De goede tsaar zoekt men vruchteloos
Dezer Dagen
Wreedheid is geen plicht
Ik kan niet zeggen veel over Rusland te weten want het zou aanmatigend zijn te beweren dat ik de Rus, vrouwen en mannen zou begrijpen en het diepste van hun ziel gepeild te hebben. Maar het pleit me vrij als ik toch iets probeer te bedenken, omdat iedereen zowat Ruslandexpert lijkt, vertrouwd met de inzichten en uitspraken van het Kremlin en de gekwetste gevoelens van trots van de brave Rus in het Oblast Tver of anders die uit Omsk dan wel Tomsk en Perm of Novosibirsk. Maar wat het moeilijkste te vatten valt, al sinds de tijden van de Tsaren, was hoe bewoners van steden en dorpen, van de verplichte leefgebieden voor Joodse mensen tegen de macht van de tsaar aankeken en -kijken en wat zij van Vadertje Tsaar verwachten.
De naam van de Tsaren werd door de Bolsjewieken niet
meer genoemd, want dat was net waartegen men zich verzetten zou, maar de
machtsopvattingen van Lenin en de praktijken van Stalin droegen ertoe bij dat
onder een andere voorstelling van zaken de macht even absoluut bleef, maar God
was dan wel dood, de macht van de ideologie was minstens even alomvattend en
sloot individuele zelfbeschikking uit. Nu ook de ideologie dood is, heeft Vladimir
Poetin de legitimering van zijn macht eerst voorgesteld als zekerheid, stabiliteit
en welvaart, maar het falen van het bestuur als gevolg van corruptie vergde dat
macht, geheime dienst en militaire organisatie het geheel samen zouden moeten
houden.
Kunnen we er zeker van zijn dat Poetin macht heeft
weten te instrumentaliseren zonder nog de omweg van de legitimering te maken
dan hield men graag de schijn op door het nationalisme van de Grote Vaderlandse
Oorlog van stal te halen. De verkiezingen werden gehouden, maar hadden geen
ander doel dan aan te tonen dat de macht in goede handen is. De macht organiseren
ten behoeve van de burgers heette algauw decadentie, openheid, jawel, de
Glasnost van de laatste Secretaris-generaal van de Communistische Partij, Michail
Gorbatsjov, nodig om burgers opnieuw een eigen perspectief te geven net als de
hervormingen, het openen van de markt, het toelaten van eigendom en zoveel
meer, was schadelijk voor het algemeen welzijn. Vertrouwen is goed, heet het
dan, maar controle is beter. Wie mocht profiteren van de marktmechanismen,
zonder dat er ooit nagedacht werd over de noodzaak van concurrentie, waarbij
kwaliteit, kennis en inzicht een rol spelen, bepaalde het Kremlin en wie kritisch durfde aan te kijken tegen de
situatie, wie zich vragen stelde over de efficiëntie van het bestuur, kon niet
deugen.
Het is vreemd een tsaar zonder roeping te horen
spreken over denazificeren van het buurland Oekraïne, want ondanks alle interne
problemen en ondanks voortdurende pogingen tot destabilisatie van het land, de
economie en het bestuur, blijkt Oekraïne tegen veler verwachtingen een grote
samenhorigheid te vinden en gaan Russischtaligen en Oekraïnetaligen schouder
aan schouder de strijd aan. Nu goed, die strijd is al 8 jaar gaande en de inzet
is meer dan het afhouden van de agressor gericht op het ontwikkelen van een
eigen staat en samenleving, waarin individuele verlangens en verwachtingen wel
een plaats hebben. Wolodimir Zelenski heeft dan ook echt wel een roeping maar
die uit zich vooralsnog vooral in het ondersteunen van de weerstand tegen de
agressor. Hoe moeilijk het is systemen waarin corruptie maatgevend is, te
hervormen is hem ook gebleken, maar het komt mij voor dat strijden tegen
corruptie doorgaans faalt omdat men geen positieve aansporing heeft om het voor
een rechtvaardiger systeem op te nemen. De deelnemers aan Ponzifraude, zoals er
geregeld wel weer een nieuw geval van opduikt, staan buiten het staatsbestuur –
al kunnen er ook mensen met verkozen mandaten aan deelnemen – terwijl bij
geïntegreerde corruptie de zaak finaal iedereen mee in het bad trekt, wil men
overleven, financieel maar ook sociaal. Het breken met corruptie vergt grote
moed, want men moet gevestigde belangen doorbreken, maar ook in landen als
Bulgarije, Roemenië of Malta vraagt het veel geduld om de hoofdrolspelers eruit
te werken, maar ook de meelopers moeten willen breken.
Wilde Vladimir Poetin echt de corruptie tegengaan,
toen hij het overnam van Boris Jeltsin? Wie kan daar stellige uitspraken
overdoen, maar wel wilde hij naar eigen zeggen de Russen een beter leven bezorgen.
Zijn oorlogsvoering in Tsjetsjenië was zonder verpinken meedogenloos en wreed,
waarbij Grozny nagenoeg van de aarde werd geveegd. Was daar een noodzaak toe en
wie betaalt het verlies aan waarde en aan patrimonium? Wie bereid is meedogenloos
soldaten in te zetten en mensen uit te moorden, moet wel overtuigd zijn van de
uitkomst. Goed, het zijn statistieken, zoals Stalin zegde, maar het is niet dat
de tsaar zelf naar Grozny trok en wellicht was hij zelfs niet op de hoogte van
de modaliteiten. Zo hoort een in een totalitair systeem. Toch zijn er uiteraard
mensen nodig die meedenken met de grote baas en hem argumenten, motieven en
middelen bezorgen om zo een ondernemingen op te zetten.
Het komt me nu voor dat we niet echt weten hoe Aleksej
Navalny voor ogen had staan toen hij zijn openlijke oppositie tegen het Kremlin
op poten zette. Hij streed en strijdt tegen corruptie, maar kon hij zijn
medeburgers een beter bestaan voorspiegelen, vrijheid in het vooruitzicht
stellen? Feit is dat men al langer kan vaststellen dat de nieuwe tsaar er zich
niet om bekommert of zijn medeburgers het goed hebben, of tegenstanders een
eerlijke kans krijgen. Hij hanteert het Machiavellisme zoals ons dat zo vaak
beschreven is en zoals Lenin en Stalin zonder scrupules in de praktijk hebben
gebracht, terwijl Nicollo Machiavelli nu net tegen de gedachte streed dat het
doel de middelen heiligt. Zelfs als het volk niet altijd goed weet wat het wil,
heeft het nog altijd het recht om die meningen te vertolken. Machthebbers
hebben de mogelijkheden hun macht te consolideren en schrikken er niet voor terug
tegenstanders zonder terughoudendheid uit te schakelen. Kieskeurig met de
middelen is de tsaar dan ook niet, van vergiftiging met polonium of novistjok,
allerlei sterk werkende zenuwgiften, vaak ook in het buitenland toegepast. Dit
gaat integraal in tegen alles wat we sinds tijden hebben afgesproken als goed
bestuur, maar wordt afgewezen door de baas van Belarus, van Tsjetsjenië en
uiteraard ook moedertje Rusland. Er blijken dus genoeg mensen bereid te zijn de
verwachtingen van de tsaar te bevredigen en met hem mee te denken. Meedenken
tot nut van ’t algemeen is niet hun tak van sport.
In die zin is onze kennis van het denazificatieproces in
West-Duitsland, eerst door de Amerikanen en later door de Bondsregering en het
justitiële systeem zelf in handen genomen, eerder beperkt en gereduceerd tot
enkele hoofdlijnen. Wie als meeloper aangemerkt werd, kreeg enige clementie
gegund, denken we, maar had ook wel moeilijkheden, om aan de hogeschool te
studeren bijvoorbeeld en de hamvraag luidde wie volgens aanklagers en rechters
meer dan een meeloper was? Het valt moeilijk altijd goed te onderscheiden, maar
precies het Nazi-regime verwachtte van officieren, ambtenaren en ondernemers, geschoolde
mensen en arbeiders dat ze mee zouden denken met het regime, wetende wat de
gewenste uitkomsten zouden zijn. Het ging immers om mensen, iedereen te
mobiliseren, zoals Hugo Hartung beschreef in “Wij Wonderkinderen”. Het
programma T4, waar de bisschop van Münster, Clemens von Galen zich tegen
verzette, terwijl die hogepriester wel de inval in Rusland tegen het goddeloze
communisme billijkte, was van opzet eugenetisch. Waren er mensen die hun
gehandicapte zoon of dochter geen nutteloze mee-eter achtten, toch bleek er wel
een maatschappelijk draagvlak voor te bestaan om ‘ziekelijke’ kinderen en mensen te laten
inslapen omdat er zoveel maatschappelijke druk en economisch verlies van
uitging. Dit aspect van de oorlog werd later wel vernoemd, maar zelden afdoende
onderzocht en besproken. Dat dit een inbreuk vormde op humanistische inzichten,
kon deze mensen niet deren en er waren dokters die wat graag hielpen met dit
zogenaamde euthanasieprogramma.
In de Sovjet-Unie werden er ook biologische
onderzoeken gedaan, psychologische en fysiologische op zoek naar de betere mens
en ook in het Westen werden eugenetische praktijken toegepast, voor zover men
over voldoende kennis ter zake beschikte, onder meer met mensen met het
syndroom van down, meisjes die gesteriliseerd werden, maar, als ik het goed
begrepen heb, werden ook de moeders de beschikking over hun vruchtbaarheid
ontnomen. Nu kan men menige ethische discussie opzetten over de laakbaarheid
dan wel de wenselijkheid vanuit humaan standpunt, het blijft altijd weer
delicaat de staat hierover het laatste woord te laten.
Meedenkend met het systeem hebben in Nazi-Duitsland en
dus ook later in Zweden artsen oplossingen bedacht voor een wezenlijk
vraagstuk, zonder evenwel de tegenargumenten ernstig te nemen. Want mensen
worden nu eenmaal geboren als gevolg van bekende activiteiten, waarbij al dan
niet sprake is van liefde en toewijding, maar dan nog hebben we met elkaar
afgesproken dat mensen niet instrumentaliseerbaar zijn, waarbij we vergeten dat
er in Oekraïne nogal wat vrouwen bereid zijn als draagmoeder kinderen voor
derden te dragen en te baren. Voor iemand als Vladimir Poetin en zijn kring van
getrouwen kan dat een decadente opvatting zijn, in de Russische literatuur
vinden we ampel voorbeelden van mensen die begrijpen dat het lastig is om zonder
specifieke levensopdracht te zijn geboren. De nihilist Raskolnikov in Schuld en
Boete, Misdaad en Straf, doodt een oud moedertje, enfin, een afzetster met het
argument dat niemand haar zal missen, maar blijkbaar heeft het economische
bestel zulke mensen nodig.
Heeft Poetin wel een idee van wat Rusland zou kunnen
zijn of worden? Net zoals Trump voor Amerika droomt hij van een groter en
sterker Rusland, dat niet meer beledigd of vernederd kan worden. Intussen heeft
het land een onvoldragen economie, waarbij exploitatie van grondstoffen de
overhand haalt over het produceren van afgewerkte producten en een uitgebreide
dienstensector, die daarbij verondersteld nodig mag zijn. De schuld ligt niet helemaal
bij Poetin, want hoewel onder Stalin en Chroesjtsjov de economische
ontwikkeling van Rusland, onder meer via vijfjarenplannen werd opgezet, ontbrak
het de economische actoren aan stimuli om werkelijk innovatief te werken. Een
uitzondering vormde wellicht de militaire optuiging, waarbij chemici, ingenieurs-werktuigkundigen
en anderen de vrije hand kregen om zelf producten te ontwikkelen, die leiden
tot de suprematie van het Sovjet-leger. Maar zelfs de grote aantallen tanks die
Stalin kon inzetten in de tankslag bij Koersk kon de S.U. niet zelf produceren.
Magnitogorsk was een stad aan de voet van de Oeral, waarbij Amerikaanse
ingenieurs hun inbreng hadden, al vindt men dat bij Wikipedia niet nodig te
vermelden. De ruimtevaart was overigens ook een militair project…
In feite kan men de economische en industriële
ontwikkeling van Rusland voor 1917 niet ongestraft negeren, zoals we doorgaans
doen, want we nemen aan dat Rusland geen industrie voor de Revolutie terwijl
het toch arbeiders waren die in 1905 de
stakingen op gang getrokken hebben en tegelijk waren het die arbeiders die
konden ontsnappen aan de beperkte levensomstandigheden op het immense Russische
platteland. Toch waren steden als Petersburg, Tver en Moskou niet onbelangrijk
en woonden er meer mensen dan zonder industrie denkbaar zou zijn. Probeerde het
Politbureau na de eerste mislukte pogingen om het staalconglomeraat op te
bouwen met het inhuren van Amerikaanse kennis en kunde, dan werd dat uiteraard
naderhand alweer vergeten. Konden de Russische ingenieurs eerder dan de
Amerikaanse luchtvaartorganisatie NASA een hondje en mensen naar de ruimte
sturen, dan bleek het niet mogelijk een heel proces uit te rollen om mensen
naar de maan te brengen en terug veilig op aarde af te leveren. Wellicht is
hier niet het technische tekortschieten aan de orde, zoals men al die decennia
heeft gesteld, maar was het niet mogelijk op bureaucratische wijze alle
radertjes in dezelfde optiek bij elkaar te brengen.
Het probleem van Poetin is niet dat hij geen
toegewijde kring van getrouwen heeft, of zelfs een eigen Pretoriaanse wacht ter
beschikking heeft, naast een huurlingenleger, de Wagnerianen, maar ontbeert het
mensen in zijn systeem vooralsnog en enigszins anders dan ten tijde van Vasili
Grossman, aan aandrang om het systeem beter te maken en hun mogelijkheden in te
zetten voor een hoger doel. In Leven en Lot zien we dat de hoofdfiguur, Victor
Strum ontslagen wordt omwille van zijn eigengereidheid, maar ook omdat hij een
van die vele joodse geleerden is, die zijn komen bovendrijven, ondanks het feit
dat in Tsaristisch Rusland maar slechts ongeveer 1 tiende van de Joodse
kinderen gymnasium en 1 op tien daarvan hogeschool mocht lopen in de
vestigingsgebieden. Emigratie was het gevolg wat dan weer een grote brain drain
tot uiting bracht, waarbij heel wat kennis en kunde voor Rusland verloren ging.
Ook nu blijken Russen massaal het land (proberen) te verlaten, vaak de meest
ingevoerden in voor het land noodzakelijke vakgebieden, dus ook landbouw.
Poetin heeft een trouw gevolg, maar hij heeft al
langer het vertrouwen verloren van een deel van de middenklasse, de ingenieurs,
geleerden, vakmensen, die voor zichzelf kunnen denken en oordelen, maar niet
langer bereid zijn het bestel te steunen. Hun situatie en handelen is vaak
ambigue omdat ze het land zelf nog wel willen dienen, maar het beleid van
Poetin ongeloofwaardig vinden, want zij merken geen stabiliteit noch welvaart. Wie
dicht bij Poetin wil staan moet daarvoor de juiste vaardigheden hebben, maar
die zijn niet echt nuttig voor het besturen van een staat en om de economie een
groeistoot te geven. Oorlog kan gebiedswinst opleveren, sinds Napoleon III is
duidelijk dat oorlog autodestructief is en meer kost dan het ooit kan opbrengen.
De beschuldigingen aan Wolodimir Zelenski fascistoïde te zijn, zelfs nazi,
slaat nergens op, maar dat is niet omdat de man joods is, wel omdat hij voor de
inval door Poetin begon geprobeerd heeft zijn landgenoten, vrouwen, mannen,
jongeren en ouderen te steunen en waar mogelijk leiding te geven. Hij weet
hoeveel er nu vernietigd wordt, maar weet ook dat stenen herop te bouwen zijn,
mensen die sterven zijn moeilijker te vervangen, al gebeurt dat uiteindelijk
toch. Zijn propaganda komt goed en betrouwbaar over, is propaganda, maar ook
een wapen in de strijd voor het land. Poetin heeft ook een propagandamachine en
die werkt opvallend goed, maar of ze echt overtuigt, blijft altijd nog de
vraag, want ook Joseph Goebels moest vaststellen dat in cruciale gremia van het
bedrijfsleven en de universiteiten de strijd om hoofden en het gemoed van
mensen niet te winnen viel. Waren er toch trotse medewerkers, zoals Albert Speer,
dan hielden die zich naar buiten toe graag afstand van. Duitsland stond dicht
bij een atoombom, zegt men, maar het is er niet meer van gekomen. Rusland heeft
enkele atoomgeleerden kunnen incorporeren, kreeg via spionnen plannen voor de
atoombommen die in Los Alamos werden ontwikkeld, wat hen toeliet sneller de achterstand
op de VS in te lopen, maar de kostprijs voor het economische bestel moet hoog
geweest zijn. Maar het lukte Stalin voldoende ondersteuning te krijgen en de
atoombom in Sovjet-handen was er en dat zou tot een zelfvernietigende
wapenwedloop leiden, omdat een land nu eenmaal niet zonder een dynamische
economie kan. Het is dan ook duidelijk dat Poetin zich niet als een goede tsaar
gedraagt, die geen oorlog wil en de burgers welvaart wil bieden, maar voor Poetin
moeten eerst de voorwaarden daartoe aanwezig zijn.
Afzien van militaire ondernemingen, leerde onder meer
Louis XV, geeft een vorst geen goede naam voor het nageslacht, maar voor de eigen
onderdanen is het een zegen. Na de Zevenjarige oorlog (1756 -1763) zou
Frankrijk een langere periode van vrede kennen wat tot demografische en tot
economische groei aanleiding gaf en dat leidde blijkbaar bij een deel van de
elite tot ergernis omdat hun prestige en privilegie omdat er zich nieuwe
groepen aandienden, die beter om konden met de economische mogelijkheden van de
tijd. Men kan de 18de eeuw de pruikentijd noemen, veelzeggender is
dat de samenleving in delen van Europa, zij het niet met dezelfde snelheid,
snel wijzigde en niet alleen de Verlichting een bloei kende, maar ook
conservatieve groepen, die zich inlieten met de strijd om de macht. Poetin koos
ook voor hervormingen van bovenaf, maar wie toekeek zag dat hij door zijn focus
op het herstel van de vermeende verloren eer na een eerste fase van lotsverbetering
de Russen geen waarlijk beter bestaan kon bezorgen. Alle nadruk leggend op het
systeem, op hoe het zou moeten zijn, negeerde hij andere noodzakelijke voorwaarden
voor succes.
De goede vorst, vadertje tsaar, legt zich toe op het
organiseren van een weldadige vrede en goede nabuurschap, zodat handel en
ambachten, industrie in onze tijd zich kunnen ontplooien. Zoals al aangeraakt,
toen Rusland bij de aanvang met enig succes de oorlog tegen Pruisen begon, kon
het de Duitse troepen en vooral de Habsburgse nogal wat verliezen toebrengen en
pas toen Hindenburg en Ludendorff er zich mee gingen moeien, kon het Keizerrijk
zich herstellen en het front verschuiven naar het Oosten. We weten zo weinig –
in het collectieve geheugen, maar ook bij opinieboeren is de kennis onthutsend
beperkt – over de oorlog in het Oosten, waar Russen tegen Duitse en Habsburgse
troepen vochten en bijna bezweken waren onder het Russische vuur. Oorlog voeren
is geen kabinetstuk, maar met de inzet die in 1914 aan mensen en middelen op de
slagvelden kwam, was de uitkomst veeleer onzeker, al hebben we vaak de neiging
de Russische slag- en vuurkracht te onderschatten. Het verloop van de fronten
en van de inzet van troepen tot de vrede van Brest-Litovsk laat zien dat oorlog
voeren met de middelen van 1914 tussen grootmachten vanzelf op loopgravenoorlogen
uit moest lopen. De Pruisische generaals hadden de idee van de bewegingsoorlog
in gedachten, maar de werkelijkheid was weerbarstiger. Een goede tsaar begint
in die omstandigheden geen oorlog, zou men denken, maar ook Willhelm II was
beter wat minder oorlogszuchtig uit de hoek komen, zeggen we dan. Nu, de soms
al te uitgesproken Willem was in de maand juli, na de moord op Franz-Ferdinand
op 28 juni 1914 niet echt bezig met het aanstoken van de regering de oorlog te
beginnen, want zat drie weken op zijn jacht voor de Noorse kusten, aldus
Christopher Clark in “De slaapwandelaars. Hoe Europa in 1914 ten oorlog trok”.
Verstandige recensenten zagen er geen grote en opzienbarende nieuwe inzichten
in, terwijl Clark het beschikbare materiaal opnieuw is gaan bekijken met de
vraag waarom een globale economie niet verhinderen kon dat enkele grootmachten ten
oorlog trokken. De recensenten weigeren op die wijze het Verdrag van Versailles
ernstig te onderzoeken, maar ook de beweegredenen van de legers die ten strijde
trokken. De wereld is evenwel lang niet altijd wat we denken of wensen.
Tot slot, het geeft geen pas, zegt men, na te denken
over wat een goede tsaar zou doen, terwijl het ook voor een democratisch
verkozen regering van belang is na te denken en vooruit te denken over wat
nodig is, opdat de burgers zich zonder veel hoofdbrekers over hun vrijheden en
rechtszekerheid aan hun leven en dat van hun gezin, bedrijf, dorp kunnen
wijden. Het vormt de kern van elke ideologische discussie en elk beleidsdebat:
wat moet de overheid doen of laten om in goed overleg onder burgers tot betere
levensomstandigheden te komen. Wat voor onderwijs is nodig? Hoe vrij of
absoluut vrij moeten de media wezen? Wat met pensioenen, gezondheidszorg en voedselveiligheid?
En wat met de zelfverdediging? Het leger, hoeveel moet daaraan aan middelen
opgaan? Kortom, het is niet eenvoudig het overzicht te behouden en zonder goed
overleg, zeg, debat, lukt het allemaal niet. Een goede tsaar beslist zelden
alleen en naar eigen goeddunken vanuit zijn Kremlin, zonder precies goed
overleg te hebben met de geledingen van de samenleving, die vrijuit kunnen spreken
en tot inzichten komen, zonder bang te hoeven zijn voor repercussies. De goede tsaar
reisde rond, soms incognito, zoals Peter de Grote – die ook wel bloed aan zijn
handen had – of zoals Catharina de Grote, die met Potemkin een afreis maakte
van de Wolga. Gezegd wordt hij dat hij dorpen verfraaide om haar te plezieren
of iets wijs te maken, maar uit nader onderzoek is gebleken dat hij en
Catharina voor het rijk wel degelijk heel wat betekend hebben. De delingen van
Polen waren ook wel imperialistisch maar er ging geen oorlog mee gepaard, voor
zover ik weet, maar toen waren naties en rijken nog min of meer particulier
bezit van vorsten. Maar net Louis XVI, Joseph II, Frederik de Grote en Catharina
begrepen dat zij zonder de “De Derde” stand het land geen welvaart zou
verwerven daar zouden zij als vorsten ook een en ander bij inschieten. De
weerstand tegen hun beleid ging niet uit van die Derde Stand of nieuwe
economische krachten, maar van de oude adel, die zelf greep wilden krijgen op
het rijk. De onmogelijkheid om echt met de nieuwe rijken een alliantie tegen
die adel te vormen, maakte de hervormingsinspanningen veeleer vruchteloos, even
tragisch als wat Gorbatsjov betrachtte.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten