Auschwitz en hoe ontmenselijking voorkomen
Dezer Dagen
Herdenken in een
ander leven
Herleven in deze tijd
![]() |
Herdenken en beleven: Grossmann kreeg plaquette in Donetsk, de stad die nu betwist wordt. Grossmann schreef ook over zijn "ontdekking" van Trieblinka. |
27
januari 1945 hebben Russische troepen Auschwitz bevrijdt, maar de meeste
gevangenen die nog "levensvatbaar en inzetbaar" waren, hadden
intussen een andere gesel te verwerken, dodenmarsen naar kampen binnen veilige grenzen. Jarenlang was dat een
gebeurtenis die tenauwernood de media bereikte en zelfs nu nog besteden niet
alle media er echt aandacht aan. In NRC (25 januari) viel een artikel te lezen
over het herleven van de joodse aanwezigheid in Krakau en andere steden. Ook
een artikel met Herman van Praag, psychiater, over zijn kijk op religie, de
geschiedenis en zijn geschiedenis trok mijn aandacht. In het debat over het
radicale kwaad en de banaliteit van het kwaad heeft men het altijd zo voorgesteld
alsof Hannah Arendt zich tegensprak, maar kan het niet zo zijn dat de
banaliteit van het kwaad refereert aan hoe het kwaad uitwerking krijgt, terwijl
de notie van het radicale kwaad te maken heeft met het feit dat het radicale
refereert aan de gegevenheid ervan in onze natuur, al kan volgens Arendt niet
gezegd worden dat het radicale kwaad universeel is en gelijk verdeeld over
mensen. Want tegenover het Radicale Kwaad stelt zij ook nog eens de idee van
oordeel en verantwoordelijkheid en ook dat begrip staat dezer dagen op de
helling.
De
vraag is dus wat we nu moeten herdenken, of wat we voor onze en komende
generaties in gedachten dienen te overwegen. Iedereen is daar vrij in, maar het
trieste lot van de slachtoffers, van de overlevenden vooral en dan nog alleen
van hen die erover wensten te getuigen, volstaat niet.
De
intenties en de visie van de daders dienen centraal te staan want het is vooral
door hun toedoen dat het zo mis is gelopen. Men kan dit op verschillende
manieren benaderen en op verschillende niveaus, want binnen de Duitse
samenleving waren er veel mensen van Joodse origine die er geen idee meer van
hadden, terwijl dat ook voor Midden-Europa voor een deel gelden kan, want het
culturele leven in Praag, Krakau of Warschau was ondenkbaar indien joodse
artiesten en intellectuelen er hun bijdrage niet toe hadden geleverd. Een van
de elementen die er nodig waren om deze mensen echt hun menselijkheid te
ontnemen was, zo blijkt telkens weer, hen de geciviliseerde, bourgeois
levensstijl te ontnemen door hen inkomen, handel en wandel te ontzeggen en ook
de hygiënische gewoonten onmogelijk te maken. De fiere mens, zich bewust van
haar of zijn kunnen reduceren tot een hoopje ellende, behoeftig en niet meer in
staat een normaal leven te lijden, maakte van een aantal van misschien tot de
karikaturen die antisemieten en nazi's van hen maken wilden. Het was een etappe
in een proces, een wil die de nazi's voorop hadden gesteld. In 1933 al werd de
aanzet gegeven, in 1942 afgerond met de moordmachines, de uitroeiingskampen dus
en finaal werden sommige kampen zelfs nog voor het vluchten naar de Heimat zo
volledig mogelijk vernietigd. Van intenties en motieven gesproken.
Het
eindresultaat, de Endlösung lag dus volkomen in lijn met wat men voor ogen had
staan. Maar de Duitsers? Ruth Andreas-Friedrich beschrijft hoe in een groep in
Berlijn in 1938 alle mogelijke gesteun geleverd wordt aan mensen die uit hun
woningen gezet dreigen te worden. Berlijn zal op zeker ogenblik ook
"Judenrein" genoemd worden, want de zaak was afgehaspeld,
afgehandeld, maar we kunnen dus maar moeilijk aan de ontzetting onttrekken die
ons overweldigt als we de betekenis van dat woord doorvoelen. Maar dat was nu
precies wat Victor Klemperer beschreef in zijn boek LTI, de taal van het Derde
Rijk hoe in het nazisme de vervuiling van de taal, de verandering van de taal
zo onverwacht snel en diepgaand was. Vooral kregen woorden een nieuwe
betekenis, kregen ze een andere emotionele lading en dat is iets wat men ook
dezer dagen kan beleven en wat Georges Orwell beschreef in 1984. Niet in de
mate die we bij Klemperer aantreffen, maar als sommigen pleiten voor klare
taal, wel, de Nazi's wilden ook klare wijn schenken. Men kan er dus maar beter
de gedachte aan koppelen dat de taal ook nog altijd een link met de
werkelijkheid dient te behouden en de emotionele lading van woorden ertoe doet.
Het
wedervaren van een ouderpaar dat hun zoon verloor in de Blitz van 1940 op
Franse Bodem, dat begon postkaarten te deponeren in allerlei delen van Berlijn
en daarbij gaven ze niet enkel de schuld voor hun verdriet aan Hitler, hun
geloof in hem en de partij was geheel verbrijzeld. Hans Fallada beschreef dat
in "Jeder stirbt für sich allein" - alleen in Berlijn, luidt de
Nederlandse titel - zoals ook Hans Keilson er in zijn eigen werken het nodige
aan toevoegde, maar die in hun beschrijvingen van daderschap en meeloperij
duidelijk maakten dat we ons toch moeten durven afvragen wat ertoe bijdraagt
dat mensen het kunnen bedenken en uitvoeren, een genocide.
De
afgelopen jaren heb ik met stijgende verbazing gevolgd hoe men vrijheid,
verantwoordelijkheid en schuld is gaan afbouwen in het intellectuele begrijpen
van wat menselijk is. Vrijheid is een illusie roept men en ons handelen is
volkomen voorspelbaar? Tegen de duisternis van de Kampen, de Holocaust zijn dat
bijzondere uitspraken, want werden Joden om vele redenen uitgespuwd door de
Nazi's, velen merkten wel dat het niet in orde was en begonnen op verschillende
manieren afstand te nemen. Men kon kiezen om zich te verzetten, zoals de groep
jonge mensen binnen en rond de Witte Roos... Of moeten we nog verwijzen naar
het hardnekkige verzet van Johannes Fest tegen de NSDAP door zich geen lid te
willen maken en gebroodroofd te zijn geworden, met gevolgen voor Joachim en
zijn zussen, broers. Joachim Fest kreeg met veel kritiek af te rekenen toen hij
zijn boeken over Albert Speer publiceerde want hij zou Speer te braaf hebben
behandeld. Finaal hebben critici moeten toegeven dat Fest met zijn bijdragen
over én Speer én Hitler het inzicht in de psychologie van het nazisme vooruit
heeft geholpen.
Inderdaad,
vrijheid vinden filosofen een illusie, net zoals hersenwetenschappers, maar als
je het verhaal leest van Herman van Praag of Boris Cyrulnik, beide psychiater
en beide getroffen door de raderen van de holocaust, de Endlösung, dan moet je
wel bedenken dat het afzweren van de menselijke vrijheid een ernstige aanslag
moet vormen op de menselijke waardigheid.
Net
het ontkennen van wat Hannah Arendt "het radicale kwaad" noemde in
"The Origins of totalitarism" lijkt op zich nogal bizar gekozen en
men kan er vragen, moet er vragen bij stellen. Toch betekent de notie "het
radicale kwaad" wel degelijk iets, zonder dat het aan verdinglijking
onderhevig zou zijn, men kan het niet zomaar ergens een tastbaar iets van
maken. Moet men het niet juist cruciaal in de menselijke bestaansvorm als
bewust wezen dat het radicale kwaad mogelijk is?
De
gedachte dat we als mensen alleen door hebzucht en egoïsme gedreven worden,
wijst dr. Herman van Praag af, zoals ook Susan Neiman dat doet. Van Praag weet
tegelijk dat we in ons dagelijkse doen niet altijd moed handelen of het voor
anderen opnemen. In de discussie over de omgang met ons verleden in Europa,
lijkt objectiviteit soms ver te zoeken, maar de eenduidige kijk op goed en fout
gedrag kan ook weer nieuw onheil veroorzaken. In Polen nu blijkt ook bij
niet-joodse mensen grote interesse te ontstaan voor het Joodse verleden van het
land en mensen ontdekken, na 6 jaar
oorlog een veertig jaar communisme, waarin het niet veilig was zich als Jood te
presenteren, hoe hun grootmoeder een joodse vrouw was geweest.
Men
kan herdenken tot men een ons weegt, maar wat doet het ertoe? Blijft het bij vrijblijvend
begaan zijn met die arme slachtoffers, dan zal men een nieuwe afbraak van
democratie en vrijheid niet kunnen vermijden. Het is het (radicale) kwaad dat
we kennen, maar we zijn er ons niet afdoende van bewust dat onze taal, onze
voorstellingen ondoordacht afbreuk kunnen doen aan de menselijke waardigheid,
aan vrijheid en aan mogelijkheden zich te verzetten tegen de totalitaire
verleiding. Een herdenking die zich ook niet richt op de vraag wat we ervaren
als we ons met de daders zouden identificeren als een gedachteoefening,
ontbeert de nodige betrokkenheid bij het hele gebeuren. Dr. Mengele was
wellicht een fatsoenlijk mens, in zijn eigen ogen en die van zijn naasten, maar
zijn experimenten en handelingen als arts waren monsterlijk. Willen we de
herhaling van de daden voorkomen, dan moeten we ons buigen over de vraag wie
wat deed en dan komt Eichmann toch in beeld. Nazi als hij was kon hij onbewogen
de opdrachten tekenen voor transporten vanuit Drancy, Westerbork of de kazerne
Dossin in Mechelen. Hij kon des avonds op zij viool spelen en toch zelfs trots
zijn op zijn werk. Het komt mij vreemd voor dat men de schok niet begrijpen kan
die Arendt overviel toen ze naar Eichmann keek daar in Jeruzalem: een braaf
burgermannetje. Het lijkt voor velen, zoals Bernard Wasserstein niet nodig dat
werk grondig te lezen, maar met enkele referenties te volstaan. En de kritiek
van Rob Hartman op de blog van Liberales, als zou Presser nagenoeg elke
opmerking van haar over de situatie van joodse raden in Nederland onjuist hebben
afgewezen, dan heb ik pas via Arendts opmerkingen omtrent Pressers werk, "de
ondergang van de Joden in Nederland" van het werk een beeld
gekregen. Arendt verwijst ook naar het verslag Harry Mulisch schreef over
datzelfde proces tegen Adolf Eichmann.
Dezelfde
recensent schrijft dat de kritiek op Arendts werk, over totalitarisme en de
Holocaust zo oud is als de werken zelf. Vreemd voor een recensent dat hij
daarmee meent haar werk terzijde te mogen schuiven. Ze zorgde voor controverse,
maar zoals iemand als Herman van Praag, een neuroloog-psychiater laat
begrijpen, blijven de ervaringen van de overlevers ook altijd persoonlijk. Hij
stelt zich vragen over het Posttraumatisch Stress Syndroom, PTSS en meent, als
overlevende van een kamp dat het aan persoonlijke aspecten,
persoonlijkheidsstructuur gelinkt kan worden. Primo Levi kon niet verder leven,
Edgar Hilsenrath leefde verder, gebroken, of misschien toch ongebroken. Ook
denk ik dan altijd aan dames als Alice Herz-Sommer, die 110 jaar oud mocht
worden en Theresienstadt overleefde, aan Etty Hilleshum, Hélène Baer, die de
kampen niet overleefden. Jawel, ook Anne Frank mogen we niet vergeten. Maar de
hele vraag waar de oorsprong ligt van die gruwel, kan men niet beantwoorden
door naar de Slachtoffers te kijken, want dan lijkt het alsof ze het zelf
gezocht hadden. Aandacht voor daders als Himmler is dus nodig, die in Posen
zijn SS lof toezwaaide omdat ze zich fatsoenlijk hadden gedragen, maar dat de
'ambachtelijke' methodes van de Sonderkommando's niet meer aan de orde was. De
aanpak met Zyklon B en een betere arbeidsdeling zouden het minder belastend
maken voor zijn elitetroepen. Himmler sprak van "Anständig" blijven,
decent, fatsoenlijk, ook als er honderden, duizend lijken voor de voeten van
die fiere krijgers liggen. Decent? Hij sprak de rede uit in 1943, op 4 oktober
en de tape van de rede is bewaard gebleven[i].
Maar
herdenken alleen is niet afdoende, het is nodig te overdenken wat we van
belangen achten om vol te houden dat we de democratie genegen zijn en willen
verdedigen. Vrijheid van meningsuiting is van belang, maar wat betekent dat?
Mag men moedwillig andere mensen beledigen? Waar ligt de grens met het
ontzeggen van het mens zijn van anderen? Is het dan niet nuttiger de discussie
over de Koran aan te gaan, zonder het boek als de oorzaak, de wortel van alle
kwaad af te doen? Of is dat niet al de kern van de zaak, dat we een
manicheïstisch wereldbeeld voorop stellen: de dingen, daden, mensen zijn of
goed, of slecht?
27
januari, de verjaardag van Mozart en van de bevrijding van Auschwitz, maar ook
van een paar van mijn nichtjes, zal wel altijd bijzonder blijven, maar juist
het feit dat de datum zelf contingent is, maakt het herdenken bijzonder.
Overigens kan men zich afvragen of Stalin Oswiecim en Treblinka niet vroeger
had kunnen bereiken? En aan de andere kant, zullen we dan vergeten wie zijn of
haar leven veil had om vervolgden te redden? Want ook dat mag men in
herinnering houden, dat er goede mensen waren, die hen lieten onderduiken. Ook
hierover schreef Jacques Presser, Homo Submersus. Moeten we ons niet ook
verbinden met de mensen die juist deze gevaarlijke en illegale daad durfden te
stellen, een gezochte onderdak te bieden. Gezocht niet omwille van (mis-)daden,
maar omdat ze nu net geen mensen meer waren in de ogen van de Nazi's? Een
herdenking is echt wel iets bewerkelijks, waar we er met een minuut stilte niet
zomaar vanaf zijn. Devoot is het genoeg, maar om er iets aan te doen dezer
dagen is meer nodig.
Bart
Haers
[i]
http://www.holocaust-history.org/himmler-poznan/speech-text.shtml
Voor het begrijpen van de stelling dat men, om zoiets als de holocaust te
vatten ook naar de daders moeten kijken en dat een rede als deze, op een hoogst
ambtelijke toon alles van die inzet weergeeft, maakt het nodig te verwijzing
aan te brengen. Het is geen tekst waar men graag naar verwijst, maar het lezen
van de gedachten van Fest over deze rede heeft mijn gevoeligheid voor wreedheid
(in ambtelijke taal) aanmerkelijk aangescherpt.
Reacties
Een reactie posten