Levensvreugde waarderen




Dezer Dagen




Leven in tijden van positieve gezondheid
La condition humaine in perspectief



Zeus en Hermes bezoeken Philemon en Baucis, twee oudjes,
die na een gulle ontvangst een mooie tempel krijgen
en bij hun sterven gelijktijdig gaan. Mooi oud worden is een
kunst, maar soms gaat dat niet, wegens omstandigheden.
Soms moet men die voor lief nemen, wil men nog
enig welbevinden ervaren. Teveel aandacht
voor de dogma's omtrent een gezond leven, kan
voor ongemak zorgen. 
Wie al eens een ziekenhuis binnen moet lopen, op bezoek bij een patiënt, ontkomt niet aan de vaststelling hoe goed het allemaal geregeld is, de gezondheidszorgen, de huizen van genezing kunnen, zoals Luc Bonneux zegt, soms genezen (veel meer dan ooit voordien), vaak verlichten (onder meer ondragelijke pijn) en men zal altijd iedereen verzorgen. De idee van de CM om voor positieve gezondheid een lans te breken, bleek verrassend afstandelijk onthaald te worden. Luc Bonneux geeft aan dat er met het concept een en ander mis is.

Ik weet wel, we zijn gehouden ons goed te verzorgen, zodat we geen ziekte onder de leden krijgen. Nu ik regelmatig mevrouw mijn moeder opzoek in het RVT waar ze na een lang en zeer actief leven als huisvrouw en moeder, die ons leerde gezond te leven, gezonde eetgewoonten aan te wenden en wat al niet meer, maar toch, men zou ook kunnen overwegen dat na al die jaren haar welverdiende rust toekwam, maar een neurologische aandoening gunde haar die niet. Kan ze er iets aan verhelpen? Helaas niet en voorkomen was er ook niet bij. Zou men, zoals Jean-Jacques Cassiman betoogde er goed aan doen mensen bij geboorte te testen op Alzheimer en andere neurologische aandoeningen, die pas zeventig, tachtig jaar later aan het licht zouden komen? Cassiman vond zoiets onzinnig wel te verstaan, maar als we uitgaan van de idee van positieve gezondheid, dan kan men zich afvragen of men inderdaad niet al die aandoeningen en nog vele andere zou moeten detecteren, op tijd. Het gaat om een benadering van een goed leven die impliceert dat alleen gezond leven goed leven mogelijk zou maken. Luc Bonneux en Ignace Devisch maken zich hierover zorgen, want in die context is in feite iedereen patiënt.

Net omdat de geneeskunde de afgelopen zestig jaar steeds meer aandoeningen heeft weten te behandelen of zelfs uitroeien, via vaccinaties, ziet men blijkbaar niet in dat daardoor aandoeningen die dertig jaar geleden misschien al slachtoffers maakten, nu veel grotere aantallen mensen kan vellen. Het is een vreemde vaststelling dat men er geen oog voor heeft dat de toenemende levensverwachting ook nieuwe kwesties aan de orde stelt. Er werden en worden mensen geboren met aandoeningen, waarover niet altijd veel gesproken wordt, er komen mensen door traumatiserende ervaringen in de Geestelijke gezondheidszorg maar die goed geholpen kunnen worden en met een aandoening kunnen leven omdat ze gepaste medicatie krijgen. Of mensen met diabetes die weten hoe ze ermee om horen te gaan, de gezondheid is niet bijster goed, maar lang niet al die mensen zien er uit als ellendige dompers.

Het mag gezegd dat we elkaar terecht een goede gezondheid toewensen, het valt moeilijker te begrijpen dat men dezer dagen voortdurend voor elke aandoening fout gedrag wil aangeven en dus de schuld voor de ziekte bij de patiënt legt. Vooral mediamensen – ik durf die lui nog nauwelijks journalisten noemen die persberichten van een of ander onderzoekscentrum klakkeloos overnemen – geven graag aan hoe deze of gene aandoening gelinkt is aan een gebrek aan zelfzorg of gezonde levensstijl. Zelden gaat het erom dat mensen zich ook goed willen voelen met hun leven, zoals het is. Zelden geeft men dezer dagen nog mee hoe we ons welbevinden kunnen vinden ondanks de omstandigheden.

Nu zou men nog kunnen bedenken dat positieve gezondheid vooral betekent dat men accepteert dat mensen ziek kunnen worden, maar dat men dan er alles aan doet om gezond te leven, terwijl er van alles op ons af kan komen, zij het, vergeleken met de situatie voor WO I, dat er heel wat ziektes, zoals cholera of polio, tbc (in Noordwest-Europa dan toch) ook verdwenen zijn. De volmaakte mens is nog niet geboren en zelfs dan, wat is volmaakt, want is er aan het einde niet altijd de onvermijdelijke exit? Bovendien, zoals Luc Bonneux aangeeft, ziet men personen in die terminologie niet als leden van een groter geheel, die met elkaar interageren. Mensen lopen niet alleen trauma’s op door van een ladder te vallen of van een muurtje te springen, toch? We hebben terecht de hele resem aan mogelijke zonden uit onze gedachten geschrapt, terwijl we dezer dagen weer een hoop mogelijke zonden in gedachte en in daden voorgeschoteld krijgen, want tja, wie begaat nu al die zonden of beter, dingen die mensen aangenaam zouden kunnen vinden zoals, het is nu eenmaal niet anders, sodomie, nu meestal anale seks genoemd.

Het omgaan met anderen is voor het welbevinden van onderschat belang, zo te zien, zeker als men individualisme vertaald als de mogelijkheid zich niets van anderen hoeven aan te trekken, een verstaan dat niet goed overwogen wordt. In wezen gaat het verder, wil men door niets of niemand tekort gedaan worden, maar ook niet verontrust worden als men anderen nalatig bejegend of iets aandoet. We willen regie over het eigen leven en dat is een goede zaak, zonder meer. Maar als we een goede regie over en voor onszelf voeren, waarom zou dat dan ook niet maken kunnen hebben met enig respect voor anderen? Zou goed samenleven er dan echt niet toe strekken dat we ons niet om het welbevinden van anderen bekommeren, al was het maar door een werkbare onverschilligheid aan de dag te leggen. Net die onverschilligheid, heet het, moeten we bestrijden, want moeten we niet zoveel als mogelijk empathie aan de dag leggen? Uiteraard is het goed empathisch in het leven te staan, maar toch kan men zich afvragen of men dat ten allen tijde kan opbrengen en dat het ook beter kan zijn andere mensen die niet direct in onze omgeving leven empathisch te bejegenen, wel hen hun gangen te laten gaan.

Positieve gezondheid kan er ook toe leiden dat we ons heel meticuleus aan gezondheidsvoorschriften gaan houden, zonder dat we intussen bezig zijn met onze aanwezigheid in het ondermaanse, wat men kan vertalen als zingeving, zonder dat er daarom onmiddellijk sprake zou zijn van metafysica – maar men hoeft dat ook niet uit te sluiten of af te wijzen dat anderen die weg kiezen. Ook als men minder goed ziet dan anderen kan men best gezond leven en vooral van het leven genieten. Tja, dat laatste betekent dan weer, denk ik dat we ons de goede dingen des levens die ons toevallen laten welgevallen en het ook al eens een beetje najagen, of de omstandigheden creëren er iets goeds van te maken. Maar als men op alles een stempel zet: “cancerogeen”, “gevaar voor hart en bloedvaten”, “doodt hersencellen”… dan is de pret er al gauw af. Intussen voeren politici en politiediensten oorlog tegen drugsdealers groot en klein, maar over het gebruik van cocaïne wordt in de pers weinig gezegd en zeker de risico’s ervan komen zelden onder de aandacht. Roken is dodelijk. Tja, we zullen eens stemmen en dan is het goed te weten dat men van het leven iets goeds heeft ervaren.

Is het niet traumatiserend aan mensen te vertellen die ALS gediagnosticeerd krijgen dat ze weliswaar niets hadden kunnen doen om de ziekte te voorkomen, maar dat ze toch nog goed op van alles moeten letten, terwijl hun doodvonnis ongeveer getekend is. Voor MS moet het nog harder aankomen, want duurt de lijdensweg niet nog veel langer? Natuurlijk moeten we, zoals Epicurus leerde, zo leven dat we morgen en overmorgen nog mee kunnen. Als evenwel mensen gaan protesteren en klacht indienen bij de rechtbank omdat ze gefolterd worden omdat er vliegtuigen overvliegen, terwijl men met quasi-zekerheid weet dat die mensen ook wel eens naar Barcelona zullen vliegen voor een weekend, dan wordt het duidelijk dat voor die mensen het goede functioneren van de samenleving de minste van hun zorgen is. Het goed functioneren impliceert dan dat mensen voor zaken, voor studie of voor het plezier het vliegtuig moeten kunnen nemen als ze dat willen, waarbij opgemerkt kan worden dat vliegtuigen veel energie verbruiken en ook wel debet zijn aan CO²-uitstoot. Ik weet het wel, dat sommige mensen als gevolg van geluidshinder last kunnen krijgen van slaapdeprivatie, maar de vraag is of met de bestaande vliegtuigen de hinder nog altijd zo groot uitvalt als bijna dertig jaar geleden en er toen al eens boven de omgeving van het Stepahnieplein in Brussel vliegtuigen overkwamen, met redelijk veel gedruis. En ja ik woonde toen een paar straten verder. Toch heb ik gemerkt dat die zone nu al veel minder last heeft van opstijgende vliegtuigen. De rechter zou zich deze beter onbevoegd verklaren, want ingaan op de klacht betekent automatisch dat anderen nog meer problemen op hun bord zullen krijgen. Overigens, ook rond Schiphol zien we deze discussies om de haverklap opduiken. Eigenaardig is dat niet want deze vliegvelden liggen nu eenmaal in megalopolis. In Frankrijk liggen de luchthavens nogal ver van de stadscentra, zodat Parijs en voorsteden van het ergste gespaard blijven.

Alles wat we doen veroorzaakt hinder, zelfs schade aan derden en aan het ecosysteem. Zeker nu de wereldbevolking de acht miljard individuen nadert, waarbij steeds meer mensen recht hebben op een goed leven en daar ook veel voor over hebben, ook in Azië en Afrika, zal de milieuproblematiek eerder toenemen. Misschien kan het helpen ggo’s op een doordachte manier in te zetten of te kiezen voor betere kerncentrales. Het argument dat kerncentrales verouderde technologie zou zijn klinkt tamelijk ridicuul, want we beschikken nog maar goed zeventig jaar over de technologie om elektriciteit op te wekken via kernsplijting. Zouden we niet meer energie moeten steken in kernfusie? Over het onderzoekscentrum Itter horen we maar weinig. Dat procedé zou immers een nagenoeg oneindige hoeveelheid energie op kunnen wekken en dus de hele uitstoot van CO² en andere gassen die de klimaatopwarming zouden bevorderen. Men zegt dat men over tien jaar vlees kan produceren zonder dat er nog dieren voor geslacht moeten worden. Maar zal men werkelijk willen afzien van een goede steak? Van een lamskroontje, kalfsniertjes? Het goede leven wordt vandaag geofferd en we zijn er niet zeker van of we daarmee de massa-extinctie van soorten kunnen voorkomen of het klimaat onder controle krijgen.

Waarom zouden we ernaar moeten streven eindeloos oud te worden? De generatie geboren tijdens het interbellum, mensen dus die nog de tijd van de kolenstook gekend hebben, die weliswaar meer dan wij bewogen, maar ook wel zware arbeid te verrichten hadden en er minder gezonde voedingsgewoonten op na zou hebben gehouden – al valt er op dat laatste wellicht te beknibbelen, want nu gebruiken velen onder ons meer suiker dan ooit en zien we dat mensen last hebben aan astma en allergieën – wordt dus oud, maar geniet lang van een behoorlijke gezondheid. Zijn wij dan zoveel meer als kasplantjes, die niets kunnen verduren? Te strak opgezette isolatie van het woonhuis blijkt daar ook niet enkel maar een gunstige invloed op te hebben. De zaak is dat als men problemen die men terecht moet onderkennen te zeer isoleert om er een goede oplossingen  voor te vinden, ook geen oog zal hebben voor (ongewenste) neveneffecten. Was het niet Hegel die zegde dat alles met elkaar verbonden is?

Het kan dus geen kwaad mensen in hun waarde te laten en te veronderstellen dat ze geen kwaad in de zin hebben. Nog eens, waarom streven naar een eindeloos opgelengd leven, waarvan men het genoegen niet altijd afdoende kan ervaren? Gezondheid is inderdaad meer dan de afwezigheid van ziekte of aandoeningen, tekortkomingen van het organisme. Maar moeten we dan, zoals Sloterdijk al schreef in ‘kritiek van de cynische rede’, dat artsen en gezondheidsambtenaren iedereen maar bij voorbaat ziek verklaren en dan allerlei maatregelen gaan opleggen, om erger te voorkomen.

Positieve gezondheid kan men niet afzetten tegen een tegendeel, want negatieve gezondheid kan men niet omschrijven. Het is van belang te begrijpen dat mensen liefst geen gezondheidsproblemen hebben, dus dat ze zich gezond voelen en toch kan er iets mis zijn, waar anderen niet van weten, hoeven te weten. La silence des organes? Alles werkt naar behoren, we horen geen krakende knoken noch sputtert de lever tegen.

De gezondheidszorg is van goede kwaliteit, dank u, de financiële ondersteuning kost de samenleving heel wat, maar wat men vaak over het hoofd ziet, blijft de meerwaardecreatie. Mensen die ouder worden dan ooit kan men moeilijk als een kostenpost aanmerken. Het heeft te maken met de financiering van de gezondheidszorg dat men vooral die kant van het verhaal bekijkt, wat overigens naaststaanden van een patiënt ook wel eens ingepeperd wordt en wat leidt tot een ontzaglijke druk op het welbevinden, omdat we van alles moeten voorkomen. Soms grimlach ik wel eens als men mij komt vertellen dat margarine voor consumptie minder voordelen heeft op boter, dan men gedurende decennia heeft beweerd.

Ook in dit concept “positieve gezondheid” ontbreekt een belangrijke gedachte, die filosofen al tijden beroert, al vergeten we graag die inzichten van bijvoorbeeld Epicurus en zelfs de Stoa had goede gedachten in de aanbieding over goed leven. Goed leven kan men niet zomaar in het algemeen met enkele vuistregels aanreiken, net omdat we, moet het herhaald, “ik en mijn omstandigheden” zijn, zoals Ortega y Gasset vaststelde.

Het zou dus wenselijk zijn mochten we zo een begrip als “positieve gezondheid”  verbinden met goed leven en mochten onderzoekers in hun adviezen na het uitvoeren van uitgebreide onderzoeken ook nog eens kijken of ze zelf de adviezen zouden naleven die ze anderen aanreiken. Bovendien merkt men wel eens dat mensen een advies krijgen dat hen misschien wel enkele qaly’s, toegevoegde kwaliteitsvolle jaren dankzij een ingreep, schenkt, maar de zin om te leven kan verloren gaan, omdat men niet met de nieuwe omstandigheden om kan gaan. Men spreekt vaak over meer handen aan het bed, maar wat me opvalt is dat ook huisartsen zelden te tijd nemen om na te gaan hoe mensen na een ingreep omgaan met de nieuwe situatie. Vaak raken oudere mensen aan hun zetel gekluisterd, zonder dat omstanders inspanningen leveren er toch nog iets van te maken, om hen buiten te brengen, deel te laten hebben aan wat er gebeurt. Schrijvende merk ik dat ik met bovenstaande zin een wellicht te donker beeld schets, want er legio mantelzorgers die dat nu net wel doen. Het verschralen van de zintuigelijke ervaringen, omdat men altijd in dezelfde omgeving zit, wordt in RVT’s wel opgevangen, al is dat niet altijd gemakkelijk, net omdat mensen soms in een intens rouwproces betrokken zijn.

Gezondheid is een groot goed, zoveel is zeker, maar men kan ook welbevinden ervaren ondanks gezondheidsproblemen. Dat is nog niet in tegenspraak met wat men begrijpt onder de term “positieve gezondheid”, maar wel is het opvallend dat men er alles aan wil doen om ziekten te voorkomen, terwijl een pak ziekten gebonden zijn aan genetische factoren of aan omgevingsfactoren. De wijze waarop mensen nu zo gekant lijken tegen automobiliteit, roept vragen op, want wat als we de mobiliteit gaan beperken en vertragen, kan dat mensen nog meer in eenzaamheid duwen. Uiteraard moet men verstandig omgaan met auto’s en er zijn inderdaad andere vervoersmodi, maar of die afdoende beschikbaar zijn, blijkt altijd wel weer tegen te vallen. Overigens vergeet men nog eens de sociale gevolgen, ongewenste gevolgen want men ontneemt minder welvarende mensen de kans om zich te verplaatsen. Maar goed, voor de gezondheid alles. Ik vrees dat dit een kortzichtige benadering moet heten en het erge is dat men voortdurend op argumentaties als deze botst. De verbodscultuur tiert welig en de vraag is wie er beter van wordt. Schiet men niet al te vaak met een kanon op een mug?

Bart Haers  

Reacties

Populaire posts