Vluchtelingen in El Dorado
Reflectie
Vluchtelingen
Geschiedenis van drijfhout
![]() |
El Dorado? Europa? Het lijkt er niet op, voor ons, maar de werkelijkheid is voor vluchtelingen anders dan wij haar zien. |
Jean-Claude
Juncker? Hij was met Angela Merkel de boeman in de Griekse kwestie, maar of het
terecht was, zal moeten blijken. Hij is met Merkel een van de prominenten die
zonder meer zeggen: "de vluchtelingen komen, ergo we moeten de zaak goed
organiseren zodat er geen menselijke drama's gebeuren, niet meer dan te
vermijden valt". Klinkt dat minimalistisch, in feite kan men niet meer
doen. Maar er zijn vele factoren en nog meer actoren en daarom kon ik de rede,
de State of the Union wel smaken.
Intussen
blijven we, zegt men, overspoeld worden door vluchtelingen en analisten zoeken
naar de oorzaken, de krachten die de stroom op gang brachten en houden. Maar
zou men vervolgens die krachten kunnen temmen? Veel twijfel leeft er in Europa
over wat er te doen valt en hoe we de zaak tot rust kunnen brengen. In het
debat vliegen argumenten heen en weer, worden staten zwart gemaakt en andere
staatslieden plots heilig verklaard, wat men voor overdreven moet houden. Maar
ik hoorde Philipp Blom, Duitse historicus, woonachtig en werkzaam in Wenen
vertellen dat hij trots is op wat mensen, Merkel incluis nu doen. Hij zegde ook
nog dat soms het moreel goede en het nuttige best wel eens gelijktijdig voor
kunnen vallen. Berekening is niet altijd fout.
Vluchtelingen?
In de geschiedenis kent men vele stromen maar sommige kennen we beter dan
andere, omdat het verhaal van bijvoorbeeld de Vietnamese bootvluchtelingen
scherp in beeld kwam - bij wie jong was in 1978 -, terwijl we van de mensen die
vluchtten voor Pol Pot minder gehoord hebben. We moeten het ook hebben op de
Basken en andere Republikeinen die vluchtten voor de Spaanse burgeroorlog en
Franco. Er waren de Belgen die naar Nederland, Frankrijk en het UK vluchtten,
waarover men jaren niet sprak, tot het salonfähig werd de oorlog te herinneren.
Biografieën van Gaston Eyskens en anderen lieten zien dat de vlucht voor oorlog
in de twintigste eeuw massaal is toegenomen, al waren er niet altijd veilige
bestemmingen binnen bereik.
Ik
herinner mij dat ik na lezing van een autobiografisch boek van Madeleine
Allbright op de discussie stootte waarbij Vaclav Havel zich zou verbrand hebben
met een uitspraak over het uitdrijven van de zogenaamde Sudeten-Duitsers, de
vanouds in Bohemen levende Duitstalige bevolking. Havel vond dat men na 1945
daarmee een zware erfzonde op zich had geladen, maar dat dit niet meer ongedaan
gemaakt kon worden. Besef van historische verantwoordelijkheid, het blijft een
moeilijk te hanteren concept en zeker zal het bij tijd en wijle een taboe zijn
als erfgenamen die verantwoordelijkheid onder ogen moeten zien, vooral als die
opgepord wordt door populistische politici in eigen land of andere landen.
Helaas schiet mijn kennis van de Tsjecho-Slowaakse geschiedenis ver tekort en
kom ik er met de hoofdlijnen niet uit. Wel weet ik dat bij het overlijden van
Havel de Vlaamse media weinig moeite hebben gedaan de rol en het handelen van
de voormalige president - tegen zijn zin bij aanvang - toe te lichten toen de
man overleden was en begraven werd.
Het
kindertransport van Praag, dat in 1939 met een aantal treinen kinderen liet
wegreizen uit het door Hitler ingenomen Tsjecho-Slowakije - nu gesplitst in
twee staten - was voor Sebald aanleiding voor een roman die de lezer meevoert
van Antwerpen Centraal tot Theresiënstad en Breemdonk, waarbij de afstandelijke
taal blijkbaar mensen op stang jaagt. Ze ergeren zich, vermoed ik aan het feit
dat ze niet door de voorstelling in hun gemoed geraakt worden. Hoe dat zo komt?
De schrijver is te subtiel, zegt men dan - in een recensie - terwijl men best
ook eens een keer bij zichzelf te rade kan gaan. Houden we niet teveel van de
gevoelens die we zouden moeten voelen?
Juncker
vertelde dat zovele Europeanen niet echt geworteld zijn, maar in recente
perioden op de vlucht zijn gegaan. Ik denk dat het overdreven is, maar
omgekeerd als ik in de familie kijk, dan zie je zowel een zekere honkvastheid
opduiken als vormen van arbeidsmigratie, binnen Vlaanderen en ook wel verder,
tot Londen, Winterthur en Madrid toe. Zelf woon ik in de geboortestad van mijn
moeder en van haar ouders. Maar ook de familie Vandenbussche had moeten
verkassen. Neen, oorlogsvluchtelingen waren het niet, wel economische migranten.
De broers van mijn grootmoeder trokken naar Roubaix en Brussel om er een
slagerij en zaak van fijne vleeswaren te voeren.
Afstanden
zijn relatief, maar het vluchten, dat voelt eenieder, dat doet pijn, men
verlaat het erf, het huis, het dorp of de stad waaraan men alles te danken
heeft en die plaats moet men verlaten. Dat gaat niet zonder pijn. Nochtans
kunnen we ons dat niet voorstellen. Zoals we ons het onderduiken niet kunnen
voorstellen, hoogstens bij benadering. Maar waarheen moet men vluchten?
Er
is overigens nog iets dat we onder ogen moeten zien: sommige mensen gaan weg
van hun huis en haard op zoek naar een beter leven, niet gedwongen door acute
nood en daar hebben we het nu lastig mee. Anderen moeten weg, onmiddellijk en
zonder verwijlen. Omdat de oorlog nabij komt. Ik denk dan aan de rekruten die
in mei veertig werden gevorderd naar Roeselare te trekken om zich daar aan te
melden, maar de desorganisatie binnen het Belgische leger was dermate dat er daar
van een rekruteringsbureau geen sprake was. Velen reden verder en dienden bij
Menen de Franse grens over te steken, per fiets. Mijn vader en diens oudste
broer keerden op hun stappen terug, een andere broer, hoogstudent of reeds alumnus
reed verder Frankrijk in, maar zou tegen midden augustus terug thuis zijn. Het
blijft allemaal informatie uit tweede hand, gelukkig maar, maar toch maakt het
duidelijk dat het specifieke van de vlucht om oorlogsredenen ons niet mag
ontgaan. Ik zou ook, enigszins malicieus kunnen verwijzen naar een boek,
"bekentenissen van een veertigjarige dame" die als iets oudere tiener
met haar moeder uit Parijs naar het Zuiden vertrok langs overvolle wegen en er
een ritmeester ontmoette die ze graag even verlichting schonk...
Er
is nog een ander aspect, dat ik bij Joseph Roth ontdekte, referentie makend aan
wat we nu de buitengrenzen noemen. In de Capucijner Crypte beschrijft Roth een
gesprek van mensen die de goede oude tijd hebben meegemaakt toen men van Zagreb
tot Silezië kon reizen en van Zevenbergen tot Tirol zonder een grenscontrole
tegen te komen. Schengen, de zone van vrij verkeer van mensen is veel groter,
maar sommigen willen de binnengrenzen opnieuw versterken, maar gezamenlijk
beheer van de buitengrenzen zou een gedeelde verantwoordelijkheid moeten zijn.
Dat wil zeggen dat Hongarije niet per se alleen de grenzen met Servië hoeft te
bewaken, maar dat een Europese inspanning van de Schengenlanden dit gezamenlijk
zou moeten opnemen, waarbij Hongarije dus wat soevereiniteit vrijwillig moet
overdragen. Hoe dat in de praktijk uitvoering kan krijgen blijft dan nog altijd
een zaak van onderhandelen over wie wat zal doen. Het probleem blijkt te zijn
dat landen als Hongarije om begrijpelijke redenen vaak last hebben met het
maken van onderscheid tussen gezamenlijke actie en handelen op vraag/bevel van
Brussel. Hongarije staat er niet alleen bij, met die angst om opnieuw van
buitenaf te worden gedwongen tot reductie van de eigen soevereiniteit.
Men
wil de vluchtelingen in de eigen regio opvangen, ook al is dat ook weer meer
dan 500 km van huis, wat voor ons onbeduidend heet, maar zelfs een bergpas kan
onbereikbaar blijken. Die kampen lossen tijdelijke problemen van ontheemding op
maar zolang we geen goed plan hebben om de oorlog in Syrië op te lossen, dat
wil zeggen de strijd te doen staken, de bureaucratie heringericht is en de
rechtsstaat gevormd, zal men met instabiliteit te maken hebben. Bovendien zijn
er nog andere omstandigheden die een stabiele samenleving moeilijker maken,
zoals interne religieuze en etnische tegenstellingen die naar believen kunnen
opgeklopt worden. Want heeft men ons de afgelopen twintig, dertig jaar plat
geslagen met de gedachte dat identiteit, natie en gemeenschap van geen tel
zijn, het ontbreken ervan, het ontbreken van een zekere worteling in een
samenleving kan voor individuen en groepen in de samenleving even destructief
uitpakken als het opschroeven van nationalistische gevoelens. Het is een cliché
of beter, een taboe, maar het juiste en onvindbare midden te zoeken is een
behoorlijk bewerkelijke opdracht.
Vergeten
we niet hoe tussen 1933 en 1940 velen uit Duitsland vertrokken en vaak berooid
in Frankrijk, Parijs neerstreken, zeer tot ongenoegen ook van de Parijse
overheid, maar men kon hen ook niet zomaar verder uitdrijven. Toen in 1939 de
oorlog kwam, de zogenaamde 'drôle de guerre' en later de vernietigende
blitzkrieg begon, waar Frankrijk niet tegen opgewassen was gingen de Fransen
zeer rigoureus iedereen met een Duits paspoort opsporen en zeker toen de oorlog
losbrak werden die mensen opgeroepen zich naar kampen te begeven - enfin, zich
bij de overheid aan te melden en vervolgens werden ze in kampen opgesloten,
want ze zouden de Nazi's van dienst kunnen geweest zijn. Hannah Arendt, haar ex
Gunther Anders, haar tweede man Heinrich Blücher werden alle in kampen
opgesloten, maar de mannen bleven vlakbij Parijs, terwijl Arendt naar Gurs aan
de voet van Pyreneeën werd gestuurd. Daar zou ze met andere vrouwen tijdens de
chaotische periode van de Franse nederlaag weten te ontkomen. Al gauw besefte
ze dat ze niet met de andere in contact moest blijven want dan zou ze gauw weer
opgepakt worden. Al wilde ze naar Parijs om Blücher terug te vinden kwam ze hem
in het Zuiden tegen en besloten ze via Spanje of Marseille, dat blijft altijd
in dubio voor zover ik begrepen heb naar de VS te gaan. De inspanningen van een
Amerikaanse burger zorgde ervoor dat mensen als Arendt en Heinrich Mann naar de
VS konden ontkomen.
Onderweg
ontmoette ze nog Walter Benjamin, wiens koffer ze zou meenemen naar de VS en
bijdrage tot de publicatie van diens werken. Arendt zou tussen 1950 en 1975 met
reflecties over het vita activa, over totalitarisme en Geweld haar bijdrage
leveren aan het denken.
Maar
het zijn voorbeelden van geschoolde vluchtelingen in onvoorstelbare
omstandigheden. Ik denk ook aan Joachim Gauck schreef over de Volksgenoten uit
de DDR wegtrokken in zo grote aantallen dat de regering, de SED besloot een
muur te bouwen. Hij had kunnen blijven toen hij naar het Westen tijdens
vakanties. Hij werd bovendien geremd in zijn ontplooiing. Maar de vluchtelingen
uit de DDR, uit Hongarije in 1956... het zijn vergeten episodes.
De
vluchtelingen- en vooral opvangcrisis legt een aantal wonden bloot waar we geen
oog voor wilden hebben. Ik wil het even niet hebben over Hongarije, want daar
zit de polarisatie een begin van redelijkheid in de weg. Wel gaat het om angst
voor terrorisme, maar veel meer nog een onbehagen in onze cultuur. Iedereen
roept dat graag in, maar ik merk toch op dat vele mensen begrijpen dat Europa
als Unie niet enkel moet zorgen dat deze mensen een redelijk bestaan vinden,
maar ook dat er iets "ginderachter" moet gebeuren. Evident is dat
niet en dat weet men, maar iedereen voelt ook aan dat velen zullen blijven
proberen, eventueel onder valse voorwendselen en finaal zullen we oplossingen
vinden.
Het
toont aan hoe fragiel democratie lijkt, zeker als we afgaan op formele aspecten
alleen. Die hebben hun belang omdat procedures veel gedoe kunnen temperen, maar
toch, de inhoud en vooral de gevolgen van gekozen beleid mag men niet uit het
oog verliezen. Maar finaal zal het toch gaan over hoe we samenleven en dat is
een pak moeilijker. Savater beschreef hoe het samenleven, het goed samenleven
ook van personen wel iets vergt. In de discussie over Europese waarden blijft
dat vaak achterwege.
Individuele
vrijheid, privacy en autonomie moeten we blijven koesteren, maar we mogen ook
bedenken dat het in een complexe samenleving best aanvaardbaar is de nodige
discipline op te brengen om anderen hun levensruimte te geven. Dat is, voor
zover ik zien kan, een thema waar we het wel vaker over zouden kunnen hebben,
want het gaat erom de absolute polariteit tussen het "ik" en het
maatschappelijke te doorbreken. "Ik" leef nu eenmaal niet alleen. En
met wetgeving alleen zal men dat niet zomaar weten te realiseren. Daarom dient
men naast autonomie ook iets als zorg in het geding te breng. Activisten zeggen
dat graag, maar ik weet niet hoe en of ze dat voor zichzelf opbrengen.
De
agenda is dus beladen, want we moeten het hebben over onbehagen in de cultuur,
vanwege mensen die menen dat hun visie geen reflectie behoeft. We kunnen het
hebben over hoe we onze autonomie bewaren en tegelijk volop burger willen en
kunnen zijn, die willen samenleven en toch ook een eigen domein behouden. Voor
vluchtelingen uit een oorlogssituatie is Europa een El Dorado en dat vinden wij
niet leuk, want we moeten toch maar vaststellen dat het allemaal zo rommelig
verloopt. Er valt veel aan te merken op Europa, dat is waar, op de nationale
politiek en waarom niet, op de dorpspolitiek. Maar laten we onze zegeningen
tellen, want daar komen we zelden aan toe. Onder meer de rustige zekerheid dat
we veilig over straat kunnen lopen - in Brugge dan toch - en dat we ook thuis
veilig zijn. Het is niet alles koek en ei, zegt men mij dan, dat klopt, er zijn
rondtrekkende dievenbenden, maar laten we evengoed duidelijk zijn, de
onveiligheid blijft beperkt en de politie doet wat moet, op een faire en door
de wet bepaalde manier. Dat is waarom vluchtelingen onze landen een El Dorado
vinden. Daar mag men niet op afdingen.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten