Faalt Europa echt?
Dezer
Dagen
Voortekenen bedriegen niet
Baudet en de huiselijkheid
Thierry Baudet houdt van
klassieke muziek? Ook ik kan wel een strijkkwartet, een ballade van Chopin of
Rach II en zoveel meer waarderen. Esthetiek van de westerse architectuur.
Natuurlijk... maar wat is dat dan? Beauvais, de basiliek van het heilig bloed
in Brugge? De Erasmusbrug in Rotterdam of het nieuwe Centraal Station aldaar?
Geen probleem. Toch voel ik weinig verwantschap. Hoe dat zo komt? Zijn pleidooi
over huiselijkheid, het opnieuw bestieren der dingen op het niveau van de
natiestaat ten koste van Europa roept vragen op.
Kijk, het heeft te maken met
de merkwaardige vaststelling dat de heer Baudet zich expliciet libertair noemt,
waar ik niets tegenin te brengen heb, behalve dat het toch ook weer lijkt alsof
hij dat kan hebben, dat libertaire. Men zal begrijpen dat ik libertijnen best
kan velen, maar als het een pose wordt, dan kan het lastig worden. Mijn icoon
is niet Pim Fortuin, al had die wel iets dat we niet mogen vergeten: zijn drang
het systeem op de proef te stellen en het feit dat hij bij gelegenheid de
gestelde lichamen van de Nederlandse politiek, de kroonprinsen van het bestel
in hun nakie zette was ongezien en verhelderend. In die zin vertegenwoordigde
Pim Fortuyn het kynisme dat Sloterdijk presenteerde, al leek Fortuyn niet op de
man die op de markt met zijn lid bezig was. Maar hij expliciteerde de
aanmatiging van de kroonprinsen dat ze de boel zomaar konden overnemen.
Maar libertijn zijn betekent
ook dat men het toeval laat voorvallen, wat bij Baudet niet het geval blijkt.
Zeker is het dat zijn politieke visie weinig heilzaam blijkt. Stel dat we een
vloot aan de Grote Sirte laat opkruisen met het doel alle bootjes van
vluchtelingen tegen te houden, dan zal blijken dat men die drenkelingen gewoon
aan boord zal moeten nemen. En een vloot tussen Kos en Bodrum? Een meer betwist
gebied omtrent territoriale wateren valt moeilijk in te denken. Ooit waren er
geen grenzen, maakte Hallikarnassos deel uit van de Griekse wereld en tegelijk
lag even verderop het Perzische Rijk. Later was er het Byzantijnse rijk en nog
even later kwam er het Ottomaanse Rijk, waar Griekenland deel van uitmaakte tot
1821. In 1923 werd Kemal Atatürk de grote leider die Turkije op een moderne
leest schoeide. De Grieken werden uit de aloude woongebieden verdreven. Juist,
de natiestaat stelt zulke eisen. Merken we intussen wel even op dat Kemal Atatürk vooral een modern Turkije wilde, het schrift moderniseerde en ook de industriële ontwikkeling ter hand nam.
Wat zou Thierry Baudet bedenken
als we inderdaad zouden besluiten de EU op te doeken? Ik durf er wel iets op
verwedden dat zo iemand dan net terug voor zoiets als de EU zou kiezen. De EU
die we nu kennen, zegt men mij, heeft niemand gewild. Maar de zwakte van de EU
is precies dat de lidstaten meer macht hebben gekregen na het verdrag van
Lissabon en dat het gezamenlijke beleid, het communautaire bestuur waar de
Commissie voor staat in het gedrang is gekomen. Nu, de Commissie is de
voorgaande jaren misschien wat al te driest en vooral pietepeuterig te werk
gegaan, dat kan ik onderschrijven. Maar het kind en het badwater gooit men best
niet in een moeite weg, want het kind, weet u wel.
Natuurlijk is het mogelijk omtrent
de EU overdreven verwachtingen te koesteren, maar dan doet men zoals de
nationalist of de socialist die alle heil van de staat verwacht. De staat heeft
een rol in het bestel, in de samenleving, maar de samenleving is meer dan de
staat en de relatie tussen individu, samenleving en overheid moeten we altijd
goed onder ogen zien. Die relatie
bestaat erin dat burgers van de overheid een en ander mogen verwachten, maar
tegelijk kan die staat niet zover gaan onderwerping van de burger te eisen voor
de eigen doelstellingen van toevallige bekleders van de macht. In een
democratie is de politicus deel van een bijzonder tijdelijk kader.
De voortekenen liegen er niet
om, teveel mensen in het politieke kader geloven dat men alles geregeld kan
krijgen, terwijl mensen hun gang gaan. Dat men goede wetgeving en behoorlijke
handhaving van node heeft, daar zal men normaliter niet over vallen. Wat wel
stoort, zo te zien is dat de overheid zelden in overweging neemt dat niets doen
ook een optie is, kan zijn. Europa heeft er zich aan bezondigd, lidstaten niet
minder, soms met nobele doelstellingen, lang niet altijd met gewenste
resultaten. Neem nu het prostitutieverbod in Zweden,
waarbij ook de prostituant, de hoerenloper zelf ook bestraft wordt. In
Nederland heeft men prostitutie zo goed als gelegaliseerd maar ontstaan er wel problemen
rond tippelzones en rond zones met raamprostitutie. Die overlast bestaat
overigens ook in ons land. Moet men het volkomen verbieden? Of moet men
mensenhandel aanpakken en slavernij - want daar komt het op neer? Dat laatste
lijkt primordiaal, maar in een onzeker bestaan is bescherming best wenselijk en
daaruit putten de pooiers dan weer hun macht. Feministes zijn tegen uitbuiting
van vrouwen als seksslavinnen en daar kan een redelijk mens zich iets bij
voorstellen. Maar zal een redelijk mens ook begrijpen dat een georganiseerde
vorm van vrijwillige prostitutie voor de samenleving een bescherming vormt voor
vrouwen die het niet in hun hoofd halen zomaar met wildvreemden aan te pappen.
Zonder uitbuiting moet het kunnen, maar vrouwen moeten uit het beroep kunnen
stappen.
Het gaat erom dat regelgeving
de menselijke natuur niet zomaar moet involgen maar mensen willen inpassen in
een mal, dat lijkt me toch niet doenlijk en zelfs niet humaan. Ideologische
scherpslijpers hebben het voordeel dat ze naar die mens als mens niet hoeven te
kijken maar hun ideaal in het geding kunnen brengen. De proletariër? U vindt
die niet meer in het wild, maar ze verenigen zich nog graag op 1 mei. De homo
economicus? Klinkt goed, maar u zal hem hoogstens bij Madame Tussauds vinden.
De ideaaltypes kunnen dan zeer verleidelijk lijken, in het goede dagelijkse
leven werkt het zo niet, alleen al niet omdat we zeer verschillende opties voor
hebben liggen en omdat mensen doorgaans niet zo coherent handelen als men zou
willen.
De voortekenen liegen niet,
natuurlijk, maar wat voorspellen die dan wel? Tomas Sedlacek legde uit dat
slechte voortekenen soms adequaat geanticipeerd worden, maar evengoed worden ze
niet gelezen door experten. Wist men al dat de goede gang van zaken verstoord
was voor de OPEC in 1973 de olieprijzen verdrievoudigde? Ik weet het niet meer,
maar uit verschillende bronnen kon ik afleiden dat rond 1972-194 de opgaande
cyclus aan het aftoppen was en dat de neergang kon aankomen. Maar evenzeer
herinner ik me niet dat daarover in de pers moeilijk werd gedaan. Pas toen de
OPEC de westerse wereld onder druk zette met een olieboycot en drastische
verhoging van de petroleumprijzen werden we opgeschrikt. Maar gedurende de dertig
jaar die volgden, kwamen nieuwe olievelden in productie en kon men de prijzen
drukken. De dingen blijven zelden gelijk, de parameters veranderen - ongemerkt
- en dat hebben we geweten. Maar kan de overheid dan niets doen als de hemel
ons op het hoofd valt? Jawel, alleen zal men tijdig tegenroer geven om te
verhinderen dat men te ver uit koers raakt en voor politici is dat een
subtiliteit die men moeilijk in de vingers lijkt te krijgen. Overacting blijkt
niemand vreemd.
Het lijkt erop dat men doortastend
optreden hoog inschat, maar dat men vervolgens vergeet dat de zaak ook met zorg
begeleid moet worden, zien we over het hoofd. Neem de discussie over
onderwijshervormingen, waarbij men per se vooruitgang mogelijk maken wil. Wie
is er tegen vooruitgang, op Thierry Baudet na? Velen willen niet zomaar een
vooruitgang die hun bestaan op de helling zet, zoveel mag duidelijk zijn, maar
men wil ook geen vooruitgang omwille van de vooruitgang alleen. Overigens,
mensen zijn, zoals Philipp Blom vaststelde, zelfs in de meeste enthousiaste
periode van vooruitgang zoals de periode 1871 - Blom beperkt zich voor de
Duizelingwekkende Jaren tot de periode 1900 - 1914, maar dat om redenen van
duidelijkheid - tot 1914 niet eenduidig op vooruitgang gevlast. Het stabiele
van een geordend en regelmatig familieleven bleek voor veel mensen
belangwekkend terwijl ze intussen bezig waren de aard van de materie helemaal
te doorgronden. Of in het onderbewuste gingen wroeten, auto's met een
verbrandingsmotor gingen bouwen.
Het is die schijnbare
onbepaaldheid die antropologische discussies opwekken, waarbij er graag gedacht
wordt aan het bepaald zijn van de mens in een of andere richting, voor sommige
wetenschappers doorgaans een weinig flatterende, maar dat zou aan onze voorgeschiedenis
liggen. Dat die geschiedenis complex is en over lange periode vrij opaak blijft
omdat er geen bronnen zijn, mag evolutionair biologen niet hinderen. Alleen, de
tekenen aan de wand laten ook andere, onverwachte uitingen zien van menselijk
gedrag dat we op rekening van empathie, compassie of zelfverheerlijking moeten
schrijven, geen uitingen van wreed gedrag zijn, al kan teveel zielenschoonheid
ook wreed overkomen. De mens bestaat al niet, maar mensen kunnen tot geweld,
tot zelfdestructie geneigd blijken, er zijn er ook altijd nog andere. Daarom
denk ik dat Thierry Baudet ook op grond van argumenten geen gelijk zal krijgen,
maar zelfs als dat mogelijk zou lijken, dan zijn de feiten altijd nog
dwingender: we begrijpen wel dat niemand zomaar op de vlucht gaat, huis en
haard achterlaat en wetende dat men wellicht niet levend of bij leven zal
terugkeren naar het land van weleer. Hoe de vlucht verloopt? Dat is pas een
kwestie van toeval, ook al probeert men een en ander te voorzien en te plannen,
zo eenvoudig als een trip naar de Côte Azur of Andorra zal het wel niet wezen.
Is men eenmaal de controle kwijt, dan wordt het opletten en velen sterven
onderweg. Hen terugdrijven naar Turkije zou overigens wel eens als casus belli
kunnen begrepen worden en dan valt nog te bezien of al die roepers nog zo
gevlast zijn op dat harde optreden van de Europese vloot.
Neen, er zijn voortekenen,
maar de omstandigheden laten zich niet altijd lezen. Dus varen we blind?
Misschien niet maar hebben we voldoende mogelijkheden om op gegist bestek te
varen? Dat vergt oefening en enige moed. Niet dat onze verkozen assemblees geen
moedige mensen zou tellen, maar de moed die ze graag uitstralen is doorgaans en
hoogstens overmoed.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten