Vrede wensen? Dus vrede geven
Kritiek
Vrede
Wat moeten we doen
![]() |
Schts van de belegering van Massada, rots waar Joodse strijders zich hadden terug getrokken en waar de Romeinen hen nu wilden uithongeren... met succes. Wie waren hier terroristen? |
De vrede zij met u! Het is een
wens die tijdens de kerkdienst een paar keer wordt uitgesproken, maar die we
niet lijken te vatten. In de Islam geldt als gedachte dat de vrede heerst
binnen het huis van de Islam, terwijl daarbuiten de chaos heerst. Geen
godsdienst die niet ook op enig moment een strijdend, militant karakter gehad
heeft. Het heeft weinig zin dit te ontkennen. Het heeft wel zin na te denken
over wat vrede kan zijn en hoe weldadig vrede kan zijn, zonder dat het wee
worden zou.
Moeten we ueberhaupt iets
doen? Iets nalaten? Doorgaans leren we dat we moeten werken aan vrede, maar dat
vrede los zou staan van bijvoorbeeld onze verlangens en wensen. Goed samenleven
vergt veel van ons, wat men nogal eens probeert te verhelen. Is er dan geen
samenleving? Sommigen menen dat dit het geval is, dat we ons van omgang met
anderen niet te veel moeten voorstellen,
dat het gaat om het eigen leven, niet om het samenleven. Fernando Savater,
Hannah Arendt, ook Michel Foucault meenden precies dat het goede leven zonder
goed samenleven niet kan. Het lijkt logisch, maar voor evolutiebiologen heeft
dat weinig betekenis, want de mens - als die al bestaat - is een egoïstisch
wezen, dat niet geeft om anderen tenzij instrumenteel. Kinderen beginnen zo hun
leven, met een sterk overlevinginstinct en in de watten gelegd door vader en
vooral moeder en anderen die om hen geven. Het blijft vreemd dat men die kant
van het leven niet geheel overziet. Natuurlijk is niet wonderlijker dat een
soldaat zijn kompaan van de kazerne probeert te redden op het slagveld dan dat
hij in het heetst van het gevecht zijn eigen leven veilig probeert te stellen.
Er zijn eenheden waar het devies van de Musketiers geldt: samen sterk, een voor
allen, allen voor een. Dan is de training duidelijk gericht op het samen
blijven van de groep, maar zelfs daar zullen de omstandigheden bepalen of men
echt kan kiezen.
Wie schrijft nu in een stuk
over vrede over elite-eenheden in het leger of bij de politie? Wel, de
aanleiding is geweld en de massale opkomst ten behoeve van het land, niet enkel
Frankrijk, maar ook Europa en tegelijk, denk ik, ter bevestiging van de waarden
waarin we geloven. Het geweld tegen Charlie Hebdo, tegen de Hyper Cacher en de
agente in Montrouge, heeft iedereen geraakt, omdat het gevreesd werd, maar
blijkbaar niet afdoende en omdat het hoe dan ook voorbereid was geworden,
gepland, alhoewel niet alle facetten goed overdacht waren. Enfin, men wist
sneller dan men zou verwachten wie het gerealiseerd had, door het achterlaten
van een identiteitskaart en dan toch ook weer het kiezen voor het
slachtofferschap.
Het blijft voor ongelovigen
moeilijk te accepteren dat mensen voor hun geloof willen sterven, maar tegelijk
zien we vandaag dat velen het belangrijk vonden voor de vrede en vooral voor de
waarden die de democratie maar ook ons bestaan schragen, te betogen. De beelden
waren indrukwekkend, maar het blijft te vraag wat men nu moet aanpakken.
Het is duidelijk dat velen
willen leven in een wereld zonder geweld, maar tegelijk blijft het maar de
vraag of iedereen geduld kan opbrengen, of respect, lankmoedigheid wellicht.
Een wereld zonder geweld zou een ideaal vormen, maar men moet zichzelf noch
anderen iets wijs maken en geloven dat men zomaar zal afzien van geweld, zelfs
niet van terrorisme en dus dat het aards paradijs zo gemakkelijk bereikt zal
worden. Laten we niet vergeten dat bijvoorbeeld de mensen die tegen de Franse
troepen streden in Limburg tijdens de boerenkrijg een tijd lang als helden
werden beschouwd maar later rustig werden bijgezet op het grafveld van de vergetelheid.
Laten we ook niet vergeten dat de patriotten in de jonge VSA die tegen de
Britten vochten echt wel voor auter en heerd vochten, dat de soldaten in
Rusland die tegen Napoleon en de Grand armée vochten echt hun leven waagden en
tegelijk waren deze partizanen soldaten en helden voor Tolstoj en gevaarlijk
voor Napoleon en diens legers. Men kent het beeld van Napoleon in zijn slee
voor de troepen uit, slechts begeleid door een kleine groep lijfwachten en
achter hem aan de Russen. Toen waren ze helden, zelfs in de Grote Nationale
Oorlog (1941 - 1945) werden de Russen helden, al zal men dan wel eens vergeten
te vermelden dat Stalin van Roosevelt een hoop materiaal gekregen tegen
voordelige leningen.
Met andere woorden, soms
vinden we strijders helden, maar als ze onze orde belagen, als ze bewust onze
samenleving en waarden afwijzen, dan hebben we daar terecht veel op aan te
merken. Dat groepen terreur hanteren,
blijft verre van nieuw, zoals de Romeinen ondervonden in het Teutoburgerwald,
in het rivierengebied vanwege Julius Civilis, maar ook in Palestina deed zich
een opstand voor. Men kon de opstanden neerslaan, maar het koste veel meer
energie dan de schoolboeken laten uitschijnen. En wat waren de geuzen anders
dan kapers en terroristen, die van de Prins kapersbrieven hadden gekregen.
Gelukkig konden de geuzen vervolgens in de reguliere handelsvaart beter hun
brood verdienen.
Ik geef dit aan omdat we goed
weten wat terreur kan meebrengen, wapendracht en het gebruik van zware wapens
in de samenleving. We keuren het goed als het geweld doeleinden dient of
gediend heeft dat we kunnen onderschrijven of nog altijd als goed
onderschrijven. We menen zelfs dat mensen die alleen hun pen gebruikten om zich
tegen Hitler en co te verzetten zoals de groep van de Witte Roos, nogal naïef
zijn. Tegen bruut totalitair geweld achten we geweld aangewezen.
Het spreekt voor zich dat we
de doeleinden van de terroristen in Parijs niet accepteren, maar hoe zij tot die
inzichten komen, een proces van radicalisering zoals men het nu noemt, blijft
altijd nog een wonderlijke zaak, want die ene man zou ooit aan drugs gezeten en
rapper geweest zijn om via kleine criminaliteit in het grote geweld terecht te
komen. Men zegt dan natuurlijk dat zijn marginale bestaan hem tot een
gemakkelijk slachtoffer van radicalisering hebben gemaakt. Maar misschien moet
men ook iets anders onder ogen zien: in de grote stad hebben ze geen voeling
met de diversiteit omdat ze net de kans missen met de Europese cultuur op een
diepgaande wijze contact te krijgen - maar beweren dat er helemaal buiten
zouden staan, blijft al te gek. Al die pleidooien voor het leven in grote
steden, moet men dus ook vanuit het oogpunt van het goede samenleven benaderen
en dan wordt het een ander verhaal, want het leven in de banlieu kan hoogst
ontnuchterend werken op de dromen van jonge kinderen. Meer nog, zelfs als zo iemand erin slaagt niet
in het moeras van het bestaan als hangjongere te verzinken, dan nog is de kans
niet gering dat ze na succesvolle schooljaren op enig moment in een soort Islam
terecht komen waar ze zelf - als ze er enige afstand van konden nemen -
verbaasd zouden zijn.
Er zijn al vaker films gemaakt
over moeilijke klassen, maar doorgaans eindigt de film goed, de leraar, de
leerlingen en het schoolbestuur blij met de resultaten, maar hoe die er kwamen,
soms nogal onorthodox, niet volgens voorgeschreven pedagogische regels. Freedom
Writers was er zo een en misschien moeten overheden en schoolbesturen er maar
eens wat ruimte voor vrijmaken, opdat leerkrachten echt met hun leerlingen aan
de slag willen, als ze het kunnen opbrengen. Want veel van de afkeer voor het
reguliere onderwijs komt ook uit het feit voor dat ze voortdurend hoe strijdig
inzichten zijn met wat ze denken dat hun religie is.
Bovendien staan tegenover hen mensen
die de laïciteit zeggen toegedaan te zijn, maar dat doen met een haast
religieuze ijver. De strijd voor de laïciteit heeft de derde republiek zeer
getekend en politici, intellectuelen en ander schoon volk zich voor inspanden.
De discussie over obscurantisme binnen godsdiensten en de boodschap licht te
brengen vanwege die godsdiensten is een kwestie die zelden aan de orde komt,
terwijl het psychologisch zeer aantrekkelijk kan zijn. Voor wie? Rond 1975,
1980 leerde ik als jongere het verschijnsel kennen van de sekten, die soms zeer
radicale boodschappen hadden en sommige ervan eindigden in collectieve
zelfmoord. Intussen bleef men schimpen op katholieken en popie jopie, paus
Johannes Paulus II, wat mijn opvattingen over vrijheid van levensbeschouwing
wel eens onder druk zette. Ook de prekerige toon van "Het vrije
woord", een uitzending vanwege vrijzinnige organisaties, die dus
lekenmoraal brachten, konden mij wel eens intrigeren, maar zelden overtuigen.
Als men de laïciteit echt is toegedaan, dan hoeft men de kalotten niet aan te
pakken, maar proberen, zoals ook Ludo Abicht in "De haan van
Asclepios" schreef, een eigen verhaal te brengen.
In de latere jaren, nadat men,
als gevolg van WO II en opnieuw van Mei '68 de status van de wetenschappen had
verdacht gemaakt, begon men opnieuw te geloven dat wetenschap alle problemen
zou oplossen. Hoewel er ook auteurs waren als Stephen Toulmin die de wetenschappen
van belang achtten, maar tegelijk meenden dat men in het vormen van een oordeel
redelijkheid moet betrachten, kregen we steeds vaker het discours van Richard
Dawkins of Dick Swaab voorgeschoteld en daar ontbrak die redelijkheid ten enen
male. Na 9/11 werd het debat voor de exacte wetenschappen nog sterker, ook als
wapen tegen elke vorm van geloof. Ons brein, waarvan we wel al veel weten, maar
waarbij de beeldvorming soms overtrokken verwachtingen blijkt te scheppen, kan
nu eenmaal een mens begoochelen, maar tegelijk is het nog altijd nuttig om ons
bij een waarheid te brengen. Vrede betrachten? Niet volgens de neurofanatici.
Er is nog iets dat in het
huidige gebeuren voor ruis zorgt en dan hebben we het over de scherpe afwijzing
door moslims in Europa van de politiek ten aanzien van Israël en Palestina. Men
neemt aan dat die jongeren vanzelf de Europese waarden zullen aannemen, maar
hoe sterk sommige jongeren, ook Europese zich distantiëren van de steun of als
steun beschouwde politiek ten aanzien van Israël, blijft in het debat
onbelicht. Het verzet tegen de "Amerikanen" veranderde van toon sinds
de acties op Amerikaanse en Europese campussen over de oorlog in Vietnam.
Bekijken we uitspraken in dat licht, dan wordt het begrijpelijk dat we soms met
ontsporingen te maken krijgen.
Moeten we dan de gedachte aan
vrede helemaal afwijzen als al te idealistisch? Ik schreef al dat ik niet echt
een pacifist kan zijn omdat ik vind dat landen de eigen burgers moet kunnen
verdedigen tegen opdringerige vijanden. Moet men de oorlog dan promoten? Neen,
want zoals Herder het voorstelde, dat landen militair sterk moeten zijn zonder
naar superioriteit te streven, kan men in het kader van EU een verdedigingsmodel
voorop stellen dat mogelijke tegenstanders ervan weerhoudt al te opdringerig te
worden. Maar, hoor ik al roepen, hier sprake van Wilders en anderen de interne
vijand noemen. Het is zo dat er zonder veel overdenken gekozen is voor
arbeidsmigratie voor 1974, maar dat die migranten hier zouden blijven, was niet
voorzien.
Vrede betrachten is een nobele
en deugdzame ingesteldheid, maar men zegt dat we niet blind mogen zijn voor de
werkelijkheid? Welke werkelijkheid? Die van steden waar jongeren verliezers worden
omdat men een onderwijsmodel introduceerde dat te zeer op een veronderstelde
zelfredzaamheid gebaseerd is, een constructivistisch onderwijsmodel dat geen
ramen opent voor wie van huis geen openheid heeft meegekregen. Steden ook die
ondanks de roep van kosmopolitische openheid voor de jongeren soms als een fuik
blijken te werken. Dorpen lopen leeg, alleen oudere mensen blijven er achter en
de voorzieningen vallen uit, zodat het inderdaad geen optie is in dorpjes nabij
Villefranche-sur-Saône te gaan wonen of in de Jura. Het idee dat we de mensen
moeten concentreren bij de voorzieningen lijkt logisch, maar houdt geen
rekening bij andere facetten van het leven en van wat mensen kansen biedt een
goed leven te leiden. Nog altijd zegt men dat men in de stad moet leven, maar
voor zichzelf houden we er graag een vakantieverblijf ver van de steden op na.
Op zich vormt het geen
probleem als men niet altijd even consequent tegen de dingen aankijkt, maar in
het debat weegt de stem van de bourgeois-bohémien wel sterk door en dan is het
de vraag of die zelf hun retoriek goed overzien. Gezond leven promoten, maar
mensen die ongezond leven laken, als begingen ze dagelijks doodzonden, het
blijft me raar voorkomen omdat men toch ook wel de idee genegen is dat iedereen
autonoom keuzes maken moet, als het maar de juiste keuzes zijn. Jawel, die zijn
natuurlijk rationeel en ingegeven door wat de wetenschap ons leert. Daarover
kan geen discussie bestaan, denkt men.
Ik vraag mij af hoe we uit dat
spanningsveld iets van belang zullen puren, dat wil zeggen dat de samenleving
ten goede komt maar minstens evenzeer die mensen, die vaak meer lijden onder
moslimextremisme dan wij, net omdat die jonge adepten vaak scrupuleus en
rigoureus de aangeleerde doctrine willen doen handhaven. Ter wille van de vrede
zeggen ze dan, in het huis van de Islam. Maar zoals men weet is dat een
redelijk utopische ingesteldheid, want wie er niet in past dient te verdwijnen,
kwaadschiks dus.
Vreedzaam samenleven zal geen
vlekkeloos leven opleveren, maar het kan wel de spanningen wegwerken. Hoe we
daartoe komen, verdraagt geen simpele antwoorden. De radicalisering komt, zoals
ik al schreef, voort uit een mentale ontworteling. Hoe we die kunnen tegengaan,
onder meer door mensen aan te moedigen uit de stedelijke rand te vertrekken
maar met de mogelijkheid in verlaten dorpen een beter en meer geborgen leven te
gaan leiden, botst op de realiteit dat er geen werk is in de buurt van
Bourg-en-Bresse of nabij Tulle in de Corrèze, zodat men ook als samenleving wel
over een en ander evenwichtig zal moeten nadenken. Nu zijn er wel inspanningen
gedaan om in kleinere stadjes meer woningen te voorzien, maar of het werkelijk
lukt, blijft nog maar de vraag. En de vrede die we hopen? Tja, we zullen
anderen ook vrede moeten geven, die gedachte laat mij niet los.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten