Doet hoop leven?

 


Dezer Dagen

 

 


Wat we verwachten,

Wensen of net niet

 


Seneca (Gordoba 4 BC -65 bij Rome)
Seneca leerde ons om te gaan met de gevaren van
het koesteren van hooggespannen verwachtingen.
Niet te veel juichen vooraf, ook niet overdreven 
neerslachtig wezen als het mis gaat. 

Het viel me wel al vaker op, soms hinderde me dat, maar meestal was het de gang der dingen, dat we in de media tot in het idiote voorafbeschouwingen, neen, geen voorbeschouwingen krijgen bij wat er te gebeuren zou staan. Zelfs over Koningsdag in Maastricht kregen we vooruitgeschoven reflecties te zien. Tegelijk willen we toch maar graag eens verrast worden, verbaasd, ontroerd, maar het moet goed voorbereid zijn. En nog opvallender, de herinneringsagenda draait al evengoed door en weet ons zonder dat we het vragen aan herinneringen te appelleren die we niet hebben. Alleen Karnaval blijft karnaval, het feest van het nu zonder morgen.

 

Al minstens twee weken horen we nagenoeg elke dag dat de grote staalfabriek in Marioepol zal vallen en dat de Russen ook dat complex onder controle zouden hebben. Het wordt al die tijd een symbool van hardnekkigheid en aan de andere kant, klaarblijkelijk onvermogen bij de Russische troepen. Zegt Poetin op zeker ogenblik dat die staalfabriek hem niet meer interesseert dan blijkt dat de berichtgeving het verhaal weet warm te houden. Het is lastig bovendien voor ons om de betekenis van dat complex geografisch te vatten, laat staan militair of in het voorstellingsvermogen van de (vroegere) inwoners van de agglomeratie. Het valt sowieso al niet mee voorspellingen te doen over oorlogsvoering, want veel van de operaties worden in het geheim opgezet of worden gedissimuleerd, geveinsd, want misleiding is deel van de oorlogsvoering. In die zin was de oorlog in Oekraïne van de zijde van de Russen verrassend rechttoe rechtaan, wat overigens ook te maken had met de vaststelling dat de Russische legerleiding de eigen soldaten en logistiek aardig om de tuin had geleid. De hele operatie, want dit is volgens Vlad Poetin deze oorlog, berust op een begoocheling waar het toch ook over moet gaan, namelijk dat Oekraïne 77 jaar na het einde van de oorlog, de Grote Vaderlandse Oorlog nog steeds – als dat ooit al het geval was – geleid door nazi’s en neonazi’s. Men moet dan niet tegenwerpen dat president Wolodimir Zelenski joods is, want dat zegt niet over de andere, maar wel dat de president verkozen is volgens de regels van de vrije verkiezingen.

 

De legitimiteit van Zelenski ligt net in het feit dat hij verkiezingen won, maar het leek lang dat hij niet kon opboksen tegen de problemen waarmee Oekraïne af te rekenen had, zoals de open oorlog met Rusland, al zagen wij er niet veel van. Poetin liet alsmaar uitschijnen dat de Russisch sprekenden of de Russen in de Donbas bezet waren door de nazi’s van Kyiv, wat vooral potsierlijk werd toen de Russische bevolking in Oekraïne bij de aanvang van de oorlog koos voor Oekraïne, omdat ze maar al te goed wisten wat Poetin voor bleek te hebben met dit land. Dat de Russen onder de knoet van Poetin het niet breed hebben, maar ook minder vrijheid genieten, zal wel meespelen. En dan was er nog Trump die openlijk de kant van Moskou koos en Zelenski onder druk zette om een verhaaltje te fabriceren over de zoon van Biden.

 

Europa geloofde niet in oorlog en deed weinig om te laten zien dat het zichzelf zou verdedigen, laat staan Oekraïne  zou bijspringen. In die zin had Trump een punt als hij vond dat Europese lidstaten van de NAVO maar eens konden beginnen met hun bijdrage te leveren, dat wil zeggen zich bewapenen zoals werd afgesproken. Na de Val van de Muur en het einde van de Sovjet-Unie geloofden in Europa nogal wat politici in het Vredesdividend, maar men kon dat vooral omdat men budgettaire katten te geselen had en dan was niet investeren in wapens en soldaten een aanvaardbare optie. Na het neerschieten van NH-17 leek men zelfs niet helemaal zeker van de Russische betrokkenheid, maar Nederland kon er niet omheen dat zovelen die blij van gemoed op het vliegtuig waren gestapt plots uit de lucht werden geschoten. Nooit heeft men de daders voor de rechter kunnen slepen, omdat Moskou dat niet wilde. Terwijl we jarenlang hoorden dat er weinig of geen vliegtuigongevallen voorvallen, zagen we plots dat er wel iets goed mis kan gaan en toch leek dat niet door te dringen. Zelfs toen men de lijkkisten voor al die slachtoffers in corbillards over de Nederlandse snelwegen zag rijden, al die mensen op bruggen en waar het kon een erehaag vormden, waren we niet bereid de logica van het gebeuren te accepteren, dat de oorlog wel degelijk mogelijk was.

 

Het gebeuren paste niet in ons beeld van wat de loop der dingen moet zijn, omdat we uitgaan van een veiligheidscultuur, terwijl de omstandigheden ons hadden moeten voorbereid op iets anders, op gevaar dat wel mits inspanningen kon afgewend worden. Het waren dan ook ongewenste verwachtingen.

 

Wat we verwachten dat te gebeuren staat, blijft altijd weer in zekere mate toch nog spannend, als we buiten de normale stroom van dingen stappen, waar we zo op vertrouwen. Daarom hebben we als mensheid al sinds de oudheid allerlei middelen bedacht om de toekomst te voorspellen, waarbij de normale van zaken nu net niet is wat we hopen. Onverwacht succes boeken kan maar als men er zelf alles aan doet om die ene te zijne die winnen kan. Wat de sterren, de vlucht van ganzen of de ingewanden van een arend kunnen vertellen, hangt af van onze verwachtingen. Het orakel van Delphi vertrouwde Croesus toe dat als hij een oorlog begon een groot rijk zou ten onder gaan. Het geloof in eigen kunnen kwam niet ter discussie en hij trok ten oorlog om te worden verslaan.

 

We leven in een cultuur waarin alles goed lijkt geregeld en toch zien we dat er wel eens een breuk lijkt te komen, omdat iemand net iets anders doet dan we verwachten. Is dat een onverhoopte daad van agressie, dan gaan we hevig te keer, komt er iets op ons pad, dat ons zeer pleziert en aangenaam te moede is, dan is de reactie niet minder hevig.

 

Ooit zag ik hoe een nichtje dat aan acrogym deed met haar partner een gouden medaille winnen op een internationale wedstrijd in Deinze, wat voor haar ouders en haarzelf een prachtig succes was, waarvoor ze heel wat trainingsuren over had gehad en ook wel eens blessures die tijd vergden om te genezen. Laten we wel wezen, als toeschouwer en betrokken bij dat jonge leven, was het ook voor mij een bijzondere ervaring, maar tegelijk wist ik dat ik slechts getuige van een subliem moment was en dat beviel me wel. Toen de finale begon, was de verwachting al groot, maar het optreden in die finale van de twee was een mengeling van routine en het overstijgen van die goed ingeoefende bewegingen en inspanningen. De medaille kwam er, denk ik, omdat het gewoon uitstekend was geweest en de andere turnsters steekjes hadden laten vallen.

 

Het omgaan met onverwachte gebeurtenissen blijft voor mensen een lastig iets, als het hun gevoel voor rust en routine niet verstoort. In die zin hebben mensen het doorgaans niet druk, omdat ze weten wat ze mogen verwachten, pas als iemand of een gebeurtenis ertoe bijdraagt dat ze niet zomaar op automatische piloot door kunnen gaan, kunnen mensen een paniekaanval krijgen. Toch hoeft dat niet altijd negatief te zijn, wanneer men goed weet te reageren en probeert er iets van te bakken. Het onverwachte, zoals een coup de foudre kan verontrusten, heet het, maar kan ook van een rei van slechts grijze, eentonige dagen een hemels festijn maken. Klikt het, dan wordt die ene ontmoeting het begin van iets nieuws, maar vaak schrikken we ervoor te terug, ook al omdat we al in een relatie zitten en die niet op het spel willen zetten. Maar gesteld dat er geen bezwaren of andere verplichtingen zijn, kan men er volop in op gaan, een relatie beginnen. Maar dan duiken misschien weer andere bezwaren vanwege derden op. Of zoals een vriendin me ooit eens verzuchtte, het is nooit helemaal perfect. Maar daar konden we toen beiden mee leven.

 

Het valt op dat we na Corona toch iets meer ontspannen met het onverwachte omspringen, al zijn er die zich zonder veel terughoudendheid terug de oude arena opzoeken, terwijl velen met hun knaldrang geen blijf weten. Haal daar maar eens een gemeenschappelijke lijn uit, probeer met die verscheidenheid dan ook geen eenstemmigheid na te streven. Het is dat men verscheidenheid tot een deugd verklaard heeft, terwijl mensen vaak het liefst bij hun eigen vertrouwde medestanders blijven en vreemd gedrag ook afwijzen, al wil men dat niet gezegd hebben. Naar een feest gaan en daar iemand treffen die zich niet houdt aan de regels van de smalltalk, dat kan irriteren, maar smalltalk zonder witz en flexibiliteit is ook maar lauw en saai. Toch zal men mensen die weten te imponeren met hun flitsen van inzicht algauw afdoen als gladjanussen die alleen uit zijn op bedrog en manipulatie, terwijl het best een leuk spel kan zijn. Maar ja, wat moet een dokter zeggen tegen een ingenieur, hoor je wel eens en laat staan dat er dan nog een irritante historicus in de buurt zou komen.

 

Onze verwachtingen richten zich op comfort en veiligheid, een enkele keer op avontuurlijker zaken of we aanvaarden domweg dat er iets onvoorziens gebeurt, al lijkt dat net moeilijker te verstouwen. Wat we verwachten zal ons dus doorgaans vooral gerust stellen, tenzij we voor een keertje verlangen naar een feest of een (geplande) ontmoeting, die ons leven kan veranderen. De wijze waarop festivalorganisatoren hun programma presenteren – een line-up moet dat zijn – moet de appetijt bij  elke nieuwe release aanscherpen en meer mensen lokken, terwijl wij, het publiek gewoon willen, wie er ook om 16:00 op het podium staat. Maar de verwachtingen gaan dan ook naar andere facetten dan de line-up.

 

Het is dan ook niet voor niets dat Seneca en andere filosofen ons aanraadden vooral niet te veel te verwachten van het leven. Als lid van de elite wist hij dat men sowieso veel in de schoot geworpen krijgt en veel mensen zijn daarmee tevredenstelden, maar sommigen gebruikten de uitgangspositie als springplank. Hun goed recht, maar toch, een zweem van afgunst is ons niet helemaal vreemd. Maar leven zonder verwachtingen is al helemaal moeilijk en wellicht zou het leiden tot een diepe depressie, al wil men dat niet gezegd hebben. Leven zonder hoop of verwachtingen – die al ietwat concreter zijn – vergt veel zelfontkenning en remt ons in onze ontwikkeling en het begrip der dingen. Maar stellen dat iemand onredelijke verwachtingen koestert, roept bij deze dan weer heftige tegenreacties op, want we zijn toch vrij onze omstandigheden zelf vorm te geven? The Pursuit of Happiness, zoals vermeld in de Preambule tot de Amerikaanse Grondwet, net als de idee van de American Dream hebben ons vervuld van de gedachte dat we zelf ons lot in eigen handen kunnen nemen. Het schiep mee een klimaat, een humanisme waarin de norm niet langer de groep zou zijn, maar dat wat individuen in gedachten hebben, verwachten. Annelien De Dijn heeft hierover een aantal interessante aantekeningen geschreven, omdat de verschuiving van het vrijheidsbegrip van het collectieve naar het individuele beleven van vrijheid, wat op lange termijn de vrijheid opgevat als zelfbestuur waar allen bij betrokken zijn ondergraven zou hebben. Maar was de ontwikkeling van een individuele vrijheid niet ook een uitkomst van de Verlichting, want net Immanuel Kant stelde toch dat we zelf moeten durven denken?

 

Zoals we weten – zet men ons slag om slinger - hebben die gedachten geleid tot een (nieuwe) vorm van meritocratie, die eng verbonden lijkt met het al even verfoeide neoliberalisme. Of dat klopt, kan men niet zonder meer aantonen, maar ook valt moeilijk uit te leggen dat het niet zo is, zonder de Verlichting zelf in vraag te stellen. Dat wil niet zeggen dat men er goed aan doet van de Verlichting een voorstelling te maken alsof een aantal regels in stenen tafelen zijn gebeiteld, want wat de Aufklärung nu net bracht was dat mensen zelf zouden gaan nadenken en dat de uitkomst van redeneringen niet altijd voorspelbaar zijn. Onze verwachtingen over wat een groep – waar we toe behoren – vermag en wat een individu zelf aankan, zonder dat die persoon een Einstein of een Wittgenstein hoeft te zijn, hangen blijkbaar af van andere keuzes en inzichten.

 

Het is met onze verwachtingen soms treurig gesteld, hoorde ik onlangs nog, omdat we ons te veel zouden richten op wat we hebben, niet op wat wenselijk of goed zou zijn. Nou moe, wat we hebben, ook aan immaterieel bezit, koesteren we lang niet altijd omdat we het vanzelfsprekend vinden. Het gaat erom, zoals het aankomende festivalseizoen laat zien, dat we een overdonderend aanbod krijgen waar we nauwelijks uit kunnen kiezen en dat ook niet willen. Wat komen zal, dat denken we te weten, zodat we geen verrassingen behoeven. Na Corona weten we terug wat echte overvloed is, alleen blijkt er een en ander fout te gaan in de aanvoerketens. Kunnen we feesten in het vooruitzicht houden, dan is dat allemaal niet zo erg, lijkt men te denken. Maar misschien moeten we ook met die aangekondigde overvloed omzichtiger omspringen, want als het alle dagen kermis is, zegde een oude wijze man, dan wordt die zoveelste kermis saai en vervelend. Wat we dus verwachten, zal de Stoa zeggen, mag ons dagelijkse welbevinden niet te veel verstoren, maar de stoïcijnen hadden niet altijd gelijk, al konden zij zich niet inbeelden hoe wij, 2000 jaar later, zouden leven. We zullen dus zelf moeten leren omgaan met onze verwachtingen en het gepaste verwachtingspatroon kiezen. Want zonder hoop noch verwachtingen wordt het leven pas terneerdrukkend. Daarom ook, denk ik, kunnen die mensen in Oekraïne die weten dat er altijd ergens een bom kan vallen, dat het beter wordt en – eerlijk is eerlijk – die verwachting mogen onze politieke leiders niet smoren. Maar kan men beter?

 

Bart Haers  

Reacties

Populaire posts