Met enige angst valt wel te leven
Reflectie
Noli Timere
De
angst vrezen
![]() |
Hendrich Goltzius "Mijn en Dijn verjagen Eendracht, Liefde, Vrede en vreze Gods. Met deze gravure schaarde de graficus zich in een humanistische traditie. , |
In Knack verwijst Charles
Michel naar Franklin D Roosevelt, die meende dat de angst vrezen erger is dan
angst voor wat dan ook. Hij had dan ook de oorlog te voeren op en rond de
Pacific en over en op de Atlantische oceaan. Maar angst was lange tijd geen
groot onderwerp - dat wil zeggen, er waren weinig grote onderzoeken over hoe
werkelijk de angsten van mensen wel niet zijn - terwijl het een belangrijke
emotie is. Angst voor het eigen lot is belangrijk, angst voor het lot van naasten,
kinderen, verwanten, vrienden is groot.
Maar angst voor blind geweld
neemt toe, zo lijkt het wel en angst voor terrorisme is er ook niet minder op
geworden. Maar we leven paradoxaal genoeg in een wereld, althans in Europa waar
zowat alles geregeld is en de organisatie van dat alles loopt nagenoeg op
rolletjes, ondanks alle kleine en grote problemen die telkens weer gemeld
worden in de pers. Dat de media mogelijke problemen van hygiëne in ziekenhuizen
melden of het probleem van de resistentie van bacteriën heeft natuurlijk
belang, maar dat mensen blij zijn met de verzorging die ze krijgen en het leven
kunnen verderzetten is wellicht het belangrijkste. Natuurlijk speelt de kwestie
van betaalbaarheid, van de kostprijs van nieuwe therapieën en brengt het vermogen
mensen met zware verwondingen toch te laten overleven ons nieuwe vragen.
Maar leven we daarom in een
angstaanjagende wereld? Volgens sommigen kunnen we de gevaren niet vroeg genoeg
detecteren, of die van terroristen, would-be terroristen komt of van het
samenleven zelf. De afwijzing van ggo blijft mij fascineren, omdat de
principiële houding elke poging tot afwegen en overwegen overbodig maakt.
Tegelijk is men boos op Theodore Dalrymple, omdat hij mensen beledigend zou
bejegend hebben in zijn boek "Life at the bottom", terwijl de man
wilde analyseren waarom in zijn stad Birmingham zo naar de rafelranden afdrijven,
zich laten gaan, gesteund door losse ideetjes die rondzoemen, waarbij men de
autoriteit van een leraar, van een arts ontkent, maar evengoed begrepen heeft
dat ze niet per se verantwoordelijk zijn voor hun daden. Ik denk overigens dat
men de angst van mensen om af te glijden niet goed kan inschatten. In die zin
vond ik het artikel van Nigel Williams in DS over de verkiezingen van 2010 en
het gebroken England, de gebroken beloften wel indrukwekkend. Hij schetste in wezen hetzelfde beeld als
Dalrymple, maar belangrijker nog is dat we vooral dit moeten vrezen, de
onderwijs noch cultuurbeleid bijdragen tot emancipatie, maar integendeel mensen
"in hun wereld" laten. Dat is geen uiting van respect.
Dalrymple schetste een
onwelkom beeld van het leven in sommige Britse steden en meteen staan
weldenkende intellectuelen op hun achterste poten, want ze menen dat hij intellectueel
oneerlijk is door een soep van anekdotes en gevallen te presenteren, in plaats
van een grondige analyse met meetbare gegevens, grafieken te presenteren en
oorzaak en gevolg goed te presenteren. Michel Foucault kon toch niet fout zijn
geweest, toen hij de aanbeveling gaf het gezag te wantrouwen? Dat niet iedereen
zomaar de autoriteit van de schoolmeester kan betwisten, ook ouders niet die
hun kinderen zo onzeker maken over meester Jos of juf Klaartje, lijkt men uit
het oog te verliezen, want ook hier speelt het belang van het juiste midden en
proportionaliteit. Ook het feit dat de opleiding van leraren m/v voor het lager
onderwijs zit er voor iets tussen, met name het feit dat die jongeren niet
altijd meer gerekruteerd worden bij de slimste kinderen, die dan naar de
kweekschool mochten als de ouders geen college of kostschool konden betalen. Al
werden de echte bollebozen wel met beurzen bedacht om hen zo naar college en
eventueel hogeschool of universiteit te sturen, al was de eerste bedoeling hen
een roeping mee te geven en dus een studie aan het grootseminarie aan de hand
te doen. Maar al tijdens het interbellum lukte dat niet meer zo goed. Men zal
dus de opleiding van de bachelors die klaar gemaakt worden voor het
basisonderwijs goed moeten opvolgen. Nu bestaat de vrees dat het al te zeer
achteruit gaat, maar dat zou de schuld zijn van die leraren, niet van de
beleidvoerders.
Er leven vele angsten dezer
dagen, maar bezorgdheid kan ook positief begrepen worden. We kunnen zorgen voor
duurzaamheid, voor vreedzaam samenleven, want het vormt een kapitaal vermogen
van de menselijkheid dat we ons niet door angst hoeven te laten verlammen, maar
juist, eenmaal ervaren kan die emotie ertoe leiden het geval, probleem, de situatie rationeel
te bekijken en oplossingen te bedenken en in fine te handelen. De
maatschappelijke betekenis van angst vormde het onderwerp van mijn thesis, maar
ik ben er blijven over nadenken, net omdat de emotie zo complex is, maar ook
als tegengesteld aan het rationele wordt voorgesteld. Terwijl de emotie vaak
het rationele overwegen op gang brengt.
Een samenleving kan niet
alleen functioneren op basis van angst, want dan zou het een totalitaire staat
worden, een staat en samenleving waar al het onvoorspelbare wordt afgeweerd, in
de kiem gesmoord. Een dooie boel wordt het dan wel, als we ons door vrees en
angst en beven laten leiden. Merkwaardig genoeg ontkomt men niet aan de
gedachte dat een wetenschappelijke expertise vaak wordt ontwikkeld om reële of
mogelijke gevaren, van gezondheidszorg tot jeugdzorg voor te zijn. Het komt me
voor dat we zo gewoon zijn dat alles als probleem behandeld wordt en ook nog
eens een keertje stevig aangepakt, terwijl de overheid als zodanig niet zo
dicht bij burgers kan komen, zijn het mensen die namens de overheid bij de
betrokkenen komen en hangt veel af van hen.
Nu blijkt dat dit bij de bestuurders
tot een dubbelhartigheid aanleiding lijkt te geven: men stelt dat het succes
van een aanpak berust bij de leidinggevenden maar dat mensen op het terrein, in
de jeugdzorg bijvoorbeeld, vaak verantwoordelijk zijn voor het falen van de
aanpak. De ontwerpers aan de tekentafel komen wel eens van de werkvloer, maar
zijn die ervaringen gaan relativeren, terwijl in een aantal gevallen de inzet
van de mensen op de werkvloer ver voorbij de verwachtingen gaan, zodat ze soms
op de vingers getikt worden.
Juist inzake deradicalisering
zal de minister-president noch de burgemeester van Brussel succes boeken omdat
de taak erop in te zetten gedelegeerd wordt en dat hoort ook zo. Het ligt wel
in handen van de politieke overheid om deradicalisering een passend kader te
geven. Maar dat dit geen project kan zijn dat eenmalig een vaste procedure
vastlegt noch dat men hier met redelijke argumenten, laat staan rationele
overwegingen de zaak veel zal bereiken, precies omdat deze jongens en meisjes
precies een hekel hebben aan dat soort benaderingen. Hun beweging is op emoties
gestoeld, afkeer, haat en afwijzing, maar ook op een vertrouwen ten slotte gered te zijn. Hun geloof is
blind, hun loyauteit zonder grenzen en de hoop op een beloning verzekerd. De
inzet van troepen, die onder invloed waren, was al vroeger aan de gang dan WO
II, toen de VS de soldaten amfetamines gaven om beter te presteren. De Duitsers kenden ook hun producten, want het
was de tijd van de nieuwere chemie en geneeskunde.
Wie dezer dagen over angst wil
nadenken, komt algauw in de verleiding alleen de aperte zaken te noemen en
jawel, men moet de gebeurtenissen, de moordpartijen in Parijs op 7 januari 2015
veroordelen. Men moet begrijpen dat deze mensen er om een of andere reden toe
bereid waren. Maar Europa en de VSA hebben aan die wreedheid ook vorm gegeven,
zoals Abu Graib en Guantanomo. Het blijft wat mij betreft de grootste flater
van de toenmalige administratie, de Busch-Administration dat ze op de aanval op
de Twin Towers zo heftig hadden gereageerd en op wetgevend vlak de ratio hebben
laten slapen. Dat heeft me niet enkel verwonderd, ik werd er ook angstig van,
omdat er geen argumenten leken om hen tegen te houden. In feite ontbrak het Busch en co aan de nodige
aandacht voor details, die bijvoorbeeld de founding fathers wel hadden. Ik kan
hier niet anders dan aan het voorgaande toevoegen dat de wijze waarop men het
Tweede Amendement op de Grondwet van de VSA nu wil interpreteren van eenzelfde
ondoordachte visie blijk geeft. Men stuurt ook zo willens en wetens mensen ad
random de verdoemenis in.
