Tijl en Nele niet versuikerd




Recensie




Tijl en de Dertigjarige Oorlog



Daniel Kehlmann, Tijl.  Oorspronkelijke titel: Tyll. Vertaling Josephine Reinaarts. Querido 2017. 352 pp. Prijs: 19,99 €

Tijl en Nele, wie waren ze? Vluchtelingen, zo lijkt het wel, toch ook in het verhaal van Charles de Coster en wellicht ook in het volksboek. De versie van Charles de Coster ken ik uit een Russische uitgave in het Frans, maar met voetnoten in het Russisch. Dat men in Vlaanderen van Tijl zelfs de nar in hem nog heeft weten te versuikeren, heeft me altijd verbaasd, al lag het in het verlengde van de versuikering van zowat alle volksverhalen en sprookjes. De wreedheid werd eruit gefilterd, de onmenselijkheid ook. De Tijl die we leren kennen in “Tijl” van Daniel Kehlmann brengt ons in een andere wereld, die van de vernietigende Dertigjarige oorlog, die begon in Praag, met de bekende defenestratie van koning Ferdinand… en van de Winterkoning.

Een auteur kan de historische feiten kennen en er een eigen weg mee gaan, wat Daniel Kehlmann ook gedaan heeft, want valt er een en ander terug te vinden, het verhaal zelf, of beter, de reconstructie van wie Tijl Uilenspiegel nu wel was, komt in een collage van gebeurtenissen tot stand, waarin Tijl niet altijd de protagonist is, toch niet op het oog. Waarom Kehlmann de Dertigjarige oorlog ten tonele voert, kan men vooral als een boeiende inventie beschouwen, want in wezen gaat het daarover, over het wedervaren van mensen in een duistere, eindeloze oorlog. Wie de geschiedenis van Europa in de zestiende en zeventiende eeuw wil begrijpen, kan maar beter ook proberen zicht te krijgen op de Dertigjarige oorlog, die eindigde met de bekende verdragen van Osnabrück en Münster in 1648. In het onderwijs in Vlaanderen blijft de oorlog nagenoeg onbesproken, wat zowel inzake denken over Vrede en Oorlog, oorlogsrecht en militaire geschiedenis een betreurenswaardige omissie vormt. Ook de ruimere culturele betekenis ervan mag ons niet ontgaan, zoals het verhaal van de machtige generalissimus Wallenstein, die door Schiller in een driedelige tragedie tot leven werd gewekt, om de tragedie vorm te geven.

Kehlmann laat zijn Uilenspiegel eerst optreden in een vlek, een marktstadje, waar hij zich als koorddanser en jongleur presenteert en een groot gevecht laat ontbranden, waarin de bekende geschiedenis van de schoenen een echo krijgt. Het stadje was door de oorlog gespaard en om de een of andere reden gaf dat aanleiding tot een zekere zorgeloosheid. Toen Tijl kwam, was hij al bekend, iedereen herkende hem, zag hem, zoals hij gezien wilde worden. Dansen, zingen, de sprekende ezel, het is er allemaal, maar het is onduidelijk wanneer het zich afspeelt. Een jaar na de passage van Tijl komen alsnog troepen langs en het meisje Martha, die door Tijl was uitgenodigd om mee te gaan met hen stierf in de vlammen, de meeste vrouwen sterven zoals vrouwen sterven in de oorlog – dixit de verteller.

Kent u Anasthasius Kircher,  de wetenschapper die zich met magnetisme ging bezig houden en in Rome een gezien geleerde werd? In dit boek wordt er ook over gesproken, maar we krijgen de inquisiteur te zien, Doctor Tesimond, een jezuïet, die echter niet zo gauw in die rol zou zijn opgetreden. Het ging om een zoektocht naar heksen, lieden, mannen en vrouwen die met obscurantische, esoterische boeken en spreuken aan de slag gingen. Claus Uilenspiegel, de vader van Tijl – niet Claes dus – was in zijn jonge jaren op zoek gegaan naar de wijsheid en de steen der wijzen, leerde spreuken van allerlei aard. Hij verzamelde boeken, die hem soms in handen vielen dan weer had hij ze gestolen. Om veilig te zijn zocht hij een stabieler bestaan en dat vond hij bij een molenaar wiens dochter hij ten huwelijk kreeg. Stierf de molenaar, dan volgde Claus hem op, intussen verder werkend aan zijn grote werk, al kon hij geen Latijn. Het onderzoek begon met een gesprek tussen Tijl en Anasthasius, die hem de pieren uit de neus haalde, zonder dat Tijl het merkte. ’s Avonds komen de geleerden langs en verraadt Claus zich stoemelings, door hun geveinsde interesse voor waarlijk te houden, wat zijn vrouw, Agnetha wel had begrepen. Een lang verhaal kort verteld, Claus eindigt aan de strop en Tijl vertrekt met Nele, een dochter van de bakker van het dorp, die beloofd is aan een boerenzoon. Er speelt nog een andere figuur mee, een galant heerschap dat de verdediging van Claus wil opnemen, maar de inquisiteurs weigeren dat, maken hem verdacht en laten hem mee opsluiten. En een oude vrouw sterft ook de marteldood.

Het is en blijft een lang verhaal kort, want de hele episode gaat onder meer over vormen van bijgeloof, over Tijl die probeert op een koord te dansen en allerlei andere details, die in een roman met zorg uitgewerkt kunnen worden, de aandacht vast weten te houden. Tijl en Nele hebben een band, maar duidelijk is niet, welke band het wel is. Wel zijn ze lotgenoten en laten ze elkaar niet los, al dwingen de omstandigheden hen wel eens elk zijns weegs te gaan. De Tijl die eerst in het dorpen de mensen met elkaar laat vechten, eerst zingt en spot met de Winterkoning, die hen, de burgers hun rechterschoen weg laat werpen, krijgt een haast vilein gezicht als hij onderweg is. Het is een spotvogel, een nar, die de Winterkoning, Frederik V van de Palts vergezelt uit Den Haag naar het Kamp van Gustav Adolf en daar zijn eigen erfland als leen zou mogen behouden. Het zijn sublieme bladzijden, onder meer over de toenemende waanzin van de koning zonder land. Wat betekent het door de landdag gekozen te worden tegen de wil van de keizer in? Frederik VI van de Palts, hij dacht zich gesteund door de unie van Protestantse vorsten, kreeg van zijn schoonvader, de Engelse en Schotse koning evenmin steun en moest in den Haag refuge zoeken, hof houden ook.

Kunnen we het niet hebben over het Haagse hof van Liz, de nicht van Mary Stuart die Nele en Tijl tot haar hofhouding telt en die van Tijl een schilderij kreeg, waar niemand iets kan zien, die enige schuld met zich draagt of een echte domoor mag heten? Het is een bekend verhaal uit de verhalenschat rond Tijl en het geeft aan hoe wreed hij kan spotten met mensen, vooral met de (moedwillige) domheid van mensen, vooral mensen die goed met zichzelf staan. Zou dat te maken hebben met de ervaringen rond het proces tegen Claus? Misschien wel, maar Daniel Kehlmann heeft er geen zin in daar psychologische drijfveren voor aan te voeren. Soms lijkt het alsof hij wraakzuchtig is, dan weer is hij gewoon de schelm, die we kennen uit de versuikerde versies, maar het verhaal van de wraak op Kircher, al is het niet duidelijk dat Kircher er levend vanaf komt, tenzij voor hem leven altijd ook een straf zou zijn? Het was nog geen tijd voor iets anders, wat de draak, nauwelijks zeventien duizend jaar oud, wel kon denken. Of je moest Tijl zijn en besloten hebben dat het beter is altijd te leven, want van de dood houdt hij niet. Toch is er iets dat we moeten begrijpen, dat Anasthasius Kircher niet meer wist wat er in het boek met platen had gestaan. Zou het een boek zijn over necromantie of het hebben over de Tarot van Marseille, een van de gevolgen van complexe

Het einde van de Winterkoningin brengt ons in Westfalen, waar jarenlang is onderhandeld om tot een vergelijk en een vrede te komen. De afspraak was dat er geen koningen of vorsten dus ook geen vorstinnen zouden aanwezig  zijn, de vredesgesprekken werden door technici, diplomaten gevoerd, want vorsten staan zichzelf maar in de weg. Dat is het verhaal dat Kehlmann aanreikt, waarbij de werkelijkheid wellicht minder geweld wordt aangedaan, dan we zouden denken, want zoals de oorlog een onvoorstelbaar kluwen van belangen weergaf, op het speelveld van de strijd tussen Habsburg en de Franse Kroon, tussen de Katholieke Liga en de Protestantse unie, waarbij het Katholieke Frankrijk de zijde van de protestanten koos tegen Habsburg. Zoals in Syrië vandaag, is het lang niet duidelijk wanneer de oorlogsmoeheid zal toeslaan. Maar komen moet ze, de stonde dat de reserve op is, dat er geen soldaten meer gehuurd kunnen worden. 30 jaar oorlog zorgt voor ongerief, maar vooral voor verlies, aan mensen en aan kapitaal.

Toch is het Kehlmann daar niet om te doen, want het verhaal van de draak die gevonden moet worden, maar onzichtbaar is. Wie de draak gezien heeft, bedriegt de boel, maar voor sommige kwesties heeft men drakenbloed nodig, zoals voor het genezen van de pest. Kircher noch Olearius, de bibliothecaris van een koud en kil kasteel kan Nele overtuigen met hem mee te gaan, Tijl te verlaten. Zij wil wel knusser leven, maar kan Tijl niet verlaten, denkt ze, maar het lukt haar wel. Het is de goede kant van het verhaal. Tijl zelf, die wordt meer dan een schelm, schavuit, hij wordt en is onsterfelijk, al weten we dat niet meer, vanwege de versuikering.

Dit verhaal, dat bestaat uit op het oog losstaande hoofdstukken, vertelt ons het verhaal van wraakzucht om wat mensen aanrichten, zowel de soldateska als vorsten, maar ook de inquisiteurs, die op zoek gaan naar heksen en met leugens een verhaal vertellen. Het verhaal van Anasthasius Kircher, die toegeeft tegen iedereen te liegen, zou wel eens revelerend kunnen zijn voor de kijk van Kehlmann op het wetenschappelijke bedrijf, want de man staat voor het beeld de laatste uomo universale te zijn geweest, met veertig boeken die hij geschreven zou hebben. Een man ook die zich niet te beroerd wist om zich met alchemie inliet, maar dat vond Newton ook best boeiend. Merk op, ook in deze behandeling van de verhaalschat, kan opmaken dat Tijl, hoewel niet geschoold, meer inzicht heeft, ook van de geheime kennis, dan zijn tegenstanders en dan wij zouden denken. Ware kennis, zo laat de auteur verstaan, komt uit allerlei tekenen en valt te bevatten en hanteren voor wie er oren naar en ogen voor heeft.

In troebele tijden, leven duistere gedachten, lijkt Kehlmann verder op te werpen, verwijzend naar Kircher, naar de Winterkoning, naar Wallenstein,  naar al die anderen die hun belangen veilig stellen ten koste van kleine luyden. Tijl lijkt zo iemand, maar hij overstijgt als artiest en als nar, als mens de begrenzingen van de normale lieden; hij wordt overal gekend, bekend, herkend en wordt berucht. Hij kan niet meer sterven, maar weet dat sterfelijkheid des mensen is. Hij komt overal, van den Haag tot Mecklenburg of is het Holstein, hij komt in vuile legerkampen en ziet zijn meester sterven, want hij laat mensen wel niet los, maar kan hen niet tegenhouden de weg van alle vlees te gaan, wil dat ook niet.

Er zijn vele redenen waarom een boek de aandacht kan trekken en het hoeft niet eens een superboek te zijn. Overigens, wat betekent dat anders dan dat het boek een verhaal brengt op een onverwachte wijze, wat in dit geval zeker het geval is. Het is gevaarlijk boeken met veel toeters en bellen de hemel in te prijzen en toch, deze verhalen van Kehlmann, met de bekende verhaalstof rond Tijl Uilenspel brengen ons in een vreemde wereld, die van oorlog en plundering, brandschatting en verkrachting. Des te opvallender dus dat Tijl en Nele elk op hun eigen manier een vorm van menselijkheid aandragen, die anderen lijkt te ontbreken, die de lafhartigen, de verwaanden en anderen, de lui ook die dat beruchte schilderij niet kunnen zien, laat staan bewonderen.

Bart Haers   

Reacties

Populaire posts