Doet hoop leven?
Dezer Dagen
Wat we verwachten,
Wensen of net niet
Het viel me wel al vaker op, soms hinderde me dat, maar meestal was het de gang der dingen, dat we in de media tot in het idiote voorafbeschouwingen, neen, geen voorbeschouwingen krijgen bij wat er te gebeuren zou staan. Zelfs over Koningsdag in Maastricht kregen we vooruitgeschoven reflecties te zien. Tegelijk willen we toch maar graag eens verrast worden, verbaasd, ontroerd, maar het moet goed voorbereid zijn. En nog opvallender, de herinneringsagenda draait al evengoed door en weet ons zonder dat we het vragen aan herinneringen te appelleren die we niet hebben. Alleen Karnaval blijft karnaval, het feest van het nu zonder morgen.
Al minstens twee weken horen we nagenoeg elke dag dat
de grote staalfabriek in Marioepol zal vallen en dat de Russen ook dat complex onder
controle zouden hebben. Het wordt al die tijd een symbool van hardnekkigheid en
aan de andere kant, klaarblijkelijk onvermogen bij de Russische troepen. Zegt
Poetin op zeker ogenblik dat die staalfabriek hem niet meer interesseert dan
blijkt dat de berichtgeving het verhaal weet warm te houden. Het is lastig
bovendien voor ons om de betekenis van dat complex geografisch te vatten, laat
staan militair of in het voorstellingsvermogen van de (vroegere) inwoners van
de agglomeratie. Het valt sowieso al niet mee voorspellingen te doen over
oorlogsvoering, want veel van de operaties worden in het geheim opgezet of worden
gedissimuleerd, geveinsd, want misleiding is deel van de oorlogsvoering. In die
zin was de oorlog in Oekraïne van de zijde van de Russen verrassend rechttoe
rechtaan, wat overigens ook te maken had met de vaststelling dat de Russische
legerleiding de eigen soldaten en logistiek aardig om de tuin had geleid. De
hele operatie, want dit is volgens Vlad Poetin deze oorlog, berust op een
begoocheling waar het toch ook over moet gaan, namelijk dat Oekraïne 77 jaar na
het einde van de oorlog, de Grote Vaderlandse Oorlog nog steeds – als dat ooit
al het geval was – geleid door nazi’s en neonazi’s. Men moet dan niet
tegenwerpen dat president Wolodimir Zelenski joods is, want dat zegt niet over
de andere, maar wel dat de president verkozen is volgens de regels van de vrije
verkiezingen.
De legitimiteit van Zelenski ligt net in het feit dat
hij verkiezingen won, maar het leek lang dat hij niet kon opboksen tegen de
problemen waarmee Oekraïne af te rekenen had, zoals de open oorlog met Rusland,
al zagen wij er niet veel van. Poetin liet alsmaar uitschijnen dat de Russisch
sprekenden of de Russen in de Donbas bezet waren door de nazi’s van Kyiv, wat
vooral potsierlijk werd toen de Russische bevolking in Oekraïne bij de aanvang
van de oorlog koos voor Oekraïne, omdat ze maar al te goed wisten wat Poetin
voor bleek te hebben met dit land. Dat de Russen onder de knoet van Poetin het
niet breed hebben, maar ook minder vrijheid genieten, zal wel meespelen. En dan
was er nog Trump die openlijk de kant van Moskou koos en Zelenski onder druk zette
om een verhaaltje te fabriceren over de zoon van Biden.
Europa geloofde niet in oorlog en deed weinig om te
laten zien dat het zichzelf zou verdedigen, laat staan Oekraïne zou bijspringen. In die zin had Trump een
punt als hij vond dat Europese lidstaten van de NAVO maar eens konden beginnen
met hun bijdrage te leveren, dat wil zeggen zich bewapenen zoals werd afgesproken.
Na de Val van de Muur en het einde van de Sovjet-Unie geloofden in Europa nogal
wat politici in het Vredesdividend, maar men kon dat vooral omdat men budgettaire
katten te geselen had en dan was niet investeren in wapens en soldaten een
aanvaardbare optie. Na het neerschieten van NH-17 leek men zelfs niet helemaal
zeker van de Russische betrokkenheid, maar Nederland kon er niet omheen dat
zovelen die blij van gemoed op het vliegtuig waren gestapt plots uit de lucht werden
geschoten. Nooit heeft men de daders voor de rechter kunnen slepen, omdat
Moskou dat niet wilde. Terwijl we jarenlang hoorden dat er weinig of geen
vliegtuigongevallen voorvallen, zagen we plots dat er wel iets goed mis kan
gaan en toch leek dat niet door te dringen. Zelfs toen men de lijkkisten voor
al die slachtoffers in corbillards over de Nederlandse snelwegen zag rijden, al
die mensen op bruggen en waar het kon een erehaag vormden, waren we niet bereid
de logica van het gebeuren te accepteren, dat de oorlog wel degelijk mogelijk
was.
