Als de verstomming toeslaat



Wijsgerig moeras
Het debat niet voeren 
is de kunst


Wordt er een boeiend thema of prangend probleem, zoals de steeds snellere groei van de wereldbevolking aangesneden, dan hangt het van de spreker af of dat thema ook de nodige aandacht krijgt. Nu kon men aan het thema zelf niet voorbij want God en klein pierke hadden er hun licht over laten schijnen.  De antwoorden over de vele aspecten van die blijvende en snellere groei en dus vooral een plan van aanpak, dat Prof. Em. Etienne Vermeersch voorstelde, om de vruchtbaarheid strakker in de hand te houden, kreeg weerwerk. Het viel mij op dat niet iedereen reacties kon waarderen zoals die van. Oscar Van den Boogaard die vond dat Etienne Vermeersch een voorstel deed dat riekte naar fascisme.  De reacties van mijn medelezers getuigden van een bijna beate  volgzaamheid ten aanzien van Etienne Vermeersch en dat neem ik hem niet kwalijk wel de devote volgelingen die hem als een profeet adoreren. Kan dat? En brengt het iets bij aan het debat?

Ik grijp deze discussie aan om aan te geven hoe op een bizarre wijze wezenlijke discussies gevoerd worden, of eindelijk niet. Lezers geven aan dat men Etienne Vermeersch niet mag tegenspreken, dat dit zelfs onwelvoeglijk is, want Etienne Vermeersch heeft over alles grondig nagedacht en heeft steeds weer aangetoond een betrouwbaar leidsman te zijn. Nu hoeft men dat laatste niet in twijfel te trekken om toch te menen dat anderen ook zinvolle meningen kunnen hebben. Men kan niet pleiten voor een publiek en breed debat, over de problematische aspecten van bijvoorbeeld de bevolkingsaangroei of over de betekenis van de economische groei als criterium voor welvaart en tegelijk beweren dat als die ene man gesproken heeft de zaak rond is, klaar en perfect duidelijk. Inderdaad, Roma locuta, causa finita. Het feit dat mensen deze gedachte nu toepassen op iemand die buiten de kerk staat, die staat voor het vrij onderzoek en de vrije mening, vind ik niet van die man bedenkelijk, al zal die vleiende gedachte hem al jaren de dynamiek geven om als publieke intellectueel op te treden, wel aan die anderen die hem zien als een tegenpaus, want dat vind ik voor hen treurig. 

Waarom zouden anderen niet in de loop der jaren een poging hebben ondernomen om belangrijke kwesties te bestuderen, erover te reflecteren, geen zinvolle bijdrage hebben kunnen leveren. Nu, voor alle zekerheid, ik pleit hier niet voor mezelf, uiteraard niet, maar wel vind ik het bizar dat een mening zou volstaan om een eigen visie uit te werken. Iemand als Ludo Abicht, die in “de haan van Asclepios” aangeeft wat er in vrijzinnige middens zo moeizaam gaat, met name het diepgravende debat, komt mij even interessant voor. Maar ook een mens als Marc De Kesel, die schrijft over hoe hij goden wenst te breken of Erik Borgman die zich vragen stelt over de overgave aan de barbaren, niet die van Wilders natuurlijk, maar toch barbaren. Kortom, er valt meer te horen, te zien, te vernemen als men ook andere goed onderlegde denkers en schrijvers wil horen. Waarom bleef elke positieve reactie uit toen Coen Simon zijn boekje schreef “En toen wisten we alles” over de wijze waarop we met wetenschappelijke kennis omgaan. Daarnaast en evenzeer denken we aan de essays van Yoep Dohmen, over laatmoderne levenskunst en tegen de onverschilligheid die best inspireren kunnen. 

In wezen gaat mijn treurnis over het gebrek aan emancipatie in dit Vlaanderen anno 2011, waar men nog altijd die ene leidende intellectueel nodig heeft. Voor alle duidelijkheid, we viseren niet Etienne Vermeersch als persoon, maar wel het instituut dat men van hem heeft gemaakt en diegenen dus die er een instituut van gemaakt hebben. Want net zij hebben er weinig toe bijgedragen dat auteurs en denkers als Martha Nussbaum, Susan Neyman of zelfs Peter Bieri aan de orde komen. Het perslandschap functioneert zo dat slechts enkelen, zoals Vermeersch, Braeckman of aan de andere kant Luc Huyse en Marc Hooghe steeds weer het verlossende woord menen te kunnen spreken. We doen er fout aan dit absoluut te stellen, maar wel is het zo, dat als een van deze mensen spreekt, anderen niet meer geacht worden er hun bijdrage aan te leveren. En buitenlandse stemmen worden nog minder gehoord. 

Het gevolg is wel dat vele discussies niet afdoende en voldoende diepgaand gevoerd worden. Het is wel zo, denk ik, dat wie er echt meer van weten wil, gaat zoeken waar er informatie te vinden is. Vandaar ook dat die ophemeling van wie dan ook, Vermeersch of Bernard Henri Levy, niet echt past. In de republiek van wijsbegeerte is iedereen republikein mag ik denken en ja, ruimte voor bewondering is er altijd wel, maar de idolatrie, daar moet men zich toch voor hoeden. 

De kwestie is dat sommige discussies, bijvoorbeeld over eugenese of het levenseinde, vooral principieel gevoerd worden en dat bovendien gerechtvaardigde vrees voor misbruiken afgedaan worden als vooroordeel. Inzake eugenese zou men haast gaan geloven dat een normale bevruchting niet meer wenselijk is, zoals Aldous Huxley al in 1932 beschreef in Brave new World. Nieuwe ontwikkelingen stoten wel vaker op angst en vooroordeel en dus kan men dat argument zo gemakkelijk ontkrachten met een sofisme als “de boeren vreesden dat de koeien geen melk meer zouden geven als de trein elke dag of vaker zou passeren, zure melk”, maar niet elke vrees is even onbelangrijk, of toch minstens niet zomaar op die manier te ontkrachten. 

De domeinen waar Etienne Vermeersch het vaakst aan het woord is geweest, betreffen merkwaardig genoeg zaken in verband met godsdienst. Zwaaiend met soura’s deed Vermeersch een aantal keren wat Benedictus XVI zich niet zo vaak moest veroorloven, namelijk stellen dat de Islam zich in de eerste eeuwen van haar bestaan vaak met geweld heeft waargemaakt. Men zegt dat dit ook geldt voor het christendom, maar tot 325 post christum natum was de religie in conflict met de staat en de keizer en pas toen Constantijn zich bekeerde werd de godsdienst getolereerd. Ook in de bekering van West-Europa was geweld niet cruciaal. En zelfs bij de bekering in Afrika of Azië is het vooral de prediking geweest. Nu goed, de Islam heeft op enkele tientallen jaren een gigantisch gebied weten te bereiken en lange tijd was er een behoorlijk groot rijk dat met het huis van de Islam samen leek te vallen, maar of de religieuze inspiratie voor die verovering een voldoende reden was, valt te betwijfelen, de vergoeilijking op religieuze grond was er uiteraard wel. 

Wat ons nog altijd bij is gebleven en ons zeer alert heeft gemaakt is dat prof. dr. Em. Etienne Vermeersch trachtte aan te geven hij voor zijn inzichten steeds vaste grond heeft en dat zijn inzichten daarom al onweerlegbaar zijn. Niemand kan immers tegen argumenten ingaan die volgens de strikte regels van de logica geconstrueerd zouden zijn. Alleen, zijn de feiten waarop hij zich baseert altijd onweerlegbaar? Of is het inderdaad zo, zoals Thomas More in Utopia laat zien, dat men geen vrijheid van meningsuiting van node heeft als men zich toch baseert op onweerlegbare inzichten. Dan zijn de kleine variaties in de overtuiging niet van belang. En toch, Utopia laat ook zien dat zo een samenleving niet echt boeiend is. Stephen Toulmin heeft in zijn boek, return to reason, betoogd dat het denken van René Descartes vooral een poging was om in de woelige en bloedige tijden waarin hij leefde te zoeken naar vaste grond voor het denken. Denkers als Denis Diderot waren dan weer vrijer om hun inzichten te onderzoeken en te formuleren, omdat de samenleving na Louis XIV opnieuw stabieler was geworden. Het zou kunnen dat aan het begin van de twintigste eeuw filosofische en wetenschappelijke inzichten weer zo verstoord waren geraakt dat men grotere zekerheid zocht, maar noch de wis- en natuurkundigen, noch de filosofen van die tijd leken bereid die vaste grond aan te reiken. In de natuurkunde kwam de kwantumtheori op gang en werd de onzekerheid een factor waarmee men rekening diende te houden. Ook Quételet had die benadering al een eeuw vroeger aangebracht, met zijn waarschijnlijkheidsleer en statistiek. Men kan op grond van statistiek en waarschijnlijkheidsberekening uiteraard wel betrouwbare informatie verwerven, maar het blijft wel zo dat de zekerheid dat iets onweerlegbaar zou zijn, zeker in het maatschappelijke leven al heel wat meer onzekerheid oplevert. Vermeersch zelf weet dit uiteraard, maar toch zijn er die aan zijn inzichten de onwrikbaarheid geven, die voor het verwerven van inzichten niet bevorderlijk mag heten. 

Het komt mij altijd bizar voor dat een filosoof in deze context weer gaat zoeken naar een vaste grond voor zijn gedachteconstructies. Bovendien wordt de discussie ook weer zo principieel, dat er zeker op het vlak van de ethiek weinig ruimte overblijft voor diepgaand onderzoek. Stellen we bovendien vast in de discussie over de vrije wil Etienne Vermeersch wel degelijk de vrije wil van de persoon erkent, maar dat we in de laatste jaren, nu de neurologie grote vorderingen maakt en zo de richting van de discussie over de vrije wil ernstig in de richting van illusie stuurt, dat we hem niet zo vaak hierover gehoord hebben. Nochtans is de discussie net vandaag zeker nodig, omdat het zelfbeeld van de persoon die we zijn, elk voor zich, zonder die vrijheid tot bizarre en zelfs ontwrichtende conclusies kan leiden. 

In 2003 voerde Etienne Vermeersch hierover een discussie op zijn eigen weblog, waarin hij vaststelt dat vrijheid met autonomie van een systeem, c.q. het brein te maken heeft en dat het redelijke overwegen een element van waardering vormt. Sommigen menen nu dat het brein onafhankelijk van … functioneert. Van wat eindelijk? Wie zouden we zijn? Of liever, zouden we zonder het brein zoals we het nu kennen en waarvan we nog niet alles weten, hoe sterk de vooruitgang ook is, ons bewust kunnen zijn van ons handelen en doen? Sommigen menen dat het bewustzijn nu net een illusie is en dat als we een letter tikken het brein vooraf zou bepaald hebben dat… maar dat is zo niet een nonsensicale opmerking, de letters die woorden en woorden die gedachten worden, hoe dwaas ook, heb ik gedacht en ik denk dat ik dat bewust doe. Alleen is het zo dat ik mijn denkactiviteit meteen omzet in tekst. Maar ik kan die tekst naderhand corrigeren of eventueel in de lade stoppen – ongetwijfeld zal er wel iemand mij aanraden dit ook te doen – maar in wezen ben ik vrij die gedachten te ontwikkelen en erover na te denken. Of het verstandig is tegen het leidende intellectuele geweten van Vlaanderen in te gaan, hoeft hier niet ter discussie te staan, want ik heb het eerder over de idolatrie ten aanzien van zijn persoon dan over de man of zijn werk. 

Maar we menen vooral dat dit nodig is omdat de discussie over belangrijke zaken niet altijd in principiële termen gegoten kan worden. Het is zo dat men de wet die euthanasie toelaat onder voorwaarden, strikte voorwaarden, een goede zaak kan vinden, maar dat men toch terughoudendheid vooropstelt en de zaak liever per geval onderzoekt. Levensmoeheid als voldoende reden voorop stellen, kan ertoe leiden dat mensen met een zekere emotionele leegte, omdat er teveel mensen uit de kleine kring overleden zijn, ook in aanmerking komen en als zij die vraag stellen geholpen zullen worden. Fijn voor hen denken we dan. Maar is dat echt zo fijn? Toen ik Hans Keilson op televisie zag verschijnen, in de “Wereld draait doorrr“, vond ik dat een bijzonder verfrissende ervaring, want de man was dan al honderd en leek hij verzoend met het naderende einde, hij wilde nog steeds vertellen wat hij te zeggen had. Hetzelfde geldt voor Stéphane Hessel, die iedereen opriep tot verontwaardiging. De verontwaardiging als drijfveer voor actie en vooral politieke actie kennen we al langer, maar Hessel richtte zich tegen het beleid van Sarkozy ten aanzien van de Roma. Echter, een kleine zoektocht op internet later, bleek zijn oproep gericht tegen het beleid van wel meer Europese regeringen en hun houding tegenover de Roma. Maar de idee van verontwaardiging mag dan velen op straat brengen, voor de problemen waar we nu mee te maken hebben, zou wel eens toewijding een betere benadering kunnen zijn.  Ik moet de tekst van Hessel nog eens grondig herlezen, maar als ik het mediagedruis bekijk, tja, dan moet ik zeggen dat de oude man echt wel meer te zeggen heeft. 

We denken dat het goed is dat intellectuelen en academici zoals Etienne Vermeersch hun bijdrage leveren aan het debat en het is aan u en mij om daar het onze van te denken. Ik neem echter wel de vrijheid aanstoot te nemen aan blijken van overtrokken idolatrie, omdat dit het debat niet ten goede komt. Men dient er zich dus wel van bewust te zijn, denk ik, dat de bijdrage van Vermeersch belangrijk is, maar dat ik het erg vind als anderen dan niet meer gehoord zouden worden. De media? Ook zij dienen denk ik, zoals de wijsgeer Vermeersch het zelf wel noemen zal, redelijk te handelen bij de keuze van de mensen die zij aanspreken. Natuurlijk, we zien, lezen en horen ook wel eens Johan Braeckman, Jean-Paul Van Bendegem en al eens Herman de Dijn of Gerard Bodifee. Maar deze zomer in Nederland kon een reeks gesprekken plaats hebben met journaliste Clairy Polak en Ad Verbrugge en met deelnemers uit het gebied van de rechtsleer en ook wel een journalist als Bas Heijne, waardoor een breed spectrum van meningen aan bod kwam. Opvallend was dat deze reeks gesprekken diepgaand ingingen op aspecten van de rechtsstaat, democratie en persoonlijke vrijheid. Het komt ons voor dat de openbare omroep VRT op dit vlak niet zo vaak durft uit de hoek te komen. Wellicht heeft dit te maken met het omroepbestel, maar zeker ook met de onwil van politici, omroepmensen en academici om diepgaande gesprekken boven het mêlee te voeren. Enkele jaren geleden had Jan Leyers zo een programma, maar daar was de confrontatie van personen belangrijker dan de confrontatie van meningen en bovendien was er zelfs nog geen begin van een discussie over onderwerpen als de rechtsstaat, niet enkel in Vlaanderen of Europa maar ook ver daarbuiten.

We duiden het dan ook de spraakmakende academici en intellectuelen euvel,  zeker Vermeersch niet in de eerste plaats dat zij er niet toe bijdragen dat dergelijke discussies wel zouden kunnen in ons medialandschap en verder dat er zo weinig echt debat überhaupt mogelijk blijkt. Zij hebben de mogelijkheid en het vermogen om de openbare omroep hiertoe te bewegen. De discussie over de herdenking van WO I laat evenwel al zien dat zij en politici in het publiek niet met elkaar eens willen zijn. Let wel, we weten dat Etienne Vermeersch na de dood van Semira Adamu getracht heeft met de overheid een modus operandi uit te werken voor het terugbrengen naar hun land van oorsprong van afgewezen asielzoekers, die humaan mag heten. Ook inzake de hoofddoekenkwestie heeft Vermeersch zijn rol als publiek intellectueel – het klinkt als dat andere publieke beroep – opgenomen en zelfs zijn medestanders hard tegen de haren heeft ingestreken. Ook inzake de Belgische kwestie heeft hij via de Gravensteengroep een aantal keren van zich laten horen, ook al een huiveringwekkend optreden voor zijn vermeende medestanders. 

Het past hier een kleine parenthesis te wijden aan Jean-Pierre Rondas, die gedurende een aantal jaren op de openbare omroep, Radio 3 en later Klara een wekelijks radio-essay maakte waarin hij tal van onderwerpen en thema’s der revue heeft laten passeren. Over Kornelis Vreeswijck, over de herinnering aan de New Deal van Roosevelt in Californië en de eigenheid van de Schotse intellectuele cultuur. We zijn er Rondas dankbaar om, maar het is wel duidelijk dat Rondas zelf betreurt dat er geen opvolger is gevonden voor zijn programma. Nu blijft er enkel Trio met Werner Trio en ook Babel biedt af en toe topics dat het debat kan bevorderen. Maar als men zoveel aandacht heeft voor “Iedereen Klassiek”, waarom dan geen campagne “Iedereen filosoof?” 

Het komt mij vreemd voor dat anderen - het verhaal wordt eentonig -, die zich ook in prangende kwesties laten horen, vaak minder aan bod komen. Over de betekenis van de Islam voor de individuele ontplooiing valt veel te zeggen, maar doorgaans blijft men steken bij oppervlakkige waarnemingen. Het offerfeest vieren of de Rammadan volgen hebben hun gevolgen, maar of wij die ons elke zulke regels en rituelen niet houden, zoveel beter in staat zijn ons leven vorm te geven, valt nog te bezien. Maar men moet zich afvragen waarom mensen daar lid van willen worden of blijven? Dat geldt overigens ook voor mensen die stijl geloof in katholieke of protestantse gezindten nastrevenswaard vinden. Waarom is de standaardpositie dan dat die godsdiensten per definitie uit den boze zijn? Men kan geloof van personen proberen te sturen, als mensen er belang aan hechten, kan men het hen niet kwalijk nemen in onze samenleving. Ook is het zo dat het weinig zin heeft te beweren dat de kerk of de religie de oorzaak zijn van alle kwaad, want het gaat er vaak om dat mensen die ideeën hebben aangewend om hun kwade intenties te rationaliseren en te institutionaliseren. Tegelijk blijft het de vraag of een levensbeschouwing die het bestaan van goed en kwaad in het handelen, niet als metafysische gegevenheden voorop stelt wel aantrekkelijk is voor mensen. Blijkbaar wel, want velen geloven erg graag dat god een oude vent met een lange witte baard is en dat goed en kwaad slechts metafysische begrippen zijn. Zij hadden nooit tot die vaststelling kunnen komen als de kerk zelf niet bij monde van Augustinus en Thomas van Aquino had gesteld dat de idee van een permanente strijd tussen goed en kwaad, zoals de aanhangers van Manes betoogden en ook de Katharen aannamen, in strijd is met de visie dat God de schepper van alles is. Kortom, ik kan begrijpen dat mensen vinden dat de kerk vandaag geen weinig interessante inbreng meer heeft, terwijl het even aannemelijk te maken is dat anderen net wel iets vinden in de Kerk. Bovendien denk ik dat een mooie dienst best wel indrukwekkend is, dat de riten wel een betekenis hebben. 

In die zin denk ik dat de anticlericale Vermeersch te vaak het kind met het badwater weg heeft gegooid. Menselijk welbevinden onderzoeken is een belangrijk element in de filosofie en als men de onvoorstelbare constructie, waarin Joodse, Griekse en Romeinse, maar ook Egyptische en andere elementen tot een eenheid zijn gesmeed, soms met misleidende oogmerken, dat klopt, dan denk ik dat de filosoof Vermeersch toch ook weet dat wat Gregorius VII, Innocentius en anderen gedaan hebben voor onze samenleving wezenlijk belangrijk is. Dit niet als studieobject handhaven, dit niet ter reflectie voorhouden, komt mij fout voor. Niet omdat ik klerikaal zou zijn, wel omdat de ontwikkeling van de Westerse intellectuele tradities zeer verscheiden is. Geert Grote of Adrianus VI zijn belangrijker figuren dan men vandaag nog kan aannemen, want zij komen hoogstens nog voor in een quiz als een weetje, niet als mensen die een voorwaarde schiepen voor vooruitgang. Niet dat we met al die figuren zonder meer hoog oplopen, wel omdat ze mee paden gelegd hebben waarover wij nu waardig kunnen schreiden. Neem nu de visie die ons steeds weer wordt voorgehouden over Giordano Bruno, waarover Francis Yates schreef en die dus minstens een nuancering verdraagt, blijft men voorstellen als een tegenstander van de kerk, terwijl Vermeersch, een scepticus, het toch  vreemd moet vinden. Want Bruno nam  in navolging van Marsilio Fecino en Pico della Mirandola Hermes Tresmegistos en diens hermetiek ernstig, bestudeerde en hij hield de professoren van Oxford voor navolgens van Erasmus en schold hen voor dorre schoolmeesters. In Oxford was het dat hij de idee van Copernicus over de centrale positie van de zon verdedigde en ook de oneindigheid van het heelal vooropstelde, maar Yates weet aan te tonen dat dit absoluut niet de vrije geest ademt, die men hem toeschrijft. Wel stond hij inderdaad tegenover de officiële leer van de kerk maar dan om te zoeken naar middelen om de vele christelijke gezindten opnieuw te verzoenen door een overkoepelende en veel oudere visie te propgageren. Vrij jawel, maar iemand die met idolen, dekanen en huizen afkomt, kan een scepticus toch niet behagen. Mij wel, omdat de interesse voor dit soort oefeningen juist centraal staat, zonder dat ik mij daarop een adept ga noemen van Hermes Tresmegistos. En zo kunnen we nog wel even doorgaan en aangeven dat zonder diepgang, ook filosofen wel eens dingen kunnen vertellen die niet echt overtuigen. Vooral in hun publieke optreden, valt dit wel eens voor. Wijlen Koenraad Raes heeft eens in een uitzending van diezelfde Reyers gesteld dat hij in de A1-journals andere dingen behandelde dan hij op dat moment op de buis deed. In zekere zin is dat onvermijdelijk, maar toch, mocht er een grote kloof, zoniet een tegenstelling bestaan tussen het optreden als filosoof en als publiek intellectueel, dan zou ik dat wel bijzonder treurig vinden. Het is net omdat we vinden dat op die manier het publieke debat altijd weer stropt, dat we hopen dat mensen Etienne Vermeersch kunnen waarderen zonder hem voor een profeet te houden. 


Bernard Henri Levy was op 19 november te gast in een avondshow op A2 en sprak daar over zijn rol in de Arabische Lente, in Lybië en hoe hij daar de rol van bemiddelaar tussen Bengahzi en de Voorlopige raad enerzijds en het Elysée anderzijds op zich nam. “La guerre sans l’aimer” heet zijn boek en men neemt hem kwalijkt dat hij onverwacht veel respect opbrengt voor de president Sarkozy, terwijl hij toch links heet te zijn. Het merkwaardige programma, waarin de schrijver en filosoof zijn legitimiteit als burger in de waagschaal legde, zijn ethische bewogenheid voor het lot van de rebellen tegenover de kritiek dat hij mee de lezing van de resoluties van de VN-Veiligheidsraad zonder omhaal uitbreidde tot steen aan de leiding van de opstand. Hem horen verdedigen dat men Khaddafi wel moest aanpakken tot in Syrthe omdat hij de oorlog tegen zijn eigen volk was begonnen en dat dus de lezing van de resoluties legitiem is, komt mij bijzonder boeiend over. Het ontbreken van een ernstig debat over die zaken, de vrees zelfs voor een machtsgreep door de Moslimsbroeders - cfr. Uitzending op Klara met Werner Trio, Gie Goris en Jos Lambrecht -  terwijl BHL nu net wilde weten wie waar voor staat. Maar zelfs de discussie over de Sharia bleek voor BHL niet zo evident als anderen menen te mogen voorhouden. Hoe het dan werkelijk zit?  Hij laat wel eens dogma’s achter zich en hangt de lier van eeuwige linkse mantra’s aan de wilgen, als de nood hem ertoe brengt. Ik denk dat dit ook voor Etienne Vermeersch, vaker dan zijn adepten zelf voor lief nemen. 

In die zin doorbreekt Vermeersch vaker dan men aannemen wil de stilte rond sommige heikele punten, maar toch helpt het niet altijd de zaak vooruit, omdat men dan zonder veel schroom de zaak terzijde schuift. Niet enkel de conclusie bepaalt de kwaliteit van een debat, maar ook de wijze waarop argumenten ter tafel komen heeft belang. En zolang men daar niet meer aandacht voor opbrengt, blijft het intellectuele debat onder de maat. Neen, aan Vermeersch of Braeckman ligt het niet, wel aan de wijze waarop men mensen als zij boven discussie verheven acht. Hun denkbeelden, denk ik, mag men altijd onderzoeken. 

Bart Haers
21 november 2011


Reacties

  1. Als je nu eens een ongeveer analoog artikel zou schrijven (aangepast aan het onderwerp uiteraard) maar waar de naam Etienne Vermeersch stelselmatig wordt vervangen door de naam Bart De Wever.
    Dat zouden we ook graag eens lezen. Of bestaat omtrent Bart De Wever geen idolatrie misschien? Zijn politieke meningen en inzichten die verschillen van de zijne niet even waardig aan de zijne? Uw artikel is typisch voor een tjeeven-mentaliteit: ogenschijnlijk doet u uw best het te laten uitschijnen dat het niet om de persoon van Vermeersch gaat, maar achterbaks stompt u hem wel in de maag. We wachten op een gelijkaardig, even kritisch, nauwelijks verholen vijandig gekruid artikel over Bart De Wever.


    Voorbeeld: citaat: “Ik grijp deze discussie aan om aan te geven hoe op een bizarre wijze wezenlijke discussies gevoerd worden, of eindelijk niet. Lezers geven aan dat men Etienne Vermeersch niet mag tegenspreken, dat dit zelfs onwelvoeglijk is, want Etienne Vermeersch heeft over alles grondig nagedacht en heeft steeds weer aangetoond een betrouwbaar leidsman te zijn. Nu hoeft men dat laatste niet in twijfel te trekken om toch te menen dat anderen ook zinvolle meningen kunnen hebben. Men kan niet pleiten voor een publiek en breed debat, over de problematische aspecten van bijvoorbeeld de bevolkingsaangroei of over de betekenis van de economische groei als criterium voor welvaart en tegelijk beweren dat als die ene man gesproken heeft de zaak rond is, klaar en perfect duidelijk.”

    Graag de naam Etienne Vermeersch vervangen door Bart De Wever. De problematische aspecten over .. enz. een beetje aanpassen, en dan de tekst eens herlezen. Snap je? En zo kan je gans het artikel, paragraaf na paragraaf herlezen. Maar je kan i.p.v. Bart De Wever om het even welke naam invullen van persoon x. Probeer het eens voor de aardigheid toe te passen voor gans uw artikel, van begin tot einde. Het zal je ogen openen.

    Dit noemt men persoon x bashen, beste Bart.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mijn waarde, dat men Bart de Wever soms de kwaliteiten van roi taumaturge aanmeet kan hijzelf niet helpen en ik al helemaal niet. Ik had niet de bedoeling de heer Etienne Vermeersch te bashen, wel die mensen die keer op keer bij hem om inzicht komen smeken. Ik wist dat dit artikel niet bij iedereen in goede aarde zou vallen en daarom kon ik het ook schrijven. Een van de problemen is dat de emeritus hoogleraar voldoende ijdel was om deze voorkeur voor hem niet af te wijzen. Anderen hebben bijvoorbeeld last van de voortdurende aanwezigheid van Rik Torfs in de media, en u blijkbaar heft last van Bart de Wever. Ik heb, gegeven de huidige situatie geen reden om de voorzitter van N-VA als persoon aan te pakken, dat wil zeggen, het cruciale moment in de crisis dat al maanden duurt, vergt terughoudendheid voor wie de doelstellingen van de partij onderschrijft. Dat er geen grap verteld kan worden of de man komt erin voor, dat er geen verhaal over eten of over taal geschreven kan worden of BdW komt erin voor, ligt niet aan hem. En dat was ook de opzet van dit stuk. De idolatrie ten aanzien van Prof Dr em. Etienne Vermeersch maakt het moeilijk nog te zien waar de man zelf voor staat.
    U heeft blijkbaar over het hoofd gezien wat ik geschreven heb over Bernard Henri-Lévy? Sinds ik "Le diable en tête" las, midden jaren 1980 heb ik wel de idee dat ee filosoof ook echt kan optreden. En dat heeft Vermeersch ook gedaan, tot ergernis van zijn vrienden, met de Gravensteengroep. Dus, als u vind ik dat de heer hoogleraar in ruste lastig val, bedenk dan dat ik vooral de veelzijdigheid van de man tegen zijn bewonderaars in in bescherming neem.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. 1. Citaat: “Een van de problemen is dat de emeritus hoogleraar voldoende ijdel was om deze voorkeur voor hem niet af te wijzen.” Hoezo ? Ik zeg: “Een van de problemen is dat Bart De Wever voldoende ijdel was om deze voorkeur voor hem niet af te wijzen, door tot tweemaal toe deel te nemen aan een populaire TV-quiz en steeds staat te protesteren omdat hij “alweer” niet is uitgenodigd in de Zevende Dag.
    2. Citaat: “bedenk dan dat ik vooral de veelzijdigheid van de man tegen zijn bewonderaars in bescherming neem”. Ik denk niet dat Etienne Vermeersch zit te wachten op de bescherming van Bart Haers, noch dat hij ze nodig heeft.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. 1°) Het is lastig spreken met iemand die zich niet bekend maakt. 2°) Bart de Wever heeft een verkozen mandaat en zoals ik zegde kan er geen politiek correcte opmerking vallen of ze gaat in de richting van De Wever. Dat er mensen zijn die hem nu de beste vinden, zal allicht met de situatie te maken hebben.
    3°) dit stuk gaat nog altijd over een vaststelling mijnerzijds omtrent het niveau van het publieke debat dezer dagen, al sinds een aantal jaren. En ik ben dan inderdaad zo vrij te moeten betogen dat Etienne Vermeersch soms tegen zijn eigen beate volgelingen beschermd moet worden.
    Dus, voor het debat, maak u bekend en verhul u niet in het gemak van de anonimiteit. En ja, het voordeel van Internet en de blogservice die ik gebruik dat ik, een nobele onbekende mijn gedachten kan brengen. Heeft u daar geen boodschap aan, mij niet gelaten.
    En nog eens, heeft u over "La guerre sans l'aimer" niets te melden, of over Coen Simon, Sloterdijk?

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Indien u blijkbaar meer belang hecht aan mijn identiteit dan aan de inhoud van wat ik zeg, dan meen ik dat het maar beter is voor alle partijen, het stilzwijgen te laten heersen. Maar dat was niet de echte opzet van uw blog dacht ik toch. Spijtig dus voor u.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Er zijn inderdaad niet zoveel blogs waar men anoniem een reactie kan posten en ik laat die mogelijkheid open. Belangrijker in dit dispuut is dat u vindt dat het debat niet verstomt en dat Prof. em. dr. Etienne Vermeersch terecht hoge waardering krijgt, en daar kan ik wel inkomen. Waar het mij om te doen was en is, blijft de vorm van mateloze adoratie, waardoor andere stemmen niet aan bod komen. Hoeveel commentaren heeft u gelezen bij het essay van Susan Neiman, "Morele Helderheid"? Er heerst in Vlaanderen een onbegrijpelijk provincialisme, vooral bij de redacties van de brede media. Dat zorgt ervoor dat onbegrijpelijk veel titels niet aan de orde komen. Toen Herman de Dijn zijn essay schreef, Spinoza, de doornen en de roos, kwam daar niet zo heel reactie op, terwijl het boek toch een ernstige analyse vormt van het belangrijkste boek van Spinoza, de Ethica. De discussie over de kwaliteit van het morele oordeel, voortkomend uit moreel aanvoelen, zoals de Dijn dat stelt en anderzijds Vermeersch die stelt dat een onafhankelijk moreel oordeel gebaseerd op (nieuwe) wetenschappelijke inzichten was een sterke confrontatie, maar de Dijn heeft zijn laatste reactie niet meer geplaatst. Daar gaat, vrees ik, mijn stuk over, dat er volgens sommigen maar een visie mogelijk is. Vroeger was het inderdaad de kerkelijke visie, maar er waren altijd meer ketters dan men zich vandaag wil herinneren. En neen, ik ben geen advocaat van een verleden, wel denk ik dat we de situatie niet moeten laten evolueren naar een nieuwe pensée unique.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts