Hulde aan de Warmste Week?
Reflectie
Het authentieke en de illusie
Van beschaving
De warmste week is stillaan een event geworden en het verdient lof dat een omroep daar zo algemeen in geslaagd is. Echter, als men zegt dat mensen moeten mogen zijn wie ze zijn, dan moet men er meteen aan toevoegen dat het niet mag hinderen. Deze gedachten over beschaving en authenticiteit als illusie en beleving, als wil ook.
Men kan natuurlijk zeggen dat pestkoppen ook mogen
zijn wie ze zijn, bedacht ik me toen ik in het station enkele tieners met
elkaar zag klooien en roepen en tergen, wellicht. Het was wellicht niet kwaad
bedoeld, maar het was er niet minder raak om, dat zag ik toen ik een jongen voorbij
de Panos zag staan huilen, terwijl een paar andere zijn boekentas aan het leeggieten
waren. Slechte plek, want de politie kwam onmiddellijk tussen, maar dat was net
het doel, bedacht ik me. Maar blijkbaar gebeurt het vaker, want de politie nam
geen namen op, of ze wisten al wie in deze rel betrokken was. Zoals u weet zal
de politie dan vooral zorgen voor de goede verkeerscirculatie, opdat een
incident niet te veel weerklank krijgt “allez vooruit achteruit” of “allez
circuler” is wel bekend. Maar de pestkoppen maakten mij duidelijk dat het mogen
zijn wie men is niet gratuit is, erg kan tegenvallen. Op de trein dacht ik
verder op het gebeuren na, omdat zo een week lang mensen bekogelen met lieve
woordjes mensen even murw maakt als afkomen met gevaren van een pandemie.
Wie wil zijn wat men is en hoe men is, kan best eens
goed nadenken over wie zij of hij wil zijn, dan wel non-binair, maar de kwestie
is dan weer, merkwaardig genoeg, dat er machtsverhoudingen aan het licht komen,
terwijl men het nu net niet over macht wil hebben. Ook discriminatie gaat over
macht, laat daarover geen misverstand bestaan, al horen veel voorvechters van
gelijkheid dat niet graag. De gedachte dat we vrij zijn om te zijn wie we zijn,
hangt uiteraard af van de vraag of iedereen zomaar mensen aanvaardt, zonder
voorwaarden over vriendelijkheid, uiterlijk of kleur. In het hele idee van de
Warmste Week wil men aan weldadigheid
doen, die goed doet aan wie geeft, maar al zien we wel eens beelden van wie
ontvangt, de verhoudingen zijn verre van zuiver op de graat, want wat doet
eenmalig iets geven aan ouder wordende mensen met het syndroom van Down? Aan
mensen met een mentale beperking? Zij blij? Vaak zijn ze blijer als mensen hen
gewoon regelmatig opzoeken, als ze geen thuis meer hebben. Dat gebeurt ook,
vrijwilligers nemen dat op zich, maar het blijft tegelijk bizar dat we dat niet
kunnen zien, omdat we het niet hoeven te weten.
Eerlijk is eerlijk, omwille van mijn broer die in zo een
instelling verbleef maar mijn moeder kon hem niet missen – natuurlijk niet,
maar toch, met de jaren werd dat moeilijker – zodat hij lang het weekend thuis
kon doorbrengen, zodat ik de medebewoners van zijn huisje leerde kennen en dat
was niet zo gemakkelijk. Geleidelijk krijg je toegang, maar het is en blijft
wonderlijk hoe zij naar de komst van bezoekers uitkijken, vooral van mijn
moeder. Hen ken ik alleen zoals ze zijn, zonder opsmuk of pogingen te misleiden
– dacht ik in eerste instantie, want soms hebben ze wel guitige streken. Wil
men werkelijk weten wat het is dat mensen kunnen zijn, dan gaat men best eens
op bezoek naar zo een voorziening en kijkt men toe hoe een begeleider met hen
omspringt. Neen, dat zijn geen heiligen, maar ze hebben wel een engelengeduld.
Uiteraard mag men zich onledig houden met warme en
warmste weken, maar wie voelt er zich beter bij? Het is een kwestie die me al langer
bezighoudt, omdat ik geloof na vele ervaringen dat mensen best niet altijd
zomaar zijn wie ze zijn, wil men het samenleven niet hopeloos in de war sturen,
want dat is nu net de verdienste van beschaving en civilisatie, dat we leren
met elkaar om te gaan zonder ergernis bij anderen op te wekken, door
onbeschaamd of onbeschaafd gedrag. De idee dat we kunnen zeggen wat we willen,
werd ons al jaren geleden, in de lagere school afgeleerd, want als men zichzelf
echt authentiek zou uiten, dan zouden andere mensen wel eens diep geschokt
gillend kunnen wegrennen. Dat kan de bedoeling van een gezellig treffen niet
zijn, mag men aannemen.
Evengoed vernemen we al jaren dat beschaving maar dun
laagje vernis zou zijn, maar afgaande op eigen ervaringen en verhalen van
anderen denk ik net de beschaving, vertrouwd zijn met en gehecht zijn aan omgangsvormen
die we voor het gemak Europees noemen, voedingsgewoonten inbegrepen, vormen van
sarcasme en ironie niet vergetend, omdat we onze plaats en rol kennen in dat
bestel, maakt dat fenomeen, cultuur een medium vormt waar we zo vertrouwd mee
zijn als walvissen in het water. We denken dat we vrij en vrijgevochten zijn,
maar gauw genoeg merkt men dat die gewoonten en gebruiken ons overeind houden.
Het is nodig om te begrijpen dat de mens geen
geïsoleerd atoom kan wezen, want zonder andere mensen kan men het misschien wel
even uitzingen op een onbewoond eiland, maar voor men het weet heeft zo iemand
een Vrijdag en misschien wel een hele stam bij elkaar gedacht en gedroomd. Daarmee
kan evenwel niet gezegd zijn dat we in de “massa” niet vrij kunnen zijn, dat
wil zeggen niet geheel en bepaald in ons zijn en handelen door wat de
beschaving en anderen van ons verwachten. Het is die subtiliteit van
beschaving, waardoor mensen enigszins excentriek kunnen lijken die ons ontgaat
wanneer we vrijheid herleiden tot het afwezig zijn van beperkingen. In die zin
kan men de discussie over positieve vrijheid overigens nog eens onder de
aandacht brengen, namelijk het vermogen te ontwikkelen om iets goed onder de
knie te krijgen, dus ook om verveling op een niet vervelende manier te
verslaan. Dat is natuurlijk des te urgenter omdat we de afgelopen tijd wel eens
vaker met niets doen, of niet bewegen, niet uitgaan werden geconfronteerd en
dat vergt stijl, oefening, kan men zeggen. Wie dus zo graag wil zijn wie zij of
hij is, of non-binair, kan ook niet voorbij aan vragen over wat we dan wel
verwachten dat er zou gebeuren, hoe ons leven zich verder zal ontrollen. Het is
dan wel een nuttige oefening te (leren) begrijpen dat mensen zich meer
ongedwongen en aangenamer gedragen als men hen niet stilzwijgend of luid en
expliciet op hun anders zijn dan wel ongepast zijn, wijzen zal. Maar dat lukt
alleen als we dan nog altijd voorkomend blijven tegenover andere dames, heren
en wat al niet meer. Een film als “La grande Bellezza” liet mij op een andere
manier zien dat het soms moeilijker valt zichzelf te aanvaarden zoals men is,
dan anderen te aanvaarden. Men kan decadentie tot hogere niveaus sublimeren, op
zeker ogenblik blijkt het allemaal geurloos en kleurloos uit te vallen, vaal en
grauw, maar toch blijven de kennissen ons op handen dragen, om wat ooit was,
niet om wat we er nu van bakken. Dat kan tot zelfhaat leiden, of tot realisme.
Dus, als men naar goede gewoonte in de kersttijd goed
wil doen en mensen wil helpen of een beetje warmte toesturen, dan zal men dat
vooral niet nalaten, maar moet de linkerhand weten wat de rechterhand doet?
Wordt een mens geconfronteerd met gedrag of inzichten die tegen de borst stuiten,
dan kan men daar kwaad om worden of zich in stilte afvragen waar de goede
inzichten heen verdwenen zijn. Maar soms slagen we er domweg niet in de
inzichten van de ander te vatten omdat we zijn of haar kijk niet kunnen volgen.
Men kan natuurlijk altijd spreken over gelijkheid van mannen en vrouwen, maar
al vaker bleken meisjes die in hun jeugd afzwoeren ooit te zullen lijken op
moeder of tantes en braaf en huiselijk een genoeglijk leven te weven, eens
moeder en eventueel dus ook echtgenote van hardwerkende echtgenoot nu net zo
zorgend als hun voormoeders in het leven staan. Klinkt dit als een verwijt, dan
kan men er ook bewondering voor opbrengen, zelfs als we dan wel eens horen
gewagen van moederschapsdementie, want voor kinderen kan een aanwezige moeder nu
net wel stimulerend blijken. Echter, de werkende moeder moet men geen steen
werpen, want de omstandigheden zijn zo gegroeid dat vrouwen door studie en
interesse wel degelijk hun bijdrage leveren aan de samenleving, wat dus meer is
dan koffietjes bij de baas brengen. Daarbij vergeet men dan dat men in
Nederland nog steeds veel minder vrouwen op de werkvloer vindt en nogal wat
vrouwen bewust hun loopbaan aanpassen aan de in onze ogen eigenaardige
schooluren, waarbij opvang buitenshuis niet altijd betaalbaar is, zoals in onze
contreien. Wie zal dan zijn, kunnen zijn zoals zij is, wil zijn?
Io soy io y mi circunstancia, waarmee men zo kan gaan
nadenken over de idee van de massamens bij Ortega y Gasset en bij Nietzsche. Te
zijn wie men is, het blijft een aanlokkelijke ambitie, maar er schort ook iets
aan want als men tegelijk gelijken wil aan de mensen om zich heen, dan wordt
men natuurlijk een massamens, iemand die juist geen bijzondere eigenschappen
zoekt tentoon te spreiden. De laatste mens, bij Nietzsche heeft het geluk
gevonden en valt met zijn doel samen, heet het, maar wat kan dat dan betekenen?
De mens kan zich situeren op de weg tussen aap en hetgeen de mens zou kunnen worden
met veel werken en streven en boven zichzelf uitstijgen, de Uebermensch. Maar
wat als, zoals volgens sommige cultuurpessimisten het geval is, mensen daartoe
niet meer aangespoord wordt of zich niet meer in staat achten, zichzelf te overstijgen.
Zelfgenoegzaamheid lijkt Friedrich Nietzsche nogal gestoord te hebben en men kan
dat wel begrijpen, maar dat we vandaag joligheid zoeken te vatten als een soort
streven naar meer menselijkheid, daar zou José Ortega y Gasset wellicht niet
blij om geworden zijn, want zoals mensen bekende mensen kunnen worden gewoon
door ergens te verschijnen, gewoon te zijn, gewoon te zijn zoals alle gewone
mensen, maar toch met een excentriek trekje, een onderscheidend trekje, waarbij
zichzelf overstijgen vanzelfsprekend niet aan de orde is, waarbij geen van hen dus
enige inspanning verwacht, al noemen ze hun verschijnen bij de opening van een
nieuwe winkel hard werken.
Het lijkt me vaak net verrassend te horen wie iemand
is, nadat het verhaal, of een van de verhalen verteld zijn. Hannah Arendt
meende dat een naam weinig blootgeeft van wie men is, maar een verhaal kan de
naam tot leven wekken. Net omdat het verhaal getuigenis aflegt van wie we zijn
door wat we deden en wat ons overkomen is. Dan komen weerstand en veerkracht
tot uiting, dan wordt wie we zijn meer dan een woord, maar handelen.
De Warmste week die even intens als Kom op tegen
Kanker met neurologische aandoeningen zou bezig zijn, Alzheimer, ALS, MS, maar
ook met geestelijke gezondheid, zou wellicht wat minder strijdvaardig klinken,
al is langer duidelijk dat opkomen tegen kanker vooral betekent dat men geld
inzamelt en dat het onderzoek ermee door kan. Of de overheid niet meer moet
investeren in fundamenteel wetenschappelijk onderzoek? Tja, maar die discussie
kan men niet aanvangen zonder zich af te vragen hoe men inzicht kan verwerven in
wat er prioritair door de overheid moet aangepakt worden en duidelijk is wel
dat die discussie nog maar nauwelijks gevoerd wordt. Dus tja, als de Warmste
Week ons wil doen geloven dat mag men mag zijn wie men is, dan vergeet men dat
men niet zomaar kan doen zoals men is.
Zijn is zijn, statisch, zonder evolutie en zonder
verandering. We worden geboren, groeien op, al dan niet met liefde en
toewijding omringt en gaan dan zelf als volwassenen ons leven leiden, naar
goeddunken en doorgaans in
overeenstemming en goede verstandhouding met anderen. Echter, om daartoe te
komen, moet elkeen al een hindernissenparcours lopen, waarbij valpartijen en
uitschuivers niet te vermijden lijken. Het worden wie men is, zonder opvoeding,
zonder vorming, lijkt sinds Jean-Jacques Rousseau voor sommigen nog altijd een
ideale opvoedkundige situatie, maar er ontbreekt wel een drive aan, een
uitdaging meer uit zichzelf te halen en zichzelf meer te ontwikkelen dan daarzonder
mogelijk zou zijn. Helaas worden er nog weinig verhalen verteld over wat mensen
kunnen bereiken. Klaas Norel schreef vanuit een christelijk gereformeerde
achtergrond, maar ook vanuit zijn eigen ervaring van emancipatie, omdat hij
vroegtijdig de school moest verlaten na het overlijden van zijn vader. Zo schreef
hij een meeslepend verhaal over een jongentje dat opgroeide voor galg en rad en
eindigde als Schout bij Nacht en weet zich
een mooi huis in te richten, met vrouw en kinderen. Welvaart komt als het
getij, heet het, wat iedereen mee doet rijzen, maar helaas klopt dat niet
helemaal. Welk kan Aart Wessels zich uitermate ontplooien, ook door lessen te
volgen over navigatie en door de zware reizen te ondernemen, onder meer naar
Brazilië, naar India ook en dus een dosis geluk kan men niet ontkennen. Het
feit dat zijn wie men is niet helemaal
spoort met de ontwikkeling die mensen doorlopen, ten goede of anderszins, mag
ons niet ontgaan, net omdat we weten dat we niet vanzelf massamensen worden of
net proberen ergens hogerop te komen. Het anti-elitaire geneuzel in academische
kringen lijkt me op dat vlak schadelijker te zijn geweest net omdat het zo
weinig onderbouwd was en er geen rekening mee hield dat opwaartse sociale
mobiliteit net voor kinderen en jongeren die niet in gezinnen leven behorend
tot de bredere middenklasse de enige kans blijkt op een voldoening schenkend
bestaan.
Zijn wie men is? Maar hoe ontdekt men wie men is en
wat als dat eerder een millefeuille of zelfs een ratatouille dan een mooi
gelaagde lasagna is? Het leven zelf toont ons paden, ervaringen, raadgevingen
en conflicten doen het nodige, maar finaal zal men toch ook enigszins met
zichzelf in het reine moeten komen. Het valt op dat bij deze Warmste Week die
aspecten van dat aanvaarden, van zichzelf en van anderen met wie men het lastig
kan hebben of heeft, niet aan de orde komen. De idee is dat mensen maar moeten
aanvaarden dat anderen anders kunnen zijn. Maar dat strookt niet met wat mensen
drijft en waartoe hun (gebrekkige) oordeelsvermogen hen brengt. Dat aanvaardingsproces
is complexer en weerbarstiger dan men wil laten uitschijnen. Zou goede wil dan
inderdaad tot vrede op aarde leiden? Wie gemerkt heeft dat goede wil alleen
niet volstaat, dat conflicten soms onverwacht kunnen oplaaien of zelfs gewoon
voor wat afleiding zorgen in duffe dagen, merkt dat de Warmste Week ons een
goed gevoel wil geven. Het mag en het kan, maar het biedt vooral een illusie
van beschaving, want als het moeilijk wordt de andere te aanvaarden, dan pas
blijkt hoe belangrijk het is te kunnen zijn wie men is. Zoals ik mocht ervaren
in de woning waar mijn broer leefde, is aanvaarden voor mensen met een
beperking nog zoveel moeilijker en toch, de begeleiding verzette bergen en doet
dat nog steeds, maar het contact is wat moeilijker geworden, met dank aan de
pandemie. Men wil kwalen uit de wereld helpen, spreekt over toxisch machismo,
over antisemitisme en feminicide, maar de eeuwige mens, man, vrouw, non-binair
en wat al niet meer, roept bij anderen al dan niet terecht ongenoegen, onvrede
op, haat of afkeer. De “Zonder Haat Straat”, wat klonk dat goed, maar wie het
maar niets vond dat men “haat” zo bagatelliseren kan, kreeg ook de wind voor.
De grote emoties, haat, angst, woede, ze zijn in ons aanwezig en het is maar
door civilisatie en reflectie dat we er mee kunnen omgaan, valt te vrezen.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten