Wij zijn het Europese volk


Reflectie

Pleidooi voor een burgerinitiatief
Waarom een referendum voor de EURO
Meer baten zal dan schaden

De crisis rond het beheer van de Euro krijgt de allures van een ramp, al lijkt het vandaag – wat dat ook mag betekenen want het  beursweer slaat sneller om dan in de fysieke wereld - wat beter te gaan. Maar de verantwoordelijken kunnen niet anders dan zeggen dat de EURO ten koste van veel zal gered worden. Aan de andere kant zijn er spelers op de markt die het vertrouwen allerwegen zoek helpen maken. Verder is er de opvallend neutrale toon van experten, die soms de indruk wekken dat het hen niet aanbelangt. Dat brengt mee dat er weinig aanleiding lijkt om de zaak goed te volgen en te onderzoeken.

Het punt is dat we merken dat sommigen er plezier in schijnen te scheppen hoezeer de tekortkomingen van de verdragen die leidden tot de oprichting van het muntsysteem en de uitgifte van de munt ons nu zuur opbreken. Dat die tekortkomingen  een duidelijke oorzaak hebben, namelijk de onwil (nog) meer soevereiniteit aan Europa over te dragen en door de media toen breed ondersteund werd, blijft me verbazen. De kwestie die we moeten behandelen blijft best complex, maar toch, een element wordt steevast over het hoofd gezien, namelijk dat wij burgers er belang bij hebben dat het vertrouwen in de munt niet onderuit gehaald wordt of verder afgebroken.

Het valt op dat de kwaliteit van een munt, c.q. de euro niet alleen afhangt van de directe beheerders van het systeem, maar ook te maken hebben met de vraag of anderen dat aanvaarden. De kredietbeoordelaars zijn belangwekkende spelers, al is hun optreden niet vrij van smetten en fouten. Ook de media hebben in het debat over de Euro vaak niet voldoende door dat het evenwicht tussen de actualiteit en de werkelijkheid zoek is. De vele discussies over de Euro tussen de regeringen lijken vaak op wedstrijd op leven en dood, maar intussen ontstond een conflict binnen de naties, die het oplossen van de problemen er niet eenvoudiger op maakten. De zware besparingspolitiek in Griekenland? Inderdaad was dat nodig, als er niet eerst een probleem was geweest met het burgerschap van de Grieken, van privilegies voor vrachtwagenchauffeurs tot toekenningen van ondersteuningen aan blinden en doven in aantallen die elke redelijkheid te boven gaan. Dat heeft te maken met de kwestie van het burgerschap, waarbij men eigen belangen en publieke belangen niet meer uit elkaar wenst of weet te houden. Het gaat dan om corruptie, die in Griekenland vandaag minder zou floreren, als gevolg van de crisis.
Maar de staat van de Griekse natie is nog op een andere manier penibel omdat een grote bank de staat in 2000 zou geholpen hebben de zaak te belazeren. Zichzelf en de Muntunie. Duidelijk is dat er in de afgelopen tien jaar wel meer is mis gegaan.

Sommige landen konden aan deficit spending doen zonder het volle pond van een hoge rente te hoeven betalen.  Want Spanje, Portugal en anderen konden rekenen op de solidariteit van de AAA-landen zoals Duitsland en Nederland om goedkoper te lenen en konden zo, naast de andere ondersteuning voor achtergebleven regio’s een hoop nieuwe middelen binnen halen. Hoe die gespendeerd zijn geworden is eindelijk nergens uit op te maken, maar het geeft wel aan dat er in verschillende landen een ernstig bestuursprobleem is ontstaan.

Wat Spanje aangaat kan men ervan op aan dat de problemen van het land wel best overzichtelijk waren, maar dat de regering die in 2008 zetelde en dat tot 2011 weinig wist in te brengen tegen de crisis, onder andere van de banken. Maar Spanje had ook nog een ander probleem dat België ook kent, dat is dat er meer budgettaire entiteiten zijn, c.q. de zeer grote fiscale en budgettaire onafhankelijkheid van de deelstaten, zoals Baksenland. Nu blijkt dat sommige ervan een schuld hebben opbebouwd die de 100, zelfs de 200 % van het BBP hebben overschreden, zoals Andalusië en Catalonië. De structuur van het land vormt evenwel niet het probleem, wel de idee dat men een beetje kan doen wat men goed vinden kan, moral hasard dus. Nu de zaken slecht gaan en sommige diensten, zoals de gezondheidszorg in Catalonië moeilijk betaalbaar blijken, wil de Catalaanse publieke opinie de federale overheid voor alles met alle schuld beladen. Dat klopt dus niet, als we sommige media begrijpen, zoals El Mundo. Overigens blijkt de ideologische discussie best wel zeer gepolariseerd maar weten we inmiddels.

Het verhaal van Spanje, maar ook van Europa is er vaker één dan nodig sprake van een soms scherp polariserende wedloop van uitlatingen, die vooral politiek gespeeld werden, maar lang niet altijd de economische en maatschappelijke belangen lijken te dienen. Het pleidooi voor een sociaal Europa klinkt prachtig, maar het blijft wel opvallend dat men dat Europa niet in lijn weet te brengen met andere noodzakelijke voorwaarden.

Nu kan men de neoliberale politici en experten die het beleid vorm hebben gegeven wel een en ander aanwrijven, net omdat het neoliberalisme enkele fundamentele gegevens van de economie en de samenleving uit het oog had verloren. P.J. O’Rourke beschreef dat op boeiende manier in zijn commentaar bij de herlezing van “the wealth of nations” van Adam Smith. De vrije markt werd een casino en dat kan de bedoeling niet zijn. De kwestie zal dus zijn of we een evenwicht vinden tussen economie, fundamenteel maar niet alles bepalend en de andere aspecten van de samenleving. Voor politici valt er dus veel te delibereren.

Zonder steun van de burgers gaat het toch niet veel opleveren. Het is van belang te beseffen dat politici in een democratische rechtsstaat niet de macht hebben het publieke domein tot zich te trekken. Maar als men goed kijkt, dan ziet men dat politici net wel de indruk geven dat ze niet zozeer verantwoordelijk lijken voor de publieke zaak maar wel bijna de eigenaren zijn. Dat probleem kreeg de laatste decennia geen voldoende commentaar. Natuurlijk is een minister verantwoordelijk maar zijn/haar beleid hebben vooral betekenis voor derden, de burger. Die gedachte geldt des te meer als het om de munt gaat, want die munt is voor er voor iedereen en dient vooral als ruilmiddel. Het geld heeft, zo schreef onder meer Adam Smith geen eigen waarde, maar nu lijkt men er niet meer in te slagen die economische inzichten ernstig te nemen.

Daarom is het nodig dat er in Europa steun komt vanwege de burgers, alvast om de euro te redden, of liever om de levensvatbaarheid van de munt te verstevigen. Drie elementen staan daarbij centraal:

1.      Hoeveel verdienen de Duitse banken aan de huidige hoge rentes voor Spaans overheidspapier
2.      Hoe kan men op een redelijke wijze de schuldkwestie saneren
3.      Hoe kan men het ondernemingsklimaat verbeteren

De Duitse en andere banken die beleggen in Spaans en ander papier met hoge rentes verdienen momenteel gemakkelijk geld, zonder dat men die link lijkt te leggen. De Duitse overheid heeft het graag over de beleidsfouten in Griekenland, Spanje, Italië en dat klopt ook wel, maar ze moeten ook erkennen dat de hoge renten in deze voor beleggers barre tijden een zege zijn.

De schuldkwestie kan men saneren door de schulden boven bijvoorbeeld 70 % van BBP te mutualiseren. Dat wil zeggen dat de landen wel gedwongen worden hun schuldratio te reduceren tot 60 % maar voorlopig kan men lenen aan een redelijke interestvoet.

