Vlasschaard, vlas en middenklasseleven, ook artistiek
Kleinbeeld
Artistiek leven
Het leven dat zij niet droomden
maar wel leiden, tot hun vreugde
![]() |
Kijken naar een bloeiend vlasveld, het blijft bekoren |
De
kunst van het leven, ook als de eigenlijke opdrachten van een mens achter de
rug schijnen te liggen, vergt wel iets maar geeft ook veel zo te zien. Dat is
wat ik bedacht toen ik onderweg was naar Sint-Eloois-Vijve, waar in een oude
Vlasspinnerij een nieuw en charmant woonhuis is ingericht. In dat huis had de
tentoonstelling plaats van een vriendelijke nicht van mijn - is het mijner of
mijns moeder? - moeder, haar man en een kleinzoon. Het gaat om allerlei soorten
schilderijen, met toenemend en rijker kleurenpallet. Waarom zouden we er iets
over vertellen?
Wel,
die werken hebben iets dat laat zien wat het betekent als mensen zich wijden
aan zoiets als schilderen of werken met ijzer, staal, cortenstaal. Een gamma
van materialen en bewerkingen, een mogelijkheid tot variëren op het thema van
de vormgeving. Men kan altijd nog beweren dat het tijdverdrijf is, maar is het
niet onvoorstelbaar belangrijk dat mensen een zinvolle bezigheid hebben als het
dagelijkse travakken achter de rug ligt of als men op zondag even enkele uren
in een ander universum wil duiken. Schoonheid? Hebben we d'r dan iets aan, want
het ligt er toch maar zo een staal of ijzer gevormde bloem met overgrote
bloemblaadjes. Van alle activiteiten die mensen hebben uitgevonden om het leven
aangenamer te maken biedt het kunstambacht ongetwijfeld de grootste voldoening
en genoegen, zou men in het "Algemeen wereldtijdschrift voor handel,
nijverheid, kunsten en vermakelijkheden" hebben kunnen lezen. Zou Boorman
dit hebben aangeprezen? Boorman zou alles minstens tienduizendvoudig hebben
aangeprezen , mits contante betaling.
Natuurlijk
kan met genoegen naar het werk van onze grote meesters kijken of integendeel -
enfin, ik bedoel het tegengestelde van "oude" en kom dan uit bij - actuele
of contemporaine meesters, maar soms moet men kunnen zeggen dat een gedachte-experiment
niet lukt. Van minder prominente kunstenaars hoeft men niet zoveel op te
hebben, maar het kan net zo goed bevallen, overtuigen. Zo hingen er ook twee werken van papavers,
klaprozen, die normaal gezien vanzelf groeien tussen het graan, de korenbloemen
en ander fraais. Maar dat men ergens in de Westhoek, wat zeg ik, in de vijf
Vlaamse provincies papavers, aka poppies, had gezaaid, zestig hectaren om de
natuur en de oorlog met elkaar te verbinden, vond de kunstenares volslagen
onbegrijpelijk en onzinnig. En ze maakte relatief grote bloemen, papavers, maar
zo dat ze ook iets anders lijken. Papavers als symbool van de natuur? Onze
omgang met de flora wijst in deze echt wel op een vervreemding. De Vlaamse
soldaten hadden overigens andere veldbloemen in gedachten. En papaver, is dat
die bloem, de mild stromende bron van roes?
Papavers
kweken? Natuurlijk schreef McCrae zijn gedicht, "In Flanders where the
poppies grow", maar hij was al evenmin als anderen geneigd de oorlog te
stoppen voor de vijand verslagen was. Strijden tot het einde en het eigen
leven? 't Mag zijn dat het leven goed is, maar men moet zich inzetten, zich
offeren.
Daar
in Sint-Eloois-Vijve waren nazaten aanwezig van vlasspinners, van handelaren en
ondernemers in het algemeen. Zij bereikten een gezegende leeftijd en toch, de
volgende generatie gaat ook verder, maakt iets van het leven. De verbouwing tot
een woning, waarbij het bovenlicht van het zaagdak een mooie gloed legt over de
dingen, de schilderijen, de beelden en het filigraan gelijke werken met ijzer,
het vormt vooral de illustratie van de vindingrijkheid in het gewone leven.
Amateurs?
Bijna walgend hoor je connoisseurs erover spreken. Wijl het Vlaanderen stikt van de activiteiten
waar mensen met genoegen geëntertaind worden, merk je dat er nog velen zijn die
zelf hun vreugde vorm weten te geven. Amateurs? Zij doen het vaak met
toewijding, met genoegen, zijn blij om een kleine blijk van waardering, maar
hebben dat niet nodig om zich aan hun ezel of atelier uit te leven. Het is van
belang te beseffen dat het diletto zo fundamenteel is het leven. Wie zich kan
uitleven in het schilderen van een bloem, het maken van een meubel en er de
vaardigheden toe ontwikkeld heeft, kan daarin iets leggen dat in het gewone
travakken wellicht geen kans krijgt. In die zin blijft het werk rond deeltijds
kunstonderwijs zo cruciaal.
Daarom
ook kan men in dat diletto een streven naar optimale uitvoering ontwikkelen en
inderdaad openbaart zich soms het probleem dat men daartoe niet alles voldoende
onder de knie heeft, maar als je sommige amateurs ziet, dan merk je dat die
heel ver zijn gegaan op hun weg. Vrijheid van inventie valt daar ook toe te
rekenen.
Toen
ik later in de namiddag de weg op ging, naar een diner en van Waregem naar
Ronse reed, dacht ik nog over wat ik had gezien - dat is het heerlijke van
kunst, je kan, verder rijdende in gedachten nog eens de belevenissen de revue
laten passeren, ervan nagenieten, zonder onmiddellijk een nieuwe fopspeen nodig
te hebben, reed ik over Anzegem, Avelgem en die glooiende zuidgrens van
West-Vlaanderen, waar ook Stijn Streuvels zo vaak over geschreven heeft. Wie
vlas zegt denkt Vlasschaard, de roman die men niet hoeft te verfilmen, want de
beeldende en suggestieve taal van Streuvels laat de verbeelding veel ruimte om
er zelf iets bij te beleven en dus zag ik onderweg ik hellingen, heuvels en
kouters en begreep ik dat Streuvels die roman kon schrijven. Levert de tragiek
van boer Vermeulen de dynamiek van de roman, dan levert het landschap, de
eeuwige wederkeer van seizoenen, samengebald in een eenmalige sequens van
gebeurtenissen de hoofdfiguur bij uitstek.
Verder
rijdend bedacht ik mij dat ik velden had gezien, op doek vastgelegd en dat ook
daar licht, tijdsverloop gestold verschijnen. Rijdend voelde ik de namen, dacht
ik aan Uhlanen en aan de Fiertel, waarover Streuvels spreekt. Hoewel het lokale
in het verhaal verstild aanwezig is, nog nauwelijks merkbaar, zie je bij
Streuvels dat hij zonder Avelgem, Ingooigem geen stap verder gekomen zou zijn.
Maar er was nog iets wat me wel vaker door het hoofd gaat, namelijk de vraag of
het cultuurlandschap, de tuin die
Vlaanderen is echt zo nefast zou zijn en of we echt mogen zeggen dat Vlaanderen
lelijk is. Lelijk zonder meer is het niet, want er zijn charmante plekken, er
zijn nieuwe gebouwen die door volume en vormgeving kunnen bekoren, er is veel
banaliteit en soms lijkt het bouwprogramma niet meer te herkennen, maar lelijk
Vlaanderen?
Mijn
esthetische aanvoelen, is dat wel te vertrouwen? Bij leven en welzijn pleegde
Jan Hoet er wel eens een aanslag op, wanneer hij het had over Josef Beuys, als
hij de idee verkondigde dat wie schone kunst wil zien best naar een rommelmarkt
gaat. Natuurlijk zijn de foto's van P-magazine of Playboy vervelend, saai en
eenduidig, maar ik zag een paar mooie naakten en vond dat het wel iets
vertellen kon.
Terwijl
ik laat in de avond Michel Onfray hoorde perroreren dat hij Links was, maar dat
PS van François Hollande en co niet meer door de beugel kunnen, dat iemand als
Marine Le Pen een libertaire politica is, maar dat zij, zoals Mélenchon niet
meer kunnen deugen omdat ze professionals zijn, dan vond ik dat de man door de
grond zakte of door het ijs zo men wil. In Libération had men een interview met
hem, dat verschenen was in Le Figaro gefileerd, gedissecteerd en men was tot de
conclusie gekomen dat Onfray een objectieve bondgenoot van Marine Le Pen zou
blijken te zijn. Wat heeft Onfray met de kunst te maken? Weinig, maar juist de
ervaring van de dag en van vele jaren, droeg ertoe bij dat ik de kijk van de
filosoof nogal alledaags vond, banaal. Men kan in hem een groot denken vinden
maar of het werkelijk nog ergens betekenis hebben kan, valt moeilijk vol te
houden.
Er
zijn mensen die er naar streven hun hele leven politieke mandaten te bekleden
en er een behoorlijke broodwinning aan te hebben. Links komt daar niet minder
opvallend uit de verf dan liberalen of mandatarissen van de christelijke
partijen. Zeker in Frankrijk kent men dat fenomeen en weet men maar al te goed
hoe men zich als politicus dient te presenteren om onmisbaar te worden. Toch
gaan er voldoende onderdoor en blijken ze niet opgewassen. Intussen doen
burgers wat hen aangenaam en belangwekkend voorkomt. Het probleem met een
filosoof als Michel Onfray, de evenknie van BHL - waarbij meegegeven mag worden
dat beiden elkaar hartsgrondig en intens haten - bestaat erin dat hij meent niet
meer te hoeven twijfelen aan de juistheid en gegrondheid van zijn inzichten.
Hij is daar niet uniek in, maar te triviaal om te overtuigen.
Wat
ik bedoel? Kijk, zo een schilderende dame uit de middenklasse die een papaver
schildert tegen een wat onheilspellende achtergrond, lacht zonder meer met een
overheidsdienst die 60 ha grond bezaaid met papaver... terwijl men een
drugsoorlog voert. Zij begrijpt en weet dat papavers, weliswaar niet overdadig
altijd groeien, waar ze goede grond vinden en zandgrond blijkt niet de ideale
biotoop te leveren. De overheid zelf wordt duidelijk van alles ingefluisterd
door ijverige ambtenaren die alvast in deze negeren dat de frontsoldaten in de
Belgische sector andere veldbloemen koesterden.
Het verband tussen Maccrae, imperialisme en Jusqu'au-boutisme is hen onbekend. De onwil de oorlog te
beeindigen? Men zegt dat het Duitsers waren, maar de Fransen en Britten wilden
ook niet wijken.
Kijkt
men om zich heen, wanneer men langs Vlaamse wegen rijdt, dan kan men veel lezen
van de geschiedenis van dit land, oude molens, een ast, een oude hoeve met nog
een mestvaalt terzijde en een mooie boomgaard ernaast. Mensen als u en ik
kunnen ervan genieten maar het schijnt niet echt waarde te hebben. Kijkend naar
een schilderij met koeien die Leie instappen, denk ik aan iconische
schilderijen van Gustave De Smet en anderen van de Latemse School, maar ook
elders werden bucolische taferelen geschilderd, zoals een veerman die runderen
moet overvaren. Het zal wel niet van deze tijd wezen, hoort men dan, maar zo
een landweg waar men even halt houden moet omdat een boer zijn runderen naar de
stal wil drijven het geeft een gevoel van rust. Is het dat niet wat kunst
brengen kan, rust en zelfs enige verzadiging? Daarvoor mogen we toch een
schilder m/v dankbaar wezen? Niets hoor, het zijn maar amateurs en daarmee zou
alles gezegd zijn. Te vrezen valt dat dit domweg naast de kwestie is. Daarom is
het intieme Vlaamse artistieke leven ver van de camera's wel degelijk van
belang. Heeft het geen betekenis? Het doet wel iets en dat kan volstaan. Het
blijft per slot van rekening maar zo dat de kunst die behaagt en in de mood
brengt om zelf iets te proberen, die beklijft. Behagen? Toch wel. Al kan men
net dat niet altijd goed uitvogelen, waar het om gaat.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten