Waardering voor VN en voor 20ste eeuw
Reflectie
Wat we hadden kunnen leren
Tony
Judt over de slaapwandelaars dezer dagen
![]() |
Ik schreef al over dit boek, maar het stuk over de VN en over wat we ervan leerden, van de twintigste eeuw zou men best ook onderzoeken. |
De verzamelde opstellen van Tony Judt uit de
laatste periode van zijn leven - weten we nu - dragen zeer bij tot het
uitdiepen van onze inzichten over de periode. Hij analyseert scherp hoezeer we
in de greep zijn geraakt van een ahistorisch herdenken van enkele feiten,
zonder de samenhangen nog in kaart te brengen. Wat hebben we geleerd van de
XXste eeuw? Tony Judt meent dat we ons te gauw afwenden van die periode,
waardoor we er de vele facetten van ontzeggen, waarbij de invloed van de VS
niet onbelangrijk is. Toch is het natuurlijk niet zomaar zo dat historici nu
per se anders aankijken tegen de Russische revolutie of de Duitse hereniging
van 1990. Tony Judt suggereert zelfs dat ook historici vatbaar blijken de
geschiedenis niet enkel vanuit hun eigen tijdscapsule te bekijken, maar dat ze
weinig moeite doen de geschiedenis via gedegen geschiedschrijving ernstig te
nemen.
Zijn analyse van de VN uit
2005 blijft daarom lezenswaardig, want hij toont aan hoe de waardering van deze
instellingen sinds de oprichting ervan dramatisch gewijzigd is. De VS, Truman
en ook Eisenhower begrepen dat de fout van de Volkerenbond niet mocht herhaald
worden en dus werden de VS niet enkel actief lid van de Veiligheidsraad en een,
de belangrijkste financier van de instellingen. Maar sinds de passage van
Ronald Reagan in het Witte huis veranderde de kijk en enkele politici en
topdiplomaten bij de VN hebben er weinig diplomatie taal voor over gehad om hun
kijk op de VN publiek te maken.
Tony Judt laat zien hoe met
Reagan een denken de Amerikaanse politiek en het buitenlands beleid zijn binnen
gekomen, die zelfs Richard Nixon vreemd waren. De artikelen van Judt over
Israël en de toekomst van het conflict laten zien dat de VS na 1981 vonden dat
ze zelf dienden te zorgen voor hun veiligheid en na de val van SU werd die
ijver nog groter. Natuurlijk, gaat het over strijd tegen terrorisme en de
posities in de Hoorn van Afrika zou men Bill Clinton kunnen verwijten dat hij
die marsorder volgde. Maar toch, met G.W. Busch kwamen de Neo-conservatieven
pas echt op dreef. De aanslag in New York en op het Pentagon bood hen vele
mogelijkheden om zonder scherpe vragen The
Project for the New American Century vorm te geven.
Tony Judt was zowel bezorgd om
de VN als om de evoluties in de VS maar weigerde onbeslagen op het ijs te
komen, wel integendeel, zijn weduwe, Jennifer Homans, schetst in haar lovende
en van dankbaarheid blijk gevende inleiding hoe Tony Judt voor hij schreef
probeerde eerst goed bij te lezen, de verschillende facetten, invalshoeken bij
elkaar te brengen en dan te zien wat hij ervan wel moest denken, als historicus
en als intellectueel. Hij meent dat er dezer dagen voor de Twintigste eeuw, de
eeuw van extremen, zoals Hobsbawm de periode noemde, te weinig en te eenzijdige
aandacht bestaat, of beter, de eeuw wordt in vele van zijn aspecten geframed als wreed, bloedig en in wezen extreem,
ook in de goede dingen. Judt onderstreept die aspecten ook, wel laat hij in
zijn analyses van de ontwikkelingen van de VN of in het beleid van de VS,
Israël ook zien dat men ook wel oog mag hebben voor andere dan politieke
aspecten.
Ik schreef al over dit boek en
het verdient echt wel aandacht. Nu ben ik het eens met de historicus dat de EU
zich als instelling niet altijd even geloofwaardig heeft gedragen - zoals dat
ook voor de VN geldt - maar tegelijk laat zijn analyse zien - en zijn
bekendheid met de geschiedenissen van de Oost-Europese, Midden-Europese landen
geven hem daar zeker argumenten toe - dat we niet zomaar kunnen stellen dat de
analyse - hoe scherp die ook is niet hoeft te betekenen dat er geen remedies
zijn. Het komt er namelijk op aan, dat de politieke leiders zelf blind zijn
voor hun eigen beperkingen. De VN kan men inderdaad bezwaarlijk als een sterke
organisatie beschouwen, onder meer omwille van het bestaan van vetorechten in
de Veiligheidsraad en die liggen dan ook nog eens geopolitiek gevoelig.
Bovendien blijft het organisatie van lidstaten die sinds de oprichting alleen
maar in aantal zijn toegenomen, tot 200 nu, waarbij onder meer Palestina en het
Vaticaan als toeziende leden gelden.
Met Judt kan ik begrijpen dat
de VN een bijenkorf van niet altijd even fatsoenlijke lieden, dames en heren,
moet heten. Er wordt hoog spel gespeeld en tot het einde van de Koude Oorlog
waren de VN niet bij machte doorheen de belangensferen te breken. Na de val van
de Muur en van de SU werd het even mogelijk beter zaken te doen, maar dezer
dagen moeten we vaststellen dat het venster van mogelijkheden alweer gesloten
lijkt.
Men kan het met Tony Judt wel
eens zijn dat de ontwikkelingen in de VS op ideologisch vlak er inderdaad blijk
van geven dat zij, de kring rond Donald Rumsfeld, het neoconservatieve
gedachtegoed politiek operationeel wisten te maken. Opvallend is dat deze kring
voortging op de inzichten van een groep ontgoochelde marxisten, zoals Leo
Strauss die tijdens WO II in New York eigen activiteiten ontwikkelden. Toch zou
men doorschieten en de waarheid geweld aandoen als men in Strauss een
activistisch filosoof zou noemen. Hij meende integendeel dat men de grenzen van
een verworven inzicht zou oprekken en negeren tot een operationeel politiek
kader.
"Philosophy as such is nothing but
genuine awareness of the problems, i.e. of the fundamental and comprehensive
problems. It is impossible to think about these problems without becoming
inclined toward a solution, toward one or the other very few typical solutions.
Yet as long as there is no wisdom, but only quest of wisdom, the evidence of
all solutions is necessarly smaller than the evidence of the problems.
Therefore the philoopher ceases to be a philisopher at the moment at which the
'subjective certainty' of a solution becomes stronger than his awareness of the
problematic of that solution[i].
Ook inzake politieke filosofie
vond Leo Strauss dat inzichten operationeel maken de filosoof omtovert tot een
sofist. De hele discussie die Tony Judt over de VN wil voeren kan men alleen
onderstrepen met inzichten als deze, want wat Rumsfeld en co deden was niet
anders dan een aantal inzichten operationeel maken en daarbij onderkenden ze
geen grenzen. Zo ontstaat vanzelfsprekend tirannie.
Dezer dagen merken we hoezeer
politici dat een mening ook in geld kan uitgedrukt kan worden. Sommigen willen
daarom de uitgaven voor verkiezingscampagnes plafonneren, zoals in Europa
gebeurt, of helemaal opblazen, zoals in de VS het geval is. Dat plafonneren in
België heeft volgens Wilfried Dewachter wel ongewenste bijwerkingen die men
niet altijd aan de grote klok hangt in de brede media, want daar klaagt men wel
eens over particratie, maar doet er verder zijn voordeel mee. De gevolgen voor
de VS zijn al langer duidelijk, waarbij we maar hoeven te verwijzen naar het
endemische geweld in de samenleving. Dat zou het gevolg zijn van het IIde
amendement bij de grondwet en daar mag geen president, geen gouverneur aan
raken. Maar het is een verandering in de interpretatie van dit amendement ten
tijde van Reagan die de NRA, de National Rifle association en vergelijkbare
lobby's die de kandidaten voor het congres en voor het presidentschap spijzen
met financiële middelen en zo excessief kan wegen op de besluitvorming, er
heeft weten door te krijgen.
De Twintigste eeuw is best
interessant als studieterrein, maar men moet dan wel bereid zijn er de vele
facetten van onder ogen te zien. Tony Judt levert daartoe meer dan een aanzet.
De lectuurkritieken brengen hem bij verschillende aspecten van onze tijd,
waardoor het hem mogelijk wordt te begrijpen en begrijpelijk te maken wat er
dezer dagen aan belangwekkends te bedenken valt. Maar hij zal het wellicht wel
met de denker Strauss eens zijn wanneer die met Kojève in de clinch gaat over
het wezen van de tirannie, zonder daarom de vermeende volgelingen van Leo
Strauss te volgen.
Mag ik in gemoede mededelen
dat de twintigste eeuw bestuderen, liefst als een vervolg ook van de
negentiende eeuw, maar anders en complexer, vanwege de globalisering[ii],
vanwege de technologische vernieuwingen die ook de laatste dertig jaar weer een
paar nieuwe tandwielen hebben bij gestoken als het over versnelling van
mobiliteit van goederen en personen gaat, maar vooral van informatie. Alleen,
het maakt de visie er alleen maar pregnanter op dat zelfs vakhistorici soms
bewust het onderzoek herleiden tot enkele thema's.
Een laatste gedachte nog, die
te maken heeft met de informatiestorm die maar blijft woeden. Het klopt dat
historici dezer dagen het steeds moeilijker hebben alle bronnen goed in de
vingers te hebben, maar daarbij vaak gehinderd worden door toegankelijkheid en
door soms, heel soms een bewust weigeren er toegang toe te krijgen. Vraag ik
mij af hoe men de periode 1989 - 2015 zal evalueren, dan gaat het vooral over
een opvallende blindheid vanwege historici, maar zeker ook van intellectuelen
in het algemeen problemen grondig uit te spitten. Concreet denk ik aan de
pogingen van David van Reybrouck om burgers bij de besluitvorming te betrekken
via de deliberatieve democratie. Ik geloof nog steeds dat de representatieve,
parlementaire democratie met algemeen stemrecht voor iedereen die juridisch
volwassen geacht wordt de beste manier blijft om het algemeen belang
dialectisch te vertolken.
Maar men zal ook wel begrijpen
dat dit besluitvorming wel eens vertragen kan of zelfs, zoals in de VS het
geval is, volkomen kan doen vastlopen. Dat heeft vaak ook met ongeschreven
regels en machtsverhoudingen buiten de politiek te maken. De eis van
transparantie die meer gediend zou zijn bij een deliberatief model, verhult het
feit dat op hun beurt deze bij loting uitgekozen leden van een vergadering ook
door lobbyende ondernemers en vakorganisaties aangesproken zullen worden. Net
op dat vlak laat de Twintigste eeuw zien dat het parlementaire systeem mooie
resultaten heeft opgeleverd, zoals bijvoorbeeld inzake de uitbouw van de
sociale zekerheid, de uitbreiding van het stemrecht - in 1906 en volgende jaren
werd nog betoogd en gestaakt voor algemeen stemrecht - en vrouwen kregen pas
stemrecht in 1946 - pas uitgeoefend in 1948 en uiteraard de modernisering van
de samenleving: parlementen konden abortus toelaatbaar maken of het levenseinde
beter aanpassen aan de moderne medische mogelijkheden. Die domeinen vergen
serieuze aandacht. Het pleidooi van Tony Judt om de twintigste eeuw ernstiger
te bekijken, moet hierom beklijven dat we wel eens spreken over dekolonisering
en de onafhankelijkheid van de Afrikaanse landen bezuiden de Sahara, maar hoe
dat alles in het werk is gegaan en hoe er in de salons van de macht over werd
gedacht, blijft doorgaans beperkt tot enkele dieptepunten. Maatschappelijke,
technologische en intellectuele processen nemen tijd in beslag en het blijft
ontstellend vast te stellen dat we die doorlooptijden niet meer onder ogen zien
om te begrijpen wat er gaande was. In die zin kan men het pleidooi van Judt
alleen maar onderschrijven.
Bart Haers
[i]
Strauss, Leo, "Restatement on
Xenophon's Heiro" in On Tyranny: An
Interpretation of Xenophon's Hiero, p. 56.
[ii]
Judt
heeft gelijk als hij wijst op de globalisering van de late negentiende eeuw,
want die heeft ook heel gunstige gevolgen gebracht, naast de nadelen,
natuurlijk.
Reacties
Een reactie posten