Wie bestiert de samenleving?
Dezer
Dagen
Politieke slagvelden
De algemene volkswil?
![]() |
Richard von Weizsäcker, een beladen verleden maar een president die een moreel leiderschap aan de dag legde. |
Zal
Erdogan Turkije inderdaad over 8 jaar een nieuw elan kunnen geven, zodat de
erfenis van Kemal Ataturk nog meer glans bijgezet wordt. Zijn tegenstanders
werden vakkundig met het politionele scalpel en met de inzet van de officiële
waarheid uit de samenleving en het politieke debat geweerd, want waar een
vakbekwaam leider zijn opwachting maakt, daar
verdwijnt vanzelf de noodzaak aan oppositie, toch? Laten we wel wezen,
de heer Erdogan is niet de enige die van dat maxime lijkt uit te gaan. Maar het
is wel typerend dat men in Europa de democratiserende krachten zo weinig wenst
te steunen, de aanhangers van de seculiere staat zelfs niet ideologisch wil
steunen.
Geopolitieke
overwegingen spelen mee, maar er is wellicht ook de gedachte dat Turkije toch
nooit een democratie kan zijn noch een moderne staat. Deze ondoordachte
inzichten verspreiden kan men inderdaad racistisch vinden, want ik steun de
idee niet dat alleen in het westen de
democratie zou kunnen floreren en in al die andere landen niet bij machte zijn
zouden de staatsmacht niet in handen te geven van een volk. En overigens, wie
zou beweren dat er in dat grote land maar een volk leeft? Oh ja, de
identiteitskwestie is al lang achterhaald. Maar als mensen zich nu liever
identificeren met een andere natie?
Zoals
ik het al onbehoorlijk vindt dat Europeanen zich uitlaten over de vraag wie
president moet, zou moeten worden van de VSA - vergetende het hele systeem van
teugels en tegenwichten, het complexe politieke landschap en het gewicht van
aannames - zo vind ik het ook onbetamelijk te menen dat Turkse burgers voor
deze of gene mogen/moeten stemmen. Maar, om u aan te geven hoe de verhoudingen
liggen: ik vind wel dat ik iets mag zeggen over de wenselijkheid dat Alexander
Pechtold met zijn partij goed scoort of dat in Duitsland Angela het nog even
blijft uitzingen; ik kan het ook betreuren dat David Cameron voor de weg van
het referendum heeft gekozen, want het gaat niet enkel over regeringen in
buurlanden, maar de regeringsleiders beslissen ook mee over hoe het hier
toegaan moet. Als Europees nationalist zal het mij niet onbekend zijn dat
Turkije een buurstaat is en ook wel een frontlijnstaat. Maar omdat ik vind dat
Turkije niet direct lid moet worden van de EU, zal ik mij er dus voor hoeden
een uitspraak te doen over de gewenste resultaten van de verkiezingen... alsof
het iets zou uitmaken als ik het wel deed. Maar het gaat om het principe,
nietwaar.
Het
probleem evenwel is en blijft hoe hier of bij de buren de politieke wil vorm
kan krijgen: wie heeft er de mogelijkheden toe die volkswil te formuleren en
wie zal beslissen wat het wordt? Juist, daartoe hebben we procedures
uitgewerkt, het kiesrecht uitgebreid en instituties vorm gegeven, waar al dan
niet formalistische aspecten en ideologische ingevingen om de voorrang
strijden: de democratie. Maar soms hoor ik waaien dat onze democratie niet
volmaakt zou wezen, want de elites zouden teveel macht hebben, of ze zouden
teveel elitaire meegaandheid aan de dag leggen. Populisme kan zowel de mensen
gedachten in de mond leggen die ze nog niet hadden of gedachten zeggen te
steunen die men heel primair verkondigd hoort aan de borreltafel.
Democratie
en leiderschap, ik schreef het al, spoort niet per se, maar het sluit elkaar
niet uit. Abe Lincoln die de oorlog aangaat over slavernij en het 13de
Amendement op de Grondwet laat stemmen - er is een mooie film over gemaakt,
maar velen vonden het een dooie bedoening - werd aanvaard als leider, maar hij
had dan ook een burgeroorlog uit te vechten. Opmerkelijk is dat in de
Amerikaanse mythologie de stichting van de VS vaak voorgesteld werd als het
werk van één man, Georges Washington, terwijl men anders wel duidelijk spreekt
over "The founding fathers" waartoe ook de generaal en winnaar van de
onafhankelijkheidsoorlog behoorde. Let wel, men kan dan wel de inbreng van
Thomas Jefferson, Benjamin Franklin, John Amams, Alexander Hamilton, James Madison
en John Jay... die betrokken waren bij de redactie van de constitutie, de
verdediging ervan middels de Federalist Papers op zich hebben genomen en bij
het bestuur van de VSA in die eerste decennia betrokken waren. Thomas Jefferson
en John Adams stierven op dezelfde dag, 4 juli 1826 en vormen de illustratie
van het gegeven dat heftige conflicten over het hoe en wat van de nieuwe
republiek persoonlijke vriendschap niet uitsloot; het laat onverlet dat deze
heren elkaar niet altijd het licht van de zon gunden. Maar er was sprake van
intrinsiek pluralisme, waarbij bijvoorbeeld het quasi koninklijke aanzien van
de president leidde tot een discussie over de aanspreking, maar het werd gewoon
"Mister president", zonder edelhoogmogendheid of iets van die
strekking.
Maar
wat me altijd weer opvalt, ook in discussies over de chaos en oorlog in Syrië
en Irak, dus ook Libanon... dat is dat men leiders dan wel eens macht gunt of
minstens toeschrijft, maar het blijkt vaak moeilijk om na te gaan wat ze voor
goeds verricht hebben of het kwaad ze op hun geweten hebben. Men was goed of
slecht, maar bij nader inzien, doet het er zo te zien niet toe wat men
aanrichtte. Kameraad Stalin heb ik daarbij inderdaad in gedachte, maar ook
Vaclav Havel of FDR, want de omstandigheden blijken telkens weer anders, vooral
wat men deed doet ertoe: de moorddadigheid van Stalin steekt schril af bij het
beleid van de heer Vaclav Havel. En FDR, de enige president die vier
verkiezingen won - nadien was het ook niet meer mogelijk - wist geleidelijk en
met veel aandacht voor retoriek de diepe crisis die de VSA kenden na de
beurscrash van 1929 te overwinnen. Maar zijn leiderschap kon men contesteren en
ook nu nog zijn er mensen die er veel voor over hebben af te dingen op zijn
verwezenlijkingen, om de man zelf en zijn presidentschap in een kwaad daglicht
te stellen. Zin voor nuance? Moeilijk te bespeuren. Hij ontloopt zijn lot niet,
zegt men...
Maar
we zijn geen onderdanen meer wier lot alleen van een genadige chef afhangt, van een wonderen verrichtende vorst, maar van
onszelf, niet enkel als personen, maar ook in de samenhang, waarbij we dus iets
van een gedeelde toekomstverwachting weten te formuleren.
Maar
het heeft ons behaagt aannemelijk te vinden dat er niet zoiets als een eenduidig
leiderschap mogelijk zou zijn, maar tegelijk komt het me soms bizar voor dat
men voortdurend mensen aanmaant niet een of andere fobie aan de dag te leggen,
maar tegelijk meent dat er niet zoiets als een algemeen belang bestaan zou. Het
ene is immers van een individuele orde en het andere heeft te maken met het
collectief. Overigens blijft het ook altijd opvallend dat men niet verdraagt
dat bepaalde individuele rechten wel ingeperkt worden, maar andere zijn dan
weer onaantastbaar. Mocht het zo zijn dat er een lijn in zat, dan zou het
allemaal nog te verstouwen zijn, maar soms lijkt er ergens iemand een zekere
willekeur niet uit de weg te gaan.
Waarom
toch zou men zo een leiderschap willen, terwijl men niet aflaat lieden als Sepp
Blatter af te kammen, terwijl men buitenlandse leiders, zoals Vlad Poetin en
Erdogan voortdurend verwijt dat ze precies leiderschap aan de dag leggen en
niet nalaten hun aanhang stoer tegemoet te komen? Het heeft te maken met het
feit dat we, velen onder ons, de lege plek in de democratie niet accepteren.
Een president als Joachim Gauck laat dan weer zien dat iemand inderdaad een
heel delicate vorm van leiderschap kan incarneren, zoals ook Richard von
Wiezsäcker dat heeft gedaan. Echter, von Weizsäcker was beladen met de erfenis
van betrokkenheid bij de NS en wat zijn vader betreft bij de SS, waar die
honorair generaal-majoor was geweest en waarvoor die ook had terecht gestaan.
Als jurist - studies tussen 1945 en 1955 - in het bedrijfsleven ging hij zich
met politiek inlaten. Zijn presidentschap van 1984 tot 1994 viel dus samen met
de Wende in een ruime zin, vooral het einde van Breznjev en vervolgens de
hervormingen van Gorbatshov die zo het einde van de USSR inluidde. Richard von
Weizsäcker bestempelde in 1985 8 mei als een dag van bevrijding - en in mindere
mate als een dag van de nederlaag. Dat kwam hem op kritiek te staan van
conservatieven, maar maakte deel uit van het proces dat we kennen als
"Vergangenheitsbewältigung".
Joachim
Gauck maakt het mogelijk voor de voormalige DDR-burgers - al lijkt dat een
contradictio in terminis - zich met het nieuwe land te identificeren en zien
dat democratie ook tot welvaart leiden kan, meer dan een autoritair en
bureaucratisch bestel mogelijk maken kan. De ruimte laten aan burgers om hun
ding te doen, zonder voortdurend te waken over mogelijke aantasting van de
macht van de partij, van de staat, verdrukt en fnuikt en maakt elke persoonlijke
ontwikkeling die niet ten dienste staat van de partij onmogelijk; dat heeft
niet belet dat Gauck erin is geslaagd om ondanks zijn ongevraagde roeping
dominee te worden, met anderen na te denken over vrede, over hoe te overleven
en hoe de vrijheid nu wel vorm zou krijgen. [i] De
lezing van die biografie heeft me en blijft me wel intrigeren, omdat het over
de relatie tussen autoritair bestuur en burgerschap gaat, in feite over de
afwezigheid van vrijheid in politieke en maatschappelijke zin. Ook Tony Judt
heeft dat probleem aan den lijve ervaren, toen hij zich in een Kiboetz
engageerde en merkte dat hij in een keer de regie over zijn leven bijna had
laten schieten.
Toch
zien we dat vandaag mensen er stevige inzichten op na houden hoe de wereld
eruit zou moeten zien, dat mensen niet zo dom moeten zijn op het platteland te
blijven hangen, hoe we zo gezond moeten leven dat er geen lol meer aan is en
dat zelfs onze smaak onderworpen dient te worden aan strenge controle van
hogerhand. Neen, het is lang niet de overheid alleen die hier het voortouw
heeft genomen, maar experten en specialisten die het aan morele helderheid
ontbreekt, dat wil zeggen dat ze niet verdragen - nu ja - mensen zijn. Tegelijk
zien we dat men de indruk geven wil dat we vrij moeten zijn, dat we op school
niets hoeven te slikken van de meester, alleen de leerstof.
Leiderschap?
Tenzij ik het zelf kan opnemen, hoef ik er niet zo heel veel van te merken.
Maar toch, als ik er langer over nadenk en kijk naar enkele leiders die het er
wel behoorlijk van afgebracht hebben, zoals ook Gauck, in feite hun rol
bescheiden opvatten, maar er wel met alle energie en alle capaciteiten waarover
ze beschikken voor gaan een organisatie te laten werken. In die zin is het
interessant te zien dat er mensen leiderschap ontwikkelen die er volgens
sociologen niet voor in de wieg gelegd werden. Ben je voor een kwartje geboren,
dan vonden mensen als Domela Nieuwenhuis en andere sociaal-democraten moet je
proberen een dubbeltje te worden. Ten aanzien van het emancipatorische proces
dat zowel persoonlijk is en individueel ook maatschappelijke betekenis heeft,
moet men vaststellen dat leiders van allerlei slag er geen behoefte aan hebben
dit te zien, laat staan dat proces te ondersteunen en dat leidt tot verarming.
Dat
is het probleem van leiderschap in deze tijden: controle is alles, vertrouwen
naïef. En dus moet men de regie overlaten aan anderen, terwijl samenwerking net
uitgaat van de idee dat samenwerking en gezamenlijke projecten maar slagen als
er een gemeenschappelijke idee is, zonder dat men kritiekloos meedrijft.
Echter, kritiek is vaak een instrument in een machtsstrijd en dan wordt het
instrument in een ander toneel.
Het
spijt me dat ik het opnieuw over leiderschap moet hebben, maar we lijken in
Europa niet goed te begrijpen wat de betekenis ervan kan zijn. Maar niemand kan
bij machte geacht worden het geheel te overzien, tenzij beschouwend. Wie het
alles wil bestieren heeft heel wat ondergeschikten nodig die hun tijd zoek
maken met controle. Oh ja, men moet vermijden dat mensen, vooral CEO's er
moreel wangedrag op na houden, hopende ervoor geen verantwoording te hoeven
afleggen. Men situeert het begrip vooral in de economie, maar het mag duidelijk
zijn dat men het thema ook in de politiek beter aan onderzoek kan onderwerpen.
En hoe zit het in de culturele wereld, in de wereld van het denken? Zien we
daar ook geen opvallende figuren die zichzelf leiders wanen en zo aangesproken
worden? Wie dan leiderschap nastreeft, zal misschien even de wind in de zeilen
hebben als hij of zij de regels en menselijke waardigheid van anderen terzijde
schuift, maar als men er genoeg van heeft, dan kan zo iemand het schudden. Maar
men moet er zich ook bewust van wezen, want aandachtige kritiek is wel geboden.
Bart
Haers
[i]
De autobiografie van Bondspresident Joachim
Gauck heb ik uitvoerig belicht op dit blog, maar na herlezen moet ik
vaststellen dat er nog wel enkele schrijf- en syntactische fouten inzitten.
http://kwestievanverwondering.blogspot.be/2012/03/over-onvrijheid-bevrijding-en-vrijheid.html
Reacties
Een reactie posten