Hoeveel heimat kunnen we (nog) hebben?
Kleinbeeld
Europa con amore
![]() |
Dick Pels. Van welk Europa houden wij? Uitgeverij Cossee. 160 pp. Prijs: 16,90 € |
Het zou een prettige avond
worden, daar bij de De Buren, het Vlaams-Nederlands Huis, aan de Leopoldstraat
in Brussel, vlak bij de Munt en het bruisende leven. Dick Pels zou ons onderhouden
over Europa en Jonathan Holslag zou er het nodige aan beknibbelen of toevoegen.
Het gaat zo met die voorstellingen van boeken en het is een goede gewoonte.
Toch wist Jonathan Holslag de discussie open te trekken, de auteur en het
publiek op sommige plaatsen andere perspectieven te bieden.
Dick Pels oogde als een
soixante-huitard, maar er zat een vreemde knoop in zijn verhaal. Nu ben ik zelf
Europees gezind en bevriend met N-VA, kritisch en loyaal tegelijk, maar de
partij drukt niet altijd uit wat ik denk en ik denk niet dat de partij altijd gelijk
heeft, want als dat niet zo is, dan moet dat ook aan de orde komen. Maar wie de
N-VA eurosceptisch noemt, vergist zich. Nu komt ie, de oude riedel: August
Vermeylen schreef in zijn kritiek van de Vlaamse Beweging: Vlaming zijn om
Europeër te worden.
Ik was naar Brussel gereisd
per trein en had de laatste pagina's gelezen over Louis XV, had met een goede
vriendin enkele zaken bijgepraat, onder meer over het plan van mevrouw Elke
Sleurs om de roofkunst die Napoleon zou hebben weggesleept, terug naar België
te brengen. Napoleon heeft veel op zijn conto, maar het verhaal van de
roofkunst, dat was na de slag bij Neerwinden, toen de Zuidelijke Nederlanden
voor Wenen verloren ging en door het Revolutionaire bewind werden geannexeerd.
De akkoorden over de teruggave na de Nederlaag van Napoleon na Waterloo, werden
niet goed uitgevoerd, maar later werden enkele restituties verricht. Moeten we
er ons druk om maken? Als we al eens in dit land de reserves van onze musea
goed zouden beheren en ook meer zouden openstellen, dan zou het al een heel
eind opschieten, want nu heb ik de indruk dat we ook op het artistieke vlak het
speelveld zo graag verkleinen: alleen enkele topnamen doen ertoe, alleen bepaalde
uitdrukkingen hebben betekenis. Tapijtkunst, houtsnijwerk, daar zitten zeker
ook topstukken in.
Maar het omgaan met Napoleon,
met de geschiedenis en de soms bizarre conclusies die men trekken kan, als men
er zich slordig mee inlaat, lijkt men niet altijd te snappen. Jongeren die naar
Syrië trekken om te gaan strijden, moeten we maar laten gaan, al is duidelijk,
denk ik dat die jongens en meisjes er inderdaad een visie op hun religieuze
positie op na houden die bepaald onredelijk mag heten, maar die niettemin hoort
bij de jeugdige idee dat men wel eens iets moet uitproberen. Juist, die neiging
de religie extreem te omhelzen en zichzelf en het eigen leven in de waagschaal
te leggen, stemt ons ongemakkelijk, maar het fanatisme heeft wellicht dezelfde
wortels die in 1936-1937 jongeren naar Spanje lokte om te vechten tegen Franco.
Maar zij werden misleid in hun idealen en de heer Josef Stalin had er geen
moeite mee dat enthousiasme te misbruiken. Wil men jongeren enige
terughoudendheid in hun overtuigingen bijbrengen, dan zal men hen ook best
vertellen dat jeugdig enthousiasme maar al te vaak misbruikt is geworden.
We praten ook over andere
zaken, maar een gedachte ging wel spoken in mijn hoofd, dat is dat we inderdaad
een probleem hebben met een te grote terughoudendheid ten aanzien van Europa. Toen
ik nog wat Joseph Roth las, De vlucht zonder einde, bedacht ik mij hoe we in
onze kijk op Europa juist dit soort inzichten moeten koesteren, dat er auteurs
geweest zijn die in het diepst van hun ellende, vertrapt als ze waren door de
omstandigheden, de nazi's, hun verhalen toch hebben neergeschreven. Een Pool en
een Oostenrijker uit Galicië, krijgsgevangen genomen door de Russen en naar
Siberië gestuurd, waar hij uit de kampen kon ontsnappen en bij een Poolse
pelsjager een onderdak vond, vervolgens zijn reis naar Wenen aanvatte, maar of
hij die vierduizend km, of waren het er meer, zou weten te overbruggen, zover
ben ik nog niet. Maar de werken van Joseph Roth vielen mij vooralsnog helemaal
niet tegen. Maar er is nog iets dat van hem een inspirerend schrijver maakt,
behalve zijn drankzucht en dat was zijn nostalgie naar een rijk zonder
binnengrenzen en waar mensen het ondanks alles wel met elkaar konden vinden. Ga
ik dan voorbij aan het antisemitisme in Wenen rond 1900 of de autonomie-eisen
van Tsjechen, Slovenen en zelfs van de Duitstalige bevolking, dan is het omdat
beide houdingen elkaar niet per se tegenspraken. Maar onze zucht naar
helderheid verengt zich wel eens tot eenduidigheid en dat lijkt me een
vergissing.
Terwijl ik nog even zat rond
te kijken, in afwachting dat Dick Pels zijn uitleg zou aanvatten, bedacht ik
mij dat niet zolang geleden, in het museum van de Dynastie en de democratie,
Luc Devoldere van Ons Erfdeel verwees naar de uitspraak van Stefan Zweig dat
waar men niet dezelfde kranten las en niet dezelfde taal sprak het land geen
heimat worden kon. Wil het nu wel lukken dat Dick Pels zijn verhaal begon met
de vraag hoeveel heimat we nodig hebben, naar het woord van Jean Améry:
"Wieviel Heimat braucht ein Mensch?". Het antwoord: hoe meer heimat
er is, hoe minder we er nood aan voelen[i].
Dick Pels presenteerde zich als een ouderwetse sociaaldemocraat die vond dat
rechts niet deugt, maar dat links in Europa de kansen heeft laten liggen om het
discours van de uiteraard rechtse eurosceptici te weerleggen. Ik had op tafel
willen leggen Joop Den Uyl tijdens zijn
bestuursperiode als Minister-president de neiging niet kon onderdrukken Europa
niet te veel macht te geven, want hij wilde, aldus de biograaf Nederland tot
een sociaaldemocratische modelstaat ombouwen. Dat getuigt van een zekere moed,
maar misschien van een inpertinent geloof dat alleen links goede antwoorden zou
hebben op maatschappelijke kwesties.
Nu, wanneer Dick Pels zijn
pleidooi houdt over Europatriottisme dan kan ik hem wel volgen: Europa is
inderdaad onze heimat, al is het tegelijk, vergeleken met de kleinstaaterei een
lastige kwestie aannemelijk te maken dat Europa een heimat kan zijn,
patriottische gevoelens zou kunnen opwekken. Dick Pels verwees naar de subtiele
veranderingen vanwege MP Mark Rutte ten aanzien van Europa voor en na de
gebeurtenissen met MH 17. Nu er ondanks al ons geloof in vrede voor onze tijd
toch weer oorlog woedt in Oekraïne en Europa militair niet veel in de
waagschaal leggen zal, moeten we vaststellen dat de zachte kracht, die Merkel
aan de dag legt, wel degelijk onze kracht vorm kan geven.
Dat we opnieuw moeten nadenken
over de trias van de Franse Revolutie: Vrijheid, Gelijkheid en broederschap,
daar kan men inkomen, meer nog, het is van belang dat we er de betekenis van
blijven onderzoeken, van elk der termen en van de samenhang der termen. Dat
betoog kon ik dus wel volgen en spreken over "Nooit meer Oorlog", dat
gaat er ook in als zoete koek, tot de heer Pels in de discussie met Jonathan Holslag
wist te melden dat de N-VA en bij uitbreiding de Vlaamse Beweging zegde dat de N-VA dicht bij figuren als Geert
Wilders zou staan of zelfs Marine Le Pen. Maar het is maar de vraag op welke
kennis dit gegrondvest is, maar feit is dat na 1918 in Kaaskerke bij Diksmuide
een toren werd opgebouwd, met een Pax-poort en op de nieuwe toren werd na WO II
de slogan Nooit Meer Oorlog gezet, in vier talen. Dat het pacifisme in de
Vlaamse Beweging niet altijd evenzeer ter harte werd genomen betekent niet dat
het zonder betekenis is.
Ik moet het boekje nog lezen
en zal het ook wel doen, maar hij lijkt niet enkel een soixante-huitard, hij
houdt er stugge inzichten op na, die wel eens dicht zouden kunnen aansluiten
bij wat Podemos en zo voor ogen hebben staan. Jonathan Holslag legde uit dat
men niet zomaar kan stellen dat men economisch beleid kan voeren door zomaar
schulden te maken en te geloven dat men de rijken moet afnemen wat ze hebben
opgebouwd. Moet men daarom de gedachte aan dat Europees Patriottisme van zich
afschuiven? Overigens, bedacht ik mij naderhand op de trein, zat er iets
bijzonders in de visie van Dick Pels, want hij vond dat men in de democratie de
relatie tussen meerderheid en minderheid en de minderheden binnen de
minderheden moet respecten en accepteren. Het leidt bij hem tot een
sociaal-individualisme, maar dat is nu precies wat bijvoorbeeld een meerderheid
in de land wel gedaan heeft, niet de minderheid onderdrukken, maar de scheiding
der geesten aanvaarden en vervolgens de samenwerking institutioneel zo
organiseren dat minderheden zich niet onderdrukt moeten voelen. Of België ooit
gescheiden zou worden? Ik weet het niet, maar ik stel wel vast dat het om meer
gaat dan om het taalverschil, dat de minderheid zich op zeker ogenblik zeer
bewust van haar minderheidspositie hardnekkig wist op te stellen en op die
manier het land op ramkoers heeft gebracht... met zichzelf.
Men moet tussen Vlaamse
Beweging en Europese gezindheid geen tegenstelling zien, want men onderkent wel
degelijk het belang van Europa, maar misschien vergeet men wat Martha Nussbaum
heeft te berde gebracht: politieke emoties dienen het rationele te ondersteunen
en te versterken. Dan gaat het niet om angst, haat, wantrouwen, maar net om het
tegendeel. Wie verwijst naar vrijwaring van vrees, laat zien dat men weet waar
de staat toe strekken kan. Ook Fernado Savater kan ik wel weer namedroppend te
berde brengen: Het goede samenleven gaat verder dan een discussie over
instellingen of economische slagkracht.
Op een aantal punten was ik
het dus niet erg eens met de heer Pels, kon ik beter de inzichten volgen van
Jonathan Holslag volgen, maar ik vind het wel zo belangwekkend dat Dick Pels
Links eens wakker probeert te schoppen, want niet voor niets ziet men dat het
land moe is, of beter, links lijkt aan creativiteit te hebben ingeboet. Dat
geldt dus helaas niet alleen voor rechts. Maar omdat ik nog altijd een zekere
fascinatie koester voor Ferdinand Domela Nieuwenhuis, voor een vorm van
anarchisme, die het proletariaat zag als een zee van mensen die best ook de weg
zouden vinden naar zelfbeschikking en -ontplooiing kan ik voor het anarchisme
van Domela Nieuwenhuis dat botste met de leiders van het socialisme zoals Kautski
en Bebel, Vandervelde ook, maar er waren er ook andere, zoals de jonge Hendrik
de Man, die op een heel eigen wijze de psychologie van zijn medestanders onder
de loep nam en het arbeiderisme liet verkeren in liefde voor het werk, den
arbeid. Dat de man in 1940 koos voor collaboratie mocht noch voor Pels noch
voor mij een probleem vormen de inzichten van de Man ernstig te nemen.
Ik weet dat dit geen proces
verbaal mag heten van de bijeenkomst van 12 februari. Dat mensen spreken over
democratie en over Europees patriottisme, moet ons wel boeien, want het is
economisch van belang dat we, zoals Jonathan Holslag meegaf met die grote markt
wel degelijk iets betekenen op het wereldtoneel, maar toch is het economische
niet per se wat ons het meeste moet bezig houden. Welvaart en welbevinden
stonden op de agenda en hoewel de analyses niet geheel gelijk liepen, de
oplossingen voor discussie zorgden, was het een mooie gelegenheid om over die
meningsverschillen heen ernstig over Europa te spreken. Nu nog wat verder
doorgaan op enkele zijpaden, zoals de vraag hoe we die zeer vervlochten
geschiedenissen tot een groter en begeesterend verhaal kunnen uitwerken en het
perspectief wordt wel breder, lang geen kleinbeeld meer.
Bart Haers
[i]
Jean Améry oftewel Hans Mayer, Oostenrijker, geboren uit een gemengd huwelijk
werd door de SS gefolterd en zou na de oorlog zijn ervaringen, vooral het feit
dat hij door de knieën was gegaan dertig jaar met zich meeslepen. Hij schreef
over de Freitod, zelf gekozen dood en koos er in 1978 ook voor. Ook hij blijkt
na de oorlog de politiek aan Links, van de Franse filosofie een ontgoocheling
te hebben opgelopen. Laat duidelijk zijn dat zijn inzichten vandaag nog weinig
stof doen opwaaien en wellicht valt dat te betreuren. Kan men niet alles kennen
en weten, het is toch wel zo nuttig uit de comfortzone van de eigen zekerheden
te blijven en af en toe te onderkennen dat er nog veel te onderzoeken valt.
Reacties
Een reactie posten