Bijzondere zielen in het leven
Recensie
Een reis
door ‘t leven
Met Down
Lieve Joris. Hildeke. Atlas Contact 2022. 144 pp. 19,90 €
Lieve Joris schrijft over ontwikkelingen die niet
altijd de voorpagina van de kranten haalt, met groot hart, inzicht en durf,
want geef nu toe, wie wil graag gezien worden met een rebel in tijden dat elke
vorm van opstand als terrorisme wordt weggezet. “Neerpelt”, haar boek over
vooral haar broer Fonny kende ik, maar heb ik niet gelezen, maar nu ik “Hildeke”
gelezen heb, wordt me duidelijk dat ook dat boek gelezen zal worden. Maar goed,
leven en sterven van Hildegard Joris, dat heeft er bij mij in gehakt, omdat ook
wij, mijn zus en broers een broer met een ernstige mentale beperking moesten
afgeven, na toch een jaar van toenemend leed. Ben ik daarom minder goed
geplaatst om het relaas van Lieve Joris te lezen en waarderen? Wellicht niet,
maar misschien toch wel meer geneigd tot begrip met de leefwereld van Hildeke.
Een van de eerste boeken die ik las van Lieve Joris ging
over een verslag van een reis door Congo waar ze tegelijk onzeker over haar reisdoel
en plaats in deze samenleving, op locaties waar wij nooit zullen komen, een rivierboot die haar
naar Kisanghani brengt en leert hoe de verhoudingen zijn. Corruptie is een
zaak, de wreedheid van het regime, leek ik bij haar te kunnen lezen, lag vooral
in de onverschilligheid voor wat het mensen aandeed. De infrastructuur die na
de Dipenda nog behoorlijk functioneerde, werd niet onderhouden, omdat
ambtenaren van hoog tot laag wel wisten wie er van moest profiteren. Wanneer
Mobutu en zijn regime ten onder gaan, zo lezen we in het Uur van de Rebellen,
dan valt op hoe Joris met grote aandacht mensen observeert maar vaak met
onverwachte details de situatie helder aan ons overbrengt. Observeert niet
iedereen die zo een reizen maakt? Allicht, maar het gaat erom ook te zien wat
men niet direct verwacht en ons vooringenomen verbeelding op de helling zet.
Lieve Joris heeft in meerdere opzichten een proces van dekolonisatie op gang
gebracht, net door situaties aan de orde te stellen die we niet altijd
meekrijgen, als de politieke conflicten en later de interferentie van China in Afrika
ter sprake komen en die zij heeft beschreven op haar eigen wijze. Toch is het
geen impressionisme, zoals men wel eens hoort maar net met aandacht schetsen
van fenomenen die de acute verslaggeving niet vatten kan, maar wel meegeven hoe
in ons onbekende werelden mensen hun leven uitbouwen.
In “Hildeke” brengt Lieve Joris ook een kleine wereld
tot leven, waarbij het verhaal van oud worden en veranderingen door overlijdens
hun plaats krijgen. Eerst de moeder, dan de vader, dat ligt min of meer in de
orde der dingen, maar zij maakten zich bij leven onmisbaar voor het zorgenkind des
levens, Hildegarde. Dezer dagen menen we zonder verpinken dat men dankzij een
prenatale diagnose de geboorte van kinderen met down kunnen voorkomen en zo dus
onnodig lijden. Wie lijdt er onder het leven met down? Ik heb het me vaak
afgevraagd als ik mensen zag in de home waar mijn broer 35 jaar leefde, maar
waarbij de mama wel zorgde dat hij zo veel mogelijk thuis kon zijn. Mijn broer
had geen down, wel een zware mentale beperking en kon niet spreken. Hildegarde
Joris kon dat wel en ze kon ook lezen, wat haar mogelijkheden verhoogde, maar
blijkbaar ook niet kon verhinderen dat ze haar beperkingen ervaren moest.
Voor de ouders is zo een zorgenkind geen cadeau, maar
men zocht – om toen evidente redenen – naar een een omgaan met de handicap en
met het kind die het voor iedereen dragelijk maken zou. Maar wie met Down
leeft, de eigen beperkingen ervaart door wat de anderen, leeftijdgenoten doen,
kan daar wel eens triest om zijn, wat we toch maar al te goed begrijpen,
terwijl zo een kinderen en jongeren dan toch een opvallende levensvreugde uitstralen, die we niet altijd
goed kunnen vatten. Mensen als u en ik zijn, zoals Lieve Joris ook opmerkt,
geneigd te denken dat voor die kinderen en volwassenen het leven alleen maar
triest verkommeren is in een leven aan de marge. Juist omdat ouders proberen
hun dochter of zoon kansen te geven, hen inclusief opvoeden, voor zover
mogelijk, kunnen zij, de kinderen toch met blijdschap naar hun omgeving kijken.
Lieve Joris vertelt in het eerste deel hoe haar vader
zich wel bewust was van de noden van zijn dochter, Hildeke, maar ook merkten de
andere kinderen dat hij het niet meer kon opbrengen bij het proces van dementie
en dat had dan weer tot gevolg dat Hildeke haar houvasten verloor. Dus stonden
Lieve haar zussen en broer er plots samen voor, voor de zorg voor de vader en
die voor de zus. Zij laat lezen hoe zijzelf en de anderen vanzelfsprekend de
zorg voor het zusje opnamen, maar dat
het voor de betrokkene lastiger was de vader te zien aftakelen dan voor hen.
Het is een soort van interacties tussen mensen dat zij
met aandacht voor precies die bewustwording bij Hildeke aan de orde stelt. Mij
heeft het ziekteproces van mijn moeder laten zien hoe sterk de symbiose in dat geval
kan zijn, hoe mijn broer het houvast verloor en tegelijk ook somatische
klachten kreeg, die hij niet kon uitleggen. Niet alles wat gelijkaardig is,
blijkt in de beleving verwant of herkenbaar. Wat wel herkenbaar is, denk ik, is
dat broers en zussen, in ons gezin was er maar een zus, veel over hebben voor
het welbevinden van zus of broer, dat weten in te voegen in hun eigen agenda en
vaak met dezelfde hardnekkigheid die alleen maar toewijding is als de ouders
die zorg op zich nemen.
Het ziekteproces van Hildeke kwam er na de dood van
vader en moeder en Lieve was in die periode veel dichter bij haar zus, laat ze
verstaan dan toen ze Neerpelt net verlaten had. Dat kan men haar niet kwalijk
nemen, zeker omdat er nog de geschiedenis met een broer was geweest, die ook in
het tweede boek over haar familie niet kon ontbreken. Zij laat zien hoe
merkwaardig het kan lopen in gezinnen, waar in se de omstandigheden voor de
kinderen gelijk geacht worden, maar in het opgroeien komen de verschillen naar
boven. Uiteraard, de ouders krijgen kinderen in dezelfde tijdspanne als ze hun
professionele leven opbouwen, hun welvaart zien toenemen en nieuwe
mogelijkheden zich ontplooien. Dan hebben we het nog niet over de verwachtingen
en dromen die ouders hebben voor hun kinderen en waar we maar moeilijk laatdunkend
over kunnen doen. Hildegard reist mee naar Spanje, bezoekt de familie aldaar en
geniet maar is ook soms bevreesd, schrikt voor wat er haar ontgaat. Dieptezicht
is voor wie er zich van beroofd ziet een lastig iets om te ontberen.
Ik ben geen lezer van getuigenisliteratuur, maar dit
boekje van Lieve Joris raakte me omwille van gedeelde en toch verschillende
ervaringen. Iemand die altijd het zorgenkind is geweest, zorgt voor extra pijn
bij het afscheid, omdat het lijkt op een falen van de verzorgenden, broers,
zussen, terwijl bij Down-kinderen en volwassenen de klok sneller tikt en
vijftig jaar al een kaap is die lastig te ronden valt. Het is, zoals ik met
mijn broers en zus mochten vaststellen toch ook een genade, dat het sterven
komt voor onoverzichtelijke kwalen zich gaan voordoen. Het was zo al niet
gemakkelijk voor hem, onze broer.
Lees ik doorgaans niet over alle mogelijke leed dat
ons overkomen kan, dat anderen overkomt, ziekte en lijden, dan niet omdat ik
dat lijden niet kan verdragen, maar net omdat, zoals Joris aantoont, je heel
precies moet aangeven dat dit levenservaringen zijn die je niet verlangt of
vraagt, maar zoals bij Down of andere zware mentale beperkingen een gegevenheid
is, die zich in onze levens nestelt en waar we mee proberen om te gaan. Joris
weet te vertellen dat het zusje dat ze ook achter zich liet toen ze naar
Amsterdam trok haar ook weer uitnodigt om de familie opnieuw te aanvaarden,
omhelzen. Leest men met interesse over Afrikanen in China en China in Afrika,
over een rebellenleider met wie ze een bijzondere band ontwikkelde, dan valt op
dat Joris hier, in haar familiegeschiedenis duikend weet mee te geven hoe het
leven gaan kan, maar ook dat we waar we ook heen gaan toch altijd mee verbonden
bleven. Voor wie het geluk kende niet met broer of zus, zoon of dochter met een
mentale beperking op te groeien of op te voeden te hebben, kan deze wereld en
het mensbeeld vreemd lijken, het boek nodigt net uit om dat te zien wat het
brengt wanneer men ongevraagd toch moet leven met een broer of zus met een
beperking. Lastig? Zeker, soms toch, maar ook verhelderend en een bron van
levensvreugde en verwondering ook.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten