Beoordelingsvermogen ontwikkelen of automatiseren?
Dezer Dagen
Latinitas begraven?
Betekenis
van kennis en begrijpen
in het
beoordelingsvermogen
![]() |
Niet iedereen zal het betreuren deze verzen niet te kennen. Maar de eclogen open een blik op wat mensen kunnen verwachten. |
Er
zijn van die dagen dat verschillende impressies een mens kunnen bezoeken en
deze in verwondering achterlaat, maar ook met een zekere onrust belast, omdat
er zoveel aan het schuiven lijkt te gaan. In Nederland is er een en ander te
doen rond een volledig automatisch gestuurd systeem van verkeersbelasting en
beboeten op basis van niet nakomen van de verschuldigde belastingen. In Catalonië
winnen de independentisten net niet afdoende om zonder meer voor
onafhankelijkheid te kunnen gaan. En we vragen ons af hoe solidair anderen zijn
met de vluchtelingen, terwijl we vertwijfeld kijken naar allerlei manoeuvres om
vrouwen met vrees voor overdreven aandacht van mannelijke zwemmers om op basis
van het non-discriminatiebeginsel een burquini te mogen dragen terwijl jongens
niet met een zwemshort het zwembad in mogen, om hygiënische redenen. En dan is
er nog die merkwaardige eis van mevrouw G.R. dat wie een leefloon krijgt ook
een contract moet ondertekenen, met de boodschap dat men moet integreren.
Het
lijkt alles los van elkaar te staan, maar het gaat om mensbeelden en om het
begrijpen wat samenleven nu wel allemaal met zich kan brengen. Het gaat over
concepten en begrippen, over praktijken ook, waarvan we aannemen dat ze het
best mogelijke zijn. Neem nu die betoging van 15.000 mensen in Brussel op
zondag 27 september. Tegen racisme, voor begrip en solidariteit met de
vluchtelingen. Wie is er tegen? Pediga? Natuurlijk niet in die vorm. Maar de
waarden van het Avondland opsommen heeft iets ontroerends, al is het niet
altijd even positief of verheffend. Maar wie zich verzet tegen zoiets als
Pediga moet wel begrijpen dat hij daarmee op een of andere manier afbreuk doet
aan wat men wil verwezenlijken, want die waarden moet men niet bewaren en
zorgvuldig vrijwaren van smetten en schade, ze betekenen slechts iets als men
ze aanwendt en er naar leeft. Maar nog eens, men kan ze ook niet los van elkaar
zien. Gelijkheid is belangrijk, maar de uniciteit van de menselijke persoon in
elk specimen erkennen is er ook, zodat naast gelijkheid respect voor
verscheidenheid en voor anderen van belang is. Het komt er dus op aan te
proberen te beoordelen welke vorm van gelijkheid we als noodzakelijk
onderschrijven en wat we niet zouden moeten aanvaarden. Er zijn ook andere
waarden die men niet uit het oog mag verliezen, zoals Vrijheid, maar ook
Broederschap.
Het
gaat om een belangwekkende discussie, die evenwel niet zo vaak gevoerd wordt,
namelijk of we behalve aan de negatieve vrijheden ook aan positieve waarden
moeten hechten. Alicja Gescinska en Leszek Kolakowski hebben hierover gesproken,
twee filosofen met een Poolse achtergrond en Isaiah Berlin was er stellig over.
Deze laatste meende dat het aanreiken van positieve vrijheden de vrijheid zelf
kon bedreigen. Nu weten we dat het communistische bestel, zoals het in Midden-
en Oost-Europa functioneerde noch oog had voor de negatieve vrijheden, maar ook
aan het aanbieden van positieve vrijheden niet zoveel gelegen was. Okay, er was
geen werkeloosheid, de gezondheidszorg was gratis en er was onderwijs, maar
niemand mocht echt vrij het eigen beroep kiezen en men werd gerekruteerd om
topsporters te worden. Liep het mis, dan had men dubbele pech.
Positieve
vrijheden moet men niet zomaar afwijzen, maar meewegen bij discussies over
bijvoorbeeld gezondheidszorg. Bovendien is de aanwending van nieuwe technologie
maar raadzaam als men de kwaliteit van leven kan verbeteren, terwijl men zich
ook wel eens mag afvragen of mensen niet soms bereid zijn een bepaald lijden op
de koop toe te nemen. Het zal wel een ongehoorde vraag lijken, maar die is
heden ten dage wel aan de orde. Men gaat wel ver bij het bestrijden van het
leed, denk ik soms, want men kan vormen van zelfgekozen leed, de wielrenner die
sober en gedisciplineerd moet leven en dat ook doet met de glimlach niet genoeg
loven, tegelijk wil men niet mensen minder hygiënisch geslacht vlees zouden
eten. Voedselvoorschriften in de meeste godsdiensten dateren uit andere tijden,
toen er nog geen vacuümverpakking, invriezen en koel houden, zodat die
voedselvoorschriften tegelijk blijken van gezond verstand kunnen blijken als
voor velen doorgaan voor rituele en religieuze onzin.
De
moeilijkheid is dat gezondheidszorg van ongemeen belang is in onze samenleving,
maar dat er ook een behoorlijke mate van culpabilisering aan de orde is, want
men wil doorheen preventie alle mogelijke aandoeningen de pas afsnijden.
Rationeel valt er weinig tegenin te brengen tot men tot de vaststelling komt
dat voor het journaal bij een aantal omroepen wel publiciteit wordt gemaakt
voor producten die men vervolgens in een of ander issue, op grond van een
persbericht moet afraden wegens gevaarlijk, levensbedreigend of erger. Hoe zal
men als leek oordelen wanneer men ons met elkaar tegensprekende
onderzoeksrapporten om de oren slaat.
We
koesteren, om het even anders te formuleren belangrijke goede zaken en hechten
aan waarden die samen een bepaalde manier van leven vormen en er ook wel grote
kwaliteit aan verlenen. Maar tegelijk zien we dat wie rustig leeft, probeert
redelijk gezond te eten en veilig te rijden, niet enkel voor zichzelf maar ook
voor anderen, toch dag na dag de huid vol gescholden wordt, als nitwit en
domoor gepresenteerd wordt. Steeds vaker hoor ik mensen hierover klagen, want
men voelt aan dat het niet klopt. Ontbreekt het die lui niet aan een beetje
gezond oordeelsvermogen? Kunnen ze vergeten dat we ook leven om de dag te
plukken?
De
wetenschappers hebben nog veel terreinen waar ze baanbrekend werk kunnen
verrichten, zo hoort men wel eens, maar men is geneigd, in hoofde van mensen in
de cenakels van de ziekenzorg en de kosten daaromtrent, via de preventie - aan
het einde van de keten - de kosten te drukken, dus zelfs niet de
levenskwaliteit te verbeteren. Want dat blijkt altijd weer het stuitende bij
debatten op dit terrein, dat toegevoegde kwaliteitsvolle jaren wel goed lijken
voor de organisatie van de gezondheidszorg, maar dat dit voor mensen die voor
dilemma's staan al dan niet voor een behandeling te gaan het net ook wel moeilijk
maakt. Want wat als men een 75+ die met een relatief kleine operatie nog een
tijd verder kan, maar tegelijk vindt dat het goed geweest is, niet kan laten
kiezen voor afzien van behandeling? Of omgekeerd, iemand die nog iets bijzonder
wil beleven en delen met de naasten,
maar daartoe een kostelijke operatie zou moeten ondergaan en vooral voor het
verdict staat dat er weinig uitzicht op
nog "vele jaren" voorzien wordt? Laten we ophouden hier enkel de
rationele afweging als norm te stellen, al moet ze blijven meespelen. Die man
die om vele mogelijke redenen vaststelt dat hij een goed leven heeft gehad en
niet door stoïcijnse apatheia gedreven wordt, maar gewoon op grond van wijsheid besloten heeft dat hij niet langer
moet talen naar het leven, mag dan niet gaan en de andere die nog een jaar wil
beleven omdat een gebeurtenis zich aandient, waarbij hij noch zijn omgeving blind
zijn voor de prijs, niet geholpen wordt
moet de verantwoordelijken ervan doordringen dat de pure berekening ook op foute benaderingen
kan berusten.
Men
zal me niet betrappen of afwijzing van enige vorm van technische vooruitgang,
wel op kritische reflectie op de wijze waarop we die inzetten of net niet. Als
men de kwaliteit van leven kan verbeteren, dan moet men dat zeker doen, maar
tegelijk merkt men toch dat de dwang gezond te leven in de ogen van sommigen
neerkomt op een instrumentaliseren van mensen. Het probleem van de vrijheid
evenwel stellen we zelden als het om gezondheid gaat en dan gaat het noch om de
individuele negatieve vrijheid te leven naar eigen goeddunken, noch om het
positieve recht over voldoende inzicht en kennis te beschikken om zelf
afgewogen keuzes te maken, keuzes met (enige) kennis van zaken.
Werkend
met big data kan men beter dan ooit weten hoe mensen leven, waar onze
interesses en onze zwakke plekken liggen. Via ons gebruik van de pc en vooral
dus van het internet weten anderen waar we mee bezig zijn, wat we willen weten
en hoe. Internet, dat ooit bedoeld was en daarom ontwikkeld dat we vrij
informatie zouden uitwisselen dient nu om mensen te vertellen dat frituur de
frituur niet deugt maar dat 't frietkotje uitstekend is. Goed, men mag dat
delen, waarom niet, maar is dat de grote winst van internet voor gebruikers?
Wie zal het zeggen. En toch blijkt dat andere informatie die interessanter kan
zijn, moeilijker te vinden blijkt en vooral vaak achter betaalmuren zit. Het
zakelijke model kan men volgen als het om dure publicaties gaat, men zou ook
kunnen opteren voor een meer gespreide benadering van de betaalmuren. Nu goed,
Voltaire kon maar genereus zijn dat hij toeliet dat er roofdrukken kwamen van
zijn werken, Goethe was degene die voor zichzelf eerst en later meer in het
algemeen het begrip auteursrecht uitvond. Dat ging zowel om een deelname in de
winst van de verkochte boeken als om het vrijwaren van zijn pennenvruchten
tegen plagiaat en roofdrukken.
Een
ding zou men voor ogen moeten houden: mensen worden niet vanzelf vatbaar voor
de waarden van de Verlichting en het humanisme. Het vergt een lange periode van
studie, zonder dat men nu mag beweren dat het bijzonder moeilijk zou wezen. Nu
zegt men wel dat Tacitus lezen niemand tot een beter mens maakt of Erasmus
iemand in stellen zou niet langer zo dwaas uit de hoek te komen - al is een
beetje dwaas wel lekker natuurlijk. Neen, als die vorming enige betekenis
heeft, dan gaat vaak om immateriële zaken als het maken van afwegingen, het
vormen van een oordeel. Meten is weten, zegt men dan, implicerend dat een
computermodel, een algoritme even goed kan oordelen. Maar dat komt mij ongewis
voor. Sommige artsen kunnen hun patiënten zeer goed observeren en komen tot een
diagnose door een grondige anamnese. Ook voor de therapie gaan die dan voor een
benadering die niet statistisch gestuurd is, maar altijd afgetoetst aan de
concrete werkelijkheid van patiënt x met aandoening b en complicaties drie,
vier en zeven.
De
latinitas, de omgang met de klassieke letteren in het algemeen maakt het
mogelijk dat we over omstandigheden waarin we onszelf of anderen zich bevinden
kunnen nadenken en al een vorm van een antwoord bedenken. Ik denk niet dat
"50 tinten grijs" zomaar zou kunnen leiden tot inzichten in hoe we
met liefde en verwachtingen op een goed of beter kunnen omgaan. Het is wel het
onderwerp van de romans, maar het antwoord is vrijblijvend. Nu zijn er veel mensen
al lang blij dat ze geen moraliserend werk lezen. Maar toen ik op zeker
ogenblik, cursorisch uiteraard, de georgica en bucolica van Vergilius ging
lezen, ontdekte ik per abuis dat onze concepten van het landelijke leven wel
heel tegenstrijdig blijken. Eerst vond ik dat laatste lastig, hypocriet, maar
vervolgens bleek het een nuttige inval, want het scherpte enigszins mijn
dialectische geest aan: als je iets ziet dat goed is, dan probeert men best ook
eens te bekijken of het omgekeerde ook betekenis heeft. Later verfijnde ik dat
verder, maar ten gronde vormde het lezen onder de schoolbank van Vergilius ook
de basis voor een aandrang na te gaan wat dingen, mensen, gevoelens... kunnen
betekenen.
Daarom
ook begon ik ook met het vermelden van een probleem bij de Nederlandse
Rijksdienst voor het wegverkeer, waar databanken zo met elkaar verbonden zijn
dat ze automatisch boetes blijken te genereren, zonder dat iemand nog eens
nagaat of het wel klopt. Koopt men drie motorfietsen die men wil ontmantelen -
omdat ze defect zijn - om er een goed rijdend model uit te assembleren, het
geliefkoosde hobby voor sommigen, dan berekend de computer van de dienst dat u
drie keer een overtreding begaat door geen motorplaten aan te vragen en
vervolgens wordt allerlei andere verplichtingen daaraan gekoppeld. Zou een
redelijk ambtenaar dit niet eens checken, begrijpen dat hij/zij met een
hobbyist te maken heeft en dat de betrokkene als de klus geklaard is het motorrijwiel
naar de keuring brengen om het vervolgens conform de regels te laten opnemen in
het bestaan van op de openbare weg rijdende motorfietsen en erop het
verschuldigde bedrag aan belastingen betalen? Kan men een lus aanbrengen zodat
het systeem die hobbyist kan herkennen? Of moet men echt aanvaarden dat een
overheidsdienst zonder enige menselijke controle en dus beoordelingsvermogen te
laten functioneren en rechtstitels namens de overheid uitbraken?
Alleen
mensen die geloven dat volautomatische beslissingsystemen perfect kunnen,
zullen deze bedenkingen afwijzen. Maar men dient dit beoordelingsvermogen ook
te ontwikkelen. De klassieken bestuderen? Kan helpen, maar een garantie is er
niet.
Bart
Haers
Over de voorstellen van mevrouw Rutten valt niet zo heel veel te vertellen. Voor wat hoort wat? Het rasphuis opnieuw invoeren en men bereikt onmiddellijk resultaat. Deze dame en haar omgeving begrijpen niet of nauwelijks hoe het allemaal ontwikkeld is. Maar ja, het was de keizer van Oostende die de term "leefloon" invoerde. Dat het op zich al new speak mocht heten, werd in de media niet besproken.
Reacties
Een reactie posten