De vraag naar economische relance blijft een moeilijke. P.J. O’Rourke wijst er terecht op dat Adam Smith vond dat overheden niet echt veel kunnen doen om mensen aan het ondernemen te zetten. Het probleem is dat we – naar het inzicht van Francis Fukuyama – rent seeking economieën kennen. Het is interessanter te beleggen en renten te plukken dan zelf risico’s te nemen door te ondernemen. Wijlen prof. Dr. Chris Vandenbroecke meende in de jaren 1990 al dat we opnieuw naar een nieuw Ancien Regime zouden evolueren omdat de aantrekkingskracht van beleggen zekerder en beter inkomsten zou bezorgen dan zelf een bedrijf op te starten. Aanwijzingen dus dat we ons moeten afvragen of we en hoe we het ondernemingsklimaat kunnen verbeteren. Nog een aspect van de rent seeking society is de eis van managers om bovenmatig beloond te worden, ook als ze falen. Ook overheidsmanagers wensen dit graag, maar de vraag is of zij met eigen middelen ook zo gul zouden zijn voor… hun managers. Nu blijkt dat ook banken zelf risico-investeringen, zoals ondernemingen maar mondjesmaat willen financieren, al zijn de leningkosten voor een bedrijf niet mis, kan men zich afvragen of de verhouding tussen beoogde winstoogmerken, double digits, en de realiseerbare winsten, iets lager dus, niet opnieuw bekeken moeten worden. 

De kwestie is dat men die vragen in een burgerinitiatief moet gieten. Het zal dan gaan om een discussie over de rol van de banken, de ECB en de instrumenten voor de EU om de economie aan te  zwengelen. Men hoeft niet pessimistisch te zijn over de crisis, maar als Prof. Paul de Grauwe zegt dat de EU aan het desintegreren en dat dit des te meer het geval is voor de Euro-zone, dan kan men best eens nadenken over hoe we dit aanpakken. Rebus sic stantibus wordt het een ramp. Maar als de gepaste hervormingen doorgevoerd worden…

Het nationalisme, het  kijken naar de eigen economie, ondanks de verwevenheid, zoals het zwakke toeristische seizoen in ons kunststeden laat zien, moet toch wel tot nadenken stemmen. We kunnen niet anders dan samen als EU en Eurozone een aantal noodzakelijke hervormingen doorvoeren. Nu de Belgische Nationale bank zich heeft laten meeslepen in een verhaal van goede cijfers die de realiteit niet helemaal weergeven, is het tijd dat de instituties die de munt besturen meer verantwoording afleggen. Dat kan alleen als men een Europees burgerinitiatief en een debat met inzet aanvat.

De vragen voor het burgerinitiatief gaan uiteraard over de transfer van soevereiniteit en over de deontologie van bankiers, centrale bankiers en regeringen. De overdracht aan Europa van nog meer soevereiniteit heet moeilijk te liggen, maar als we opmerken hoe moeilijk Rajoy het heeft om de nodige maatregelen te nemen om de Spaanse overheidsinstrumenten in te zetten, inclusief een debat met Andalusia en  Catalonië dan lijkt dat alleen nog maar dwingender.

En wij, de burgers willen wel ondernemen maar zijn blijkbaar niet bereid voor onzekere winsten te gaan. De banken en de ondernemers dienen elkaar opnieuw terzijde te staan. De bank verdient aan goed ondernemerskrediet, de ondernemer kan niet zomaar winsten garanderen maar doordacht de leningcapaciteit hanteren en het werken met eigen middelen, kan al veel oplossen.

Besluit

Het is nodig dat we de discussies over Europa uit het populaire jargon en de slogans halen. Er is een debat met grote inzet aan de gang dat iedereen aanbelangt. Het  kan dus wenselijk zijn de burgers erbij te betrekken. Dit is een eerste aanzet om zo een burgerinitiatief op poten te zetten. En laat het nationalisme zich nu eindelijk eens Europees manifesteren, want het gaat om onze welvaart.

Bart Haers  

PS De urgentie van deze kwestie ligt ook besloten in het feit dat we voortdurend door uitspraken van experten worden bekogeld, maar niet altijd weten hoe zij zichzelf betrokken weten bij de zaak. Maar een kritische benadering mag ook niet in blinde afwijzing uitmonden, want daar is niemand bij gebaat. Scherpere analyse is nodig en dat kunnen alleen de brede media waarmaken, als men zoveel mensen bij dit boeiende project wil betrekken. 

Reacties

Populaire posts