Angst hanteren om de macht in
toom te houden? Dat is wat er deze dagen vaak ontbreekt. Het is niet enkel het
volk, of de armen die Dalrymple beschrijft die men in toom moet houden, het is
het systeem van machtuitoefening dat ons altijd weer alert moet houden. De
overheid mag in een goede democratie niet zo optreden dat burgers bang zijn
voor de overheid en haar agenten. Noli Timere zou ook in een democratie van
belang moeten wezen, het devies moeten zijn. Maar we zien hoe ondernemers
burgers op allerlei terreinen worden belaagd en bovendien houdt men hen nog
eens voor dat ze niet betrouwbaar zijn. De leraren m/v niet, de artsen niet, de
magistraten niet. Alles wil men onder controle krijgen, maar ook dat levert
angst op.
Veiligheid heeft dus niet
enkel met controle te maken en beheersing maar ook met het loslaten en
vertrouwen. Natuurlijk moet men na de gebeurtenissen in Parijs, Verviers en bij
het Joods museum in Brussel waakzaam handelen, maar toch, sinds ik in Palermo
carabinieri zag met machinegeweren, heb ik begrepen dat het inderdaad zo is dat
een samenleving door onwillig volk gecorrumpeerd kan worden. Het valt op dat de
RAF, de Baader-Meinhofgrupe net zo ondoorzichtig handelde als de maffia maar
geen controlemiddelen ter beschikking had. Ook terroristen hebben financiering
nodig en dat moet men goed volgen. Maar men kan niet zeggen: de angst voor
terreur mag ons niet begeesteren, maar wij, de overheid moeten de angst eronder
houden.
De zwakheid van de
parlementaire democratie en rechtstaat bestaat erin dat er soms veel tijd over
gaat om de nodige maatregelen te nemen, maar men zal begrijpen dat overhaasting
soms desastreuze gevolgen kan hebben. Hannah Arendt wist zeer goed dat zij
David Ben Goerion wel diende te kapittelen over de wijze waarop hij Eichmann
gebruikte voor een pedagogisch project. Was zijzelf in Duitsland niet bijna in
de KZ was terecht gekomen, maar door een wonder was ze door de SS vrijgelaten
na een korte aanhouding, 8 dagen als ik Aloïs Prinz goed begrepen heb.
Het gaat daarom niet op, denk
ik onze tijd te vergelijken met de donkere tijd die zij, Arendt, maar ook mijn
eigen ouders, toen beleefden. Het gaat wel op te melden dat onze vrijheid, onze
situatie waarin de overheid de burger a priori vertrouwt, op te geven in ruil
voor veiligheid, die altijd ook op de helling staat net omdat we vrijheid
opgeven.
Lieve Blanquaert zegde op de
radio dat het toch naar is dat rechts zou profiteren van de situatie. Rechts?
Wat is vandaag rechts? Men kan op ethisch terrein progressief zijn en
economisch de vrije markt en de bonussen voor bankiers zeer waarderen. Men kan
cultureel een esthetisch nihilisme afwijzen en toch zoeken naar actuele
artistieke uitdrukking voor het actuele. Arno Quinze's houten structuren vind
ik esthetisch nihilisme, omdat hij ons wil zeggen, doe maar op, er is geen
verhaal, geen idee, alleen houten raamwerk en gestapeld zonder duidelijke
structuur. Het heeft wel iets, maar het beklijft niet. Men kan voor de vrede
zijn en het pacifisme afwijzen, men kan voor geweldloosheid in de samenleving
ijveren en tegelijk (links) terrorisme vergoelijken. Dat is des mensen. En
daarom denk ik dat men vandaag over het gebruik van geweld voor politieke
doelen niet rechts moet aanspreken zonder de balk in de eigen ogen te zien. Het
is beangstigend hoe sommige mensen die zich links noemen menen dat de anderen
er inzichten op na zouden houden die niet kunnen. Men kan het oneens zijn met
conservatieve mensen, maar hen zo te kijk zetten als mevrouw Blanquaert deed,
neen, dat moet men niet accepteren. Wij tegen zij? Absoluut niet, maar klerikalen,
conservatieven en neoliberalen, daar hebben we niets mee. Juist, Voltaire wist
het al, men kan van zijn leven niet zeker wezen als men de visie van de ander
diep verachtend niet toch de verdediging ervan opneemt.
Onze angsten lijken
aangestuurd door een ministerie van waarheid, maar ook door mensen die zich
graag veilig wanen in een goed ingericht koekoeksnest. Daarom, laten we vooral
de overheid vragen dat ze proportionaliteit blijft hanteren en de basisrechten
van de grondwet niet te grabbel gooit. Met enige angst valt anders wel te
leven, al is het maar omdat we niet alles hoeven te voorzien.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten