Schooloorlog in Virginia
Dezer Dagen
Schoolbesturen Virginia onder vuur
Wat is er gaande in de VSA, dat ouders naar scholen gaan, om te eisen dat “expliciete” lesinhouden van het menu geweerd worden, dat boeken over homoseksualiteit en andere kwesties niet meer in het lespakket mogen staan. Men kan overtuigd zijn van een opinie, van een religie, maar in het land dat in 1776 onafhankelijk werd van de metropool, het UK en de vrijheid en het recht op het nastreven van geluk in de Preambule en de Grondwet inschreef, hanteerde men bij voorkeur tolerantie tegenover anderen. Dat lijkt voorbij. Er kwam strijdbaarheid voor het eigen gelijk.
Men kan niet beweren dat het enorme land een toonbeeld
is van eenheid en eensgezindheid, dat bleek al toen enkele van de Founding
Fathers met elkaar gebrouilleerd raakten over essentiële kwesties, zoals het
leger en de verhouding tussen de federale overheid en de staten. Wij kregen en
krijgen vaak nog steeds mooie verhalen over de VSA, over de kansen om het van
krantenjongen tot miljonair te schoppen, of zelfs miljardair. Dat het land
politiek worstelt met het binaire politieke systeem, waarbij slechts twee
partijen echt meedoen om de macht, komt wel eens aan bod, maar het wordt
doorgaans als een vaststelling verder niet behandeld, terwijl het toch wel
ruimte zou scheppen voor een meer open behandeling van problemen, bijvoorbeeld
over de sociale ondersteuning van burgers. Hoe kan men beweren dat de American
Dream nog altijd iedereen zou bezielen als men de Pursuit of Happiness niet
meer kan realiseren, want het onderwijs blijkt een meerderheid van de jongeren
onvoldoende op te leiden tot zelfstandig denken. Hoort men dat ouders zich gaan
moeien met de schoolprogramma’s, dan dondert het in Keulen. Maar de scholen en andere
ouders bieden weerwerk, willen net behoorlijk onderwijs.
Even opvallend is hoe mensen met taboes door het leven
gaan, omdat ze menen dat bijvoorbeeld de staat liefst geen geld zou innen als
belastingen en nog minder dat de staat geld zou uitgeven, ook aan collectieve
voorzieningen als het wegennet of de spoorwegen. De staat is corrupt, roept men
en de overheid weet niet wat het is geld goed te beheren. De ervaring van de
New Deal zal wellicht ook niet meer in de schoolboeken komen. Goed, ook wij
hebben onze taboes, ook hier is er een partij die het onderwijs en het
onderwijzend personeel te links vindt. Kan zijn, maar het is wel van belang dat
leerlingen en studenten geen voorgekauwde kost voorgeschoteld worden en
geconfronteerd worden met de werkelijkheid, de kenbare werkelijkheid, de
complexe werkelijkheid.
Wat is er mis mee dat jongeren het menselijke lichaam
leren kennen, de biologie en fysiologie van zoog- en andere dieren? Dat dit hen
kan helpen tot redelijke antwoorden te komen over hun bestaansomstandigheden en
hen inderdaad vrijer maakt, minder machteloos tegenover gebeurtenissen, zoals een
mooi opbloeiende liefde. Oh ja, wie de liefdespartner is, was altijd een heikel
punt voor de ouders, vaak ook voor de lokale gemeenschap, maar doorgaans was
het in orde wat de natuurlijke verwantschappen aangaat. Nu kan het zijn dat de
oude natuurfilosofen – de Middeleeuwse – zich omdraaien in hun graf, want het
kunnen twee jongens zijn, twee meisjes en holala, zelfs mensen die zich fluïde
noemen. Wat moet een brave burger daarvan denken? Zouden ze ontdekken dat ze
naakt zijn of dat ze macht kunnen hebben over zichzelf, autonoom worden en de
groep verlaten? Het valt op dat bij ons allerlei groepen menen dat kennis niet
meer van node is, dat kindjes vaardigheden moeten verwerven, maar die “aptitudes”
volstaan niet om in een complexe wereld een weg te vinden in vaak tegenstrijdige
informatie. Hoe draagt een schools programma daaraan bij? Kan men zo een kompas
ter beschikking krijgen over hoe deze wereld functioneert? Er is “straatwijsheid”,
niet beter of slechter dan andere waanwijsheden, maar toch, cruciaal is dat die
schoolse kennis doorheen eeuwen ontwikkeld een voldoende brede panoplie van
inzichten bijbrengt. Er was een tijd dat ouders een groot respect hadden voor
onderwijzers en leraren, maar door de democratisering van het hoger onderwijs
is er iets misgegaan met dat respect, valt te vrezen.
Schoolbesturen en ouders hebben het best een goede
verstandhouding, al was het maar om de discipline op school enigszins te
schragen, maar over lesinhouden kan men eindeloos de discussie aangaan. Hoe zal
men de geschiedenis van de VS vertellen? Hoe zal men de Preambule begrijpen en
waar komen de ideeën die aan de bekende en roemruchte Amendementen vandaan? Het
recht zijn/haar mening te uiten, houden de Amerikanen, zeker de activistische
ouders die schoolbesturen aanvallen, hoog in ere, maar niet ter ontvoogding van
hun kinderen. Het Tweede Amendement over de wapendracht, excusez, de militie
wordt sinds 50 jaar bewust geïnterpreteerd als een individueel recht op
wapenbezit en wapendracht. Was dat de bedoeling van de Founding Fathers? Er was
tijdens de onafhankelijkheidsoorlog tegen de Engelse troepen en kort daarna
heel wat te doen over de vraag of de VS een sterk en goed uitgebouwd staand
leger nodig hadden. Het Tweede Amendement moest de weerbaarheid van de jonge
Republiek aansterken, maar het ging om het recht milities op te richten die erf
en grond zou kunnen verdedigen tegen mogelijke vijanden. Niemand zegt dat er op
een dag geen nieuwe interpretatie komt die de milities heropricht om de eigen
federale overheid aan te vechten. Goed onderwijs kan de redelijkheid van het
beleid bevattelijk maken, kan mensen ook wapenen tegen kwaadwillige
desinformatie en manipulatie. Het is een geloofspunt van ouder wordende
humanisten, maar nu lijkt het er net op dat het “klassieke” kritische denken
net door allerlei groepen aangewend wordt om de redelijkheid van het beleid zelf
te ondergraven.
Er is veel dat kinderen moeten leren en vaak blijft
het abstracte kennis, een stapeling van weetjes, die weinig bijdragen aan het
oordeelsvermogen van die leerlingen. Het punt is namelijk dat leren een proces op
gang brengt in het leven van kinderen en jongeren, waarbij stap voor stap een
landkaart met de beschikbare kennis aanmaakt, waar geleidelijk een aantal
onbekende kusten en eilanden in kaart gebracht worden, zodat men aan het einde
van het curriculum zowel een landkaart en een kompas ter beschikking heeft en
op eigen inzicht de verdere weg door het
leven kan aanvatten – tot men ergens midden op de levensweg ontdekt dat men
niet altijd voldoende wist van wat men eerder wijsheid dan kennis noemen moet.
Maar het curriculum is voor veel leerlingen een begin van kennis over soms
conflicterende inzichten. Wat is het belang van Geschiedenis? De vraag wordt
vaak gesteld, omdat men denkt dat de historische kennis niet echt betrouwbaar
zou zijn. Natuurlijk, er zijn altijd wel vraagstukken die nog niet geheel
opgelost zijn, maar belangrijker nog is dat het publieke debat over “de
geschiedenis” onmogelijk blijkt, wanneer groepen en de overheid graag “De
Geschiedenis” presenteren. Of “La Historia Official”, dan wel de werkzaamheden
van het Ministerie van Waarheid in “1984” van Georges Orwell indachtig, het
voortdurend aanpassen van de inzichten over het verleden aan de noodwendigheden
van het ogenblik.
De betekenis van historische kennis? Men moet nu
eenmaal sleuteldata hebben, zoals de val van het Romeinse Rijk, de
Honderdjarige Oorlog of de eerste keer dat Columbus voet zette op Amerikaanse
bodem. De Verdragen van Westfalen en de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring
kunnen er ook bij. Maar nuttig ware het ook te kijken naar de geschiedenis van
India, China en Afrika, de Arabische wereld en Moslimrijken. Hoe de wereld
globaliseerde en hoe kennis, militaire techniek en industrie overal neerstreek –
waar iets te halen valt – kan ook wel in het plaatje en dan wordt duidelijk dat
we het verhaal vertellen in stappen, maar ook leren hoe historische kennis tot
stand komt, hoe bronnen gelezen worden en wat die bronnen dan werkelijk
vertellen. Maar soms geven bronnen ook indirecte informatie, omdat ze info
geven over zaken die ons wel interesseren, over de plaats van ontginning van de
polder bijvoorbeeld, de groei van steden en impliciete machtsverhoudingen.
Overigens zal men zich ook afvragen hoe we tot kennis
van de natuur kwamen en komen, hoe de biologie, chemie en natuurkunde ons
wegwijs maken in het bestaan van leven, al is het bijvoorbeeld nog niet
helemaal duidelijk hoe organisch leven op Aarde ontstond: kwam het tot stand in
de diepzee, rond witte (vulkanische) schoorstenen? Of kwam het met een meteoor,
asteroïde of anderszins? Edoch, niet iedereen wil dat allemaal weten, gelooft
dat een gereveleerde godsdienst op al die vragen een antwoord heeft dan wel lastige
vragen taboe verklaart. De kerken hadden het lang moeilijk met de Big Bang Theory,
waaraan een priester-natuurkundige, Georges Lemaître de wetenschappelijke grond
gaf. Maar de Evolutietheorie ligt nog veel gevoeliger, al geeft Genesis in se
wel een indicatie dat de auteurs ervan een weliswaar vaag idee hadden van de verwevenheid
van de schepping, zodat men vanuit kerkelijke kring de scheppingsverhalen kan
linken aan Darwins vaststellingen over hoe soorten ontstaan.
Maar ach, lang niet iedereen wil niet weten van de
wijze waarop mensen zich voortplanten en nog minder dat de soorten planten en
dieren, virussen en schimmels zich ontwikkelen en hoe complex het is oorzaak en
gevolg met elkaar te linken. Ook de menselijke psyche en vormen van deviant
gedrag zijn uiteraard uit den boze en worden satanisch genoemd. Zo kan men geen
redelijk debat voeren over de aard der dingen, van de natuur en het menselijke.
Dat religies dezer dagen zo alom aanwezig zijn en in het politieke leven een
grotere invloed uitoefenen, had niemand kunnen verwachten die de jaren 1980 als
student heeft beleefd. Sommigen gingen virulent de Paus en de kerk te lijf,
lieten zich ontdopen en waren bereid hun oordeel telkens weer te laten horen.
De meesten lieten de boel de boel en lieten de kerk links liggen. Ook al omdat
de kerk, priesters en “leidende intellectuelen” ervan geen behoorlijk gesprek
wisten te voeren met de samenleving, met geïnteresseerde burgers. Of men bleef
vasthouden aan de dogmatiek, een enkeling probeerde een apologetische benadering,
maar de wereld zoals die zich voordeed, met zich emanciperende gelovigen, met
homoseksualiteit dat een plaats kreeg en er niemand meer om vervolgd werd,
huwelijken die niet meer ingezegend werden, euthanasie en abortus vroeg om
nieuwe reflectie en betere antwoorden dan een straf Njet. Het was zwaar en hard
hoe de conservatieven erin slaagden het redelijke debat over euthanasie af te
houden, over abortus bleven steigeren, maar vooraanstaande katholieken lieten
hun avontuurlijke dochters wel eens in stilte bevallen in Frankrijk of anders
zelfs naar Nederland gaan voor een abortus. De hypocrisie is niet het ergste, denk
ik dan, wel de machtswoorden die met het tegenhouden van nieuwe ethische
inzichten en de vertaling ervan in wetten. Meisjes en jongens behoorlijk
instrueren over anticonceptie, hen adstrueren hoe seksualiteit best heerlijk
kan zijn en hoe relaties opbouwen om inzet en samenhorigheid vragen, zonder dat
dit daarom in een trouwboekje moet vastgelegd worden, hoort in het onderwijs
thuis, net als er thuis over gepraat mag worden.
In Amerika, de VS lijkt de godsdienst machtiger dan
ooit, ondanks het feit dat de Founding Fathers geen bestuur mogelijk achtten
dat gebaseerd was op dictaten door een staatsgodsdienst uitgevaardigd. Zoals
het “Virginia Statute for Religious Freedom” dat joodse medeburgers emancipeerde
kon men in de VSA lang aannemelijk maken dat er geen staatsgodsdienst was, al
waren er nog maar amper presidenten die niet Protestants waren, wel twee
katholieken, Biden en JFK. Voor atheïsten is er helemaal geen plaats in het
Witte Huis. Het ging verder dan tolerantie voor minderheidsgroepen, maar dat lijkt
nu volslagen vergeten. Het klopt dat het moeilijk kan zijn zich verbonden te
weten met een staat waarin men als meerderheid ook minderheden moet aanvaarden,
maar als men – zoals in 1776 bedacht werd – de Constitutie - en de Statute in Virginia – als bron van
samenleven en de fundering van het
samenleving voorstelt, dan kan men dat vanuit meerdere richtingen aan
die Constitutie committeren.
Men zegt dat Ronald Reagan in de aanloop van zijn
eerste campagne voor de nominatie voor de Republikeinen een pact sloot met de
Evangelicals, die, gebruik makend van religie en nieuwe technische middelen een
grote greep krijgen op het mentale bestaan van conservatief Amerika. Hoe de
wederzijdse ondersteuning ertoe leidde dat het conservatieve gedachtengoed
verstarde tot afwijzing van nieuwe inzichten en hemel en aarde verzet om een en
ander tegen te houden, moet wel verbazend heten. In werkelijkheid ziet men het
stramien dat Machiavelli uittekende waarbij de elite zich weinig in de weg laat
leggen om de eigen belangen en projecten te behartigen en daarbij handig gebruik
weet te maken van delen van de bevolking die niets anders hebben dan een vage
kennis en even vage verwachting in de toekomst. De liberals, die een algemeen
belang voor ogen hebben moeten opboksen tegen opgehitste en financieel
ondersteunde groepjes die het eigen belang niet onderkennen. Het volk weet niet
wat het wil zegde de Florentijn en dat stemde hem tot wanhoop over de toekomst
van Firenze en Italië. Maar Machiavelli werd door de Kerk algauw helemaal
anders gelezen en zijn “Il Principe” werd een verboden boek. Handig gespeeld.
Dat dit zogenaamd conservatieve aanscherpen van wetten
en regels, maar ook, inzake de wapenwet en abortus weet men uiterst
conflicterende standpunten staande te houden, wat wel verbazing moet wekken,
maar meestal berusten liberals erin. Zie ik zo een dame zeggen dat expliciete
boeken niet mogen, dan weet je hoe men zich vooraf traint in het brengen van de
juiste boodschap. Bizar is hoe mensen zonder perspectieven op een beter bestaan
voor zichzelf en hun kinderen de Amerikaanse Droom mee begraven, zij aan zij
die bij een behoud van hun positie uiteraard blij genoeg zijn. De Amerikaanse
schoolstrijd is dus niet zomaar een politiek akkefietje, het raakt de kern van
de samenleving en scheurt vele levens vroegtijdig af van een welvarende
toekomst. Kinderen goed onderwijs bezorgen, leren nadenken en zich vertrouwd
maken met de complexe “Umwelt” is ook voor de machtigen een goede zaak. Hoe
vaak zijn succesvolle vorsten zoals Filips IV de Schone niet omringd geworden
door mensen die via goed onderwijs in staat waren de militair vaardiger adel
met wet- en regelgeving uit te schakelen?
Het is een Amerikaanse strijd, kan men zeggen, maar in
feite moeten we erkennen dat ook bij ons inspanningen gedaan worden om kritisch
onderwijs te ondergraven. Wat met aanvallen op linkse leraren? Ik denk dat er
een verschil is tussen leraren v/m die leerlingen meenemen in de literatuur,
wetenschappen en daarbij controversiële onderwerpen niet uit de weg gaan. Dat
men dus kritisch kijkt naar wat eeuwenlang over Rome werd meegegeven, zou men
als ouder moeten toejuichen, dat men Machiavelli eindelijk gaat lezen zoals
Nicollo het zelf voor ogen had staan, zou de discussie over macht in de
samenleving aanscherpen. Er valt heel wat te leren, zoveel is duidelijk.
Het gaat erom, denk ik, dat we wel eens merken dat
leerlingen die lang braaf de notities memoriseerden plots tot nieuwe voor
henzelf baanbrekende inzichten komen. Het resultaat van scholing is namelijk
niet vooraf bepaald en ook kan men niet altijd voorzien hoe mensen met
verworven inzichten nieuwe wegen opgaan, maar net daar zit de mogelijkheid tot
vooruitgang. Men kan dus de parabel van de Verloren Zoon lezen als een aansporing
tot avontuur, niet als een gebod tot dociel gedrag. De interpretatie van Bijbelteksten
was al in de tijd van Augustinus een heikel punt en de bisschop van Hippo was
zich wellicht ook bewust van de macht waarover de gever van uitleg beschikt mee
bepalend kan zijn voor de interpretatie. Zoals Jan Dumon[i]
in lezingen meegaf, kan men er moeilijk omheen dat Jezus en de evangelies a
fortiori subversief geladen waren, zonder daarom aan te zetten tot doldrieste
beeldenstormerij. In de VS, in Virginia zien we dat leer uiterst reactionair
wordt geladen, waarbij menselijke autonomie (opnieuw) helemaal wordt uitgeschakeld
worden. Dat is een pijnlijke vaststelling, vooral omdat zoveel mensen weer
onder de knoet gehouden worden en geen ontplooiingskansen krijgen. Ook kan men
maar beter nadenken over de motivatie voor zoveel strijdbaar verzet tegen een
breed en gedegen onderwijscurriculum. Geloof en goede wil? Soms geeft dat
vonken en lang niet altijd vrede.
Bart Haers
[i] Jan Dumon, priester, was
jaren actief in Congo, toen nog Zaïre en was nadien in Rome verbonden met het
beleid van het ontwikkelingswerk. Dat een student van Ratzinger ertoe komt, met
redenen en argumenten omkleed dat men in de evangeliën niet per se bevestiging
van de macht kan vinden, maar een subversie die ook de verhoudingen binnen de
Joodse samenleving op scherp zette aan de dag legt.
https://kwestievanverwondering.blogspot.com/2012/03/over-subversie.html
Reacties
Een reactie posten