Het gebeuren paste niet in ons beeld van wat de loop
der dingen moet zijn, omdat we uitgaan van een veiligheidscultuur, terwijl de
omstandigheden ons hadden moeten voorbereid op iets anders, op gevaar dat wel
mits inspanningen kon afgewend worden. Het waren dan ook ongewenste
verwachtingen.
Wat we verwachten dat te gebeuren staat, blijft altijd
weer in zekere mate toch nog spannend, als we buiten de normale stroom van
dingen stappen, waar we zo op vertrouwen. Daarom hebben we als mensheid al
sinds de oudheid allerlei middelen bedacht om de toekomst te voorspellen, waarbij
de normale van zaken nu net niet is wat we hopen. Onverwacht succes boeken kan
maar als men er zelf alles aan doet om die ene te zijne die winnen kan. Wat de
sterren, de vlucht van ganzen of de ingewanden van een arend kunnen vertellen,
hangt af van onze verwachtingen. Het orakel van Delphi vertrouwde Croesus toe
dat als hij een oorlog begon een groot rijk zou ten onder gaan. Het geloof in
eigen kunnen kwam niet ter discussie en hij trok ten oorlog om te worden
verslaan.
We leven in een cultuur waarin alles goed lijkt
geregeld en toch zien we dat er wel eens een breuk lijkt te komen, omdat iemand
net iets anders doet dan we verwachten. Is dat een onverhoopte daad van
agressie, dan gaan we hevig te keer, komt er iets op ons pad, dat ons zeer pleziert
en aangenaam te moede is, dan is de reactie niet minder hevig.
Ooit zag ik hoe een nichtje dat aan acrogym deed met
haar partner een gouden medaille winnen op een internationale wedstrijd in
Deinze, wat voor haar ouders en haarzelf een prachtig succes was, waarvoor ze heel
wat trainingsuren over had gehad en ook wel eens blessures die tijd vergden om
te genezen. Laten we wel wezen, als toeschouwer en betrokken bij dat jonge
leven, was het ook voor mij een bijzondere ervaring, maar tegelijk wist ik dat
ik slechts getuige van een subliem moment was en dat beviel me wel. Toen de
finale begon, was de verwachting al groot, maar het optreden in die finale van
de twee was een mengeling van routine en het overstijgen van die goed ingeoefende
bewegingen en inspanningen. De medaille kwam er, denk ik, omdat het gewoon
uitstekend was geweest en de andere turnsters steekjes hadden laten vallen.
Het omgaan met onverwachte gebeurtenissen blijft voor
mensen een lastig iets, als het hun gevoel voor rust en routine niet verstoort.
In die zin hebben mensen het doorgaans niet druk, omdat ze weten wat ze mogen
verwachten, pas als iemand of een gebeurtenis ertoe bijdraagt dat ze niet
zomaar op automatische piloot door kunnen gaan, kunnen mensen een paniekaanval
krijgen. Toch hoeft dat niet altijd negatief te zijn, wanneer men goed weet te
reageren en probeert er iets van te bakken. Het onverwachte, zoals een coup de
foudre kan verontrusten, heet het, maar kan ook van een rei van slechts grijze,
eentonige dagen een hemels festijn maken. Klikt het, dan wordt die ene
ontmoeting het begin van iets nieuws, maar vaak schrikken we ervoor te terug,
ook al omdat we al in een relatie zitten en die niet op het spel willen zetten.
Maar gesteld dat er geen bezwaren of andere verplichtingen zijn, kan men er
volop in op gaan, een relatie beginnen. Maar dan duiken misschien weer andere
bezwaren vanwege derden op. Of zoals een vriendin me ooit eens verzuchtte, het
is nooit helemaal perfect. Maar daar konden we toen beiden mee leven.
Het valt op dat we na Corona toch iets meer ontspannen
met het onverwachte omspringen, al zijn er die zich zonder veel
terughoudendheid terug de oude arena opzoeken, terwijl velen met hun knaldrang
geen blijf weten. Haal daar maar eens een gemeenschappelijke lijn uit, probeer
met die verscheidenheid dan ook geen eenstemmigheid na te streven. Het is dat
men verscheidenheid tot een deugd verklaard heeft, terwijl mensen vaak het
liefst bij hun eigen vertrouwde medestanders blijven en vreemd gedrag ook afwijzen,
al wil men dat niet gezegd hebben. Naar een feest gaan en daar iemand treffen
die zich niet houdt aan de regels van de smalltalk, dat kan irriteren, maar smalltalk
zonder witz en flexibiliteit is ook maar lauw en saai. Toch zal men mensen die
weten te imponeren met hun flitsen van inzicht algauw afdoen als gladjanussen
die alleen uit zijn op bedrog en manipulatie, terwijl het best een leuk spel
kan zijn. Maar ja, wat moet een dokter zeggen tegen een ingenieur, hoor je wel
eens en laat staan dat er dan nog een irritante historicus in de buurt zou
komen.
Onze verwachtingen richten zich op comfort en
veiligheid, een enkele keer op avontuurlijker zaken of we aanvaarden domweg dat
er iets onvoorziens gebeurt, al lijkt dat net moeilijker te verstouwen. Wat we
verwachten zal ons dus doorgaans vooral gerust stellen, tenzij we voor een
keertje verlangen naar een feest of een (geplande) ontmoeting, die ons leven
kan veranderen. De wijze waarop festivalorganisatoren hun programma presenteren
– een line-up moet dat zijn – moet de appetijt bij elke nieuwe release aanscherpen en meer mensen
lokken, terwijl wij, het publiek gewoon willen, wie er ook om 16:00 op het
podium staat. Maar de verwachtingen gaan dan ook naar andere facetten dan de
line-up.
Het is dan ook niet voor niets dat Seneca en andere
filosofen ons aanraadden vooral niet te veel te verwachten van het leven. Als
lid van de elite wist hij dat men sowieso veel in de schoot geworpen krijgt en
veel mensen zijn daarmee tevredenstelden, maar sommigen gebruikten de
uitgangspositie als springplank. Hun goed recht, maar toch, een zweem van afgunst
is ons niet helemaal vreemd. Maar leven zonder verwachtingen is al helemaal
moeilijk en wellicht zou het leiden tot een diepe depressie, al wil men dat niet
gezegd hebben. Leven zonder hoop of verwachtingen – die al ietwat concreter
zijn – vergt veel zelfontkenning en remt ons in onze ontwikkeling en het begrip
der dingen. Maar stellen dat iemand onredelijke verwachtingen koestert, roept bij
deze dan weer heftige tegenreacties op, want we zijn toch vrij onze
omstandigheden zelf vorm te geven? The Pursuit of Happiness, zoals vermeld in de
Preambule tot de Amerikaanse Grondwet, net als de idee van de American Dream hebben
ons vervuld van de gedachte dat we zelf ons lot in eigen handen kunnen nemen. Het
schiep mee een klimaat, een humanisme waarin de norm niet langer de groep zou zijn,
maar dat wat individuen in gedachten hebben, verwachten. Annelien De Dijn heeft
hierover een aantal interessante aantekeningen geschreven, omdat de
verschuiving van het vrijheidsbegrip van het collectieve naar het individuele
beleven van vrijheid, wat op lange termijn de vrijheid opgevat als zelfbestuur
waar allen bij betrokken zijn ondergraven zou hebben. Maar was de ontwikkeling
van een individuele vrijheid niet ook een uitkomst van de Verlichting, want net
Immanuel Kant stelde toch dat we zelf moeten durven denken?
Zoals we weten – zet men ons slag om slinger - hebben
die gedachten geleid tot een (nieuwe) vorm van meritocratie, die eng verbonden
lijkt met het al even verfoeide neoliberalisme. Of dat klopt, kan men niet zonder
meer aantonen, maar ook valt moeilijk uit te leggen dat het niet zo is, zonder
de Verlichting zelf in vraag te stellen. Dat wil niet zeggen dat men er goed
aan doet van de Verlichting een voorstelling te maken alsof een aantal regels in
stenen tafelen zijn gebeiteld, want wat de Aufklärung nu net bracht was dat
mensen zelf zouden gaan nadenken en dat de uitkomst van redeneringen niet
altijd voorspelbaar zijn. Onze verwachtingen over wat een groep – waar we toe
behoren – vermag en wat een individu zelf aankan, zonder dat die persoon een
Einstein of een Wittgenstein hoeft te zijn, hangen blijkbaar af van andere keuzes
en inzichten.
Het is met onze verwachtingen soms treurig gesteld,
hoorde ik onlangs nog, omdat we ons te veel zouden richten op wat we hebben,
niet op wat wenselijk of goed zou zijn. Nou moe, wat we hebben, ook aan
immaterieel bezit, koesteren we lang niet altijd omdat we het vanzelfsprekend
vinden. Het gaat erom, zoals het aankomende festivalseizoen laat zien, dat we
een overdonderend aanbod krijgen waar we nauwelijks uit kunnen kiezen en dat
ook niet willen. Wat komen zal, dat denken we te weten, zodat we geen
verrassingen behoeven. Na Corona weten we terug wat echte overvloed is, alleen blijkt
er een en ander fout te gaan in de aanvoerketens. Kunnen we feesten in het
vooruitzicht houden, dan is dat allemaal niet zo erg, lijkt men te denken. Maar
misschien moeten we ook met die aangekondigde overvloed omzichtiger omspringen,
want als het alle dagen kermis is, zegde een oude wijze man, dan wordt die
zoveelste kermis saai en vervelend. Wat we dus verwachten, zal de Stoa zeggen,
mag ons dagelijkse welbevinden niet te veel verstoren, maar de stoïcijnen
hadden niet altijd gelijk, al konden zij zich niet inbeelden hoe wij, 2000 jaar
later, zouden leven. We zullen dus zelf moeten leren omgaan met onze
verwachtingen en het gepaste verwachtingspatroon kiezen. Want zonder hoop noch
verwachtingen wordt het leven pas terneerdrukkend. Daarom ook, denk ik, kunnen
die mensen in Oekraïne die weten dat er altijd ergens een bom kan vallen, dat
het beter wordt en – eerlijk is eerlijk – die verwachting mogen onze politieke
leiders niet smoren. Maar kan men beter?
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten