakt de man toch een bizarre bocht, want steunt hij ten volle
de visie van orthodoxe richtingen binnen christendom, Jodendom en de Islam die
vrouwen ook op hun plaats houden en indien nodig onderwerping afdwingen.
In die zin kan men Zemmour alleen maar reactionair
noemen, want hij weigert de positieve aspecten van de liberale samenleving te
erkennen. Men kan veel kritiek hebben op Mei ’68, zonder zich in te laten met
de situatie in Frankrijk en bij uitbreiding in Europa te dien tijde, waar het
paternalisme nog de norm was. Contestatie werd als een aantasting van de
cultuur afgewezen door gezagsdragers, zoals bisschoppen, politici, zelfs die
van links, rechters en opvoeders. Toch bleek de incubatie van het
vrijheidsvirus een krachtige beweging op gang te hebben gebracht. De reactie
van de jaren ’80 zoals Margret Tatcher en Ronald Reagan en hun respectieve raadgevers
was dan ook incoherent en inconsistent, omdat men wel vond dat vrijheid
belangrijk was, voor wie die kan betalen, terwijl wie bijstand of uitkeringen
nodig had of heeft, langs de morele meetlat wordt gelegd. De maakbare
samenleving is voor neoliberalen even vitaal als voor vrijzinnig humanisten die
eerder een socialistische visie
onderschrijving, maar ondanks pleidooien voor solidariteit ook de
individuele ontplooiing als levensweg verplicht stellen.
De Derde Weg van Tony Blair en Bill Clinton leek zo aanlokkelijk,
maar ze legden wel de weg open voor ongenuanceerde kritiek tegen de
samenleving. Wat Zemmour doet, wat hij voorstelt, verwijst naar wat sociologen
al langer hadden vastgesteld, een onbehagen in de cultuur. Het gaat om het feit
dat cultuur inderdaad disciplinerend werkt, maar ook dat gedurende de afgelopen
zeventig jaar – het begon al voor Mei ’68 – vrijheden werden gewonnen op de
behoeders van wet en moraal. Het is niet helemaal duidelijk in welke mate de
heer Zemmour, zelf een jonge zestiger, in zijn jeugd en jonge jaren genoten
heeft van de vrijere lucht en intellectuele ruimdenkendheid. Hoewel hij er
zelden naar verwijst, kan men de invloed van de rancune van de Pieds-Noirs, de
Fransen die uit Algerije terugkeerden toen het land onafhankelijk werd en de
kolonialen berooid en uitgespuwd een plaats zochten in de metropool. Zou die
koloniale glorie, die zij zagen verdwijnen hem ertoe te drijven Frankrijk
opnieuw te willen veroveren?
Frankrijk rond 1977? Weinig autowegen, boeren in ruige
streken zoals in de Corrèze en de Pyreneeën hadden het niet breed, maar het
leven was er goed voor toeristen. Voor Fransen was er hoop op een grootse
toekomst, met de bouw van de TGV, waaraan toen hard gewerkt werd. Het probleem
is dat wie met veel aplomb beweert de goede oude tijden en de schittering van
het verleden te herstellen ook wel oude demonen wakker maakt. De naglans van
het verleden kan schitterend lijken, maar de pijnen en kwalen komen zelden in
de balans, want die verduisteren alleen maar.
Men kan als politicus wel eens refereren aan betere
tijden, als men de eigen tijd niet goed leest, zal elke voorafname op een rozenvingerig
ochtendgloren een fata morgana blijken. Men moet de problemen en mogelijkheden
van de eigen tijd goed onder ogen zien en kijken waar er werkelijk geremedieerd
moet worden. Dan komt de politiek aan bod, namelijk het conflict, het trekken
en duwen, whealen en dealen om tot oplossingen te komen. Men krijgt er niet
altijd de hoofdprijs voor, vaak worden sommige ongewenste neveneffecten later
in de verf gezet, maar vaker blijkt de situatie wel verbeterd voor de
middenklasse. En daar doet Zemmour het dus voor. Dat hij mensen in hun bestaan
raakt met loze beweringen, neemt hij wel voor lief. Maar of hij Frankrijk en
bij uitbreiding Europa een dienst kan bewijzen? Daarvoor is zijn discours te
mager.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten