Banaliteit van het Kwaad
Reflectie
Angst voor eigen banaliteit
Eichmann,
nog maar eens
![]() |
Hans Achterhuis, hoogleraar emeritus en filosoof over Arendt en de banaliteit van het kwaad. |
In
Streven (december 2016) schreef Hans Achterhuis een artikel over de vraag
waarom mensen zo graag zien dat de visie van Hannah Arendt op Eichmann - in
Jerusalem -, die op haar zo een banale indruk maakte, afgewezen wordt.
Achterhuis meent op goede gronden dat we in wezen niet graag gezegd worden dat
we zelf ook wel eens op zo een banale manier groot onheil zouden kunnen
aanrichten en onschuldigen naar de verdoemenis helpen.
Ik
weet het wel, niet iedereen hoort graag dat Hannah Arendt een belangwekkende
denker van de 20ste eeuw was. Haar kritiek op Sartre, op de existentialistische
filosofie moet ons wel bezig houden, omdat Arendt aan de vrijheid andere
bestaansvoorwaarden meegeeft dan bij Sartre het geval was. Bij Sartre is de
vrijheid een doem, een vloek, waar we nauwelijks goed mee kunnen omgaan. Bij
Arendt komt de vrijheid op het voorplan omdat mensen nu eenmaal in staat zouden
kunnen zijn zelf bedachtzaam te handelen. Een ander facet is dat het politieke
ontstaat waar mensen elkaar ontmoeten zonder aan elkaar identiek te worden. Omdat
met Eichmann in Jeruzalem voor Arendt een aantal nieuwe inzichten zich
aandienen, waarbij ze deels haar voorgaande inzichten, over totalitarisme onder
meer moet herzien. Ze zal geen poging ondernemen die gedachten uit 1949 te
herwerken, maar zal in haar werk na 1963 die nieuwe sporen verder uitzetten.
Toch merkt men dat zij met haar Human Condition een vorm van denken over het
handelen formuleerde die ons zou kunnen inspireren dezer dagen.
Hans
Achterhuis fileert in een bijdrage voor Streven een paar als kritieken op
Arendt bedoelde boekwerken, die men gemakkelijk in de strijd gooit, zonder de
werken zelf gelezen te hebben. David Cesarani verweet Arendt dat ze geen benul
had van het vak van de historicus, maar Achterhuis betoogt dat hij, Cesarani,
zelf de bal niet heel goed raakte, omdat hij vergat dat Arendt zelf betrokken
was en aanwezig was bij dat proces, ook de protocollen van het proces heeft
doorgenomen. Haar positie was niet die van de historicus m/v maar van de
tijdgenoot die probeert te doorgronden wat er zich heeft voorgedaan. Hans
Achterhuis ontwikkelt dat gegeven niet afdoende, maar het komt mij kenschetsend voor het werk van Hannah Arendt
te zijn dat ze haar eigen tijd en wat zij opmerkte trachtte te doorgronden. Wie
haar publicatie Eichmann in Jeruzalem doorneemt, kan ook niet voorbij aan haar
kritiek ten aanzien van David Ben Gurion over het proces tegen Eichmann en zijn
terechtstelling.
Zij
vond dat alleen de schuldvraag beantwoord diende te worden, niet een
pedagogisch proces opgevoerd te worden. De schuldvraag beantwoorden is al
moeilijk genoeg, maar in het geval van Eichmann, die zelf niet het vuile werk
deed, maar achter de schermen de Endlösung logistiek coördineerde, is de vraag
of die ambtelijke werkdadigheid als een misdaad beschouwd kan worden. Daar gaat
Cesarani aan voorbij en ook Bettina Stangneth lijkt Arendt vooral het verwijt
te maken dat ze de show niet doorzien heeft die Eichmann in Jeruzalem opgevoerd
heeft. Achterhuis wijst er terecht op dat de jongere filosofe Stangneth zich
veel moeite getroost heeft om iets te beweren dat Arendt niet in gedachten had.
Nog eens, voor historici blijft het boek van Arendt een pijnlijke confrontatie
omdat Arendt in haar zeer uitgebreide analyse van het proces de positie van de
Joden in Europa en de methodes van de NSDAP en de SS uitgebreid te berde
brengt. De uitspraken over de 'Judenrat' als institutie en als instrument in de
Endlösung werden Arendt nog meer aangewreven dan haar uitlatingen over de
banaliteit van het kwade.
Maar
Achterhuis legt uit dat men, niemand dus, gebaat is bij zo een concept als de
banaliteit van het kwaad, want dan ontstaat de indruk dat Arendt iedereen in
staat acht tot schrijftafelmoorden. Was hij een overtuigde nazi? Allicht wel,
net zoals hij veel werk maakte van zijn antisemitisme en antizionisme. Men kan
het bij Arendt lezen, want het valt me op dat mensen die Arendt aanvallen omtrent
die notie op het oog het hele werk niet gelezen hebben. Zij verwijst als ik het
goed voor heb naar Harry Mulish en naar Jacques Presser, al kan dat laatste
niet in de eerste publicatie opgenomen zijn geworden. Wel is duidelijk dat
Arendt niet zomaar enkele bladzijden over Eichmann schreef, wat Achterhuis en
daarom ook mij ertoe brengt dat men Arendts visie op de banaliteit van het
kwaad niet op de gevolgen van het bedreven kwaad moet funderen, maar op de
wijze waarop mensen kwaad kunnen bedrijven.
In
Totalitarisme had Arendt het hoofd gebroken over het radicale kwaad en met
Eichmann kwam zij tot de vaststelling dat het concept radicaal kwaad niet
spoort met de vaststelling dat de beweegredenen voor het kwaad dat in de Goelag
en de dodenkampen van de SS niet zo diep lagen, waardoor het niet om radicaal
kwaad zou kunnen gaan,wel over extreem kwaad.Daarom moeten we hier de beruchte
rede van Himmler in Posen, Poznan anno 1943 te berde brengen, waarin hij er
haast terloops op wijst dat de meeste van zijn SS-officieren van alles hebben beleefd,
maar toch 'anständig' zijn gebleven, fatsoenlijk: zij hebben hun werk gedaan en
zijn niet teruggeschrokken voor hun gevoelens bij het handwerk dat ze te
verrichten hadden, onschuldigen doden. Het valt op dat men ook vandaag nog
soldaten zo opleidt dat ze zonder nadenken hun werk kunnen doen, schieten. Dat
velen naderhand niet meer kunnen functioneren in de burgersamenleving blijft
een moeilijke kwestie.
Men
kan dus niet om de kwestie heen dat mensen zonder meer wreedheid kunnen begaan
zonder er persoonlijk bij betrokken te zijn. In het actuele tijdsgewricht, waar
het over meritocratie gaat, waar het over neoliberalisme gaat, zal men toch wel
eens de vraag moeten stellen of wat men doet niet teveel latent onrecht, laat
staan apert onrecht met zich meebrengt. Hans Achterhuis betoogt in zijn
bijdrage voor Streven dat het met de geruststellende gedachte dat het kwaad
altijd herleid kan worden tot de boze bedoelingen van de slechte andere gedaan
is, sinds Arendt haar "Eichmann in Jeruzalem" schreef en publiceerde
en dat vinden we een kwalijke gedachte.
Voor
historici is de omgang met de eigen tijd een moeilijke zaak, omdat we niet de
objectieve buitenstaander kunnen blijven, maar onderzoek naar de documentatie
van de uitroeiing van de joodse gemeenschappen in Europa heeft aangetoond dat
er al 1933 mensen waren die de gebeurtenissen met betrekking tot de vervolging
van Joden gingen documenteren. Arendt was in haar betrokkenheid bij het Eichmann-proces
geen historica, maar zij las wel de protocollen door, maar David Cesarani vond
dat ze onvoldoende voeling had met het proces. Hij doet opzichtig genoeg geen
poging haar opzet zelf naar voor te halen, maar beschouwt het proces Eichmann
en Arendts visie daarop als alleen maar historisch, terwijl Arendt nadenken
wilde over wat het betekende voor haar en de tijdgenoten. Nog eens, het boek
wekte veel controverse en dat vooral omdat ze zowel David ben Gurion als de
Jodenraden tegen het licht hield.
Moet
men dan niet de apert foute inschatting over bijvoorbeeld de joodse
lijdzaamheid tegen het licht houden? Maar noch Stangneth als Cesarani houden
zich daar mee bezig. Om Arendt te begrijpen moet men haar in de eerste plaats
als tijdgenoot laten spreken, die zelf ternauwernood ontsnapt was in 1933, maar
nog eens in 1940, toen ze met andere Duitse, joodse vrouwen in een kamp had
gezeten omdat ze tot de vijfde colonne zou hebben behoord, zij die in 1933
opgepakt was en door gelukkig toeval na korte tijd weer werd vrijgelaten. De
Franse politiek tegenover de uit Duitsland gevluchte Joden was dan ook eerder
bedenkelijk. In een onoverzichtelijke vlucht uit het kamp Gurs, waarna ze via
Spanje de VS kan bereiken, nam ze het risico nog even tot Parijs terug te
reizen op zoek naar haar echtgenoot Heinrich Blücher. In Portbou is ze aanwezig
wanneer Walter Benjamin, die vreest dat men de vluchtelingen terug zal sturen,
zelfmoord pleegt, waarna de Spaanse overheid hen toelaat toch door te reizen.
Stellen dat Arendt niet met het kwaad geconfronteerd is geworden, lijkt me wel
overdreven.
Ook
Achterhuis verwijst naar het soms schokkende taalgebruik van Arendt, maar zou
het kunnen dat ze in haar contacten met Martin Heidegger en de moeilijkheden
die ze ondervonden had, niet meer wilde terugdeinzen om de dingen te benoemen.
Anders dan de doorsnee intellectueel zoekt ze niet te behagen en met "de
banaliteit van het kwaad" heeft ze ons voor de vraag geplaatst of we zo
een daden zouden kunnen verrichten, ons verschuilend achter een bevolen
opdracht, terwijl we het wel willen. Dat Arendt het met Stanley Milgram aan de
stok kreeg, hoeft haar notie niet te discrediteren. Blijft de vraag of haar
inzicht haar tot een negatief mensbeeld zou hebben verleid, want hoe valt dat
te rijmen met dat andere concept "Amor Mundi?". Evengoed stelde
Arendt vast dat mensen altijd opnieuw kunnen beginnen, ook als het ergste hen
overkomen is, maar geldt dat ook voor wie het ergste verricht heeft? Wellicht
laat ook haar beeld van Eichmann zien dat zo iemand nooit aan zijn denkbeelden
zou kunnen verzaken. Eichmann was al voor WO II in Caïro en Jeruzalem geweest,
om met de groot-moefti contact te hebben.
Kortom,
men kan uiteraard vragen stellen over wat dat nu betekent "de banaliteit
van het kwaad", maar dan moet het gaan over de dader, niet over de
slachtoffers en de gevolgen voor de slachtoffers zonder de dader erin te
kennen. De treinen van Drancy, Mechelen en Westerbork naar Sobibor en
Auschwitz, maar ook naar de fabrieken in het Derde Rijk, reden planmatig,
werden georganiseerd en daar was een dienst voor verantwoordelijk. In die
dienst nam Eichmann een belangrijke positie in. Meer valt er niet over te
zeggen, zegt men dan, maar Arendt liet zien dat het niet eenvoudig is die daden
op de achtergrond mee te nemen in het procesmatige verloop van de Endlösung.
Daarom denk ik dat we inderdaad niet houden van zoiets als de banaliteit van
het kwaad. We kunnen allen onszelf voorhouden niets fout te doen als we bevolen
opdrachten uitvoeren.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten