Josephine Baker in het Panthéon

 


Dezer Dagen

 

 

Pantheonisatie

Josephine Baker

 


Wie was die vrouw toch, die daar stond de dansen op de bühne, als een wildebras? Ik hoorde voor het eerst haar naam in 1974 en zag beelden, ergens rond 1980, maar het is pas later dat er meer over haar verteld werd. Over die memorabele dag op de Washington Mall, waar dr. Martin Luther King onvergetelijke woorden sprak, afwijkend van zijn speach, eeuwig herhaald ook: “I’ve a dream…”.

 


Josephine Baker in haar tuinen in Les Milandes
(Rechten: Nationaal Archief)

Geschiedenis is iets bijzonders, omdat we nooit genoeg feiten bij elkaar krijgen ondanks de massa feiten die ons dagelijks toch weer overspoelen, kunnen we ons nooit een redelijk en overzichtelijk beeld scheppen van wat er gaande is en vooral was. Kijken we naar de VS als opkomende en vooral als gevestigde wereldmacht, dan zien we niet wat er achter het Witte Huis en Capitol Hill allemaal gebeurt. De berichten over aanslagen van Unabomber, alias Theodore Kaczynski bereikten me ook pas later, omdat we gefascineerd zaten te kijken naar Hollywood en Silicon Valley, omdat we wel hoorden over massaschietpartijen in scholen, maar niet in de mogelijkheid waren te begrijpen waarom mensen zo wanhopig kunnen zijn. En zo gemakkelijk een wapen konden krijgen, omdat de wet zonder er een letter aan te veranderen toch veranderd werd, met dank aan wapenhandelaren en -fabrikanten. Inderdaad, het Second Amendement werd niet gewijzigd, de interpretatie werd omgedraaid, zonder dat er nog iemand aandacht aan leek te schenken. De segregatiewetten werden echt herschreven, maar de burgerrechtenbeweging lijkt schipbreuk te hebben geleden. Sommigen stellen dat met genoegen vast, want dan is al die koude drukte van dominee King en ook wel van Robert Kennedy vergeefs geweest, die mensen van kleur, die kunnen zich toch niet ontvoogden. Het ware al te triest, maar het is ook niet zo gegaan. Wel is er veel te vertellen, zoals het The Winter Institute aan de orde stelde en stelt. Dat valt ook wel af te leiden uit de verhalen die we wel horen, zoals “I can’t breathe” dat brengt. Het verlenen van toegang tot onderwijs, betekende niet dat vele onderwijsinstellingen erin slaagden jongeren die niet tot de welvarende WASP behoren, echt goed onderwijs aan te reiken. Toch ging het langzamerhand beter, maar de spanningen werden er alleen maar groter om, net omdat veel minder welvarende blanke Amerikanen zich verdrongen voelen, ook niet meer kunnen aanhaken aan de locomotieven van welvaart en ontwikkeling en hun frustratie beantwoord zien door groepen en politici die terug willen naar de tijd van de Jim Crow wetten. Dat deze wetten, stilzwijgend gesanctioneerd door het hooggerechtshof, genoemd worden naar een karikatuur van een zwarte slaaf, maakt de term op zich natuurlijk ook weer meer dan suspect, maar drukt wel goed uit waar de voormalige geconfedereerde staten mee bezig waren, segregatie instellen.

 

Josephine Baker werd geboren in 1906 in Saint-Louis, Missouri als Frieda McDonald en had helemaal geen kansen op een goed leven. Toeval en wellicht wilskracht, durf brachten haar naar de showbizz in New York waarbij we bedenken dat we ons het leven in het Zuiden van de VS maar moeilijk kunnen inbeelden. Men kan het niet hebben over segregatie zonder de existentiële gevolgen ervan onder ogen te zien, het feit ook dat er toen voor formele vorming, scholing dus weinig gedaan werd en dat er dus voor lotsverbetering geen kans was. Dat McDonald door op straat om haar inkomsten uit te breiden ging dansen en zingen en daar blijkbaar goed in was, laat wel zien dat ondanks donkere vooruitzichten een mens wegen kan vinden, maar zonder gelukkig toeval lukt het niet. Haar levensverhaal is wellicht daarom zo intrigerend dat ze erin slaagde werkelijk iemand te worden, al gaf ze aan, denk ik, dat niet alles gepland was. Hoe kon het ook. Maar dat ze kansen zag, zoals toen ze gevraagd werd voor een revueshow in de Folies Bergère onder de voor ons moeilijk te herhalen naam: Revue … tja, zo wordt het moeilijk spreken of schrijven, want we willen onze bewondering en verwondering tot uiting brengen.

 

Van 1925 af is Frankrijk haar nieuwe land door adoptie en wordt Parijs haar thuisbasis. Dat zij op eigen kracht in Parijs een show kon geven, is wel wat overdreven, ze ging eerst van Saint-Louis naar New York en werd daar opgemerkt door iemand die in Parijs een show wilde opzetten met Afro-Amerikaanse dansers. Baker viel op en ging in op het aanbod. In Parijs merkte ze dat er van segregatie geen sprake was. In se is dat wonderlijk, want Frankrijk viel in de kolonies in Sub-Sahara-Afrika niet op door bijzondere aandacht voor de lokale bevolking. Tijdens WO I hadden de “tirailleurs Sénégalais” wel gevochten aan de zijde van de Franse troepen, maar hoe de verhoudingen waren is mij niet duidelijk, al heb ik er wel eens iets over opgezocht. Het “Régime de l’indigénat”, waar nochtans geen specifieke wettekst aan ten grondslag ligt, maar voortkwam uit angst voor opstand, zorgde ook wel voor segregatie. De wereld van de Revue en van het nachtleven was wellicht niet zo doordrongen van de komst van mensen uit de kolonie. Waar in de VSA de erfenis van de Burgeroorlog en de beleving van de segregatie aan beide zijden het moeilijk maakt te ontkomen aan de dwingende regels, bijvoorbeeld in het uitgangsleven, kan men in Frankrijk nog wel de charme van het exotische ondergaan, zonder dat dit daarom, zo stelde Josephine Baker later vast, verhindert intrinsiek neerbuigend naar Afrikanen te kijken.

 

In hoeverre ze met haar bananendans het publiek te kijk zette, zoals in de afgelopen dagen in biografische documentaires te vernemen viel, kan best een interpretatie achteraf zijn geweest, maar wel werd ze bijzonder populair, die Josephine. Het gaf haar kansen die zij in de VS nooit gehad zou hebben en deed een vurige liefde voor Frankrijk opbloeien, oplaaien misschien wel, die tijdens WO II zou leiden tot een grote inzet voor het verzet. Als revue-artiste had ze ook in Wenen en Berlijn opgetreden, niet altijd tot ieders tevredenheid, maar niettemin met succes. Haar dansen en bewegen op de bühne getuigde van een vrijheid die we in Europa niet kenden. Het zou interessant zijn om weten of Josephine Baker in Brussel of Oostende, Antwerpen dan wel Gent, al viel het me jarenlang op dat men over Baker wel sprak, maar het zwart-witfilmpje gaf niet echt weer wat er voor de tijdgenoot zo intrigerend was aan haar.

 

De biografieën die de Franse televisie bracht, liet ons weten dat ze trouwde in 1937 met een Fransman, ene meneer Lion, maar dat duurde niet, toch was het voor haar voldoende geweest om de Franse nationaliteit te verwerven. Mocht men het willen afdoen als een schijnhuwelijk, dan kan men ook bedenken dat dit niet echt morele hoofdpijnkwestie voor haar moet zijn geweest. Dat ze geleidelijk een icoon werd en een dame met aanzien, die modehuizen wist te bewegen haar te kleden, maakte haar net in die jaren tot een uitdaging voor wie koos voor traditionele waarden. Dat zij biseksueel leven uitstekend vond, werd zelden uitgespit, maar goed, die vrouwelijke partners bleken minder belangwekkend dan de mannelijke. Dat ze na een miskraam wist geen kinderen meer te kunnen krijgen, was dan weer aanzet na de oorlog haar gezin te vormen via adoptie van 12 kinderen met verschillende achtergrond, Aziatisch, Kaukasisch en ook wel uit Latijns-Amerika. De Regenboogkinderen werden haar grootste onderneming, maar ze werd vaker dan nodig om de tuin geleid.

 

In 1938 werd ze aangesproken om inlichtingen te verzamelen ten behoeve van de Franse geheime diensten en deed dat met overtuiging. Vooral het feit dat ze na de oproep van 18 juni, door Charles de Gaulle zich in te zetten voor het Vrije Frankrijk, maakt achteraf toch wel indruk, want wie gaf een sou om die hele de Gaulle en het vrije Frankrijk. Lang werd ons verteld dat de Fransen niet achter Vichy stonden, maar dat was uiteraard iets meer genuanceerd. Pétain was immers nog altijd de held van Verdun en wel degelijk alles te doen was in zijn mogelijkheden lag om populair te worden. Baker verlaat zoals anderen Parijs en gaat in Les Milandes pleisteren, maar moet dan toch in Parijs inlichtingen verzamelen. Aangezien de oorlog stil ligt in West-Europa, gaat la Baker naar het zuiden, Algerije, waar de Duitsers nog baas zijn en gaat data verzamelen, terwijl ze overal optreedt. Vanaf de landing van de geallieerden in Marokko – ook dat verhaal is niet echt bekend – en de bevrijding van Noord-Afrika tot Lybië gaat het snel en intussen steunt Josephine de Franse Vrije troepen, waarbij ze geld ophaalt. In 1944 wordt ze officieel militair en eerst onderluitenant, daarna full luitenant bij het luchtleger, de latere luchtmacht.

 

Hoe kan iemand zo  een levensweg afleggen? Nadat ze in Les Milandes in de Dordogne, waar ze tijdens de oorlog ook mensen had helpen onderduiken, joodse mensen, communisten en andere verzetsmensen, begon ze in 1947 aan haar project Werelddorpen, ten dienste van de Fraternité Universelle, wat haar toeliet andere aspecten van haar talent te ontwikkelen, maar zakelijk liep dat werelddorp, waar mensen konden ontspannen, wel mis. Wellicht werd er misbruik gemaakt van haar goedheid of goedgelovigheid, maar we mogen niet vergeten dat de Dordogne dan nog ver van Parijs lag en de autowegen nog aangelegd moeten worden. Ik denk dat ik wel langs het kasteel ben gepasseerd tijden geleden, voor het als monument ook de naam van Josephine Baker vereeuwigde. Eerlijk is eerlijk, het was een naam, het waren beelden, maar geen verhaal, toen nog niet.

 

De Pantheonisatie van Josephine Baker, waar ook Prins Albert van Monaco aanwezig was, gaf meer dan een formele plechtigheid te zien, men voelde dat Frankrijk hier zichzelf opnieuw bevestigen wilde. Omwille van de vriendschap van Grace Kelly met Josephine Baker, sinds een geval van regelrechte belediging en discriminatie in een New Yorkse zaak van standing, the Stork club, waren beide vrouwen bevriend geraakt. Onduidelijk is of Josephine Baker al of niet een bestelling kon plaatsen voor een steack dan wel of ze die niet kreeg. Volgens de politie was er geen sprake van discriminatie, maar het maakte voor de club wel een verschil. Alvast Grace Kelly was daar ook, in 1951 en zou met Josephine Baker in contact blijven of bevriend. Feit is dat toen Baker in 1969 haar kasteel Les Milandes moest verlaten, wegens faillissement, Kelly een nieuwe woning regelde bij Monaco, Roquebrune aan Cap Saint-Martin, waar de kinderen van Kelly en Rainier nog steeds aan refereren.

 

Vriendschappen en persoonlijke kracht, haar rol in het verzet, het wordt dezer dagen in goudomrande beelden gebracht, terwijl Josephine Baker in armoede en dienstbaarheid opgroeide. Zou het niet wenselijk zijn dezer dagen dergelijke figuren meer aandacht te geven – nu, voor Josephine Baker was er zeker aandacht – omdat het een zeker malaise in onze samenleving kan keren, want nu zijn er veel intellectuelen die poneren dat ontvoogding niet kan – als het wel lukt in een neoliberale omgeving, dan is het niet echt, klinkt het – terwijl Baker wel degelijk keuzes maakte die hadden kunnen mislukken en zelfs mislukten. Maar die drijfveren, de kracht om ondanks de slechte voortekenen toch door te gaan en te slagen, die veerkracht ook, verdient onze aandacht. Maar hoe ze zelf die vroege jaren zag, verborg ze liever achter een stralende glimlach. Men kan, zo zou ze gezegd hebben, dat alles niet wegcijferen, maar door te leven en door te spreken, zoals op Washington Mall in 1963 gaf ze weer wat het kon betekenen, een begin van een betere samenleving.

 

Bart Haers

Reacties

Populaire posts